Zaterdag 24 Februari gemeentebestuur, Feuilleton. No. 47. 50e Jaargang. 1912. BINNEN LAND. VAH DEN HM DP DEH TAK VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, TELEFOQNSTUMMEB 10. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen; gelet op art. 37 der Drank- Wdóen te wetendat bij hen is in gekomen een verzoek van ONNO BORGMAN om verlof tot verkoop van alcoholhoudende dranken andere dan sterken drank in perceel Vrouwestraat no. 26 'f dat vanaf heden gedurende veertien dagen schrifteiyke bezwaren tegen het eventueel verleenen van het ge vraagd verlof kunnen worden inge bracht bij Burgemeester en Wethou- dars voornoemd. Vlissingen, 22 Februari 1912. Burg. en Wetb. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot bekrachtiging van nadere overeenkomsten met de maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen en met de Hollandsche IJzeren spoorweg maatschappij, be treffende de pensioenregeling voor haar personeel. Het overleg met de maatschappij tot Exploitatie van spoorwegen en met de Hollandsche Ijzeren spoorweg maatschappij gepleegd, heeft tot over eenstemming geleid omtrent regelin gen, berustende op de volgende grond slagen. De pensioenaanspraken van het personeel van beide maatschappijen zullen op zooveel mogelijk uniforme wijze worden geregeld de maximum- pensioenuitkeering zal bedragen 2/3 van het gemiddeld inkomen berekend over de laatste 5 jaren. Voor de aldus geregelde pensioen aanspraken zal voortaan door het personeel van beide maatschappijen jaailijks worden bijgedragen 4 pet. der bezoldiging als doorloopende korting, en eene afloopende korting, zooais deze reeds voor het S S. per soneel besiond. Van het reeds in dienst zijnde personeel wordt 1 pet. minder als doorloopende korting geheven, zoodat dit personeel niet meer dan 3 pet. doorloopende korting zal betalen, welk percentage thans reeds door het S-S personeel wordt bijgedragen. Door de maatschappijen zal jaarlijks 4 pet. der totale bezoldigingen in de fondsen worden gestoit, terwijl zij daarenboven voor het in dienst zijnde personeel nog 1 pet. zullen storten. -0-4 61.) Hij vond het heerlijk zich met haar je laten zien. Nu en dan beschouwde hij haar met een verbaasden blik, zij was hem vandaag in hare trotsche schoonheid haast eene vreemde. Het wit, golvend kleed met de smalle purperroode randen was in elke plooi antiek, de prachtige gouden siera den, die haar hals en donkere lok ken tooiden, had de beeldhouwer Merlens haar verschaft. Deze kwam nu op haar toe, schoof Raver, met een schertsend woord op zij en egde Marianna's arm ongegeneerd in den zijnen, terwijl hij haar allerlei complimentjes maakte, die zij lachend aanhoorde. Raven was jaloerscb op den over- moedigen man, die aan het begin van eene veelbelovende loopbaan ?tond. Mertens was in de kleeder Tot gemeente secretaris te Zutphen is benoemd de heer mr. dr. H. W. Jordens, commies ter prov. griffie van Noord-Brabant. Mil-taire berichten, De minister van oorlog heeft be paald, dat de lotelingen der lichting van dit jaar, die bedrevenheid be zitten als chauffeur, motorwielrijder of rijwielhersteller bij voorkeur moe ten worden geplaatst bij de infanterie. De in het wicliijden bedreven lote lingen, die voor de regimenten in fanterie en vesting-artillerie zijn be stemd, moeten zooveel mogelijk tot gelijk aantal over de bataljons of over de compagniën worden verdeeld. Bij het leger is een nieuw voor schrift voor de schermoefeningen met de sabel ingevoerd. Bü de Kon. Mil. Academie is in het licht verschenen een handleiding voor den vestingoorlog.ten dienste van alle wapens en diensten, die bij den vestingoorlog betrokken kunnen ge raken. De minister van oorlog heeft zulks door middel vad het Recueil Militair ter kennis van de landmacht gebracht. Door den minister van oorlog is bepaald, dat de luitenants-kwartier meesters van het leger tusschen 1 April en 30 Juni a.s. cursussen in de vee- en vleeschkeuring zullen volgen aan de verschillende gemeen telijke abattoiis. Jaarboekje van den Middenstand, Voor het eerst verschijnt thans het „jaarboekje voor den Middenstand in Nederland" (1912). Dit werkje, dat uitkwam onder redactie van den heer S Meeuwsen en verschillende me dewerkers, bedoelt te zijn een vraag- bank voor den middenstand, met zijne vele en veelzijdige belangen. De in houd werd daarom met zorg gekozen. Zoo zullen de rubrieken voor het post en telegraafwezen, evenals de tabellen voor Nederlandsche en buitenland- sche maten en gewichten, Holland sche en vreemde munten met herlei dingstafel, evenals de artikelen voor eenvoudige boekhouding, overbeias- tingvragen, over wisselaccept en wisselprotest, over het arbeidscontract met eenvoudige modellen voor con tracten door velen geraadpleegd kunnen worden. Maar vooral ook zuilen de aangesp ten vereenigingen hun voordeel kur - nen doen, wat de gegevens van zus- tervereenigingen, waar deze hare ervaringen verkregen met economi sche afdeelingen, als inkoopveieeni- gtngen onderlinge glasverzekering informatie- en incassoöureaux credietbanken handelscutsussen en handelsscholen, in dit boekje hebben medegedeeld. dracht van een troubadour en bleef den geheelen avond in zijne rol, door zich geheel aan den minne dienst der schoonheid te wijden. Raven zag er ook op zijn voordee- ligst uit. De donkere Spaansche kleeding van een edelman stond hem voortreffelijk. Nn leunde hij tegen eene pilaar en keek met gloeiende oogen naar Marianne. Hij had haar in zijne armen willen sluiten en wegdragen, ver weg in de eenzaam heid, om haar te zeggen, hoezeer hij haar liefhad, en hoezeer hij ze haatte, die mannenoogen, die zich met onverholen bewondering aan hare schoonheid vergastten. Hem moest zij toebehooren hem al leen. Hij moest het haar. zeggen. En toen zij voor hem stond, hem met hare oogen vragend, weer haar geleide te zijn, toen ontbrak hem toch de moed. Hij kon haar kinder lijk vertrouwen niet misleiden. De uren verliepen, het feest was geë n- digd, maar Raven zocht andere ver strooiing, hij kon niet rusten en moest vergetelheid zoeken. Den volgenden middag om vijf uur begaf Raven zich op weg, om „Het Handelsblad" vertelt het vol gende In de hoogere klasse van een onzer Amsterdamsche scholen is de regeering van Koning Willem I aan de orde. Ter sprake komt de belas ting op het gemaal en geslacht. „Wat zou dat voor een belasting zijn, die belasting op het gemaal vraagt de onderwijzer aan een van zijn leerlingen. Met het gezicht van een jongen, die blij is dat hij „het weet", komt het antwoord „De belasting op de echtgenooten, meneer." De onderwijzer lacht fijntjes en vraagt verder: „En de belasting op het geslacht?" Maar de jongen bespeurt aan het gezicht van zijn meester, dat hij iets geks heeft gezegd en vindt het raad zaam op de tweede vraag het ant woord schuldig te blijven. „Nu jij dan", richt de onderwijzer zich tot zijn buurman. Eu die bedenkt zich niet„Belas ting op de kinderen meneer." Belasting op de echtgenooten en kinderen 1 Gelukkig dat die niet be staat I Dan ging 't er voor velen, die smachten om naar het huwelijks altaar te treden, nog donkerder uit zien. Toch zijn er ouders genoeg, die een vrijwillige belasting voor hun kinderen offeren, door ter wille van hun ijdelheid allerlei verkwistende uitgaven te doen. Zoo deelt een moeder-die wat al te zeer ingenomen was met haar vijfjarig doentertje, aan een blad mee, dat het kind 124 maal gefotografeerd was. Of dat niet een record was Dit wist de man van de krant niet, maar 't zou in elk geval een afkeu renswaardig record zijn, zegt hij. Een kind waarvan zooveel notitie wordt genomen zal gauw de aantrek kelijke eenvoudigheid der jeugd ver liezen. Eens per jaar fotografesren is meer dan genoeg. In onze jeugd, zegt de man verder, werden we maar heel zelden geportretteerd. Vandaar onze bescheidenheid nu. De krantenman had gelpde lijd van zijn jeugd was een andere dan de tegenwoordige. Wie heelt er nu nog bescheiden weuschen Men spreekt van rechten en eischen. En blijft dat binnen de perken der bil lijkheid, dan is daar ook niets tegen te zeggen. En wat geeft tijd niet veel gerief, voordeel, genot, dat vroeger niet gekend werd. Dank b.v. aan de telefoon, om iets te noemen. Jawel, hoor ik daar zeggen, 'i is waar, maar last en ongerief heb je daar ook van. „De Fabrieksbode", weekblad voor en van het personeel der Ned. Gist en Spiritusfabriek enz. te Delft, be vatte laatst een gedicht, waaruit blijkt de familie Steiner een bezoek te brengen, 's Avonds zouden ze samen naaï den schrijversbond gaan. Stei ner wilde Marianne zelfs ais mede lid binnenleiden. Raven was vandaag, toen hij zoo door de straten liep, erg gedrukt. Hij hield anders zoo van dat frissche stroomende leven, hij hield van de weelde, die hij zich tot nu toe had moeten ontzeggen, hij hield van een onbezorgd vroolijk leventje, hij hield boven alles van mooie, elegante vrouwen. Zijn jonge roem had hem alles geeeven, maar het goud ver vloeide tusschen zijne vingers, en bet tooverformulier, dat hem nieuwe rijkdommen moest verschaffen, was hfj vergeten, had het eigenlijk nooit gekend. Zijn arbeidsveld lag braak, en geen bevruchtend zaadje viel in het dorre land. In dit uur kwam het gevoel van zijne onmacht weer mU verdubbelde kracht over hem en zpe liefde voor Marianne, die hem met haren rijk dom alles wat hem ontbrak weer zou kunnen teruggeven, veranderde in een wreed, heerschzuchtig begee- ren. Waartoe dit talmen? Zij was Bbonnemsnfs-Aduerfenfiën op zeer uoordeeüge voorwaarden dat een telefoon niet louter plezier geeft IN ONS TELEFOONBUREAU. Tachtig nummers I 'tls geen beetje, En men belt maar altijd door; 's Morgens tot des avonds weet je Van geen stilte aan je oor. Ring, ring, vallen weer de plaatjes: 'k Höór niks 1 roept een abonné En en ander maakt weer praatjes, Over 't afbelklepje twee. 't Halloo 11 roepen kruist er statig, 't Snibbig„Wie daar 1 en „niet klaar Dankjes krijg je er o zoo matig, Brommen hoor je 't heele jaar. Nu eens staat er een te zweeten Met een intercommunaal. Deez' is 't nummer weer vergeten, En roept: 'tis een waar schandaal 1 En die bromt, 't is meestal kort nog, En dus makk'iijk droog maar klödr; Méér dan woordenrijk betoog toch, Dat dra 't*et maakt door elkaar. Van defecten zal 'kniefc spreken: 4k Kwam te na aan menig oor 'tLag ie dikwijls is 'tgebleken, Niet aan 't toestel, aan 't gehoor. Nog tot slotwie vlug wil spreken, Belle rustig, niet te vaak, Vraagt zijn nummer, zonder preekeu, 'tüor aan den hoorn van den haak. Allerlei uitvindingen maken het le ven zoo geheel anders dan vroeger. Die maar de middelen heeft om ze toe te passen of er gebruik van te maken, die kan het zich in veel op zichten bijzonder gemakkelijk maken. Zoo deelt een onzer bladen het vol gende mee, dat misschien anderen in den volgenden winter willen navolgen als zij eens aanvechtingen krijgen om vroeg op te staan, gedachtig aan de guldenspreukDe morgenstond heeft goud in den mond, en aan het liedje, op de schoolbanken geleerd Die vlug wil zijn als Daantje, moet net zoo doen als 't haantje, iemand dan, die eig veel van knutselen houdt en het er ook ver in gebracht heeft, heeft in zijn slaapkamer een inrichting ge maakt, waardoor het opstaan op kouae winterochtenden al zijn verschrikking heeft verloren. Hij heeft namelijk zijn wekkerklok verbonden met een me chanisme, waardoor de lamp in zijn kamer wordt aangestoken en het vuur in den haard begint te branden, ter wijl hij nog in bed ligt. Wanneer namelijk de wekker afloopt brengt een draadgeleiding van zijn wekker naar den haard een lucifer, die tusschen briketten en vuurmakers ligt, tot ont branden. 't Is een ware zaligheid om van uit je bed te zien hoe het haardje begint te branden, zegt de uitvinder. Hij begrijpt niet hoe hij het voor zijn vondst heeft uitgehouden en beweert dat opstaan nu een dagelijksch ge- genoegen voor hem is. Gelukkig mensch. Ik noemde daar pas 't haantje, door van Alphen aan de kinderen van zijn tijd ten voorbeeld gesteld. Bij den haan hooren kippen t n zoo gaan mijn gedachten naar een andere toch in den grond eene vrouw als ieder andere. Hoe dikwijls had zij zijne macht niet reeds ondervonden Hij moest gelegenheid zoeken, weer eens met haar alleen door Berlijn te wandelen, mevrouw Steiners vooit- durende aanwezigheid werd hem lastig. Moest Marianne volstrekt iemand tot gezelschap hebben, dan zou hij de voorkeur geven aan eene meer moderne vrouw. Elisabeth Stei ner was eene te gelukkige echtge- noote en moeder, zij weikte zijne plannen opzettelijk tegen. Onder zulke gedachten legde hij den verren weg naar de Frobenstraat te voet af. Ook de laatste sporen van den doorboemelden nacht moes ten zijn weggevaagd, als hij weer tegenover Marianne stond. Toen de lift hem naar de tweede étage bracht, waar de Steiners hun voornaam, gezellig tehuis hadden, richtte hij zich nog eens energiek op en trad toen in zijne gewone frischheid den groolen salon binnen. Het meisje ging den dames zijn be zoek aankondigen.Marianne was dus, zooals hij gehoopt had, ook reeds aanwezig. Er verliep een heele uitvinding van onzen tijd, de „buik sprekende kippen." De „Jardin des Plantes" te Parijs is verrijkt met een collectie kippen en hanen, ingezonden door den heer Merwart, algemeen secretaris van Fransch-Guinea, die de eigenaardige natuurgave beziiten van zoogenaamd „buikspreken" en aanleiding tot veel pret gaven. Deze hanen en kippen maken een geluid, dat nu eens uit de boomen, dan uit den grond, dan weer midden uit de toeschouwers sch^nt te komen, tot een groot amusement van het publiek. De Latijnsch benaming dezer kippensoort is „Hoccos alector." Het vleasch en de eieren dezer kippen worden door de Araerikaan- sche fynproevers zeer geroemd a's smakelijk en voedzaam. Keizerin Josephine heeft tevergeefs getracht de Hoccos te acclimati- seeren. Ja, 't wordt wel een wonderlijke wereldde dieren worden menschen en, omgekeerd.... Wat blief? ik wil zeggen, dat er menschen worden aangetroffen, die in zooverre op dieren gelijken, dat ze behooren tot de herkauwers I Menschelijke herkauwers! la de „Schweizer-Hotel- Revue* verhaalt Dr. Traenhart zijn ervaringen omtrent die soort d pardon, menschen. Een 28-jarige man kwam hem on langs om raad vragen betreffende zijne ziekelijke gewoonte van het eten te herkauwen. De eerste ver schijnselen deden zich hij hem voor op 18-jarigen leeftijd, toen hij stu dent was. Het herkauwensproces be gint gewoonlijk een kwartier na het beëindigen van een maaltijd en wel het vaakst na den middagmaaltijd met een of twee monden vol, die uit zichzelf naar boven komen zonder van zure oprisping of zuren smaak vergezeld te gaan. Zulks herhaalt zich hoogstens 8 of 10 maainooit echter wordt de geheeie maaltijd her kauwd. In den beginne spuwde het jongmensch de hoeveelheden terug gekomen voedsel uit, doch langza merhand gewende hij er zich aan, wiji ze geen onaangenamen smaak hadden, ze te herkauwen en daarna weer door te slikken. Ten slotte vend hij het aangenaam vooral als hij zijn lievelingskost had gegeten. De jonge man zag er gezond en opgewekt uit en was normaal opge bouwd. Aileen omdat zijn kennissen hem om zijn herkauwen uitlachten, wendde hij zich tot den medicus. Somtijds schijnt ook een nerveuse ziekelijkheid der maag of van den slokdarm, welke van ouders op kin- ders overerft, de oorzaak van het herkauwen te zijn. Dr. Broekband beschrijft een ge- tijd, niemand verscheen. In zijn on geduld ging hij de naaste kamer binnen. Daar hij deze ledig vond, ging hij verder en gluurde heimelijk in het boudoir va2 de huisvrouw, waar hij tot zijne blijdschap Mari anne zag, die in een gezellig hoekje op een lagen stoel zat te lezen. Het meisje, dat met eene bood schap in den salon terugkeerde, vond dit leeg en dacht dat mevrouw Hofman het bezoek reeds had ont vangen. Ze ging dus weer aan haar werk. Een heele tijd stond Raven tus schen de portiere, zonder zich te verroeren. Marianne moest zijne blikken gevoelen, want plotseling liet zij haar boek in den scheot vallen en keek naar hem. „Marianne!" riep hij met eene onderdrukte stem en was met een paar stappen aan hare zijde, haar verhinderend op te staan. Hij Irok een tweeden stoel naast den haren en drukte hare handen aan zijne lippen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1