Mi. Fill kstmpfijs. Eerste Blad. R Maandag 22 Januari Dit namnier hestaai uit 2 bladen taalbeweging' uur. Feuilleton. No. 18. 50e Jaargang, 1912. cl t ting. i srsariJiim, van de Vsrschijni dadelijks, uitgezonösrd op Zon- en Feestdag»"- TELEFOONNUMMER 10. ftbonrsemenfs-ftdyertentiën op zeer ooordeelige ooortvaarden Gemeentebestuur. 32.) Brieven uil de Hofstad SSEN. nkoms! van :te3.' be- vuurwerk rarte Griet. slefoon No. 71. zen. MP VUSSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÈNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. BEKENDMAKING. Aangifte van nieuwe Leerlingen voor de Openbare Lagere Scholen. Burgemeester en Wethouders van Vlis* twengen ter kennis van belanghebbende n, dat op Donderdag 15 Februari a.s. als Leerlingen tot de scholen A. (Ooosje Bus- kenstraat,) B (Hendrikstr.) en F (Joost de Moorstr.) innnen worden toegelaten, kinderen van On- en Minvermogenden die op het tij Istip der toelating zes jaren oud zijn. De aangifte der nieuwe Leerlingen kan geschieden van Vrijdag 19 Januari tot en met Maandag 29 Januari e.fe., des voor middags van 912 uren, t°r Gemeente- Secretarie, (Griffie). Bij de aangifte wordt men verzocht een Trouwboekje mede te brengen. Vliseingen, 17 Januari 1912. Burg en Weth voornoemd. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. In zekere stad in Nederland de naam doet thans niets ter zake is men een taalbeweging begonnen, een beweging namelijk voor het spreken en-schrijven in zuiver Nederlandsch, het schrijven vooral, want ook de meest hardnekkige vijand van het ge bruik van vreemde woorden en spreekwijzen zal moeten toegeven dat men niet kan spreken zooals men schrijft of behoort te schrijven want dat zou zeker niet aangenaam in- de ooren klinken. Wij zullen ons, waar wij de be doelde taalbeweging op het oog heb ben, dan ook bepalen tot het schrij ven der Nederlandsche taai en dan moeten wij toegeven dat daarbij zeer veel gebruik wordt gemaakt van ge heel vreemde woorden, althans van woorden van vreemden oorsprong en van zoogenaamde kunsttermen. Waartoe toch al die vreemde woor den, vraagt men en wij hoorden on langs aan die vraag toevoegen „de Vlamingen doen hun best, hun eigen taai te spreken en zij worden daarin niet weinig gesteund door de nabij heid van Noord-Nederland, maar zij worden daardoor ook vaak belemmerd. Onlangs heeft een Fransch hooglee raar te Brussel, tot groot vermaak der Fransch sprekende Walen, uit geleerde Noord-Nederlandsche boe ken aangetoond, dat wij benoorden -o— Marianne's man kwam van daag prompt op tijd thuis, maar dadelijk na 't eten werd hij weer weggehaald. Het was een heel eind en, naar hem werd meegedeeld, een moeilijk geval zoodat hij er zich op voorbereidde den geheelen nacht uit te blijven. Marianne vond het recht vervelend het overige van den dag zoo alleen te. blijven. Natuurlijk zou Raven op het gewone uur verschijnen en het sis van zelf sprekend beschouwen, haar gezelschap te houden. En nu zei haar man nog,,Het is van daag goed weer om te zeiler, maak toch met Raven het reeds lang voorgeno men tochtje naar Haddeby!" „Dat wilde jij toch ook meermalen Jörgen." „Waarom daarop te wachten, Ma rianne. ik heb op 't oogenblik zoo de grens het spreken en schrijven van zuiver Nederlandsch zelf niet verstaan." Met allen eerbied voor het streven der Vlamingen, willen wij opmerken, dat wij er niet zoo bijzonder hoog mee wegloopen. Voorheen was de taai, die de Vlaamsche landlieden spraken, een verbastering van het middeneeuwsche-Hollandsch.De meer ontwikkelden hebben toen met alie geweld een eigen Vlaamsche taal willen hebben, maar niet bedacht, dat men een taal niet maaktmaar deze langzamerhand ontstaat en zich ontwikkelt. Zij hebben zich toen op tal van Fransche woorden geworpen, die vertaald en daarmede de nieuwe taal verrijkt, verder een deel van het Noord-Nederlandsch overgenomen en voor een ander deel deoud-VIaamsche woorden en spreekwijzen behouden. Zoo is het Vlaamsch een allegaartje geworden, dat eigenlijk aan niemand voldoet. Hadden de Vlamingen een voudig hun best gedaan om het Ne derlandsch bij hen in te voeren, dan zouden zij wel is waar geen eigen taal hebben gehad, maar dan toch een wezcn'ijke taal, niet opzettelijk en ten deele door kunstmiddelen ge vormd. Zij spreken b. v., als het heel hard waait, van een tempeest, zooals wij Noord-Nederlanders in vroegere eeuwen ook deden. Nu moge storm oorspronkelijk Germaansch wezen, tempeest is evenzeer van vreemden oorsprong, zooals trouwens bijna alle woorden van vroeger in andere ta len bestaan hebbende ontleend zijn, maar in ieder geval is storm nu een maal een zuiver Nederlandsch woord te achten, dat sinds eeuwen burger bij ons is geworden. Dit voorbeeld is met een schier oneindig groot aan tal andere te vermeerderen. Dat de Vlamingen in de vorming van een zoogenaamde eigen taal niet alleen door de nabijheid van het Noord-Nederlandsch worden gesteund, maar daarin door datzelfde Noord- Nederlandsch, dat dikwijls zoo on zuiver geschreven wordt, ook wel eens worden belemmerd, moge waar zijn, even waar is het dat, wanneer het Nederlandsch de taal der ont wikkelde Nederlanders en Vlamingen ware, beiden te zamen een groote macht tot taalzuivering zouden vor men. Toch mag ook wat men de taal zuivering noemt, niet overdreven worden en dat dit vaak gebeurt is niet te ontkennen. IJver is een goede zaak, maar het moet een ijver met verstand blijven. Er zijn in elke taal, ook in onze, toch zeer rijke en schoone taal, een aantal woorden en uitdruk kingen, geheel tot een andere taal behoorende, kennelijk uit den vreemde afkomstig, of zelfs niet wezenlijk onder eenige taal te rangschikken, veel zieken, dat ik er in den eersten tijd niet aan kan denken." „Dan mag Raven alleen gaan zei ze verdrietig. „Waarom zoo uit 't humeur, kind Ik had tot nu toe het gevoel alsof de omgang met Raven je eindelijk de zoolang ontbeerde opwekking had gebracht.1' „Zeker, maai ik had er mij zoo op verheugd dat gij ook mee zoudt gaan. Ook terwille van de menschen" voeg de zij er, eene plotselinge ingeving volgend, aan toe. Zou het eene waar schuwing zijn, of was het alleen ge kwetste trots, dat baar man zoo in 't geheel geen ijverzucht toonde? „Sedert wanneer bekommert ge u er over, wat de menschen zeggen Ge zijt toch niet meer zoo jong, dat ge mij als bewaker noodig hebt, ik verheug er mij over, dat je gezelschap hebt, daar zoo ik zoo bi tér weinig tijd voor je over heb. Raven gaat gauw weer weg, vraag hem morgen avond te soupeeren, dan kunnen we naar ik hoop, nog eens gezellig sa men zijn." Het rijtuig kwam voor en dokter Holman stapte vlug in. Hij zag niet doch die ten onzent 't zeker burger recht verkregen hebben, en waarmede men, dit is de hoofdzaak, de gedachte die men te kennen wil geven, beter, korter, duidelijker, kernachtiger uit drukt. Men zal ons toegeven dat dit geen kleinigheid is. De taai is het voer tuig der gedachte. Hebben wij niets te zeggen, dan hebben wij ook geen taal noodigmaar indien wij wei wat te zeggen hebben, dan is het hoofdzaak, dat wij het doen op zoo danige wijze, dat wij door allen, die ons hooren het best verstaan en be grepen worden. In de stad, waar de beweging waarvan wij boven spraken, werd be gonnen, waren onlangs in zeker pro ces een aantal geneeskundigen voor den rechter gedagvaard, om, hetzij als getuigen, hetzij als deskundigen, verklaringen af te leggen. De redactie van zeker blad maakte een lijstje van al de vreemde woor den, waarmede de heeren toen hun waarnemingen en hunne gedachten kenbaar maakten. Zij vroeg wie er iets voor ge voelde, om het gebruik van die vreemde woorden of van die ver basteringen van vreemde woorden af te schaffen. En de redactie nam het lijstje op met vermelding van het Nederlandsche woord dat öf buiten kijf, öf gevoeglijk daarvoor in de plaats bruikbaar en derhalve aange wezen is. Wij voor ons hadden tegen dat lijstje vrij wat bezwaren, evenals wij er b.v. bezwaar tegen hebben, dat een advocaat, dra tot dusver ai- tijd van zijn ctiënteiiKprak, voortaan gaat spreken van zijn klanten Het is wel degelijk waar dat de geregelde koopers van de waren van den kruidenier, door dezen als zijn klanten worden aangeduid en dat men bij het gebruik van dit woord niet denkt aan den man die voor een enkele maal bij een advocaat om een raad gaat vragen en daar voor een vaste som betaalt. Voor patient, zegt de redactie, moe ten wij zieke, lijder of behandelde gebruiken; maar ieder weet toch wel dat een dokter niet begrepen zou worden als hij van zijn „behandel den" sprak en dat niet al zijn pa tiënten zieken of lijders zijn. Temperatuur beteekent volstrekt niet alleen, zooals de redactie be weert, bloedwarmte of lichaams warmte, maar stelt ook wel degelijk andere warmtegraden voor. Onjuist is het, dat wij voor het vreemde woord perceel de woorden huis of onroerend goed kunnen ge bruiken. Onder perceel verstaan wij meer bepaald een afzonderlijk stuk onroerend goed. Zoo verstaan wij onder quaestie meer de tranen, die in da oogen van zijn vrouw fonkelden. Ze was boos op Jörgen, dat die haar zoo onbe zorgd met een man als Raven liet omgaan. Ze maakte er hem innerlijk zelfs een verwijt van, dat hij het gemak kelijk vond, omdat ze nu niet meer over haar alleen-zijn klaagde. Zij begreep haar man vaandaag niet, maar „ook niet zich zelve, zoo tegenstrijdig waren hare gevoelens want nauwelijks w ren ^de laatste tranen gedroogd, of zij betrapte er zich op, dat zij er over nadacht, welke van hare luchtige zomer jiponnen ze voor het zeiltochtje zou kiezen. Uit ergenis over zich zelve, koos ze een donker kleedje van 't voiig jaar, dat ze zich toen voor slecht wêer had aangeschaft. Toen gi g ze op haar terras zitten en vera epte zich zóo ernstig in een boek, alsof er geen dr. Razen op de wereld bestoni. Maar de haastige stappen, die ze steeds dichter bij hoorde komen, kondigden haar komst aan. Haar hart begon luidei te kloppen. Waar was hare vroegere onbevangheid geble ven? nu eens een vraag en dan weer een geschil en zoo kunnen wij de vreem de woorden en uitdrukkingen, die niet precies door ee« en hetzelfde woord kunnen worden aangeduid, bij honderdtallen opnoemen. Trouwens, in de werkelijke sa menleving behooren wij op alle din gen te letten. Als wij taalzuivering tot in het uiterste willen doorvoeren welke titels moeten wij dan voortaan geven aan den advocaat-procureur, den candidaat-secretaris of secretaris, den notaris of candidaat-notaris Wij zullen in tal van moeilijkheden ko men om een nieuwe taal te maken, niet door natuurlijke ontwikkeling ontstaan en daarom ondeugdelijk. Laat ons in alles met nadenken te werk gaan en, willende toebrengen aan de schoonheid onzer schoone taal, haar niet integendeel bederven. Wij zouden dan misschien handelen als de man die twee brieven moest schrijven een aan den kleedermaker A. te B. en een aan den tailleur C. te D. Hij wilde vooral niet met twee maten meten, maar beiden met den zelfden titel aanduiden en daarom noemde hij ze beiden op het adres Snijder, hetgeen tengevolge had dat de kleermaker er een grap in zag, maar de tailleur, een fijne meneer, de zaak hoogst euvel opnam. En als men den snuggeren taalzui veraar nu eens gevraagd had om een ander duidelijk verstaanbaar Hol- landsch woorden te gebruiken in plaats van het woord adres, wat zou hij dan gezegd hebben Onze gemeenteraad heeft weer eens, voor de zooveeiste maal, met grid gegooid, terwijl tevens besloten is dat de schouwburg den 31en Mrartvoor 't publiek gesto'ei zal zijn. Nu zou men dan toch zeker wel mogen aannemen, dat de raad, alvo rens tot sluiting over te g'an, gezorgd hal, dat het nieuwe gebouw er stond, in ieder geval mei de opening vsn he seizoen 1912—1913 „bespeelbaar" zou zijn O Tempora o Mrres! Een idéé hoar! N. B. Rrads een paar jaar ge leden werd besloten het tegenwoordig schouwburg^ebauw wegens brandge vaar te sluiten. En al dien tijd heeft men noodig gehad voor de keuze van de plaats waar de nieuwe schouwburg zal va- rijzen er, nog is die plaats niet bepaald. Wel heeft men er in verschil inde aadsvergadaringen op aangedrongen toch vooral spoed te maken met d :n schouwburgbouw en stelde het socia- i stische raadslid, de heer Ter Laan voor, den schouwburg maar tegenover het vredespaleis te zetten, „dan heb- ln vlugge sprongen kwam Raven den trap op en stond voor Marianne, die dadelijk de groote gemoedsbe weging opwekte, waarin de vriend zich bevond. Vergeten was alle er gernis en boosheid en ook hate voor genomen terughouding. Zij sprong op, stak hem beide handen toe en vroeg levendig; „Is de roman aangenomen, Raven „JMarianne, en je sp rookje ook. Als twee gelukkigs kinderen ston den ze tegenover elkaar. Raven wilde voor 't oogenblik ve'geien, dat hij aan de doode Maren zijn succes had te danken, en Marianne dacht aan niets anders, dan dat haar eerste werk gedrukt zou worden. Wat zou forgen daar wel van zeggen In deze minuien gevoelde ze zich geheel éen met Ra ven, ze zag zich zelve in de toekomst al als zijne collega. „Komj Marianne, en hoor wat vriend Steiner schrijfr." Zij ging zitten, en hij las Mijn besté Raven 1 Eerst nu krijgt ge tijding van mij, en ik ben blij, dat het een goede is. Ik heb volgens mijne belafts, den reeds aangenomen roman teruggehou ben wij twee comedies tegenover eikander", doch de raad, hoe geestig hij deze opmerking van den heer Ter L"an ook vond, wilde daar niet aar. Verder l et de schouwbnrgcommissie al heel weinig van zich hooren en zoo gebeurt het, dat wij Hagenaars op 1 April 1913 zonder schouwburg ziiten. Want wel hebben wij 't Gebouw, den Diereniuinzaal, Dihgen'ia en nog een paar andere kieine za. 1 jes, doch een schouw" ug, een echte, een „heu- sche" (zou e-.n schooljongen zeggen) schouwburg hebben wij n;ct meer. E" toch heef; de raad ei. ennjk ge lijk, dat bij r,u niet voor de .weeds maal is gaan terugkrabbelen en den sluitdatum weer een jaar heeft ver schoven, 'r moest er nu dan eindelijk maar eers van kom n, niettegenstaan de Burgemeester en Wethouders gaar ne zagen dat de raad wat consideratie gebruikte. De eenige fout die, dunk! mij in deze zaak begaan is, is deze, dat men oude schoenen heeft weggegooid voor men nieuwe stappers aan zijn voeten hal. En nu wij dan eenmaal voor een voldongen Lit siaan, kijk eens, aan hebben wij misschien kans, dat wij in 1918 in een nieuw schouwburgpak gestoken zij". Want cis troos! k egen wij alvast, 't zou zeker nog wel vijf of zes jaren duren alvorens er „ge speeld" zai kunnen worden. Ik zeide daar, dat cr weer een flinke duit is besteedde raad, die nu loch eenmaal aan 't besluiten was, heeft dan ook besloten, een verkeers weg Groote Markt—Fiuweelen Burg wal aan te feggrn. Toch was de inst muiing niet onverdeeld, er waren nog 10 leden welke van dezen weg mei weten wilden en tegen het voor stel slemden. Een flinke lap straat wordt er nu get okken van Markt via Wagenstraat naar het Spui en van daar naar den Fluweel.n Burgwal. Kap talen gaan er mee gemoei", want hoopjes panden moeten er onteigend worden en de eigenaars van die panden zuilen wel niet zulk een heel klein beetje vragen voor hun huizen. Hoofdzakelijk is dit plan aangeno men om de Vlamingstraat te ont last n van haar te groot verkeer en hij meende op deze wijze 't meest afdo.nde maatregelen te nemen. 't Zal zeker een groot stuk werk worden, maar wij zouden haast willen vragen,,Wie zal dat betalen zoete lieve Ge-retjz Daar ju'st doen berichten de ronde da! de blijde verwachting, waarin èn de Koiir.gin èi hee! het Nederland sche Volk verkeeren, teleurgesteld zullen worden. den en den uwe er voor in de plaats gesteld. Met veertien dagen ongeveer zal er in de courant een begin mee worden gemaakt. Maar laat mij je vöor alles zeggen, dat je roman goed is zeer goed zelfs. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik zulk werk niet van je had verwacht. Stof, milieu, opbouw, schildering der karakters, alles is uitstekend gelukt. De dialoog, waarin ge altijd het sterkst waart, is voortreffe'ijk, voornamelijk hebt ge u de taal der Holmervisschers geheel eigen weien te maken, Dit werkt recht levendig op den lezer en is teekenend voor het eigenaardige van de wat zwaarwichtige menschen, die met weinige woorden toch eik gevoel zoo volkomen weten uit te drukken. Ik wensch je van harte geluk en zou graag eens van je willen weten, hoe gé het honorarium van drie dui zend gulden wenscht betaald te beb- bemlk veronderstel.dat je spoedig hier komt, dan kunnen wij het dadelijk afdoen en nog iets anders bovendien. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1