Iburj 3886" Donderdag 15 Februari 3 Feuilleton. den vanaf 00 in ver. 1 ze No. 39. 50e Jaargang. 1912. 0totf400 garantie. Q. mmm gesneden). leven. goederen. rd voor <9 o c ).85 09 UI 17. Verschijnt dagslijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. Abonnements-Aduertentiën op zeer ooordeelige uoorwaarden Van week tof week. j; :n Ie artikelen tanket en nwerk. ven Ewout- estraat o o n 187. O en 74 ct. and 42® ct. kilo f 1,50. ïrstrekt. HI-ILOP. Ooievaar ER. ■o O <9 htfi 5- VilSSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Van alle belangrijke staatsstukken uit den jongsten tijd is misschien wel het merkwaardigste dat, waar mede de Duitsche keizer de zitting van den Rijksdag heeft geopend; belangrijk in zooverre dat de regeering van Z. M., en dat is in hoofdzaak nog altijd Z. M. zelf, zich vrij kalm heeft neergelegd bij de overwinning der sociaal-democratische partij, wel wetende dat iedere andere gedragslijn slechts de zaak voor de regeering erger zou maken. Ware twintig jaar geleden zoo iets voorgevallen, er zou wat anders zijn gebeurd I Zoo ziet men alweer: niemand ontsnapt aan den invloed van den tijdgeest; de een sputtert tegen zoolang als hij kan, vloekt en raasi desnoods; een ander slikt de zaak als een bitter drankje en een derde maakt bonne mine a mauvais jeu. De laatste is er het best aan toe. 't Is jammer genoeg voor Z. M. maar men maakt zich blijkbaar om de houding van Z. M. in het groote Duitsche vaderland niet zoo erg druk meer. Men vindt de troonrede in de pers een verstandig staatsstuk, het beste wat men in de bestaande om standigheden geven kon doch daar mede is men dan ook uitgepraat, om dadelijk de aandacht te wijden aan de kansen der heeren socialisten, wier fondsen eensklaps zoo geducht ge rezen zijn. Dat de heer Spahn, van de cen- trumsparfij, tot voorzitter van den Rijksdag gekozen is, dit is inderdaad niets anders dan een vergissing, of zoo men wil een gevolg van een samenloop van omstandigheden. De socialisten hadden het presidium toe gedacht aan de nationaal-liberale partij, hetgeen ook zeer verstandig was, maar niet allen schijnen daarnaar te hebben gehandeld en zoo kwam Spahn er in; maar deze keuze is slechts voorloapig. Volgens het regle ment van orde moeten de heeren zich nog eens beraden en het werk over vier weken dunnetjes over doen, en daar de heer Spahn zeer goed ziet aankomen, dat hij er dan toch weer uitgeknikkerd wordt, zal hij wel feestelijk bedanken en dan komt de nationaal iiberaal er toch. Wat betreft den vice-president, den socialist Scheidemann, die heeft zoo als men het noemt, geen schoone lei. Iemand die in de po itiek een rol wil spelen, die moet zich nooit te veel uitlaten en het woidt Schei demann nu verweten, dat hij zich wel eens leelijk heeft uitgelaten over het huis Hohenzoilern. Met a! hun goede eigenschappen,hebben de socia listen over 't algemeen deze minder goede eigenschap, dat zij te weinig 53.) ?lk ben hem tot groote dankbaar heid verplicht, dat hij ook nu nog tijd vindt, my met raad en daad bij te staan." „Waarom heb je mij niet verteld, dat Raven zqn nieuwsten roman aan jou heett opgedragen ik vernam het toevallig bij den boekhandelaar." "Heij je hem gelezen?" Ach ik kan het je aanzien, dat je hem kentriep ze verrast en verheugd tegelijk. „Ja, ik heb hem gelezen, en ik vraag mij af, waar Raven van de treurige geschiedenis van den Hoim, die hij aan zijn werk te gronde heeft gelegd, kan hebben gehoord -ls ze niet prachtig?!" riep de jonge vrouw uit, zonder acht te slaan op de vraag van haren man. „Het is een meesterwerk. Doch hechten aan de vormen der welle vendheid, waardoor zij nogal eens verbitteren, zonder te bedenken dat zij daardoor hun eigen zaak schaden. Nu de socialisten zulk een belangrijke positie in het Duitsche Staatsrecht innemen, vertrouwen wq dat zij zoo verstandig zullen wezen om alle noodelooze krenkingen achterwege ie laten. Zij zijn nu machtig genoeg om hun kracht niet alleen in woorden te zoeken en wanneer zij van die macht een verstandig gebruik maken, dan kunnen zij een groote kracht ten goede in den staat vormen, die nog zal nawerken, lang nadat zij, hetgeen toch eens gebeuren moet, van de uiisterste consequentiën van hun stelsel afstand zulten hebben gedaan. Even druk als er gesproken wordt over de Duitsche socialisten, even druk Spreekt men over het reisje van meneer Haldane, den Brilschen mi nister van oorlog, naar Berlijn, om er met den keizer, den rijkskanselier enz. te dineeren en vervolgens allerlei conferenties te houden, die vermoe delijk niet uitsluitend overkoefjïs en kalfjes zullen geloopen hebben en die ook wel zullen hebben plaats gehad met goedkeuring en medeweten var. koning George en het kabinet. Men heeft aan de overzijde al lang verlangd, om toch eindelijk eens een einde te maken aan den toestand van wantrouwen, die nu a! zoo langtus- schen het Britsche en Germaansche rijk bestaat en die voor een groot deel zqn oorsprong vindt in het tegen elkaar opbieden op militair gebied en het elkaar bespieden op datzelfde gebied. Is minister Haldane gezonden, dan heeft men geen slechte keus ge daan maar toch zal zijn taak geen gemakkelijke wezen, daar de Duit- schers niet willen en ook bezwaarlijk kunnen vergeten, dat zq de biltere pil, die luistert naar den naam Ma rokko, hebben moeten slikken ten deele als een gevolg daarvan, dat Engeland achter Frankrqk stond. Eén ding is gelukkigde Duitsche natie heeft zich in de Marokko-quaestie doen kennen als doortrokken van een goeden handelsgeest en, wil men, Engeland ter wille zijnde, ook daar soms eenige compensatie voor zijn goeden wil trachten te verkrijgen, dan zal dat misschien niet in slechte aarde vallen, daar John Bul! ook nog al graag marchandeert en het spreek woord terecht of te onrecht zegt dat twee joden weten wat éen bril kost. Overigens willen we er het beste van hopen, daar die eeuwige on vriendelijkheden lusschen Engelschen en Dmtschers het onweer steeds aan den poiitieken hemel houden. Er is waarlijk onweer genoeg aan zooals ik zei, vanwaar kreeg Raven de gegevens en hoe heeft hij in zoo korten tijd de eigenaardigheden der Hotmer visschers zoodanig kunnen bestudeeren, om hunne persoonlijk heid zóo naat waarheid te kunnen weergeven „Omdat Raven een genie is. Bo vendien vergeet je dat hq altijd met Stiver Krübbe samen was, die hem zeker in alles zal hebben ingewijd." „Je vergist je, ik heb het hem ge vraagd. De heldin heet in werke lijkheid Inge Nissen en was de tante van Ktübbe, die de krankzinnige als knaap dikwijls heeft gezien, als zij, aan den oever van de Schiei zittend, op het water staarde." „Dan heeft Raven het van iemand anders gehoord. Ik meen van hem te hebben begrepen, dat hq de stof reeds lang met zich had omgedragen, voor hq hier kwam." „Heett hij je dat gezegd „Wat kom je in vuur, [ö'gen. Dat is toch alles maar bijzaak, de hoofd zaak is toch het groot succes. Zelfs gij zijt door den roman meegesleept. Daarop kan vriend Raven bijzonder trotsch zyn." de lucht, 't Is waar, van den Italiaan- schen—Turkschen oorlog neemt men niet al te veel nota meer. Italië krijgt langzamerhand in Tripolis een groot legercorps bijeen en is van plan er nog meer mannetjes heen ie zenden maar het resultaat van het ein deloos leveren van kleine gevech ten blijft nihil. Het is duidelijk genoeg, dat bet onwaar is, wat de Italianen beweren, dat de Turken en Arabieren langzamerhand naar het zuiden af zakken en indien dit al zoo ware, dan zouden er nog geen de minste waarborgen bestaan, dat ze niet op een goeden dag zouden terug komen, om het hun vijanden nog lastiger te maken dan ze het nu al sinds een half jaar hebben gedaan. En, de Britsche regeering heeft het duidelijk genoeg gezegd, er is hoe genaamd geen aanleiding voor tus- schenkomst, die door geen der par tijen wordt gewenscht en in ieder geval door geen harer is verzoch*. Maar dan hebben we China nog en Perzië en Mexico, enz. enz. De kansen der Chineesche repu bliek schijnen wel met den dag te stijgen. De veelbesproken lieer Joen Sjikai is ei blijkbaar heeiemaal toe bekeerd, aangenomen dat hij dit niet reeds lang geleden was. Met de opstandelingen raakt hij het zoetjes aan eens en schijnt over het lot der keizerlijke familie te onderhandelen, zonder dat deze zelf er al te vee! in gemoeid wordt, 't Draait zeker wel uit op een soort van uitkoop een heel treurig einde, zoo men wil, maar dan toch in den geest des tijds alweep. De voormalige Sjah van Perzië is gebleken zijr. verblijf te houden te Astrabad en de regeeringsvrienden moeten daar met zijn volgelingen aaa het plukharen zyn geraakt, het welk ongetwijfeld ten gevolge zal hebben, dat er neg meer vreemde soldaatjes komen. Van een verloochening van den ex-Sjah door Rusland en Engeland blijkt dus nog niet veel. Alleen schijnt het vast te staan, dat hem nu een klein jaargeld is toegelegd, maar zoo klein, dat hij er wel geer' kromme sprongen van maken zal, hetgeen voor de rust en den vrede nog wel het beste is. Van den nieuwen Mexxaanschen opstand vernemen we alleen dat de Mexicanen te Washington verlof hebben gevra3gd om met hun troe pen het Amerikaansche grondgebied te mogen betreden, waardoor ze ge makkelijker het gebied van den op stand kunnen bereiken. Een lastig geval, want in den staat Texas sym „Mqn vriend is hij niet, Marianne, vergeet dat niet." „Omdat je jaloersch op hem bent I" riep de jonge vrouw. „jaloersch viel jörgen geprik keld uit. „Nu ja, hoe zal ik het anders noemen? Of ben je misschien wat jaloersch op mqn werk, en dat dank ik toch in de eetsie plaats aan zijne aansporing." „Och, is het zoo bedoeld?" Marianne keek haren man plotse iing -scherp aan. Zou hij werkelijk jaloersch zijn, jaloersch op Raven Neen, dat lag niet in Jörgen's aard. Hoe zou hem toch bij zqn beroep nog tqd overblqven voor de rol van qverzuchtigen echtgenoot, „Wat schrijf je nu „Interesseert je dat?" „Anders zou ik het niet vragen." Jörgen was verlegen. Het was hem alsof hq op dit oogenblik voor het eerst na lange scheiding tegenover zijne vrouw stond en haar vroeg naar haar leven en streven, dat hem jaren vreemd was gebleven. Hq geloofde, heel verstandig te hebben gedaan, haar in hare liefhebberij, want zoo pathiseert men zeer met de Mexi- caansche opstandelingen en zal er niet gaarne de regeeringstroepen zien. De zaak blijft van voortdurende zorg voor Amerika, met het oog op het groot aantal Amerikanen, die verblijf houden in het land dat ook voorbestemd schqnt om eens een deel van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika uit te maken. BINNENLAND. Eerste Kamer. De Eerste Kamer ging gisteren voort met de behandeling der water- staatsbegrooting. Aan den heer Hovy, die verbetering van de Vlissingsche haven had be pleit, antwoordde de minister dat deze quaestie nauw samenhangt met het contract met de maatschappij „de Schelde". Spoedige totstandkoming van een nieuw contract met „de Schelde" kan wel worden verwacht en daarin zai de vraag naar haven- vetbetering nauwgezet worden on derzocht, want het nut moet evenre dig zijn aan de kosten. De minister betoogde dat aan een stuiverspoito met Engeland te veil fiaancieele bezwaren verbonden rijn. De Rijksmiddelen. Als gewoonlijk levert het overzicht van de opbrengst van 's Rijks mid delen over de maand Januari geringe stof tot opmerking of beschouwingen. Het meest in 'toog loopend verschil met de cijfers van dezelfde maand in het vorig jaar is op te merken bij de opbrengst der directe belastingen en der invoerrechten, welke ditmaal een flinke stijging vertoonen. Daarentegen valt over de opbrengst der accijnzen, behalve het gedistilleerd, niet te roe men, hoofdzakelijk een gevolg van een vermindering in het bedrag van den suikeraccyns. De overige bronnen van inkomst wijzen slechts geringe verschillen van meer of minder aan. In Januari 1912 werd meer dan in dezelfde maand van 1911 ontvangen uit de personeele belasting 1 105,000, uit de bedrijfsbelasting f 169,000, de vermogensbelasting f 15,000, de in voerrechten f 181,000, het gedistilleerd f 127,000, het geslacht f 13,000, de belasting op gouden en zilveren wer ken f 11,000, de zegelrechten f 61,000, de domeinen f29,000, de posterqen f39,000, de Rijkstelegraaf f 81,000 en de loodsgelden f26,000. Hiertegenover mindere opbrengst van de grondbelasting groot f 14,000, den suikeraccijns f 398,000, den wqn accijns f 4000, den zoutaccy ns f 20,000, dien op bier en azyn f 1000, de re gistratierechten f3000, de sucessie- rechten f 154,000, terwiji de opbreng sten van hypotheekrechten, s'aatslote- noemde hij toch in den grond haren ernstigen arbeid, vrq spel te hebben gelaten, inplaats van haar ais echtge noot met raad en daad ter zijde te staan. „Ik schrqf een grooten roman". „Mag ik den inhoud weten „Dat zou je weinig interesseeren, maar als je wilt, kan ik je later eene van de copieën te lezen geven". „Kun je er mij niet wat uit ver tellen ?j „Onmogelijk Jörgen, neen, dat kan ik niet. Ik ben er gauw mee klaar, je behoeft niet lang meer te wachten". „Heeft Raven ook deze reeds weten geplaatst te krygen, waarvan, hij den inhoud toch zeker al kent?" „Op gevaar af, dat je je gekrenkt gevoelt, moet ik beide bevestigen. „Waarom ontzeg je mq, wat je de zen vriend toestaat?" „Je vergeet dat je houding ten op zichte van mqn werk altijd afkeurend, ien minste onverschillig is geweest. Toen was het een heel geluk voor mq, bq een beproef d man van het vak, aanmoediging, raad en hulp te vinden". „Dus worden je producten al zoo ry en jacht- envlschacten geen noe menswaardige verschillen aangeven. De geheele opbrengst der maand, die als gewoonlijk ver beneden l/ia der raming is gebleven, bedraagt f 12 789,837.95Vs. tegen het vorig jaar f 12,530,41917. Dit is dus thans f259,418.781/, meer. (,N. Ct.") Het nieuwe pantserschip. In ,.,de Ned." bestrijdt het Kamer lid Van Wassenaer van Catwijck het artikel van generaal Van Vlijmen, die eenigen tijd geleden in „de Tijd" het door minister Wentholt voorge stelde pantsetschip verdedigde. De heer Van Wassenaer is voor stander van het systeem der Staats commissie van 1906, in zooverre dat hij de vraag welke viool c.q. een aanslag op Ind'.ë het meest zou kun nen bemoeilijken „beizq een ar- tillerievloot zooals de minister die voorstelt (want 't schijnt wel dat wq er geen grootere kunnen bekostigen, anders zou hy die natuurlijk wel willen hebben) of een torpedoboot- vloot, die ongeveer evenveel kost, en die wij dus betalen kunnen" in laatsibedoeiden zin beantwoordt. De duurtewet. Onder het hoofdje „Bijsiagwelje" wqdt „de Standaard" een driestar aan de verwerping door de Eerste Kamer van het duurtewetje. We zouden, in aanwa^iing van moedalyke huishoudelijkheid, zoo zeggen: Of er bijslag noodijfis, hangt niet af van de vraag of de duurte aanhoudt, maar eenigiijk van de heel andere vraag, of er ai dan niet extra duurte gewenscht is. Dit nu ontkent niemand. In 't laatst van September en in October was de booze extra-duurte er, en toen hebben tal van particuliere patroons onver wijld aan hun personeel toeslag ge geven, omdat 't toen noodig was. Zoo snel en onverwqld nu kon het Rqk niet handelen. By 't Rijk loopt 't altoos eenige maanden aan, eer het geld los komt. Maar meerendeels hebben ook de Rqksambtenaren die dure weken doorleefd, in die dure weken meer moeten uitgeven, en voor die meerdere uitgaven geid moeten opnemen, zoodat ze nu gebonden zijn dat geleende geld in lombard of waar ook terug te beialen. Had de duurte aangehouden, dan zou een veel hoogere bqslag dan van f 10 noodig zqn geweestdoch ai nam nu de duurte allengs af, dan is ze er toch geweest, en heeft geld gekost. Dat men daarom protesteerde tegen de methode, verstaan we, doch dit had, ook al nam men de wet aan, bq motie kunnen geschiedenmits dan goed gesteld. ongezien en ongelezen aangenomen?" „Als de roman den vriend van Raven, den schrijver en redacteur Steiner, bevalt dan zal hij in dezelfde courant verschijnen, waarin Ravens roman heefi gestaan", antwoordde Marianne trotsch. „Het is begrypelijk dat ik nog altijd twijfel, zoo'n geluk en onderscheiding te hebben ver diend". „En wordt hq dan in boekformaat uitgegeven „Ik hoop het." „En hoop je ook op de openiyke kritiek „Ook daarop". Hofman ging de kamer op en neer, de gedachte was hem onverdrageiyk den naam zqner vrouw zoo te zien prqs geven. Hij kon de vrees niet van zich afzetten dat hare arbeid literarisch onbeduidend zou zyn en blootgesteld aan het oordeel van het publiek. Als hij dezen Raven maar kon vertrouwen 1 Waarom zou het hem als beroemd man niet gemakkeiyk kunnen vallen, ook een werk van mindere beteekenis aan den man te brengen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1