Woensdag 14 Februari No. 38. 50e Jaargang. 1912. Feuilleton. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. flbonnements-ftduertentiën op zeer uoordeelige uoorwaarden BINNENLAND. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Hofberichten. De Koningin en de Prins woonden Zondagvoormiddag de godsdienst oefening bij in de Groote Kerk te 's-Gravenhage, waar prof. dr. H. Th. Obbink van Amsterdam se predik beurt vervulde. De Koningin-Moeder was Zondag namiddag in de Waalsche Kerk on der bet gehoor van prof. Frank Tho mas, uit Genève. H M. de Koningin heeft heden voormiddag te 9Y, uur ter beledi ging ontvangen ten overstaan van den minister van binnenlandsche zaken, den heer jhr. mr. J. Röell als vice-president van den Raad van State, De Prins vertoefde gisterenmiddag in het in aanbouw zijnde Vredespa leis ter bezichtiging van de inrich ting en de reeds afgewerkte gedeel ten. Hij werd rondgeleid door de heeren jhr. Ruyssenaers, gezant, en mr. R. J. H. Patijn, leden van het bestuur der Carnegie-stichting, ter wijl de architeci, de heer Van der Steur, den Prins inlichtte omtrent de bouwkundige bijzonderheden en het versierende werk. Gala maaltijd ten Hove. Ten Hove werd gisteravond de jaarlljksche gala-maaltijd voor vlag en opperofficieren gegeven. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik namen er aan deel. Aan de Koninklijke tafel waren genoodigdde minister van marine, vice-admiraal Wentholt en van oorlog, de heer Colijnvoorts de adjudanten in buitengewonen dienst te 's-Gra venhage luitenant-generaal baron Schimmelpenninck van der Oy voorzitter van de Eerste Kamer; de gep. vice-admiraals Roëll, ten Bosch, en Ellis; de gep. luitenant-generaal Kool; gep. vice-admiraal baron Sweerts de Landasgep. luit.-generaal Rost van Tonningende gep. gene- raals-majoor jhr. Baud, de Bock, baron van Tuyll van Serooskerken, adjudant der Koninginjhr. de Lannoyde generaals te 's Gavenhage in funciie iuit.-generaal de Meester, comm. van het veldleger, luit.-gen. Snijdersde generaals-majoor de Bordes, van Se- teis, Roest van Limburg, Quanjer, baron van der Capfllen, Hoogeboom, van den Broek, da Meester (hoofdin tendant), Bisehof van Heemskerk, RolJanus, militie-commissarisde vlagofficieren schout bij-nachtHumme geneesk. inspecteur der marine Pinke, benoemd commandant der O.-I. zeemacht; de schouten bij nacht- titulair van Maren Bentz van den Berg, inspecteur-generaal van het 52.) o— „Waartoe dat, dokter. Komt u liever nu en dan eens weer bij mij Dan vergeet ik het been en ook dat ik een kreupele sukkel ben." „Het een behoeft het ander niet uit te sluiten," meende |ö-gen en gine bij den oude zitten. „Wij kennen onzen Holm goed en ook zijne vroe gere bewoners, niet Kiübbe." „Nu, dokter. Evenals uw overle den vader. Zoo'n dokter is er nooit weer geweest." „En wat kon hij vertellen, niet Ktubbe maar alleen maar aan men- schen, die hij goed vertrouwde. Zoo als de geschiedenis van Inge Nis sen." „O, ja, dokter, die ken ik opper best. Ze was immers de dochter van mijn grootvaders zuster, die mooie Starke inge van den Holm." loodswezen en de Jong, chef der afd. Hydrographie. De Kon. Mil. Kapel luisterde het diner op dat de gasten vereenigde in de galerij-zaal. Vrijzinnig-Democratische Bond. in de op 18 en 19 Mei te 's Gra- venhage te houden algemeene ver gadering van den Vrijzinnig-Demo- cratischen Bond zal de verkiezing van drie leden van het hoofdbestuur moeten plaats hebben. Volgens roos ter zouden aan de beurt van aftre ding zijn de heeren Herman Snijders, voorzitter, dr. D. van Embden, vice- voorzitter en mr. J. A. van Gilse, penningmeester. Intusschen heeft, zooals vroeger is gemeld, mr. C. Th. van Deventer, wegens zijn reis naar Indië, ontslag genomen als lid van het hoofdbestuur. Daar nu hei hoofd bestuur éen jaar voor de Kamerver kiezingen èn een wisseling van het voorzitterschap èn een gelijktijdig aftreden van het geheele dageiijksch bestuur ten hoogste onwenschelyk achtte, heeft het de beurt van af treding van de heeren Van Deventer, die in 1914 moest aftreden, en Snij ders verwisseld. De voorzitter heeft hierin op dringend verzoek van het hoofdbestuur berust. Er zullen dus ihans opvolgers gekozen moeten worden van de heeren Van Embden, Van Gilse en Van Deventer. Vertegenwoordiging en massa stemrecht. De (anti.-rev.) .Rotterdammer" ves tigt de aandacht op prof. Fabius' jongste beschouwing over parlemen taire toestanden in Engeland, alwaar gelijk eenigen tijd geleden ook in verschillende bladen ten onzent betoogd werd „de macht meer en meer ook aan het Parlement ont zinkt en overgaat op de kiezers en hunne leiders", aJzoo vertoonende „den ondergang van Kroon en ver tegenwoordiging door het massa- stemrecht." De „Rotterd." is van meening, dat men met dergelijke uitspraken wat voorzichtig moet zijn. „Dat een uit gebreid stemrecht zijn gevaren met zich brengt" zegt het blad „loochent niemand. Maar van een meer beperkt stemrecht heeft althans de anti-rev. partij nooit veel goeds beleefd". De vroegere toestand, to^n enkele machtige „reuzenkiezers" fei telijk de lakens uitdeelden, was zeker niet veel beter. Maar afgeschei Jen daarvan, b twij felt de „Ro'.t.'of prof. Fabius het ver band der feiten juist inziet. De in vloed der parlementen vermindert, maar juist in de meest democratisch geregeerde landen ziet men dat de macht van het centraal gezag is ver „Heeft zij haren geliefde niet in een lekke boot gelokt, waarin hij verging? „Die schurk, Christiaan Bürnsen, had haar onteerd en maakte geen aanstalten om haar te trouwen. Toen nam Inge's broer, Volkmer die na den dood der ouders zijne zuster van jongs at als een vader had verzorgd, Bürnsen onder handen. Zij waren samen op de visch vangst uitgegaan buiten op de Schlei, en de golfjes kabbelden zachtjes, geen luchtje be woog en toch kwam Bürsen alleen in de boot terug. Het lijk van Nis sen werd drie dagen later aan land gespoeld. Inge's oogen moeten droog zijn gebleven, en men zegt immers dat zulk gruwzaam, stom leed aan het hart vreet en aan het verstand bovendien. Hoe zij het alleen ge daan heeft gekregen, kon geen mensch zeggen, maar zij heeft haren geliefde gebonden en in eene lekke boot de Schlei opgevaren. Toen deze zonk, zwom zij naar den oever, wani zij was sterk als een man. Ze heeft sedert geen woord meer gesproken, als een steenen beeld heeft ze jaar op jaar gezeten tot de dood haar als groot. Koningen als Leopold 11 en Eduard Vil oefenden persoonlijk bij zonder grooten invloedin Frank rijk treedt de Raad van State meer dan vroeger op den voorgrond en in ons land is meer dan eens gewezen op de geduchte plaats, die in ons eigen staatsbestuur de algemeene maatregel van bestuur de latere jaren heeft ingenomen, die eerder beducht doet worden voor een te groote, dan voor een te kleine macht der Kroon." Lichamelijke straffen op school. Dezer dagen werd een onderwijzer uit Schoten tot het betalen eener boete van f 10 veroordeeld, wegens het toedienen van klappen aan een leerling. Terecht? En in het welbe grepen belang der jeugd, der onder wijzers en der maatschappij vraagt „de Tijd". Wat men vooral in politieagenten en onderwijzers vordert is tact en nogmaals tact en niets anders dan an dermaal tact. Dat is nu wel heel gauw gezegd, maar niet iedereen is in het bezit van een voldoenden voorraad van dat kostbare artikel. Bovendien schijnt voor sommigen een tact te bestaan in de kunst, om onder alle omstandigheden met iedereen goede vrienden te blijven. Dit nu is betrek kelijk gemakkelijk, als men het dan maar niet te nauw neemt met zijn plicht en veel door de vingers ziet, dat eigenlijk niet door den beugel kan. Om ons maar tot de onderwijzers te bepalen, wij hebben een hartgron- digen afkeer van de „goede meesters" in welke uitdrukking het woord „goede" dikwijls de beteekenis heeft van „zwakke". De maatschappij, die het onderwijs harer jeugdige leden toevertrouwt aan de onderwijzers en deze menschen aansprakelijk stelt voor de richtiga volvoering der ge wichtige taak, moet hen dan ook in de gelegenheid stellen en hun de middelen verschaffen hun werk be hoorlijk te verrichten. En dit kunnen zij niet, zoolang zij door diezelfde maatschappij in veel opzichten worden tegengewerkt. Neem het geval met bedoelden on derwijzer uit Sloten. De man wordt geplaagd en gesard door een zijner leerlingen. Waarschuwen, verbieden, dreigen helpen hem niet. De rakker gaat voort met zijn gesar en de ge plaagde staat machteloos. Gemis aan tact Duizend andere onderwijzers zou den in dat geval niet an ders gehandeld hebben. Wanneer „zachte" middelen niet baten, kan het een zeer heilzame tact zijn tot handtastelijkheden over te gaan. Waarom mag nu juist de onderwijzer niet doen, wat in gelijke omstandigheden ieder ander, ook de edelachtbare heer rechter zou doen, of deze althans zou laten doen. Stel offer eischte. Ik heb haar nog ge kend, en eene buivering voer mij door de leden, als ze hier aan den oever zat en uren achtereen op het water staarde. Wij jongens waren zoo bang voor haar, dat niemand het waagde haar te bespolten." „Mijn vader hief d veei van haar, hij heeft het mij dikwijls verteldhij zei, dat hij nooit een mooier meisje had gekend." „Onze Maren leek wat op haar, ze stamde ook immers van dezelfde fa milie af." „Hebt ge dr. Raven deze geschie denis verteld, Krü'obe?" „Neen, zooiets blijft een familie geheim, dokter, maar u behoort tot de onzen en tot den Holm." „Wist Maren er van?" „Dat kan wel zijn, want haar va der was een H aimer kind. Als ik mij goed herin- er hebben we er zelfs wel eens over gesproken, ja, nu weet ik het weer, liet was kort voor ze zoo zwaar ziek werd." Nu wist dokter Hofman, wat hij weten wilde, en ging, nadat hij het recept voor Krübbe's zieken voet had opgeschreven, weer zijns weegs. dat een beschuldigde of getuige den rechter beleedigt, plaagt of sartWat dan te doen De rechter zal, als hij humaan is en van voldoenden tact voorzien, den man waarschuwen er, dreigen, hem in arrest laten nemen de onderwijzer dreigt dan met „schoolblijven". Maar al heel spoedig zal 's rechters geduld uitge put zijn hij moet toch ook zijn prestige bewaren len opzichte van het aanwezige publiek en den rijksveldwachter gelasten den man te verwijderen. Verzet deze zich, dan wordt geweld gebruikt en de onver laat desnoods weggesleept om op geborgen te worden. Verschilt deze behandeling nu heel veel van lichamelqke kastijding, een schooljongen aangedaan. Er zullen attijd, zelfs in de beste school met de beste onderwijzers, wtleens ge vallen voorkomen van volstrekte on handelbaarheid. Een radicaal middel in dergelijke gevallen is natuurlijk het wegzenden van de school. Maar wie weet tot weiken grooten last dat dik wijls de aanleiding is voor de ouders van den weggejaagden knaap, zal dit niet zoo heel spoedig toepassen. Ook niet in het belang van den koaap zeiven, die later soms zijn carrière benadeeld ziet door het feit zijner wegzending. Voor zoo'n geval moest lichamelijke straf toegestaan zijn. En alleen de wetenschap, dat de onder wijzer niet vervolgd zou worden, in dien hij een brutalen knaap hardhandig aanpakte, zou al heel veei „siaan op school" voorkomen. Wij blijven het bet'euren, dat een geplaagd en gesard onderwijzer, die zijn plaaggeest en den verstoorder van zijn onderwijs onder handen nam door den rechter zoo streng gestraft werd. Wij vinden het jammer, dat de wet zulk een vonnis moge'ijk maakt. Herhalingsoefeningen. De minister van oorlog brengt ter kennis een Kon. besluit, waarbij be paald wordt, dat in 1912 voor her halingsoefeningen in werkelijken dierst komen de ve lofgangers der lichtingen 1905 van de regimenten infanterie voor 26 dagen, van de compagnieën wielrijders voor 26 dagen, van de compagnieën hospitaalsoldaten voor 26 dagen, van het korps pontonniers voor 11 dagen, van de regimenten vesting-artillerie voor 13 dagen, van het korps panfserfort-artillerie voor 13 dagen, van het regiment genie troepen, met uitzondering van de miliciens telegrafisten voor lldagen; der lichtingen 1906 van de regimen ten infanterie voor 26 dagen, van de compagnieën wielrijders voor 26 da gen, van de compagnieën hospitaal soldaten voor 26 dagen, van het korps torpedisten voor 12 dagen; der lichtingen 1907 van de regimenten Eindelijk waren de ziekenbezoeken afgelegd en ging hij naar huis. Weer nam hij in de stilte van zijne kamer den roman ter hand. Er was geen twijfel mogelijk, de stof was ontno men aan het treurspel, dat op den Holm was afgespeeld. De verdenking, dat Raven den ro man van Maren voor zijn werk had gebruikt, werd hem nu tot zekerheid. Hij had de doode beroofd, haar den roem ontstolen, haar vertrouwen mis bruikt, leugen op leugen gestapeld en de wereld misleid. Ais dokter Hofman maar een bewijs had gehad, dan zou hij nog op dat zelfde uur naar Marianne zijn gegaan en haar den vriend hebben getoond in zijne ware gedaante. De nimbus zou tot niets verstoven en de glorie van den beroemden schrijver voor altijd zijn uitgewischt. Zijne eerlijke Marianne zou de eer ste zijn geweest, die zich mei ver achting van hem zou afwenden, en zij, vreemd aan alles wat hag is, zou hem veroordeeien als een mis dadiger. Maar het was niet zijne manier, om op een bloote verden king zoo'n zware beschuldiging uit veld-ariillerie, met uitzondering van de treinafdeelingen, voor 26 dagen, van 't korps pontonniers voor26 dagen, van de regimenten vesfing-attillerie voor 19 dagen, van het korps pant- sertort-art'lleiie voor 19 dagen, van het regiment genieUoepen, met uit zondering van de milicien telegrafis ten, 26 dagender lichtingen 1908 van het korps forpedisfen, voor 19 dagender lichtingen 1909 van de regimenten huzaren 20 Jagen, van de regimenten veld-artillerie, met uit zondering van de treinafdeelingen 26 dagen, van het korps rijdende artil lerie voor 26 dagen, van het korps pontonniers voor 26 dagen, van de regimenten vesting artillerie voor 26 dagen, van het korps pantserfort- arullerie voor 26 dagen, van het regiment genietroepen, met uitzonde ring van de miliciens-telegrafisten, voor 26 dagender lichtingen 1910 van het korps torpedisten voor 19 dagen; der lichtingen 1911 van de regimenten infanterie voor 26 dagen, van de compagnieën wielrijders voor 26 dagen, van de compagnieën hos pitaalsoldaten voor 26 dagen, van de mitrailleurafdeelingen voor 26 da gen, hieronder ook te begrijpen de miliciens van andere lichtingen, die in 1911 hunne eerste oefening aan vingen, met uitzonderning echter van hen, die ten gevolge van verleende ontheffing van den werkelijken diensi eerst in 1911 voor eerste oefening onder de wapenen kwamen. Bij Kon. besluit zijn met ingang van 1 Maart bevorderd tot commies der posterijen le kl. R. S. van Gigch, thans commies der posterijen 2e klasse, tot commies der posterijen en telegraphie 3e kl.E. ter Brugge, J. S. van Gelder, B. S. Mans (o. v.), C. Bregman, K. N. Korteweg, W. R. van Goor, J. Mandema, B. Opdien, J. H. K de Lange, j. A. Risseeuw, J. L. van der Valk, R. van der Veen, J. Poppens, F. C. M. Lampe, M. Smits, J. O. C. Men, P. C. Sant, J. A. Joppe, W. I. Opsielten, A. J, van Pesch, J. de Vries, J. Bcukema, P, Janzen, H. Strobos, G. B. Knoppien, M. Buurke, C. J. W. Auer, D. J. Loeff, C. F. L. A. Zandee en H. F. Dorrenboom, alten thans commies der posterijen en telegraphie 4e kl. Het aantal van het tusschen 1 en 15 Maar! af te leveren gedeelte van de ter volledige oefening in te lijven iotelingen van de lichting van dit jaar is vastgesteld op 6670 man en als volgt over de provinciën ver deeld Zuid-Holland 1611 man,Noord- Holland 1403, Gelderland 722,Noord- Brabant 650, Fries'and 403, Over- ijsel 449, L'mburg 349, Groningen 381, Utrecht 338, Zeeland 269 en Drente 195. te spreken. Slechts, als Raven weer haren weg zou kruisen, dan moest hij waarschuwen, op gevaar af van in hare oogen als een lasteraar te gel den. Zoo zweeg hij dan, hoe zwaar het hem ook viel, maar hij deed eene poging, om weer meer mei Marianne mee te leven. Eens op een dag zocht hij haar in hare studeerkamer op, die hij anders nooit betrad. „Stoor ik je, Marianne," vroeg hij vriendelijk, toen zij verlegen van haar papier opkeek, „ik heb wat vrijen tijd en zou een poosje met je willen babbelen. Hedwig is in de keuken oezig, zoo vlucht ik dan naar jou." Zij waren geen van beiden op hun gemak en Jörgen gevoelde met bit tere smart hoever hunne wegen zich van elkander hadden verwijderd. Hij nam zich voor haar vertrouwen terug te winnen, tot eiken prijs. „Heb je de novelle, die jein Hol- steinsch-Zwitserland geschreven hebt, al geplaatst kunnen krijgen „Zeker. Raven zond haar zelve aan een tijdschrift, die baar heeft aange- genomen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1