Dinsdag
23 Januari
No. 19.
1912.
binnenland.
Feuilleton.
50e Jaargang.
^bonnements-flduertenfiën op zeer uoordeelige voorwaarden
NGSCH
Prijs per drje maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. van DE velde Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTlENvan 1 —4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt <iaQ«fiiks <nto«ond«re op en Mestdagen
TELEFOONNUMMER 10.
Ziekte- en Radenwet.
Het bericht van „De S^and.", dat
bij het overleg van de Commissie
van Voorbereiding met minister Tal-
ma over zijn Raden- en Ziektewet,
beide ontwerpen behoudens eernge
wijzigingen in hoofdzaak zijn gehand
haafd, kan volgens de „N. Crt. al
dus worden aangevuld, dat naar het
schijnt, de medewerking van de over-
groote meerderheid der rechterzijde
thans aan de ontwerpen vrijwel ver
zekerd is. De lucht is dus voor
minister Talma een weinig opgeklaard
gelijk zich reeds na de stemming
zij het al niet na de discussie
over de vraagpunten liet verwachten.
Van links heeft men zich in deze
omstandigheden voor de werkzaam
heden van de Commissie (welker
jongste vergaderingen trouwens voor
een deel met die van de Grondwets
commissie samenvielen) maar matig
geïnteresseerd. Op den steun der
vrijzinnig-democratische fraclie voor
zijn ontwerpen schijnt de minister
te mogen rekenen.
„Het Volk" schrijft: Volgens onze
inlichtingen is het bericht onj uist,
voor zoover het den indruk wekt,
alsof er bij het bedoelde overleg
geen belangrijke wijziging in het
ontwerp-Ziektewet gebracht zouden
zijn. O.a. hoorden wij, datdeziekte-
uitkeering van 50 op 70 pet. van het
loon verhoogd zou zijn en zoo zijn er
meer ingrijpende veranderingen aan
gebracht.
De duurte.
In de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de wetsontwerpen betref
fende tegemoetkomingen wegens
duurte van levensmiddelen houdt de
regeering nogmaals een betoog ter
rechtvaardiging van haar standpunt.
Zij beweert o.m.De Staat vermag,
minder dan de particuliere patroon,
zich ui! geldelijke oveiwegingen te
onttrekken aan hetgeen metterdaad
zijne moreeie plicht magbeeten, de
behoorlijke verzorging van zijn per
soneel. Moge er ai waarheid schuilen
in de bewering, dat van rijkswege
bezwaarlijker dar van particuliere zij
de kan worden nagegaan, in hoeverre
ieder individueel imruipbehoevenden
toesiai d verkeert, vasi slaat loch w> I
dat bij piijzen van eerste levensbe
hoefte als de tegenwoordige, ieder
man of vader die van f 1000 of
minder zijn gezin heeft te onderhou
den, in een moeilijke positie moet
zijn geraakt. En daarom wil zij niet
tegenstaande het afwijkend antwoord
der Kamer, haar voorstellen hand
haven.
De alg. bond van het Ned. post-,
33.)
ik heb namelijk een bekenden uitge
ver voor de uitgave van je roman
weten te interresseeren, hij schijnt
niet afkeerig, het boek tegen Kerst
feest uit ie geven. Zoo sluit ik dan
dezen brief met een korten vroolijk
geluk er mee!
Uw getrouwe collega Steiner.
„Wat dat voor mij beteekent; als
Steiner zoo'n warme lofspraak er
over houdt, kan alleen hij begrijpen,
die weet wat hij als mensch en
schrijver beteekent. Als hij eene
zaak ter harte neemf, is men gebor
gen. Ach, Marianne 't is mij alsof
ik vleugels heb. Dit is het eerste
werkelijke succes I en misschien
brengt de uitgave van het boek het
tweede. Ik gevoel mij van daag zoo
zegepralend, zoo overgelukkig, dat
ik iets moet ondernemen, om den
telegraaf- en telefoonpersoneel heeft
een adres aan de Eerste Kamer ge
zonden, waarin wordt aangedrongen
op goedkeuring van het door de
Tweede Kamer aangenomen wetsont
werp tot het geven van een duurte-
toeslag k f20 aan een zekere categorie
van rijksambtenaren en beambten.
Verwerping zou tot groote teleur
stelling en ernstig nadeel voor de
betrokkenen leiden.
In de maak.
„In de maak" is de titel van een
„Standaard'-driestar, waarin de be
kende schrijver het heeft over het
samengaan der vrijzinnige partijen.
Cartel is besteld, zegt hij, maar
nog niet beklonken. Hij vindt dat
men niet uit de hoogte mag neerzien,
omdat het begrijpelijk is, dat men
ziende hoe eigen verdeeldheid alle
kracht breekt, bedacht is op het slui
ten van accoord, maar ook, dat men
de degeneratie van de eigen familie
ontwarend, als 't op kiezen en deelen
aankomst, voor de eigen familie schrikt.
De schrijver wijst op het politiek
gebeuren in België, Duitschland en
Enge and om te concludeeren, dat de
aigemeene signatuur van het Euro-
peesch liberalisme wordt een uitgaan
op accoord met het socialisme.
En wel komen de socialisten hieraan
ten deeie tegemoet door zich in het
fluweelen kleed van den reformiet te
steken, maar onder de volksklasse,
waai uit het socialisme opkwam, viel
dit remmen lang niet in der: smaak
en hoezeer refoimistisch in het par
lement, zijn de leiders op de volks
tribune meest nog even rood als voor
tien jaren.
Nu geven we toe, dat de eenheid
van beginsel hierbij niet dan een zeer
ondergtscnikïe rol speelt. De liberalen
van alle gading zien gemeenlijk op
de socialisten neer ais op een wilde
horae, aan wier opkomen ze part
noch deel hebben. En de socialisten
van hun kant voelen mei de liberalen
zoozeer het tegendeel van familieban
den, dat ze hun eigen beginsei te
heilig achten, om cr den liberalen
ook maar étn kwartier op hun wa
penschild de ecre van ie gunnen.
Maar, noe grit we dii toegeven,
feit blijft het niettemin, dat m den
ommekeer dien oe Fmnsche revolutie
bïacht, beider oorsprong ligt. Toen
in 1789 knielde men ook ais voiken
en staten nog voor de almacht Gods
nedersinds werd alle macht gelegd
in de hand van den mensch. En nu
liep er wel het verschil onder door,
of die mensch, in wiens hand de macht
zou berusten, de op den voorgrond
tredende rijke, geleerde en ber-chaafde
mensen, dan wel de mensch van hei
meest gewone lype zou zijn, maar
de antithese God of mensch, bleef
tijd tot morgen door te komen."
„Wilt ge morgen al weg" vroeg
Marianne ontsteld.
„Natuurlijk, ik moet toch alles or
denen. Een uitgever laat men niet
wachten. Wat "een trotsch gevoel,
ais ik mijn eeiste groot honorarium
in handen houd I"
„Hecht ge zulk een waarde aan
het geid?"
„Dat behooit er ook bij. Bedenk
wat het voor mij beteekent. Misschien
is het nu niet meer noodig vooreen
klein loon hei gejaagde leven van
een redacteur en journalist te leiden,
ik ben arm en leef van de opbrengst
mijner pen. Maar met dat al zou ik
bijna den inhoud van den tweeden
brief vergeten. Nu komt gij aan de
beurt, Marianneriep hij en keek
haar met zijne lachende oogen, die
de overmoedige uitdrukking van
vroegere tijden weer hadden gekre
gen, veelbeteekenend in het lieve,
schoone gezicht, dat in dit oogen
blik van innerlijke ontroering nog
bleeker was dan gewoonlijk. Hare
donkere, groote oogen kwamen daar
door nog des te meer uit.
Raven begon te lezen:
desniettemin geheel den politieken
toestand beheerschen.
Anti tariefwet comité.
Zaterdag werd te Amsterdam een
vergadering gehouden door het anti-
lariefwet comité. Zij werd geopend
door den voorzitter, mr. Th. M. Ver
ster, met een rede waarin hij de leden
van het comité een welkom toeriep,
en de bedoelingen van het comilé
uiteenzette. Hoewel er reeds honder
den adressen bij de Staten Generaal
?ijn ingekomen, en de vereeniging
„Het Vrije Ruilverkeer" krachtig werk
te, is thans het oogenblik gekomen
dat ook de tegenstanden van het
ontwerp, welke zich tot nu toe op
den achtergrond hebb;n gehouden,
krachtig naar voren treden, vooral nu
de protectie voor veel leden der Staten
Generaal een paitijleuze is geworden,
al zijn zij ook niet alien overtuigde
protectionisten. Op het comité rust
mede de schoone zaak te trachten
onze handelspolitiek buiten de partij
politiek te brengen.
In het verdere verloop van zijn
rede stelde de spreker hel toenemend
verlangen, in nu reeds beschermde
landen, naar terugkeer tot het vrij
handelstelsel in het licht, en bewees
hij door cijfers den groei en bloei
van onzen handel, landbouw en nij
verheid onder onze bestaande wet
geving. En eindelijk noemde hij ais
redelijken grondslag van den strijd
tegen de tarisfwet het argument dat
niet ten beboeye van enkele gunste
lingen der tariefwet, de belangen der
groote massa mogen worden geschaad.
Leerlingen bij de
gemeente-admiiAStratis.
Verschenen is een uitvoerig rap
peri omtrent het leerlingwezen bij
de gemeente-administratie, uitge
bracht aan het bestuur van den Ne-
derlandschen bond van gem.-ambse-
naren. In dat rapport wordt o. m.
aan den bond van gemeente-ambte
naren in overweging gegeven krach
tig te werken voor een vervanging
van het tegenwoordig examen voor
gemeente-secretaris en ambtenaar ter
secretarie door een staatsexamen en
uitbreiding van di examen met een
hooaer vakexamen, dat heel wat meer
omvat öan ihans voor het diploma
geëischf wordt. Men zou echter niet
willen wachten op den uitslag van
deze pogingen maar onmiddellijk,
hetzij al of niet in vereeniging met de
Nederlandsche vereeniging voor ge
meentebelangen, zoo'n meer omvat
tend examen willen instellen. Voor
dit examen is een programma ont
worpen, volgens hetwelk geëischt
zal worden kennis vana. staats
recht, geschiedenis van dat recht en
provinciaal reehtb. gemeenterecht
Waarde collegaik ben altijd
gaarne tot uw dienst bereid, en in
dit geval willig ik uw verzoek met
bijzonder genoegen in, daar het
sprookje een goed gelukte arbeid is,
zoo teer en fijn als gouddraad, zoo
eigenaardig in zijne gedachten en in
de zoo goed doorgevoerde moraal,
zoo eenvoudig van taai. Zeg aan de
onbekende schrijfster, dat ze zich
verder op dit gebied moet oefenen,
hare eersteling verraadt veel telent.
Wanneer zien we u weer bij ons in
Berlijn? U groet, uw onder het ar-
beidsjuk zuchtenden
collega Gerber.
Nu was het aart Marianne om
luid jubelend naar het blad te grij
pen, het dadelijk nog eens te lezen
om daarna smeekend te vragen „ik
mag het toch behouden, Raven?"
„Natuurlijk, Marianne
Toen keken beiden elkaar aan in
de overgelukkige stemming van het
oogenbiik. Het geluk was niet aan
hen voorbijgegaan, het stond midden
tusschen hen, iusschen die twee men-
schen die zich éan wisten naar een
zelfde doel. Toen greep Raven Ma
rianne's hand en kuste die hartstoch
c. de wetten en aigemeene maatre
gelen van het bestuur voorzoover de
uitvoering of de medewerking tot uit
voering aan het plaatselijk gezag is
opgedragen; d. staathuishoudkunde
en statistiek in die mate, dat de ge
meentelijke werkzaamheid op eco
nomisch gebied kan worden ver
klaard e. de wetgeving omtrent den
burgerlijken stand en het internatio
naal privaatrecht voor zoover dat
voor den ambtenaar van den bur
gerlijken stand van belang isf. de
hoofdbeginselen der wetgeving in
zake rijks directe belastingen en van
het zegel en registratierechtg. de
hoofdbeginselen van burgerlijk- en
strafrechth. praktische bedrevenheid
in het ontwerpen van brieven, prae-
adviezen, voorstellen, besluiten en
notulen voor zoover die in het be
stuur en administratie der gemeente
plegen voor te komen, alsmede van
akten van den burgerlijken stand.
Niet bestellen op Zondag.
De „Staatscourant" bevat de vol
gende mededeeiing van den directeur-
generaal der posterijen en telegraphie
Waar afzenders van stukken door
eene aanwijzing op het adres, den
wensch te kennen gaven dat die
stukken op Zondag niet zouden wor
den besteld, werd, indien de aanwij
zing in het oog viel, daaraan gevoig
gegeven. Om van dit verlangen op
beter in het oog vallende wijze te
kunnen doen blijken zijn aan de
postkantoren, tegen den prijs van 1
cent per vel van 50 stuks, strooken
verkrijgbaar gesteld, dragende de
aanduiding: „Niet bestellen op Zon
dag" en bestemd om naast de post
zegels te worden gepiaalst. Het
bovenstaande geldt ook voor post-
paketten, mits het verlangen van
niet-besteliing op Zondag is uitge
drukt zoowei op de adreszijde van
het pakket als op de daarbij behoo-
rende kaart.
Huisindustrie.
De directie van den arbeid heeft
ais no. 7 van haar uitgaven dezer
dagen gepubliceerd het eerste deel
vaa Onderzoekingen naar de toestan
den in deNederiandscheHuisindustrie.
in dit deei worden behandeld de
bedrijven, die zich bezighouden met
de bereiding van voedings en genot
middelen. Het geheele verslag zal 3
deeien omvatten. Het onderzoek heeft
zich, voorzoover kan worden nage
gaan aldus vermeldt het voorbe
richt over de geheele huisindustrie
uitgestrekt. Alle bedrijfstakken, waarin
en alle vormen, waaronder de huis
industrie voorkomt, zijn opgespoord.
In het geheel heeft het onderzoek
zich uitgestrekt over circa 18,000
gezinnen. De bewerking der gegevens
telijk. „Stel eens 't een of andere
prettig voor, dat we kunnen doen,"
zei hij. „Deze laatste dag moet fees
telijk eindigen. Misschien kan uw
man ook van de partij zijn."
Marianne besloot den raad van
haren man op te volgen en het
zeiltochtje naar Haddeby met Raven
te ondernemen. Haar plan vond groo-
ten bijvat.
„Natuurlijk nemen we Sürver
Kiiibbe mee," bepaalde Marianne.
Het was haar van daag aangenaam
den ouden, vertrouwden man naast
zich te hebben.
„Ik vind alles goed en vertrouw
mij blind aan uwe leiding toe alleen
zou ik u willen vragen mij den
laatsten middag zoo prettig te ma
ken, dat de herinnering aan die
heerlijke uren mij altijd zal bijblij
ven. Voldoet daarom dadelijk aan
mijn verzoek om u te verkleeden. Ik
zou graag alles feestelijk zien I Ik
ga vooruit en wacht u aan de brug
op."
Reeds sprong Raven met groote
sprongen de trap af en snelde door
den tuin en Marianne, die hem een
oogenblik met een zeldzamen blik
en het ops ellen der bedrijfsgewijze
veislagen hoeft onder leiding van den
directeur-generaal plaats gehad door
de heeren C. J. P. Zaalberg, inspec
teur van den arbeid der 2de klasse,
en mr. dr. N. W. Pos'humus, leeraar
aan de openbare Handelsschool te
Arast chm laatstgenoemde voor wat
betreft do gedeelten, gewijd aan de
kleedin i ïdustrie en de Noord-Bra-
bantsche schoenmakerij.
in het nu verschenen eerste deel
wordt in het eerste hoofdstuk een
overzicht gegeven van de vroegere
onderzoekingen naar de huisindustrie,
voornamelijk geput uit de jaarversla
gen der inspecteurs van den arbeid.
Daar sluit aan de geschiedenis van
de te Amsterdam in 1909 gehouden
tentoonstelling van huisindustrie, van
welker werk de regeeringsenquête ee«
voortzetting is.
Na eenige beschouwingen over de
huisindustrie in het algemeen, waar
aan het He hoofdstuk is gewijd, wor
den achtereenvolgens de volgende
bedrijven behandeld
Erwten- en boonenlezen en Moe
derkoren zoeken; koffie verlezen;
rijst en cacaoboonen uitzoekenhet
bewerken van groenten; het uitjes
schillen tabak en sigaren het ver
pakken van suikerwerkhet verpakken
van saccharine-tablettenhet garna-
tenpeilen.
Aan de hand van een groote hoe
veelheid cijfermateriaal wordt van
bijna ieder bedrijf aangetoond, dat
aan de huisindustrie eigen zijnlage
ioonen, lange werkdagen en kinder
arbeid, in vele gevallen ook over
matige arbeid van de huisvrouw met
als gevolg: verwaarloozing van het
gezin. Speciaal voor de bereiding van
voedingsmiddelen valt bovendien het
licht op de onsmakelijke en voor de
gezondheid der verbruikers niet altijd
onschadelijke werkwijze. Tabak en
sigaren, groenten en erwten, suiker
goed en garnalen worden dikwerf
bewerkt in een omgeving die daar
voor allerminst geschikt is.
Het alierbeklagenswaardigste lot
van honderden kinderen, die hun
jeugd vergald zien door eindeloos
erwtenlezen, tabakstrippen of garnalen
pellen, vult wel de zwartste bladzijde
uit dit toch al sombere boek.
Daarnaast verschijnen uitvoerige
mededeelingen over een groot aantal
arme oudjes, die hun levensavond in
een moeilijken strijd tegen broodge
brek doorbrengen met het lezen van
erwten, het peilen van garnalen of
het strippen van tabak.
Arbeidsduur en loon vormen voor
ieder bedrijf het onderwerp van een
afzonderlijks paragraaf, terwijl voor
de kennis van de woningtoestanden
van het armste deel der bevolking
van ons land een belangrijke bijdrage
had nagezien, verdween in hare
slaapkamerom haren mond lag een
zegevierend lachje. Het gevoel, een
man van zoo groote beteekenis, als
gezelschap ontbeerlijk te zijn, ver
vulde haar hart met blijden trots.
„Ais een overmoedige knaap,"
kwam het plotseling over hare lip
pen, toen ze voor den spiegel stond
en een wit linnen japon aanschoot,
dat met mooie kanten tusschenzetsels
was versierd. Zij had het pas giste
ren van de naaister thuisgekregen en
voor eene bijzonder feestelijke gele
genheid bestemd.
„Wat ziet ze er vandaag bekoor
lijk uit," dacht Raven, toen zij op
den wachtende toekwam. De kleine,
witte strooihoed stond haar bijzonder
jeugdig, of was het de onderdrukte
vreugde, die haar vervulde, dat hare
strengheid minder lot uitdrukking
kwam
„Nu, zijt ge zoo tevreden vroeg
ze, om maar wat te zeggen, daar zijn
blik haar verlegen maakte.
(Wordt vervolgd.)