T
Vrijdag
23 Februari
BRILLEN.
No. 46.
50e Jaargang.
1912.
sn knospen.
8
)ten
Feuilleton.
'ING.
ieren.
I Enge/sch
ingeïsche
VersGbijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, jj TELEFOONNUMMER 10.
ftbotinements-Aduertenfiën op zeer ucordeeiige voorgaarden
Binnenland."
I Februari
'EN Co,,
Ktnder-
F. VAN
dagen
ssingen
zes- en
j|s veevaar-
nieuwste
ken, bijv.
30.-
15,—
lerftlee-
koop ge-
Vrijdag,
lag enkel
WINGEN.
-osiumes.
in de
mi
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
M
ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voer eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
In alie tijden en bij alle cultuurvol
ken zijn door allopathen en homoeo-
pathen, waierdokters en natuurgenees
kundigen verschillende genezings
methoden uitgevonden en weer ver
laten geheele systemen zijn ontstaan
en weer begraven slechts éen enkele
behandelingswijze is door geen enkele
categorie van geneeskunst-beoefenaren
omvergeworpen, nl. de behandeling
van abnormale gezichisscherpie met
brillen. Brillen dragen, indien noodig,
allen: de professor, de kwakzalver,
de natuurgeneeskundige, enz. enz.
Dit feit is zeer gewichtig, aangezien
het aantoont, dat de bril als een
afdoend hulpmiddel erkend wordt.
De uitvinding van den bril is ouder
dan bijna alle andere tegenwoordig
bestaande geneesmethoden, zij is
ouder dan de meesten denken. Reeds
keizer Nero gebruikte, zoeais men in
Piinius lezen kan, een geslepen
smaragd om de gladiatoren beter te
kunnen zien kampen. Ook uit Seneca
blijkt, dat in de oudheid geslepen
glazen gebruikt werden om beter te
zien,
De eigenlijke vervaardiging van
brillen, zooais we tegenwoordig ze
kennen, schijnt pas ontstaan te zijn
in het einde der 13 teuw. Daarom
is het een anachronisme, dat ver
schillende schilders uit de 16e eeuw
personen uit den eersten tijd van het
christendom afbeeldden met een bril
op den neus. Hierdoor is waarschijn-
lijk de foutieve meening ontstaan,
dat de heilige Hieronymus de uilvinder
der brillen is.
Waarin bestaat nu het nut van den
bril Hij heefi alleen tot doel, datgene
te doen zien, wat het ongewapende
abnormale oog niet zien kan. De bril
is geen geneesmiddel, maar een zeer
gewichtig hulpmiddel, evenals de
krukken voor den kreupele. Het oog
kan echter verschillende afwijkingen
en gebreken vertoonen, wier erkenning
groote wetenschappelijke kennis ver-
eischt, daarom vraagt ook de keuze
vooreen passenden bril groote erva
ring en nauwkeurigheid. Daarom moet
iemand, die een bril noodig heeft
nooit alleen met behulp van een
opticien glazen uitzoeken, maar steeds
eerst een deskundige raadplegen.
Brillen moeten, willen zij goed zijn
voor de oogen, even goed als genees
middelen door geneeskundigen worden
voorgeschreven. Ontelbare fouten,
welke zeer dikwijls verzwakkingen
van het gezichtsvermogen met zich
slepen, worden daardoor vermeden.
Door 't lange onsystemaiische zoeken
en probeeren bij den opticien worden
de oogen in sterke mate vermoeid.
De grootte der pupil verandert met
de sterkte van hei glashet oog moet
—O—]
60.)
.Het bezoek aan het mausaleum
van Charlottenburg."
„Kom, dan ben ik gaarne van de
partij 1 Goed, dat deze jacht niet
langer dan acht dagen meer duurt,
jn|jn jongen is haast vergeten dat
hij een moeder heeft."
„Dat is nu juist modern, lieve me
vrouw."
„O jij spotter, wat weet jij daar
van Als mevrouw Hofman kinderen
had, zou ze zeker niet hier zijn."
„Wie weet? U vergeet haar let
terkundig talent, dat zou zich ook
zonder mijne hulp zijnen weg hebben
gebaand."
„Is dat werkelijk zoo groot Mijn
man roemt het wel, maar is er toch
niet zeker van, of bet krachtig ge
noeg is zich nog verder te ontwik
kelen."
zich telkens daarop instellen en daar
door gebeurt het dikwijls, dat men na
lang zoeken glazen neemt, die op
het moment voor de vermoeide oogen
goed schijnen, maar later ondoel
matig en schadelijk blijken te zijn.
De glazen zeif mogen geen scheuren,
luchtblaasjes en dergelijke gebreken
hebben, daar de kleinste fout niet
slechts het doe! van den bril verijdelt,
maar ook voor 't oog gevaarlijk kan
zijn. Tegenwoordig is de techniek
daarin zeer ver gevorderd, zoodat de
geslepen brillenglazen bijna zonder
uitzondering de zoo pas genoemde
fouten missen. De glazen moeten
schoon zijn, daar men ar.ders doffe
verwrongen beelden te zien krijgt.
Om ze te reinigen moeten zeer zachte
doekjes gebruikt worden, want anders
ontstaan licht krassen, die het zien
zeer bemoeilijken. Vervolgens is het
nuttig van tijd tot tijd na te gaan of de
glazen niet verweren of dof worden.
De onmiddellijke nabijheid van de
oogen en de huid schijnt n.l. een
eigenaardige werking op het glas uit
te oefenen.
Als materiaal voor het vast houden
der glazen, moet een zeer lichte stof
gebruikt worden, die den stand der
glazen ten opzichte van 't oog niet
verandert. Neemt men b.v. hoorn voor
montuur of schildpad, dan is dit wel
zeer licht, maar aoor uitzetting of
verbuiging verandert spoedig de stand
der glazen. Het middelpunt der glazen
moet steeds overeenkomen met 't
middelpunt van de pupillen, wanneer
men recht voor zich uit kijkt. Staat
het eene glas te hoog, het andere te
laag, dan ziet men dubbel beelden
na eenigen tijd gewennen de oogen
zich aan dezen toestand door bo-
venmatigespieruitspanning, doch deze
toestand zal spoedig zeer nadeelig
voor 't oog blijken. Het best blijkt
nog te beantwoorden aan het doel
zeer dun metaal, omdat dit nog het
minst onderhevig aan vormverande
ring is.
Natuurlek heeft ook de mode, of
zoo men noemen wil, de coquetferie
haar invloed doen gelden. Een ge
wone bril maakt zoo oud, daarom
moest een meer elegante vorm ge
vonden worden. Men gebruikt dan
ook zeer veel de lorgnet, of knijpbril.
Voor sommige oogen mogen enkele
vormen van deze knijpbrillen aange
wezen zijn, in vele gevallen staan
ze achter bij de gewone ouderwelsche
brillen. De mensen is echter nu een
maal op zijn uiterlijk gesteld en schikt
zich daarom niet gemakkelijk naar
hei meest nuttige.
Gsan we ru even de meest voor
komende gezichtsafwijkingen na,
dan moeien we hier onder noemen
de kortzichtigheid en de verziendheid.
De kortzichtigheid is wel het meest
verbreid,vooral onder de jeugd.Perso-
„Daaraan twijfel ik in 't geheel
niet. Laat mevrouw Hofman maar
eerst eens wat meer ervaringen op
doen 1"
„Misschien in eene ongelukkige
liefde voor u
„U is ontzettend indiscreet, waarde
mevrouw. Waarom komt u daar tel
kens op terug?"
„Opdat ge later niet zult kunnen
zeggen, dat ik je bij dat spel heb
geholpen."
Mevrouw Elisabeth Steiner was
plotseling ernstig geworden, men had
gedacht dat die lachende, blauwe
oogen deze uitdrukking in 't geheel
niet konden aannemen.
„Nu maakt u mij werkelijk boos.
Het zal dan misschien beter zijn,
dat ik mij geheel terugtrek."
„Neen, dat zal het nietl Dan zou
mevrouw Hofman met recht argwaan
krijgen. Ik heb je dat alles maar
gezegd om je te waarschuwen en
opdat je weet dat ze nu onder mijne
bijzondere bescherming staat.
Daar komt ze ai aan, precies op tijd,
dat is mooi
„Is het geen heerlijk weer riep
Marianne beiden toe.
nen met een dergelijke afwijking moe
ten zeer voorzichtig zijn met 't kiezen
van glazen,want door verkeerde glazen
wordt de kortzichtigheid nog erger.
Zijn de glazen te zwak, dan ontbreekt
hun 't voordeel van een doelmatiger!
bril, en hunne klachten blijven be
staan zijn de glazen te sterk, dan
is het nadeel nog veel grooter, want
dan moeten de oogen de spieren te
sterk inspannen, waardoor kramp
ontstaat en al gauw toenemende
kortzichtigheid. Dat de eerste de beste
dus maar geen brii moet afgeven, is
dus hieruit ai genoeg duidelijk, ge
zwegen dan nog van andere
overwegingen, die geiden moeien bij
het voorschrijven van een bril.
Voor verziendheid gelden in vele
opzichten dezelfde bezwaren. Hier is
vooral nog te waarschuwen voor de
gewone lorgnetten, want bij lezen,
schrijven enz, komt het hier veel meer
op den zuiveren stand der glazen aan
dan bij de kortzichugen. Ook is het
niet genoeg, passende glazen te kie
zen, maar deze moeten van tijd tot
tijd naar de behoeften van het oog,
vervangen worden door andere. Ge
bruikt men ondoelmatige brillen, dan
treedt in veel gevallen blindheid op.
Dit is oorzaak, dat onder de platte
landsbevolking zooveel blindheid
voorkomt op hoogen leeftijd. Bekend
is, met welke zorgeloosheid zij in de
keus van hun bril te werk gaan, en
dat, wanneer ze in meer gevorderden
leefiijd verziende worden, zij die gla
zen gebruiken, welke ze van hun
grootvaders geërfd hebben.
Als regel voor aiis raenschen, die
afwijkingen aan de oogen hebben,
gelde„wend u tot uw geneesheer I"
Goed gekozen brillen werken gunstig
op de oogen, terwijl ongeschikte gla
zen daarentegen hoogst nadeelig en
schadelijk zijn, aangezien re het ge
brek verergeren. Het zien is immers
een zoo kosibare gave, dat daarmede
niet lichtvaardig mag worden omge
sprongen. Schilier, de groote Duitscbe
dichter noemt het een edele hemei-
sche gave. Een der groote oogheel
kundigen, von Qrafe zegt„het oog is
het orgaan, dat voedsel geeft aan den
menschelijken geest, en op de ver
houdingen onder de menschen onder
ling een invloed uitoefent, over wel
ker omvang degene, die in 't volle
bezit zijner oogen is, zich ternau
wernood rekenschap kan geven.
Redenaars hebben het oog verheer
lijkt, dichters hebben het bezongen,
maar de volle waarde ervan begrijpen
slechts zij, die het eens bezaten en
later verlo.en hebben!" A.
Het Vliss:ngsche fort.
Het bericht in de Nederlandsche en
Belgische couranten, dat de Neder-
„Ja, gij zijt een geluksvogel, lieve
mevrouw. Zoolang ge hier zijt heb
ben we lichte vors! en daarbij hel
deren zonneschijn. In wensch u niet,
toe Berlijn in regen of sneeuw te
leeren kennen, dat is afschuwelijk,"
zei mevrouw Steiner en stak haren
arm vertrouwelijk in dien van de
jonge vrouw.
„En zegt u) mij nu eens, wat u
gisteren ten opzichte van uw cos-
tuum hebt besloten
„Ik kwam niet klaar zonder u.
Telkens had ik u noodig. Dat ro-
raeinsche gewaad komt mij zoo op
vallend voor."
„Neen, neen, daar blijft het bij
zei mevrouw Steiner. „Onze beeld
houwer had groot gelijk, u dat aan
te raden."
Raven's blikken zochten die van
Marianne, hunne oogen ontmoetten
eikaar en wat zij in de zijne ias,
deed haar de hare blozend neer
slaan.
„Ja, maar dan komt er vandaag
niets meer van dat bezoek aan het
mausoleum. Morgenavond is het
kunstenaarsfeest, dus moet er van
daag nog voor alles worden ge
landsche minister van buitenlandsche
zaken dezer dagen tot een diploma-
liekea vertegenwoordiger van België
in Den Haag gezegd heeft, dat de
Nederlandsche regeering eventueel
haar goedkeuringzou hechten aan
een internationale conferentie van de
belanghebbende mogendheden over
de Vlissingsche quaestie, geeft den
Brusselschen correspondent van de
„Voss. Ztg.", aanleiding tot bet com
mentaar, dat dit bericht wel niet juist
zal zijn, omdat de Nederlandsche re
geering anderhalf jaar geleden uit
drukkelijk verklaard heeft, dat de
Vlissingsche quaeslie een zuiver
interne Nederlandsche aangelegenheid
is. Dulischland heeft toen hetzelfde
standpunt ingenomen en verklaard,
dat het niet aan een internationale
conferentie zou deelnemen, omdat
Nederland zijn landsverdediging moet
inrichten naar eigen goedvinden.
De quaestie is thans iets actueel er
geworden dan voor anderhalf jaar.
Volgens de mededeeling van het En-
gelsche Lagerhuislid Faber, zou de
Engelsche regeering in den afgeloopen
zomer het plan hebben gehad, in
geval van oorlog fusschen Duitsch-
iand en Frankrijk, 150.000 man En
gelsche soldaten naar België te zenden.
Misschien is nu weer een systema
tisch georganiseerde ophitsing tegen
Duitschland op touw gezet van be
langhebbende Belgische zijde. Het,zou
daarom, goed zijn bgtijds ophelde
ring ie geven of tot een dergelijke
internationale conferentie werkelijk
plan bestaat.
Herziening militaire rechtspleging
Verzekerd wordt, dat thans over
eenstemming is verkregen iusscben
de ministers van oorlog, marine en
justitie betrekkelijk het reeds sedert
de 'zitting 1903/1904 bij de Tweede
Kamer ingediende weisontwerp be
treffende de wijziging van de rechts
pleging bij de landmacht en van die
bij de zeemacht, alsmede van de
provisioneels instructie voor het
hoog militair, gerechtshof.
Als dit wetsontwerp zal zijn tot
stand gebracht zal ten slotte kunnen
worden overgegaan tot invoering van
de reeds in 1902 door de Staten-
Generaal goedgekeurde herziening
der militaire strafwetgeving.
Dr. Kuyper.
De „Rotterdammer" deelt mede, dat
dr. A. Kuyper is uitgenoodigd door
de Theologische Faculteit, verbonden
aan de universiteit te Princetown
(Vereenigde Staten van Noord Ameri
ka,) om daar op 7 Mei a.s. een rede
te houden bij gelegenheid van de her
denking van het 100 jarig bestaan.
Volgens het blad heeft dr. Kuyper
echter voor de uitnoodiging bedankt
zorgd. Mij dunkt, dat we er maar
dadelijk moeten heenrijden en Raven
zijn afscheid geven, daarvoor mag
hij zich morgen aan onzen aanblik
vergasten.
Mevrouw Steiner trok de jonge
vrouw lachend met zich mee en
wuifde Raven tot afseheid toe, maar
deze liet zich zoo niet afdanken en
ging verder met haar mee. Ze maak
ten gebruik van de tram, die hen in
korten tijd naar het Postdammer-
plein bracht.
In de salons van den kunstkring
bewoog zich eene feestelijke me
nigte. In begeleiding van den heer
en mevrouw Steiner betrad Marianne
de trap, die naar de feestzaal leidde
en werd boven door Raven ontvan
gen, die er op gesteld was, de jonge
vrouw binnen te leiden.
Alles was als gewoonlijk inge
richt, voor Marianne echter was het
als een droom uit de „Duizend en
éen nacht." Had ze thuis, toen ze
zich in het vreemde gewaad kleedde,
een gevoel van beklemdheid niet
van zich kunnen afzetten, zoo kreeg
ze hier spoedig hare oude onbevan
genheid terug.
wegens behandeling alsdan van de
Ziekte wei in de Tweede Kamer.
Volgens het „N. v. Ned." bestaat
het voornemen bij het Centraal comité
der anti revolutionnaire partij, om dr.
A. Kuyper op 1 April a.s. bij het 40
jarig jubileum van de „Standaard" in
een groote bijeenkomst te huldigen.
Vrouwen bij de posterijen
en telegrafie.
Naar aanleiding van een verzoek
schrift van den Nederlandschen Bond
van Rijkstelefonisten aan den minister
van waterstaat, om in het vervolg bij
de verschillende examens van poste
rijen en telegrafie niet langer een ge
ringer aanta! plaatsen open ie stellen
voor vrouwen dan voor mannen,
maar afgezien van sekseverschil alleen
rekening te houden met gebleken
kundigheden van den candidaai, is
door het bestuur kennisgeving ont
vangen, dat de minister geen termen
vindt, om aan genoemd verzoek te
voldoen.
Militaire berichten.
Bij Kon. besluit is met ingang van
1 April aan den reserve eersle-luite-
nait B. Ten Have van de infanterie
der landweerdistrict, op het daartoe
door hem gedaan verzoek, een eervol
ontslag uit den militairen dienst ver
leend.
In de „Si.-Ct." No. 44 is opgeno
men de staat, aanwijzende welke
verlofgangers bij de militie ie land
in 1912 tot opkomst onder de wapenen
krachtens art. 111 der Militiewet 1901
gehouden zijn, met vermelding tevens
van de data van opkomst onder de
wapenen en van vertrek met groot
verlof.
Op verzoek van een der betrokken
kerkbesturen heeft de minister van
oorlog bepaald, dat aan de Israëliti
sche militairen der landmacht, die
niet aan de gestrengere krijgstucht
onderworpen zijn en hun aanstaand
Paaschfeest te hunnent wenschen te
vieren, daartoe de gelegenheid zal
worden gegeven op de gewone voor»
waarden.
De minister van oorlog heeft be
paald, dat de gestelde leeftijdsgrens
van 30 jaren voor militaire apothe
kers, voortaan zal zijn 26 jaren.
Verslag muntwezen.
Blijkens het verslag, opgemaakt
door de commissie voor het munt
wezen betreffende hare werkzaamhe
den, over het jaar 1910, werden ge
durende 1910 aangemunt:
a. 1,000,000 guldens (voor Ned.
Ir.dië)b. halve guldens, tot een be
drag f2,000,000 (voor Ned.-Indië)
c. 25 centstukker, f 220,000d. 10-
centstukken f 225,000e. guldens
N.-I. f1,500,000; f. 1/10 guldens
N. I. f1,500,000.
En toch viel ze op, meer dan ze
zich in het begin was bewust. Raven
was een te bekende persoonlijkheid
geworden, en verwekte, toen hij aan
Marianne's zijde da hoofdzaal be
trad, groot opzien. Men vroeg naar
hem, zocht hem op, liet zich voor
stellen en hoe verder op den avond,
des te talrijker waren de huldeblij
ken, die ook Marianne ten deel
vielen.
Het zou een wonder zijn geweest,
als dit alles spoorloos aan haar was
voorbijgegaan. En toen Elisabet Stei
ner, die, als blonde burgeres uit de
zeventiende eeuw met de haar zoo
goed kleedende kap in het brocaat
zijden gewaad rondwandelde, hare
nieuwe vriendin toefluisterde „Ais
je je nu zelve eens kont zien, Ma
rianne, dan zou je er bepaald plei-
zier in hebben" toen kwam er als
't ware een nieuw leven over haar.
Een gelukkig lachje en een stralende
blik uit hare vroolijk schitterende
oogen, waten haar eenig antwoord.
„Heerscheres 1" noemde Raven
haar, toen hij eens weer met haar
ging rondwandelen.
(Wordt vervolgd.)