S
wk.
ir-
Zijl.
n Hit namnier bestaat uit 2 Maden
Eerste Blad.
Maandag
1 Maart
Feuilleton.
No. 54.
50e Jaargang.
1912.
JIM ING
prijzen
Inis met
Boor-
heften,
Fieïs-
'ricofs
'el en
mchef-
tleurde
IAND-
Verschijnt dadelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
De aandacht trekken.
TELEFOONNUMMER 10.
Abonnements-Aduerfentiën op zeer ooordeelige voorwaarden
BINNENLAND.
machten
m hier>
te noo»
iagazijn
onge«
K
kwaliteit
al ons
OPRUI,
tie ver«
trengste
men.
welke
len van
|uigd als
schoen*
ifnemer
deze 8
iaer,
VLI5SINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bq alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58.
M
ADVERTENT1ÉNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Oroofe
letters en clichés naar plaatsruimte.
L>e aandacht op zich te willen doen
vestigen, is altijd een menschelijke
zwakheid geweest en het ging met
deze als met alle andere zwakheden
langzamerhand werd zij dienstbaar
gemaakt aan de persoonlijke belangen.
Tegenwoordig beschouwen wij haar
nagenoeg uitsluitend in dezen vorm
en noemen haar dan met een vreemd
woord reclame, een middel om de
aandacht op zijn zaak te vestigen,
zoo algemeen gebruikelijk, dat het
heel vaak het doel voorbijstreeft, ont
zettend veel geld kost en den mannen
van zaken menig moeilijk oogenblik
verschaft.
Voor de reclame in de ouderwetsche
beteekenis van het woord, gevoelen
wij al lang niets meer. De meesten
onzer kijken nooit meer naar den
gaper, die misschien a! eeuwen voor
liet huis van den drogist staat, noch
naar allerhande uithangborden en
dergelijke voorwerpen en toch is het
een feit, dat op die manier onder
scheidene zaken, zonder groote kos
ten, een naam hebben gekregen, die
bleef voortleven in den volksmond
en daarom tot op den huidigen dag
aan die zaken een voorsprong geeft,
waarvoor anders wellicht hoegenaamd
geen reden zou bestaan.
Onze voorouders deden heel veel
aan uithangteekens, maar dat was
dan ook zoo wat hun eenig middel
van reclame.
Van Lennep en Ter Oouw hebben
daarover ongeveer vijftig jaar geleden
een heel werk geschreven en de uit
hangteekens beschouwd ,in verband
met de geschiedenis en het volks
leven. Met het oog op onze tegen
woordige toestanden is eene be
schouwing van het verledene in dit
opzicht zeer belangrijk. Onze tegen
woordige reclame is, omdat men niet
altijd wat nieuws en wat goeds kan
uitdenken en toch mee wil doen,
vaak onsierlijk en zelfs walgelijk,
doch oudtijds schijnt dat niet het ger
val te zijn geweest, vermoedelijk om
dat zij binnen zulke enge grenzen
beperkt bleef en ook overigens alles
meewerkte.
Een der oudste reclamemiddelen
was het uithangen van een groenen
krans, om aan te duiden waar men
een verfrisschenden drank kon krij
gen. Als zoodanig was de reclame
toen nuttig. Want inderdaad was het
voorheen op reis, op de lange, een-
—O—
§8.)
Ik zou je zoo dankbaar zijn ge
weest, als je mij vrijwillig de vrijheid
had hergeven en zou je dien dank
door mijne vriendschap hebben ge
loond."
.Vriendschap Ik wil je vriend
schap niet 1" riepjörgen hartstochtelijk
uit en toen vervolgde hij ernstig„Ik
geloof dat het je zelve in 't geheel
niet duidelijk is, wat je eigenlijk van
mij verlangt. Misschien komt er nog
eens een tijd, dat je mij zult danken,
dat ik in dit uur, niettegenstaande
mijne schijnbare zwakheid, niet ^óo
zwak was, toe te geven. D in zult ge
eerst erkennen, hoe lief ik je heb.
Maar nu ga heen ga, zeg ik, en
laat mij alieen, of ik zou Iets kunnen
doen, wat mij later berouwde
Marianne week met plotselingen
schrik voor een toomigen blik zijner
tonige wegen, met op zich zelf
staande gewone huizen, niet altijd
mogelijk te weten waar men aan
de eene of andere behoefte kon
voldoen.
Maar zelfs in die tijden was het
reeds een groote waarheid, dat iedere
waar zich zelf moest aanbevelen en
daarom zeide men ook, dat goede
wijn geen krans behoeft.
Nog vroeger vond men onder weg
zulke gelegenheden in het geheel
niet. Eigenlijke steden waren er nog
nietalleen kasteelen en kloosters
en die moest reizen kon daar meestal
een veilige schuilplaats vinden.
Toen later de herbergen ontstaan
waren langs de landwegen, namen
de vorsten en burchtheeren er dikwijls
hun intrek wanneer ze «p reis gingen.
Hun wapenschild werd dan voor het
huis opgehangen en het schijnt een
bijzonder voorrecht te zijn geweest
om eene nabootsing ervan voortdu
rend als reclame-uithangbord te mo
gen gebruiken. Zoo is het wapen
van dit en het wapen van dat in ge
bruik gekomen en de eigenaars der
herbergen vonden dikwijls na eeuwen
profijt bij deze onderscheiding, of
schoon er ook valsche en echte wa
pens kwamen en daarover dikwijls
heel wat strijd ontstond, waarin men
een begin van concurrentie kan zien,
Maar de eigenlijke concurrentie in
deze, schijnt toch te zijn ontstaan in
de zich sterk ontwikkelende steden
der vijftiende eeuw. Neringdoenden,
herbergiers en ambachtslieden be
gonnen het noodig te vinden, door
een uitwendig teeken, hun zaak te
onderscheiden van andere van den
zelfden aard. Men kon toen echter
bezwaarlijk denken aan borden met
letters beschilderd, daar immers de
meeste menschen lezen noch schrijven
konden. Het waren dan ook steeds
geschilderde of gebeeldhouwde uit
hangteekens.
Toch schijnt het wel vast te staan,
dat men niet altoos aan reclame moet
denken, daar ook aanzienlijke koop
lieden, ja zelfs magistraatspersonen
uithangteekens aan hunne huizen
bezigden, en ook dit is verklaarbaar,
daar toen nog geen sprake was van
nummering der huizen en er toch
dikwijls behoefte bestond om iemands
adres te kennenvooral ook omdat
er geheele familiën in dezelfde stad
gevestigd waren, een aantal lieden
dus die denzelfden naam droegen.
Hier ligt een oorsprong van de ge
slachtsnamen. Het aannemen van een
geslachtsnaam is eerst in de 19e
eeuw verplicht geworden, maar het
kwam toch langzamerhand in zwang,
bij de groote uitbreiding der bevol
king.
Het doel, reclame maken door
winkeliers enz., had vanzelf ten ge
volge, dat de uithangborden hoe
oogen terug. Zij vluchtte in hare kamer
en sloot zich op. Als verdoofd bieef
ze voor het venster zitten en waagde
zich niet naar buiten voor ze Jörgen
hoorde wegrijden. Toen sloeg ze de
handen voor 't gezicht en barstte in
wiid, hartstochtelijk, snikken los.
Na eenigen tijd werd er zacht aan
de deur geklopthet was Hedwig, die
in opdracht van haren broeder kwam.
„Jörgen had het haar kunnen aanzien
dat ze er alles van wist en dat ze
boos was op Marianne, hij wilde ver
hoeden. Zoo had hij aan haar gezegd
„Marianne zal voor langen tijd op
reis gaan, het geschiedt met mijne
goedkeuring, ge moogt haar mei geen
woord of teeken beleedigen. Ais ze
hulp noodig heeft help haar dan."
„Zal ze voor altijd weggaan
„Doe wat ik gezegd heb, en ik ver
bied je, iets ongunstigs over ons hu
welijk, in onze familie te vertellen.
Je bent graag bij my, zooals je
meermalen hebt gezegd, het hangt nu
maar van je zelve af, of je in mijn
huis zult blijven".
Nu stond Hedwig voor Marianne's
deur en vroeg of deze een kop koffie
wilde hebben. De jonge vrouw deed
langer hoe grooter werden en hoe
langer hoe verder over de straat be
gonnen uit te steken, terwijl men
ook luifels boven de winkels aan
bracht, die ook al erg ver naar voren
kwamen en waarop de reclames ge
schilderd werden, soms ook reeds
in den vorm van eenige dichtregels.
Maar de eischen van het publiek
verkeer waren toen ook al vrij groot
en daarom werden door de vroed
schappen keuren gemaakt, die de
vrijheid van handelen in deze aan
banden legden.
De moderne begrippen in het laatst
der 18e eeuw waren aan de uithang
teekens bepaald vijandig. Volgens den
revolutiegeest van 1795 herinnerden
zij te veel aan oude, schadelijke en
afgodische denkbeelden en konden
in die gelukkige tijden van zegepraal
der vrijheid licht als merkteeken
van slavernij worden beschouwd.
Daarom moesten ze weg en toen
Lodewijk Napoleon koning van Hol
land geworden was, werd bepaald
dat alleen uithangborden, tegen de
muren der huizen gehecht, mochten
worden gebezigd. Dat duurde echter
maar kort. De Fransche politie nnod-
zaakte in 1810 ieder ingezetene, die
iets op zijn gevel wilde doen schil
deren, om vooraf aan het politie
bureau op te geven, de teekens,
figuren, zinnebeelden en opschriften,
welke hij wilde tentoonstellen. Eerst na
goedkeuring mochten ze worden aan
gebracht.
In Amsterdam, waar er zoovele
werden gevonden, zijn na 1854 alle
luifels en uithangborden in het belang
van het verkeer en de veiligheid
verboden.' Rolzeilen, winkelkasten,
getimmerten en vaste voorwerpen, on
der welke benaming ook aan de gevels
of zijmuren langs den openbaren
weg binnen de gemeente aangebracht,
zijn later gevolgd en nog later de
stoepen, wat uit een architectonisch
oogpunt heel jammer was, ofschoon
het met de eigenlijke reclame niets
te maken had. Langzamerhand zijn
onze niet al te ruime, maar toch
schilderachtige straten uit den tijd van
en na de middeleeuwen, met die ver
moeiende eenvormigheid overgoten,
waarvan zeker iemand niet geheel
ten onrechte gezegd heeft dat ze de
vloek van het moderne leven is. De
moderne reclame was toen nog maar
in haar opkomstthans, nu ze haar
bloeitijd waarschijnlijk alweer voorbij
is, kan met volkomen recht gezegd
worden, dat ze nooit in staat is ge
weest, noch de late doodsche vormen
der steden weer leven te schenken,
noch om voor de reclamanten zeiven
te geven wat zij beloofde.
de deur open.
„Laat mq als 't jeblieft de koffie
op het terras brengen, Hedwig", zei
ze vriendeiyk, en draag Anne op, dat
ze my den koffer van den zolder haalt,
dien ik mee heb gehad naar Berlijn."
„Mag ik bij hel pakken helpen
„Neen, Hedwig, dankik zou nu
graag alleen willen zijn. Dat begrijp
je wel niet waar Morgen vroeg ver
trek ik, er is dus nog veel te doen".
Daar stonden de koffers, en ze
haalde bij elkaar, wat ze dacht mee
te nemen. Dat alles was haar eigendom,
zy kon, dank haar vermogen, vrij
over alles beschikken. Nu liep ze in
de kamers rond, zij herinnerde zich
den tijd,toen zij deze nieuwe inrichting
stuk voor stuk zoo liefdevol bij elkaar
had gezocht. Ze steeg tot haren
tusculum op en wierp zich in haar
rieten leenir.gstoel, weemoedig om
zich heerziend. Waar zou wel een
rusUger plekje aarde zqn fe vinden
Hier was zij altijd aiieen geweest.
Geen vreemd oog had haar ooit in
haar klein koninkryk bespied. En nu
wilde zij in der. vreemde gaan, onder
vreemde menschenZij had het zelve
gewenscht, omdat ze dan vrq hoopte
Tweede Kamer.
Voortgezet werd gisteren het debat
over het wetsontwerp tot toekenning
van een hooger subsidie voor bouw
kosten van de bijzondere scholen.
De heeren Ketelaar er. Bos bestre
den, in aansluiting van het betoog
der heeren Roodhuyzen en Ter Laan
het ontwerp als onnoodig, als geen
waarborgen biedende voor verbete
ring van het onderwqs en als een
afkeurenswaardige eenzqdige bevoor
deeling van het bijzonder onderwqs
ten nadeele van de openbare school,
te gevaarlijker, wanneer men let op
's ministers onderwijs-politiek.
De heeren Van der Molen, Van
Wijnbergen en Oosterbaan bepleitten
vermindering van de ongelijkheid
iusschen den overheidssteun voor
openbaar en het bqzonder onderwijs.
De heer Tydeman oordeelde dat
het nijzonder onderwijs reeds royaal
genoeg wordt betaald.
Ontslag van huwende ambtenaressen
en onderwijzeressen bij het O.L.O.
Te Amsterdam is een nationale
protestvergadering gehouden door het
Comité van Actie tegen het wets
ontwerp-Heemskerk in zake ontslag
van vrouwelqke rqksambtenaressen
en onderwijzeressen bij het openbaar
lager onderwijs die in het huwelijk
treden.
in een kort inleidend woord wees
dej voorzitter, mr. E. Fokker er op,
dat het zaak is te protesteeren tegen
het ontwerp, dat gericht is tegen
vrouwen die de misstap zouden wil
len begaan van in het huwelijk te
treden. Hit ontwerp ontmoet verzet
zelfs bq hen die op godsdienstig
gebied verschillen, wijl het onrecht
vaardig is ten opzichte van de vrouw
en ten opzichte van het onderwijs.
Spreker zag in de talrqke opkomst
te dezer vergadering een krachtige
manifestatie. Daartoe behoorden 62
afgevaardigden van corporatiën; daar
gelaten da! van tal van vereengingen
schriftelijke en telegrafische biyken
van instemming waren ontvangen.
Als eerste spreker van den avond
trad op mr. H. Louis Israëls. Hij
stelde zich ten doel het ontwerp van
een jurisch en staatsrechtelijk stand
punt te beschouwen. Hq stelde voor
op, dal bestaande wetten moeten
worden geëerbiedigd. Het ontwerp-
Heemskerk is tegen den geest van
de Grondwet en de organieke wet.
Het maakt inbreuk op de wettelijke
waarborgen.
Tweede spreekster was mtj. Ange-
nita C. Klooster. Zq bestreed het
ontwerp met het oog op de belangen
van het openbaar lager onderwijs;
zij noemde het een van die experi-
te zqn, volkomen vrq. Nu zou zede
ketenen verder moeten blqven tor-
schen, ze was en bleef een onmondige.
Een gevoel van machteloozen toorn
over de beleediging van haren man
ondervonden, maakte zich van haar
meester.
Op dit oogenblik haatte ze Jörgen.
Zou ze haren broeder opzoeken,
en hem vragen haar te helpen Neen,
die zou alles doen, om naar tot haren
plicht, zooals hij het zou noemen,
terug te brengen. Zou ze naar de
Steiners gaan? Maar deze soort be
schermende voogdq stond haar te veel
tegen. Waartoe vreemden in dit con
flict in te wijden! Er was toch nie
mand, die haar kon helpen, niet eens
Raven. Zij wilde den stryd alleen
strqden. Steeds helderder, steeds vas
ter werd gaandeweg voor haar oog
haar plan, zooals ze zich de toekomst
voorstelde.
Opnieuw ging ze aan 't werk, zq
ordende datgene, wat hier zou biyven,
schil ie en verbrandde hare correspon
dentie en pakte alles, wat haar bq
zonder dierbaar was, in een derden
koffen die haar zou worden nage
zonden.
menten, ten blijke dat vrouwen geen
sympathie bij de autoriteiten vinden.
Wij onderwijzeressen, zegt spreekster,
trillen van verontwaardiging dat men
zoo tegen ons durft op te treden, tot
schade van het openbaar onderwijs
en ten spijt van art. 192 Grondwet.
Mevrouw W. van Italië—Van Emb-
den bestreed het ontwerp van ethisch
standpunt in verband met den arbeid
van de gehuwde vrouw.
Zoo absoluut verbod ais in het
onfwerp bedreigd, zegt spreekster,
vindt men nergens. Overal laat men
de ambtenares vrij om te huwen. In
Frankrijk heeft zij voorrechten haar
traktement wordt zelfs aangevuld,
alles om haar in de veilige haven bin
nen te loodsen. Voor concubinaat zijn
onze ambtenaressen niet te vinden.Ook
niet voor het vrije huwelijk. De zeden
dulden niet anders dan het wettig
huwelijk. De gehuwde moeder zal
met des te meer liefde zich aan haar
taak wijden.
Mr. S. van Houten, als laatste spre
ker o? 't programma aangekondigd,
meende te moeten protestesren tegen
de schending van de rechten en be
langen der vrouw. Dit wetsontwerp,
zegt hij, is te danken aan de groote
vruchtbaarheid der feministische
werkzaamheid.
Na dit viertal aangekondigde spre
kers gaf nog een gehuwde ambtenares
van de posterijen een schets van haar
ervaringen, den tegenstand waarop zij
stuitte. Nog een paar dames en een
heer volgden. Ten slotte werd de
volgende motie aangenomen„De
vergadering, gehoord de verschillende
sprekers, van oordeel, dat het ont
werp van wet tot regeling var. de
positie van vrouwelqke rijksambtena
ren en onderwijzeressen bq het open
baar lager onderwijs, die in het hu
welijk treden,een niet gerechtvaardigde
inbreuk maakt op de persoonlijke
vrijheid dier vrouwelqke ambtenaren;
dat niet bewezen en niet te bewyzen
is, dat als regel het belang van den
dienst eischt, dat de vrouwelijke
ambtenaar die huwt, ontslagen worde
dat het voor een groot deel practisch
waardeloos maken van door de vrouw
verkregen diploma's in hooge mate
onbillijk zou zqndat niet de door
de regeering verwachte, daarentegen
andere, zeer zeker door haar niet
gewenschte gevolgen op ethisch en
sociaal gebied van de ontworpen re
geling zijn te verwachtenprotesteert
ten stelligste tegen bovengenoemd
ontwerp en dringt bq de Staten Ge
neraal aan op verwerping van de
voordracht".
Nederland en China.
De correspondent van de „Daily
Telegraph" te Peking deelt mede, dat
de bladen aldaar telegrammen uit
Zij sliep dezen nacht maar weinig en
met den eersten trein verliet ze Slees-
wyk nu was ze werkelijk alléén 1
Twee maanden waren verloopen,
sedert Matianne Sleeswijk had verla
ten. Voor haar tusculum bloeiden nog
altijd de rozen, en allerlei bonte
herfstbloemen ontplooiden hunne kleu
renpracht. Een tuinier regeerde nu
over dit kleine rijk, zoodat men de
hand der ontbrekende meesteres niet
miste, jörgen hield zich daar met
bijzondere voorliefde in zijne vrqe
uren op en gaf zich steeds meer en
meer aan zyn verdriet over, haar te
hebben verloren, die hem des te dier
baarder werd, naarmate zij hem weer
ontgleed.
Hy kon dikwqls uren achtereen
zoo zitten te peinzen, hoe ailes toch
zoo gekomen was. In het laatste jaar
was het ongeluk tot rqpheid gekomen,
en daaraan waren tien jaren van
huiseiyk geluk voorafgegaan. Hq had
het 'n geluk genoemd. Zq had al die
jaren naast hem gebrek geleden, ter
wijl hij gelrouw en ernstig, met op
offering van alle gezellige genoegens,
slechts voor zqnen plicht had geleefd.
(Wordt vervolgd)