Donderdag 14 Maart Feuilleton. No. 63. 50e Jaargang. 1912. lij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Van week tof week. BiNNENLANDT Boomeit en Bossclien op Walcheren. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post I.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTlENvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifde advertentie, wordt de prijs slechts tweern aal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Vsrschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. flbonnements-flduertenfiën op zeer yoordeeüg® uoonuaarden Men mag er Z. M. den Duitschen keizer geluk mede wenschen, dat Z. M. thans het vaste bureau van den Rijks dag in audiëntie zal kunnen ontvan gen want er zit geen sociaal-demo craat meer in deze behoeft zich dus niet te excuseeren en Z. M. ont vangt een heel fatsoenlijk bureau, waar geen geurtje aan is. Over wie in dit speciaal geval gelijk heeft, valt niet te twisten. De socialisten hebben zich nooit willen verbinden om de gebruikelijke beleefd heidsvormen bij het hof na te komen en, het moet eerlijk erkend worden, dat ze daarvoor ook steeds veel te onbe leefd, ja te vernederend door het hof zijn behandeld. De Duitsche keizer is geen vorst die boven de partijen staat, maar een die in een der partijen zijn grootsten vijand ziet. Ongelukkig is nu die partij de voornaamste in den Rijksdag geworden en nu konden de socialisten wel is waar geen zetel in het bureau behouden, omdat de na- tionaal-liberalen zich met hun ziens wijze omtrent de audiëntie bij den keizer niet konden vereenigen maar, wat zal er gebeuren als de partij blijft aangroeien, iets wat nauwelijks uit kan blijven De heeren zullen dan waarschijnlijk doen wat zij zelf goedvinden. Wil de regeering oorlog, dan zullen zij er wel niet tegen op zien om te vechten. Laat ons hopen dat ook bij de regeerders in het groote Duitsche rijk,de nieuwere staat kundige denkbeelden nog eens zullen zegevieren. Tot zoolang vreezen wij dat er een tijdperk van groote slapte en stilte in het parlementaire leven zal zijn, waarin dus zeer weinig tot stand komt en waardoor vele groote belangen, die dringend voorziening behoeven, ernstig zullen worden be nadeeld. Dat de groote Britsche staking, in dien zij ook maar eventjes aanhield, elders zou nawerken, was te begrij pen. Men wil aan de Roer ook wel eens eenige dagen in de vrije natuur doorbrengen, iets wat eigenlijk een regel moest wezen en een zoo echt menschelijk verlangen is, dat het wel wettelijk behoorde te zijn vastgesteld. Men is er algemeen van overtuigd dat de bakkersgezellen door den noodeloozen nachtarbeid een onna tuurlijk bestaan leiden en wil hen helpenmaar men schijnt er nooit aan gedacht te hebben om menschen te helpen, zoo als er bij honderd duizenden zijn, die zes zevende ge deelte van hun leven arbeidende in de mijnschachten doorbrengen en O— 77.) Het was Kerstavond, de torenklok ken luidden. Marianne vierde voor de eerste maal een eenzaam Kerst feest. Ze had Hedwig weggezonden, ze wilde geheel alleen zijn met zich zelve en haar jammer. Ook kon ze den angst niet van zich zetten dat Hartwig Raven misschien dezen avond zQn woord gestand kon doen. Zij had alle ramen hermetisch willen sluiten om het geluid der Kerstnachtklokken niet te hooren. Wat zou haar die blijde boodschap ver kondigen Hare handen bladerden onrustig in het boek der boeken, en bij dit haastig omslaan viel er een leesteeken op haren schoot. Onwil lekeurig namen hare slanke handen bet op, en terwijl hare oogen de spreuk trachtten te vinden, die Maren's aandacht had getrokken, vouwde zij daardoor een vrij wat onnatuurlijker bestaan hebben, al staat het dan ook vast dat hun werk op geene andere wijze kan worden verricht. Uit dit oogpunt beschouwd is de staking voor die menschen eene oase te midden van de woestijn, ook bij hen laat de natuur hun rechten gel den doch wanneer dat eenigen tijd heeft plaats gehad en men genoten heeft, dan is men voldaan. In Enge land kómen daarvan reeds teekenen. De tegenwoordige staking is de ern stigste, tot dusver waargenomen, met de meest gewichtige gevolgen maar men begint toch iets van een einde te zien en met de voldaanheid over den genoten vrijen tijd, hangt dat einde waarschijnlijk nauw saam. Het zakgeld is op en men zal langzamer hand maar weer aan 't werk gaan vooral als men ziet dat onaangename gevolgen voor anderen er aan ver bonden zijn, die men niet bedoeld heeft en die een te ernstig karakter aannemen om ze opzettelijk langer te laten voortduren. Het schijnt, ofschoon het niet ge heel zeker is, dat Engeland een po ging heeft gedaan om Italië te bewe gen, af te zien van de herhaalde aan vallen op Turksche havenplaatsen buiten het eigenlijke oorlogsterrein. Het doet er trouwens niet veel toe want er komt toch niets van, bij ge breke van gemeenschappelijk han delen. De oorlog zelf begint danig te verwateren. De partijen twisten er ovfr of Mergheb veroverd is, of het daarna weer heroverd is en over het geen er verder is gebeurd maar dit alles is zoo ontzettend weinig belang rijk, dat het haast de moeite niet waard is om er nota van te nemen. Van meer belang zijn de teekenen, die door de Arabische stammen in de woestijn gegeven worden, dat zij niet zullen dulden dat Turkijè zich ooit bij de wenschen van Italië neer legt. Men acht dat in strijd met Tur- kije's plichten. De sultan is en blijft het hoofd der geloovigen. Als zoo danig mag hij geen gebied der ge loovigen vrijwillig aan christenen af staan en, mocht hij het toch doen, dan zal men hem doodeenvoudig niet langer als hoofd erkennen. Feitelijk zou dat wel geen groote verandering gevenmaar voor een muzelman is liet toch een zaak van beteekenis en voor de Italianen zelfs een van zeer groote beteekenis. De eerste minister in Spanje, heeft zich niet al te gunstig uitgelaten over den stand der onderhandelingen met Spanje, inzake Marokko. Uit de woorden van den minister heeft men zelfs, te recht of te onrecht dan, de reep papier open en dicht, tot ze scheurde. Toen zag ze eerst, dat ze van de binnenzijde dicht beschreven was en zij keek op de letters; die tweë regels vormden. Een naam viel haar in 't oog. Waar had ze dien meer gehoord Nu las ze den ge- heelen regel van het mooi duidelijk handschrift,greep naar haar voorhoofd en bleef een oogenblik peinzend zitten. Ze nam alle leesteekens uit den bijbel, vauwde ze zorgvuldig open en vouwde regel aan regel, tot het een geheele bladzijde was eene bladzijde van een met de hand ge schreven manuscript. Ze staarde op den inhoud, alsof ze hare oogen niet durfde vertrouwen. Zij liep naar de boekenkast en nam er den roman van Raven uit: „De yendetta van het Noorden", en zocht de bladzijde op, die bijna woordelijk den inhoud van de voor haar liggende papiersnippers weergaf. Dus was toch alles leuge t, bedrog en verraad zooalsjö'gen had ver moed. Als een bliksemstraal trof haar deze ontdekking, zij trof haar diep in haar willen opmaken, dat deze er de Fran- schen - van beschuldigde, dat zij de Mooren in het gebied waar Spanje invloed oefent, tegen dat rijk opzet, natuurlijk met de bedoeling om zich ten slotte van het geheele gebied meester te maken. Hoogstwaarschijn lijk zal dat toch wel eens gebeuren, maar de Spanjaarden willen daar na tuurlijk niets van weten en er schijnt dan ook, wat trouwens niets nieuws is, een gespannen toestand te heer- schen, die wel eens zou kunnen lei den tot een afbreken der onderhan delingen, waardoor, naar wij vreezen, de Spaansche belangen niet bijzonder zouden worden bevorderd. In China is het nu toch weer wat kalmer geworden. Toch schijnt het goed gevonden te zijn dat de presi dent der nieuwe republiek, die eerst van plan was naar Nanking, de Zui delijke hoofdstad en zetel van den voormaligen opstand te gaan, te Pe king blijft, om de orde in den omtrek te handhaven, alwaar hij dan ook plechtig zal worden geïnstalleerd. Over de nieuwe inrichting der regee- ringsvormen van het groote rijk hoo ren wij overigens nog niet veelde hoofden rusten wellicht eenigen tijd op hunne lauweren en denken wel licht dat de tijd der grootste krachts inspanning nu voorbij is. Dat zou wel echt Chineesch wezen, doch waarschijnlijk minder in overeenstem ming met de werkelijkheid. Intusschen, wil men werken, dan moet er geld wezen, en dat is, in dit rijk door de natuur gazegende, maar niet geëxploiteerde land, altijd van honk. Een goed teeken is het, dat men de republiek blijkbaar vertrouwt en een aanzienlijke bankiersgroep heeft zich dan ook bereid verklaard tot eene leening van 1200 millioen Hollandsche guldens, waarop zelfs reeds voorschotten worden gegeven. Het moet voor de heeren een aan genaam gevoel wezen, thans van de meest drukkende zorgen bevrijd te zijn. Als ze nu maar gaan werken inplaats van te fuiven, dan zal men zien dat er nog hemelsche toestanden in het Hemelsche rijk ontstaan. Tweede Kamer. De commissie van Rapporteurs be trekkelijk de suppletoire marine b.- grooting nopens het nieuwe pantser schip is Zaterdag met haar arbeid gereed gekomen en heeft zij hes af- deeliitgsverslag vastgesteld. In de zitting van gisteren werd voortgezet de behandeling van het wetsontwerp betreffende den inkoop van zijdelingsche diensten voor pen sioen. gewond hart, dat bijna ophield te kloppen. Zij strekte hare hand uit naar een steun en vond dien niet. „jörgen, mijn Jörgen, waarom zyt ge van my gegaan De eenzaamheid joeg haar angst aan. Met ontstelde oogen zag ze om zich heen, alsof ze het vreeselyke moest ontvluchten. Ze stak alle lichten van de gaskroon aan, dan zouden de schaduwen zeker wel wijken. Of de dokter thuis was Zij moest een men- schelljke stem hooren. Slechts nu niet alleen zijn in dien chaos van wilde gedachten, die op haar aanstormen met zulk een kracht, dat haar ver stand haar dreigde te begeven. Marianne ging door de gang en klopte aan de kamerdeur van den arts. O en antwoord. Dokter Ernst was uitgegaan. Hij wist wel eene betere plaats, waar zyne feestvreugde meer weerklank zou vinden, dan in dit vreugdelooeenzaam huis. Zij ging in de keuken zy was leeg. Bevend aan al hare leden, keerde de eenzame in hare kamer terug, waar het berouw op haar loerde, deze on- afscheideiqke, sombere levensgezel, die nooit zou ophouden, haar onbe- Minister Kolkman, vooropstellende dat het ontwerp uitgaat van de grond gedachte dat alleen tot inkoop behoo- ren toegelaten zij, die in dienst van ambtenaren aan den Staat diensten hebben bewezen, wees de wyziging in dzt stelsel at en verklaarde daarom niet te kunnen tos laten de toevoeging van meer categorien van pcsonen en ook geen wyziging in de voorge stelde bijdrage voor den inkoop. De heer Ankerman trok daarop zijn amendement in, om niet alleen zijde lingsche diensten, maar ook tijdelijke diensten rechtstreeks voor den Staat in aanmerking te brengen voor pen sioen, ingediend op het regeeringsar- tikei, waarbij voor inkoop o. a. ver- eiseht wordt overlegging van een stuk uil den tijd der dienstvervulling, waar uit van indienstneming rechtstreeks of zijdelings blijkt. Na eenige discussie werd met 36 tegen 38 stemmen aangenomen een amendement van de commissie van rapporteurs om, indien aannemelyk wordt gemaakt dat bedoeld stuk niet kan worden overgelegd, andere gege vens als bye. getuigenverklaring toe te laten tot staving van de zijdeling sche diensten. Door verwerping van een amende ment Smeenge is bepaald dat de wet niet tot 1904, maar tot 1908 terug werk? nde kracht heeft. Het ontwerp werd daarna goedge keurd. Militaire strafverordering. De regeering is voornemens zich bij de behandeling van de ontwerp, n tot herziening van de militaire straf vordering in de Stagen Generaal door eenregeeringscommissaris te laten bij staan. Naar verluidt, zal als zoodanig worden benoemd de heer mr. H. C. Dresselhuijs, secretaris generaal aan het departement van justitie. Militaire berichten. De promotie in hoogere officiers rangen, die met Mei verwacht werd, zal eenige virlragingzal ondergaan,in verband met de wyziging der pen sioenwet, die binnenkort aanhangig zal worden gemaakt. Vanwege den minister van oorlog is aan de legerautorlteiten verstrekt een voorschrift betreffende den ge neeskundigen dienst bij de landmacht op voet van oorlog. Het voorschrift bevat o.m. admini stratieve bepalingen omtrent de ver- bandplaatsafdeelingen, regelen voor de inrichting en den dienst van veld- etappen en tijdelijke hospitalen, als mede voor de verpleging van het veldleger in tyd van oorlog. Een 7 tal bylagen zijn aan het voorschrift toegevoegd. schrijfelyk te kwellen. Daar klonk de bel van de huisdeur door het stille huis. Het zou wel eene boodschap zijn voor den dokter. Ze ging naar de deur. „Marianne „Hartwig?" Zij stond in de gang, de deur in de hand, alsof ze hem wilde beletten binnen te komen. Toen, aisof ze er plotseling.anders over dacht, deed ze de deur wijd open en zei alleen „Kom binnen, je Kerstgeschenk ligt al klaar." Hare stem klonk hard en ruw, in hare oogen flikkerde een heilige toorn. Raven zag het nietwant de schaduw viel op haar gezicht. „Ik wist dat ge alleen waart, Ma rianne, daarom ben ik gekomen." „Treed binnen! Neen, doe je goed niet af 1 Ge zult niet lang blijven, by mij is geen Kerstvreugde te halen." Er lag iets in hare stem en in hare woorden, dat hem waarschuwde, haar niet tot tegenspraak te prikkelen. In de kamer brandde de lamp op de tafel en in het midden hing de brandende gaskroon. Het zag er fees telijk verlicht uit, en de heerlijke In den a.c. zomer wordt weder een aantal hoofd ff'eieren en kapiteins van het veldleger gedurende eenige maanden bij andere wapens gedeta cheerd tot het bijwonen van de prac- tische oefeningen. Pensioenregeling Staatsspoor. Door het pensioencomi.é, bestaan de uit verschillende organisaties van spoorwegpersoneel, is thans een adres aan de Tweede Kamer gezon den om de Commissie van Beheer van het Pensioenfonds der Staats spoor te behouden. Aan de Tweede Kamerleden jans- sen, Nolens, Arts, Rutgers, v. d Voort van Zijp, Sioeck Henkemans, De Visser, Tydeman, Goeman Borgesius, Roodhuyzen, Treub, Marchant, Troel stra en Schaper, is door het comité een onderhoud aangevraagd, teneinde het behoud der Commissie van Beheer bij hen te bepleiten. i iw 'Mi Ji.iit 'i HKeae Met bovenstaand onderwerp trad gisterenavond In een der zalen der „De Ruyterschool" voor de vereeni- ging „Nehalennia" ais spreker op de heer J. Koel, hoofdopzichter bij de Nid. Heida-Maatschappij. De voorzitter van „Nehalennia" de heer L. J van Voorthuyzen, heette de ongeveer 30 aanwezigen welkom en stelde den spreker aan de vergadering voor. In het kort zette de heer van Voorthuyzen nog warmte deed den verkleumden man waarlijk goed. „Heb je een goed geheugen voor handschriften, Raven „Hoe zoo, Marianne?" Help mij, de schrijver van deze rege's ie raden. Neen, raak ze niet aan, Iaat die reepen papier precies zoo liggen, 'kheb er moeite genoeg mee gehad, ze aan elkaar te voegen." Raven bukte zich. By het heldere licht was het schrift gemakkelijk te ontcyferen. Als uit deze daar onschul dig neerliggende fragmenten, een adder was te voorschijn gekomen, zoo zou de man niet verschrikter achteruit zyn gedeinsd. „Ik zie, dat je het handschrift van de geliefde van je jeugd nog kent, dus is er geen verdere verklaring noodig. Hier ligt een bladzijde van haar manuscript, een brokstuk uit haren roman „Inge Boysen, een kind van den Holm" en daarnaast datzelfde gedeelte uit uwen roman „de vendetta van het Noorden". Ge hebt u het werk gemak kelijk gemaakt, Hartwig Raven byna woordelijk hebt ge gecopieërd. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1