Van Houtens
Caca©
Donderdag
21 Maart
andel.
ussel
sf.
LEKE,
No. 69.
50e Jaargang,
1912.
1 voor
uze
>orten
SEVRES.
r u i
yerschijnf dagelijks, uitgezonderd op 2on- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Hbonnements-^doertentiën op zeer ooerdeelige voorwaarden
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Van week Bot week.
Feuilleton.
Haaf en Smarf.
Met zorg bereid uit gezonde en
krachtige Cacaöboonen, vandaar
de echte, pittige Cacaosmaak
BINNENLAND»
k onder
it netjes
jd wordt.
APPELIJK
vond gehouden
or de Kamer
velen den Heer
er Vereeniging,
zen Candidaat.
1ESTUUR.
in Parijs alles
rants.
mei bijvoeging
burgwal 345.
van dit blad
en geplaatst.
25, Amsterdam
:elheld
0.65 per 1 L.
er Liter.
JNEN uit de
deaux.
Sf. Emllloiv
IEWOUD
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 53.
ADVERTENT1ÉNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
gjjp* Nieuwe Abonné's,
uitgezonderd by wekelyk*
sche betaling, ontvangen
de dagelijks verschijnende
„VLISSINGSCHE COU
RANT" kosteloos tot
1 April 1912.
Het is beslist niet te ontkennen,
dat er een kentering is gekomen, niet
in de eigenlijk gezegde meningen
of plannen derTtaliaansche regeering,
maar dan toch in de wijze waarop
zij zich daarover uitlaai. Men heeft
altijd beweerd, dat de Italianen zeer
sluw zijn, maar wanneer Turkije zich
door de voorwaarden, die Italië thans
aan de groote mogendheden te kennen
gegeven heeft, we! in overweging te
kunnen nemen tot het sluiten van
vrede in slaap laat wiegen, dan is
liet geen knip voor den neus waard.
Wat Italië te kennen gegeven heef!
is natuurlijk een geheim, maar een
geheim van de doodgewone soort,
dat ieder kent. Het eerste punt is al
dadelijk gewoon schande'ijk. Het be
vat niets meer of minder dan een
poging om ie heerschen door te ver-
deelen.
De Turken zouden de Arabieren,
de gevaarlijkste en meest onverzoen
lijke vijanden van den rooftocht der
Italianen, eenvoudig maar aan hun
lot moeten overlaten. Men pakt ze
dan gemakkelijker in, ziet u! Alsof
hier sprake is van twee bondgenoot® n
waarvan de een den, ander naar de
mode der 16e en 17e eeuw, of nog
later, in den steek laat als hij er
voordeel in ziet! Het is misselijk.
En wat nu de hoofdquaestie betreft,
den afstand van het uitgestrekte Li-
bysche gebied en de erkenning der
souvereiniteit van Italië daarover, ja,
ziet u, heeren, hier is wel een wondje,
maar kijk, we hebben hier een mooi,
schoon doekje, dat doet u er om en
dan ziet u er niets van. Dat heefi de
ilaliaansche regeering niet gezegd,
maar ze heeft iets gezegd wat precies
op 't zefde neerkomtTurkije behoeft
niets uitdrukkelijk te erkennen, dan
alleen dat er een nieuwe stand van
zaken van geboren is. Probatum
Och kout, welk een doorzichtige
kronkelpohtekMaar dan komt er
toch nog een hoop zoetckoek bij, b.v.
de godsdienst wordt geëerbiedigd en
ook het kalifaat of godsdienstig gezag
des Sultans, die dus het geestelijk
hoofd der Tfipoiitanen blijft erkend
men zal den schuldeischers bevredi
-—o
i.)
HOOFDSTUK I.
Een sluier, met sterren bezaaid,
omhulde de aarde, die zacht sluimerde
in den schconen zomernacht. Glim
wormpjes kropen door het gras het
berglandschap dat zich niet ver van
de stad G. uitstrekte, zwom ais in
zilvergloed.
De muren van de oude heerlijkheid
„Hohenfels," wegens zijn bouworde
„Het Slot" genoemd, waren helder
wit en de groote, donkere tuin gaf
iets tooverachtigs aan deze belichting.
Als een stroom, die schitterde van de
paarlen, goot de fontein haar stralen
in het marmeren bekken. Slechts een
korte afstand scheidde „Hohenfels''
van het landgoed „Edelhof," welks
dak te voorschijn kwam tusschen
eeuwenoude linden. Het niet groote
gebouw maakte een aanger.amen in
druk. De voorgevel was letterlijk
•bedekt door de ranken van den win
gen, men zal de staatsdomeinen koo-
pen, men zal Turkije allerlei conces
sies dotn
Het beste antwoord op dit alles
zou weer eens een flinke nederlaag
der I'aiianen zijn.
Wij moeten erkennen lot dusver
nog nimmer een staking op groote
schaal te hebban waargenomen, van
zoo groote beteekenis als de mijn
werkersstaking in Engeland. Van de
jongste pogingen lot bemiddeling had
men groote verwachting en dat deze
verwachting niet vervuld werd,
schijnt het gevolg van een misver
stand te zijn gewees'. Men had el
kander verkeerd begrepen, heigeen
trouwens in zulk een toestand nog
al natuurlijk is. Maar hoe dit ook zij,
men zegt wel eens, dat de oorlog,
om van de wereld te verdwijnen, zich
zelf onmogelijk moet maken en zoo
schijnt het ook hier te wezen. De
hardnekkigheid waarmede de partijen
volhouden, zal het einde misschien
nog verhaasten, ofschoon naar onze
meening van nog meer beteekenis is,
het onmiskenbare feit, dat men het
hier en daar niet langer zal kunnen
uithouden. De zoogenaamde niet-
georganiseerden gaan weer aan het
werk en dat is steeds het begin van
het einde geweest-
Dat einde zou in ieder geval
eennatuurlijk einde zijn. Onnatuur
lijk zou daarentegen stellig wezen
het middel, dat de regeering voor
nemens schijnt te willen aanwenden,
namelijk om bq een wet het minimum
loon vast te stellen. Loon is nu een
maal een zaak, die men niet als voor
altijd bindend kan vaststellenmaar
iets wat door de werking van ver
schillende oorzaken wordt bepaald en
weer gewijzigd wordt met de wijzi
gingvan die oorzaken. Wat de Brit-
sche regeering wil is niets dan een
paardemiddel. Men dwingt tegenover
eikander staande partijen nu eenmaal
niet tot verzoeningmaar de reke
ning is dezeals de arbeiders bun
wetje maar hebben, dan zullen ze
verder niets meer vragen dan het
wetje hun geven wil. Nu, we willen
er het beste van hopen
Aan de Ruhr, waar het hout niet
groeit, waarvan men de echte sta
kers maakt en waar men ook heel
wat minder op een langdurige sta
king is ingericht, zal men zien dat
de zaak in orde komt. Partijen mop
peren wal, geven elkander de schuld,
enz.maar, naar alle waarschijnlijk
heid, zai het daaibij ook wel biijven.
De Duitscha rijksregeering en de
regeeringen der bondsstaten zijn het
er' over eens, dat leger en vloot
weer eens wat moeten worden uitge
breid en versterkt, met andere woor
gerd en een der vensters van de
benedenverdieping werd omringd door
een rozenstruik, welks purperen bloe
men tegen de ruiten drukten. Heilige
vrede scheen te heerschen op dit
plekje grond, dat de beide goederen
droeg, en toch leefden de bezitters,
Gisbert van Hohenfels en de landheer
Hans Rainer, sedert jaren in vijand
schap.
Hohenfels koesterde eenmaal een
gloeiende haitstocht voor Hildegard,
de dochter van den thans overleden
predikant Diöger, en dit gevoel was
niet onbeantwoord gebleven.
Toen leefde echter de oude vrijheer
nog, wiens toestemming des te moei
lijker te krijgen was, daar ook zijn
neef Gregor von Arnheim, die reeds
vroeg wees was geworden en in het
slot was opgevoed, een keus had ge
daan, welke scherp werd gewraasd.
De predikant wis», welke gevaren
zijn kind bedreigden en hoe bijna
onoverkomelijke hinderpalen een hu
welijk in den weg stonden.
Ofschoon het hem pijn deed, dat
hij zijn kind ruw uit den zoeten droom
moest opschrikken, sprak hij toch het
machtwoord u>t en scheidde de beide
RONA
den dat weer eene aanzienlijke ver
meerdering noodig zal wezen van de
middelen en inkomsten des rijk®.
Daar nu de samenstelling van
den Rijksdag zoo veranderd is, zou
hei vrij natuurlijk zijn geweest, dat
men het nog eens met de successie
belasting beproefd had. Die zou er
ditmaal wel gekomen zijn.
Maar de rijkskanselier, de keizer
en de meerderheid der ministers
gaven de voorkeur aan iets, waar
over de conservatieven en het cen
trum zich gemakkelijker zouden kun
nen heenzetten. Daarop wil men nu
den brandewijn zwaarder treffen,
hetgeen niet de goedkeuring kon
wegdragen van den zeer bekwamen
minister van financiën, dis zijn af
scheid genomen heeft en dien men
met genoegen liet gaan.
Er worden maar voortdurend
slechte noten gekraakt in zake de
onderhandelingen over het Marok-
kaansche gebied tusschen Spanje en
Frankrijk. Beide pariijen schijnen wat
de andere wil zeer overdreven te
vinden en er niet aan te denken
daarin toe te stemmen. Naar het
schijnt is Spanje het laatst aan het
woord geweest, met de boodschap
dat het van verdere onderhandelin
gen afzag. Wij vreezen dat het zoo
niet za! efloopen en het einde wei
wezen za! dat Frankrijk een toontje
hooger gaat zingen. Zoo ja, dan kan
men er nog genoeg pleizier van be
leven.
Het is wel opmerkelijk, niet alleen
dat China zich gaarne van geld
minnenden. Hij handelde naar zijn
beste overtuiging en Hildegard was
te zacht om zich te verzetten. Zij
gehoorzaamde het bevel baars vaders
en werd de echtgenooie van Hans
Rainer, wien zij echter niet verheelde,
dat haar hart den vrijheer toebehoorde,
Zij was een trouwe, goede vrouwen
hield haar belofte, dat zij nooit een
woord met Hohenfels zou wisselen
maar vergeten kon zij hem nietde
vreugde woonde nooit recht meer in
haar gemoed, ai scheen zij ook rustig,
vriendelijk en opgeruimd.
Misschien zou het anders geworden
zijn, wanneer Rainer niet zoo wild
en hartstochtelijk was geweest en zijn
ijverzucht had kunnen verbergen. Hij
beminde Hildegard met al de kracht
zijner zie!, en dit gevoel uitte zich
eer in een aan aanbidding grenzende
zachtheid, in een uitbarsting van hef
tigheid, die hij niet wis t ie bedwingen.
Ais razernij greep het hem dikwijls
aan, wanneer hij bedacht, dat de ge
dachten aan die lieflijke vrouw den
trotschen man behoorden, terwijl
slechts trouwe plichtsvervulling haar
aan hem bond. Dan sprak hij den
naam van den vrijheer onder verwen-
voorziet, zonder hetwelk de gevol
gen der revolutie bezwaarlijk ie re
gelen zijn, waar vooral dat de mo
gendheden zoo gaarne zien, dat
hunne bankiers ais geldschieters der
Chineesche regeering optreden. Men
rekent blijkbaar daardoor zijn in
vloed in het hemelsche rijk te ver-
hoogen. Daarom is men jaloersch en
beschuldigt den nieuwen president
dat hij den een boven den ander
begunstigt of geld tracht te krijgen
van bankiershuizen, die volkomen
onafhankelijk zijn en niet handelen
in overleg met de regeering. Van
Chineesch standpunt is dit laatste
natuurlijk verkieslijk.
Met de geldzaak, het blijkt nu
duidelijk zal overigens nog niet alles
gewonnen zijnfeitelijk, zegt men,
is er niet é^n, maar zijn er drie re
publieken, die ieder gehoorzamen
aan hun eigen hoofd. Buiten die
kringen is hel een wanordelijke boel
en heerscht veel regeeringioosheid.
Alle berichten stemmen daarin over
een, dat men lang niet is waar men
wezen moet en dit ook fnogstwaar-
schijnlljk nog zeer lang duren zal.
Kamers vari Arbeid.
De «Vereeniging van yoorziüers en
secretarissen van Kamers van Arbeid"
heeft teUtrecht een vergadering gehou
den, weike werd bijgewoond door
drie vertegenwoordigers van den
minister van landbouw, nijverheid en
handel.
Besloten werd de volgende verga
schingen uit en bracht aanklachten
tegen Hildegard, weike onrechtvaar
digheid hij dadelijk zelf inzag en
waarvoor hij vergiffenis vroeg.
Het zachte vrouwtje was steeds
bereid hem ïe vergeven, ja, zij werd
niet eens boos, omdat zij zijn verdriet
kor. meten naar het haredoch haar
zwakke lichaam was niet opgewassen
tegen deze opgewondenheid, dit on-
ophoudelqk zweven tusschen vrees
en medelijden. Een nooit rustend
verlangen ondermijnde haar levens
kracht. Nadat zij zes jaren aan Rainer's
zijde had geleefd en hem eendochtertje
had geschonken, dat haar evenbeeld
scheen te zullen worden, greep haar
een sleepende ziekte aan, die zij
zonder morren droeg.
Ook Gisbert van Hohenfels kon zijn
hartewensch van vroeger niet meester
worden. Gesproten uit een trotsche,
adellijke familie en ook zelf niet zonder
vooroordeelen, voelde hij toch dat
hij met de geliefde zijner jeugd ook
zijn geluk verloor. Hij was de over
leveringen van zijn huis trouw geble
ven, maar het offer dat hij bracht aan
de rij zijner Voorvaderen, waar hij
mocht terugzien, scheen een eenzaam
dering, indien deze in den zomer valt,
te 's Gravenbage, in geval van
's winters, te Utrecht te houden.
Aan de orde was het Reorganisatie-
rapport, naar aanleiding waarvan twee
moties waren ingediend lo. van den
heer j. Van Hetiinga Tromp, secretaris
van de Kamer van Arbeid voor de
metaal- en houtbewerkers te Amster
dam 2o. van de heeren mr. J. H.
van Zanten en J. van Waardhuizen.
De eerste motie spreekt den wensch
uit, dat de minister van landbouw
e iz. het wetsontwerp van de reorga
nisatie-commissie niet zal aannemen.
De tweede motie, ingediend na ken
nisneming van de eerste, bedoelt, dat
de vereenigingaishaaroordeeluitspre-
ke,dat een reorganisatie van deKamers
vanArbeid op een zoodanige wijze ge
schiedde dat aan de nieuw te vormen
colleges, naast de in art. 39 van het
wetsontwerp der commissie genoemde
taak, ook de bedoelde werkzaamheid
ten aanzien van de arbeidswetgeving
kan worden opgedragen, zij het dan
onder nadere goedkeuring van de
hoogere autoriteit.
Nadat de voorstellers zeiven hunne
moties hadden toegelicht, en ver
scheidene leden hunne meening had
den gezegd, werd de eerste motie met
algemeene stemmen verworpen. De
motie-van Zanten werd aangenomen,
Na de pauze hield mr. A. Lely, uit
Amsterdam, een voordracht over het
al of niet bindend verklaren van het
Arbeids-contracf. Spreker verklaarde,
zich daartegen en toonde in het rap
port, waarin dat denkbeeld wordt
gehuldigd, eenige inconsequenties
ran revoiutioanaire maatregelen,
waardoor het giidewezen op verkapte
wijze weer zou worden ingevoerd.
De drie motieven, weike de commissie
bij het samenstellen van het rapport
hebben geleid, meende spreker te
mogen beschouwen als gewogen en
te licht bevonden. Spreker's betoog
vond van verschillende zijde bestrij
ding; van den kant van den voor
zitter met de bewering, dat de heer
Levy was uitgenoodigd tot bijwoning
der besprekingen, terwijl ook anderen
met dit doel waren uitgenoodigd. Dat
de heer Levy een rede zou houden,
was niet de bedoeling van het be
stuur. Intusschen werd opgemerkt,
dat men niet veel was opgeschoten
en niet was gekomen tot de vraag
stukken, waarvoor deze vergadering
was belegd.
Het een en ander moest dus worden
aangehouden tot een volgende ver
gadering.
De minister van oorlog is voorne
mens officieren en onderofficieren die
in het bezit zijn van de akte mid
delbaar onderwijs gymnastiek, in
aanmerking te brengen voor een pre
mie van f 500, wanneer zij zich be
man van hem te zuilen makes. Om
de herinnering te verbannen, stortte
hij zich in e?n woelig leven. Ofschoon
hq zich zelf van onrechtvaardigheid
beschuldigde, kon hij het Rainer toch
nooit vergeven dat deze het kleinood
tot zich nam, waarnaar hij zelf de
hand niet mocht uitstrekken. Wanneer
de beide mannen elkaar ontmoetten,
gingen zij elkaar niet voorbij als
vreedzame buren, doch ais verbitterde
vijanden, die slechts met moeite zich
inhielden en voor wie geen verzoening
bestond.
Waarschuwend klopte de dood aan
hel met rozen omrankte venster, waar
achter Hildehard stil en bleek op het
ziekbed rustte, waarvan zij niet weer
zou opstaan. Met haar koortsachtige
glinsterende oogen en de sneeuw
witte wangen zag zij er bijna boven-
aardsch uit. De bedwelmende geur
van den zomernacht stroomde het
kleine kamertje binnen, de maan wierp
een blauwachtig licht op de ruiten.
Een heldere glans lag over het zachte
aangezicht. Naast haar builde thans
Rainer, bijna waanzinnig van smart.
(Wordt vervolgd.)