Van Houtens Cacao j 30 Maart No. 77. Feuilleton. Haat en Smart. Enorm verschil 50e Jaargang. 1912. Zaterdag BINNENLAND. VAH OEN HAK SP OEI TM. in Smaak, Kracht, Geur en Kleur met alle andere goedkoope merken. Belangrijk BETER in elk opzicht. VLISS1NGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dgg®iijks3 uitg@2©riö«ürd op Zon- en Feestdagen. 10. ibonnemenfs-fidoertentiin op zeer oo©rde®ii§e üooruiaarden Tweede Kamer. De Kamer heeft gisteren voortgezet de behandeling der moties van de heeren Ter Laan en Arts, betreffende de onderwïjzers-salariëering. De heeren Smeenge, De Klerk, Treub l'eftink en De Meester ondersteun den de motie van den heer Ter Laan betoogden dat het dringend noodig is om de minima der aanvangssala rissen te verhoogen, ter verheffing van het peil van den onderwijzersstand doordien zoodoende de jeugdige onderwijzer beter in staat zal zijn zich verder te ontwikkelen. Vrij alge meen bestreden deze sprekers de mo- tie-Aris als onvoldoends, maar vooral richtten zij zich bij hun bezwaren tegen het tweede gedeelte dier moiie om een gezinstoeslag te geven. Dat stelsel werd voorat door den heer Treub gecriiiseerd a!s hoogst verkeerd, inbreuk makend op de beslaande wijze van ambtenaars- salariëering en ais verbrekend de gezamenlijke kracht van het veieeni- gir.gsleven door het scheppen van groepen. De neer De Geer bestreed ook ais vernederend het stelsel van kinder toeslag dat nog bovendien dit nadeel medebrengt dat de onderwijzers met veel kinderen als duurdere leerkrach ten achteraf op de arbeidsmarkt komen te staan. Daarna repliceerden de heeren Arts en Ter Laan. Het voorstel Troelstra, dat de Bakkerswet ook op de agenda zal blijven na het reces, is met 38 tegen 35 stemmen verworpen. Dr. W. H. Nolens. De Romeinsche correspondent van „de Tijd" schrift Maandagavond is Mgr. prof. Nolens, vergezeld door het Kamerlid mr. Van Best, te Rome aangekomen, om in stilte zijn 25-jarig priester-jubileum te gedenken. Dinsdagmiddag werd het graf van dr. Schaapman bezocht in Campo Santa. Uit naam van da leden van de Ka tholieke Kamerclub legde Mgr. Nolens een groot bouquet van witte leliën neer op het graf van hem, die de voorman is geweest van'topbioeiend politieke leven der katholieken in Nederland, en zoo lange jaren ais president der Kamerclub de politiek der katholieken heeft geleid. Opleiding adspirant-administrateur. Bij Koninklijk besluit is het regle ment voor de opleiding van adspirant administrateurs bij de koninklijke marine opnieuw gewijzigd in dien zin, dat ook jongelingen, die in het bezit zijn van een einddiploma van —o— 8.) Dan werd hier en daar spottend gefluisterd en de tuinman zei la chend tot de omstanders: Wanneer hij zich in een Oceaan kon veranderen en het paviljoen van de aarde kon doen verdwijnen, zou hij er zeker zijn ziel voor over hebben. HOOFDSTUK 111. Gedurende elf jaar had de vrijheer een veelbewogen leven geleidde schoonheden van het Oosten had hij volop genoten, den beker des genots onophoudelijk aan zijn lippen ge bracht. Het ware geluk had hij echter niet genotenop geen enkele plaats kon hij het lang uithouden en toen hij eindelijk dat nomaden leven moede was, gevoelde bij een onweerstaan- baren drang naar zijn vaderland. Voor hem bestond niets nieuws meer, «iets dat in staat was hem in geest een Handelsschool met 2 jarigen cur sus, waaraan ten grondslag ligt een H. B. S. met 3 jarigen cursus, tot genoemde opleiding kunnen worden toegelaten. Tofnutoe kwamen daarvoor alleen in aanmerking degenen, die in het bezit waren van het einddiploma eener H. B. S met 5 jarigen cursus. Ouder de negen Handelsscholen door den minister aangewezen komi ook voor die te V'issingen. Het aantal plaatsen, dat dit jaar voor bedoelde opieiding beschikbaar is, bedraagt vier. V( or toelating 'ot de opleiding wordt o. m. vereischt dat de candida'.en ge boren zijn na 1 October 1892. Aanmelding moet door ouders of voogden geschieden vóór 1 Augustus per gezegeld verzoekschriit aan het departement van marine (bureau per soneel). Voor bijzonderheden zie „Siaaisci" no. 74. Parijsche mode. „Daar komt da schutterij, Hun hoeden hoog met pluimen," Deze dichterlijke ontboezemingen des Schoolmeesters zullen op onze dames ditmaal van toepassing zijn. Niet dat zij de afgeschafte scnutterij zullen doen herleven, doch brutaal recht op den bol worden de piuirnen, ook aites, die met een soort dakje op den bol bevestigd zitten gedragen. Ook ziet men nu veel op zij opge nomen den hoed, doch beginnend half in het gelaat, wat iets brutaai-ele- gants geeft, meer voor Parijs aan voor Hoiland geschikt. Iels heel nieuws hebben de Ame- rikaansche dames uitgedacht. De dameskleermakers waren de vorige week te Chicago bijeen, om ovetde mode der naaste toekomst te beslissen. Het nieuwste in dameshoeden zul len electrische gloeilampjes zijn, eie tn dtn vorm van bloemen van ge- kleurd glas op den hoed of ook wel in hel kapsel mosten worden gedra gen. Ais bron van electrische energie zal een kleine accumulator worden gedragen, hetzij in den hoed zelf, heizij in den keurs verborgen. Dat kan „chic" lijken. Chic, zeg ik, wat is chic? [a, daar zijn ver schillende antwoorden op gegeven. Wilt ge er eenige van hooren Chic is het bevallige in de ge daante van het eenvoudige, het een voudige in de gedaante van het be vallige, chic is nooit het noodzake lijke, en toch schijnt 't voor ieder die er eenmaal kennis mee heeft gemaakt, het eene noodige. Chic is het vreemde in het alle daagsche, dat tot glimlachen dwingt, zonder belachelijk te zijn. drift te brengen nog in den manne- lijken leeftijd, schee t hij zich zelf een grijsaard toe. Met zekeren weemoed dacht hij er echter aan, dat hij alleen stond, dat hij niets om zich had wat hem lief en dierbaar was; dikwijls stelde hij zich voor, hoe gelukkig hij zou zijn. wanneer hij een zachte, lieve vrouw langs al die heerlijkheden zag wan delen en hij den avond in den fami liekring kon doorbrengen. Doch wan neer hij zich aan zulke gedachten overgaf, schudde hij plotseling het hoofd. Wie kon weten, of er niet eenmaal een uur zou komen, waarin een hartstochtelijk verlangen hem weer de wijde wereld in dreef? Het was te laat voor hem, zich aan banden te leggen. Had hq een zuster, of het kind'van een geliefd vriend bij zich, hij zou zonder aarzeling blijven waar hij thans was. Doch nu was alles leeg en veel was veranderd gedurende zijn afwezigheid. De oude betrekkin gen waren afgebroken. Hij had die betrekkingen weer kunnen aanknoo- pen „Hohenfels" met gasten gevuld kunnen zien, doch welke aantrekke- lijkheid lag er in, omgang te hebben agf™1 RONA Chic ishet bereiken van iets be koorlijks, aanfrt kkelijks, steelende, opvaliends, dikwijls in het allerge woonste. Chic is het uitgelezenste in het stille en stemmige, terwijl het ons tegelijk soms met het schreeuwende verzoent. Maar het is ook wat ons in het eene oogenblik verblindt, in het volgende betoovert. Het is de Gratie od éen brei, Amor, op handen en voeten. Chic is de kunst om de pink te ge ven op sen manier, dat men met meer genoegen doet dan de getieele hand te reiken er. toch moet dit gebaar er de hand bij deen vermoeden. Chic is de kunst zooals een vrouw de plooien van haar mantel of japon bijeen neemt, terwijl zij achter zich kijkt, al heeft wat achter haar ge beurt niets met de plooien vast haar kleed te maken. Chic kan bij een man zijn niets meer dan het haarvlokje, dat onder zijn neus kruit, en de manier waarop hij daaraan even plukte. Chic is wat het kraken van zijn molières en het ruischen van haar dessous vertelt. Chic is onomschrijfelqk, want chic is ailes en niets Niet chic vindt men algemeen Naaije op den Dam, die ruim een halve eeuw daar staat ais beeid van onzen volksgeest, en nooit veel anders dan woorden van spot of hoon heeft mogen hooren. „Hoe lang zal mijn bestaan nog duren zoo vraagtNaatje die het sloopen en breken om zich met personen, die hij niet kendd, die hem vreemd waren geworden Nu hq in Indië op tijgers en leeuwen had gejaagd, welk vermaak kon hij nu scheppen in het jagen ep hazen en konijnen? Wat ging hem het kostbare paviljoen aan, wanneer niemand daarover in geestdrift ge raakte Doch toen hij eens peinzend door het park wandelde, herinnerde hij zich zijn overleden neef Gregorius von Arnheim. die een vrouw en een dochter in niet zeer schitterende po sitie had achtergelaten. Op een reis door Rusland had Gregorius eenvou dig kennis gegeven van zijn huwelijk met Olga van Dombrowsky. Het heette dat de vader, om politieke re denen, Jzelf een e nde aan zijn leven had gemaakt. De brï= fwisseling tus- sehen de bloedverwanten had toen geheel opgehouden en was eerst later weer geopend.Gregorius liet zich nooit uit over zijn toesfand, doch de enkele regels die hij van tij i tot tijd schreef deden vermoeden dat een zwaar ver driet hem drukte. Zes jaar geleden had hij een brief met rouwrand ont vangen, die hem kennis gaf van den heen ziet, zich droevig en angstig af. De heer van der Mey Hofland dicht in de „Telegraaf" de volgende „Af geluisterde overpeinzingen van Naatje Eendracht" Sinds voor meer dan vijftig jaren ik liier op mijn voetstuk kwam Om den volksgeest uit te beelo' als Naatje Eendracht van den Dam, H«b ik Amsterdam zien groeien ver langs Amste! en langs IJ En steeds hooger plaats zien nemen in Europa's stedenrij. Maar mocht in mijn steenen boezem kloppen trotsch mijn steenen hart, 'kZag ook ia die vijftig jaar veel. wat reden gaf tot smart. Al te vaak bij blij verwachten stelde d' uitkomst mij te leur, Altijd door dezelfde oorzaak 't wai de heerschappij van Sleur. Sleur is 't, dab ae raadhuiskwestie altijd nog een kwestie is; Sleur is 't, dat ik, arme Naatje, altijd door mijn arm nog mis. Met éen sleur is nu gebroken, toen men de beslissing nam Om toch eindelijk te beginnen aan 'tvergrooten van den Dam. En nu hoor ik mokers bonzen beukend op het hecht arduin, Eeuwenoude muren storten Yoor des sloopers hand in puin, Kan mijn oog 'tal niet ontwaren van mijn hooge standpunt hier, 'k Hoor het na en nader komen.'t is de heerschappij van Slier. Sleur of Slier? zal Sleur het wezen, die bepaalt mijn verder lot? Blijf 'k kapot symbool van volksgeest, vreemd en eigen tot een spot Of zal Slier ook mij doen vallen, dat ik weldra stervend hoor „Kijk, daar leit nou Naat Eendracht.... 'tla maar goed die arme Sloor." Dat Naatje Eendracht slechts éen atra heeft, hoeft haar niet zoozeer ta bedroeven, er zijn heel wat misvorm de wezens op het ondermaansche. dood van Gregorius hij was destijds in Spanje. De weduwe had zich met haar dochtertje begeven naar Moskou, naar haar stiefzustets,Alexan dra von Dombrowsky. De vrijheer dacht er thans aan, schoonzuster en nicht naar „Hohen- feis" te laten komen. Het slot bood ruimte genoeg, om ieder zijn gang te laten gaan, zich te kunnen afzonderen en ongestoord te leven zooals men verlangde. Den volgenden dag werd een brief verzonden en na veertien dagen kreeg Gisbert antwoord. Het schrijven maakte een zonder lingen indruk op hem. De letters van het schrift waren net, doch onvast en verrieden een zenuwachtige natuur. Zijn nicht deelde hem mede, dat zij gaarne zijn aanbod aannam onder voorwaarde dat zij haar stiefzuster mee mocht nemen, die haar sedert jaren had bijgestaan. Ook haar dienst meisje Prisca zou zij slechts noode kunnen missen. De vrijheer antwoordde, dat hij haar niet wilde scheiden van hen, die zij niet kon ontberen en dat zij verwacht wetd. Dr. Karl Kumm, een bekend Afrika- reiziger uit Londen beweert in het donkere werelddeel een nieuw men- schenras gevonden te hebben. Hij is daar negers tegengekomen met hon denkoppen, die met een diep keelge luid spraken, dat veel weg had van het blaffen der honden. In een andere slreek ontmoeite hij negers, die ais eer. ooievaar op éen been rondliepen, en weer andere met vogdkoppen. De laatsten wonen ook, zooals dr. Kumm verklaart, op boomen. Wat dichter bij huis althans, in enn deel van de zoogenaamde be schaafde wereid, in Rusland, vindt men menschen met extra vingers. In hei Russische dorpj? Koshilova in het gouvernement Grodno zijn mag men een bericht gelooven ruim 50 boeren die meer dar. tien vingers hebben. Hel voordeel, ten minste zoo be schouwen deze veelvingerigen het, is dat zij ongesc'n kt worden verk'aard voor der. mihtai es dienst, al zijn zij nog zoo gezond. Van .gezond" gesproken, een ge zonde landstreek schijnt West-Viaan- deren te zijn. Dat gewest bezit thans vier inwoners, die meer dan 100 jaar oud zijn. Wat voor levens-elixer zouden deze oudjes hebben gebruikt, wat zou het geheim zijn van hun hoogen ouderdom „Olie misschien zegt de Californische wonderman, die reeds 120 jaren oud is, frisch en gezond, en beweert, dat hij zijn lang leven en gezondheid te danken heeft aan het in- en uitwendig gebruik van olijfolie. Deze houdt er dus van dui botl „gesmeerd" te houden. Zóo dachten de ouden er ook over. Toen Julius Caesar met Poilio-Rumilius middagmaalde om den lOOsn ver jaardag van dezen laatste te vieren, vroeg hij hem, weik raiddel hij ge bruik e om zulk een levenskracht van lichaam en geest te behouden. Pol- lio antwoordde „Inwendig door den honig, uitwendig door de olie". Zullen wij ons dus in de olie gaan zetten? „Gekheid 1" hoor ik daar zeggen. Flinke beweging in de fris- sche lucht, je goed laten door waaien, dat is het beste middel om oud te worden en ja gezondheid te onderhouden". Nu, dat laten door waaien is in ons landje niet zoo mooielijk de Hollandsen^ wind kan er duchtig op los blazen. In Holland zoo schrijft Jerome K. Jerome is er altijd wind. En dan Verteit hij verder, hoe die elders, op de zee, ontembare en heerschende wind door den Hollander lot zijn nederigen, onderwerpen dienaar wordt gemaakt De wind komt van over de zee en er is niets om hem in zijn voort gang te stuiten. Hij springt over de lage zeewerin- De dag van aankomst kwam en Gisbert haalde de dames zelf van het station. Mevrouw Olga von Arnheim kwam weinig overeen met het beeld, dat hij zich van haar had gevormd. Zij was een zachte en ziekelijk uitziende vrouw, doorschijnend bieek, met on rustig blikkende oogen en schuw op tredend. Haar geiaat toonde nog de sporen van schoonheid, doch het was een uitdrukking van een onbe paald „iets", wat iemand niet aan genaam aandeed. Zij droeg een zwart kleed en geen enkel sieraad, behalve een ketting waaraan een eenvoudig gouden kruis hing. Haar dochter Constance was een bekoorlijk meisje. Met haar raven zwart haar, de donkere sprekende oogen, waarboven schoon gevoimde wenkbrauwen zich welfden, en de fijne, gelijkmatige, bewegelijke trek ken geleek zij op een meisje uit het Zuiden. Haar gansche optreden tee- kende meer zelfbewustzijn, dan met haar leeftijd overeenkwam. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 11