len HMBfiEN ten 13 Januari Feuilleton. No. 11. 50e Jaargang» 1912. O bijsmaak mdstoffen ■T jst op het 300NEN. tliuugf. Verllchtlngs- Ss - Artikelen. ^straat 10, fs, eis, rfères, trden, ornuizen, .MJaarsma, Godin voor Zeeland ïwond 17. Zaterdag Verschijnt dagelijks, uitggaronderd op 2on- en Feestdagen, fibonnements-fldosrtsntiën op zeer uoordeeiigs oooru/ssrden BINNENLAND. VAN DEN HAK OP DEN TAK. a 9 riek en sorteering van enz, enz. Artikelen, uit Fabrieken als fabrieken van |ick, Amsterdam. noodied. ilsnog voor- zijnen. (andeerd 1900. »o!e 1906 ïdere beurs. E, VL1SSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Hofberichten. Gisteravond te haifacht werd ten Hove het gastmaal gegeven door H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins den hoofden van de buitenlandsche gezantschappen en den zaakgelastig den met hunne dames aangeboden. H. M. de Koningin was verhinderd aan tafei te verschijnen, zoodat de Koninklijke gastvrouw, evenals op het jongste gala bal, vertegenwoordigd werd door H M. de Koningin Moeder die derhalve ook in den na afloop van het diner gevormden kring, de honneurs waarnam. De verwording van het parlementarisme. In een tweede en slot artikel geeft de «Tijd" nog eenige beschouwingen over ditzelfde ontwerp. Zij vestigt daarin de aandacht voornamelijk op twee punten. Vooreerst op het feit, dat, nu de Tweede Kamer meer en meer gaat dienen voor het uitspreken van rede voeringen, welke eigenlijk niet bestemd zijn voor de Kamer zelve, maar voor het publiek daarbuiten, tegelijkertijd de macht der regeering en harer atnb - tenaren voor de eigenlijke afdoening van zaken moet toenemen. Vooral wijst het blad er op, dat dit den in vloed der ambtenaren verhoogt, wijl dezen blijven, ook al treden de minis ters af. Dit laatste wordt vooral in de hand gewerkt door het allengs meer inslui - pend gebruik om in onie nieuwere wetten de uitvoering van hare begin selen schier geheel over te laten aan „algemeene maatregelen van bestuur", m. a. w. aan de ministeneele bureaux. Een ander, en naar het oordeel van de „Tijd" zeer ernstig verschijnsel is, dat, het eerst in Engeland, maar al lengs ook in andere landen, de be- teekenis der parlementen zelven min der wordt naarmate meer gehecht wordt aan een beroep op de kiezers. In de „Studiën en Schetsen", van prof. mr. D. P. D. Fabius is dit on langs helder uiteengezet met een beroep op twee gezaghebbende bui tenlandsche schrijvers, den Engelsch- man Sidney Law en den Duitschen Walter Parow. Beiden wijzen op het verschijnsel hoe, bepaaldelijk in En geland, de regeering haren steun zoekt niet bij het bestaande parlement, maar bij de kiezers die dat parlement ge kozen hebben, met de stilzwijgende opdracht, dat de gekozen meerderheid nu ook het uit die meerderheid ge vormde ministerie krachtig moet steunen. Feitelijk beschouwt de regeering zich als de gekozene door de kiezers, en wanneer de eigen geestverwanten in het parlement het haar moeielijk O— - 26.) De dokter lachte hartelijk en zei plagend„Dat is de eerste maal dat mijne vrouw niet de minuten van mijn wegblijven heeft geteld. Ze heeft niet eens gemerkt, dat ze zich tot uren verlengden. Daar mag u trotsch op zijn, mijnheer Raven. Maar nu aan tafel, ik heb een ge- duchten eetlust meegebracht." „Ach ja, het avondeten „Heb ik in mijn muztekdweeperij geheel vergeten," schertste dokter Hofman goed geluimd. ,Nu, 't is geen ongeluk, de tafel is gauw ge dekt. Ik zal in dien tijd onzen gast den tuin laten zien.4 Dat viel Marianne mee, ze was al bang dat haar man zou brommen. Met koortsachtige haast ging ze aan het werk. Het dienstmeisje was, zoo als altijd des Zondagsmiddags, uit, maken, dan voljt nu en dan eene min of meer duidelijke bedreiging, teneinde andermaal eene uitspraak van tie kiezers fe verkrijgen. Volgens prof- Fabius is dit een gevoig van-den voortgang der democratie, welke zich aanvankelijk richtte tegen den zelf standigen invloed der Kroon, maar langzamerhand ook de ze'fstandigheid van het parlement vernietigt en een goed deel van de macht verlegt naar de kiezersmassa daarbuiten. Het komt er dan slechts op aan welke partij in het bezit is van den bekwaamsten leider, die de kunst verslaat om op die massa te werken. De „Tijd" is van meening, dat dit niet alleen in Engeland, mazr ook ten onzent het geval is. Zaodra de ver kiezingen naderen, dringt de Kamer bij voorkeur aan op het afdoen van die onderwerpen, welke vai in vloed zijn op het succes bij de stem bus. Zeer belangrijke aangelegenheden (administratieve rechtspraak, bewijs recht en dergelijke) blijven liggen, omdat die geen indruk maken op de massa en geen stof bieden voor propaganda-redevoeringen. Het gevaar van dezen toestand is hierin gelegen, dat het eindpunt van alles zou zijn „de absolute macht en het dictatorschap van uit het de mocratisch kiesrecht vooitgtkomen, partijleiders, hetzij in of buiten het parlemeniheizij deel uitraakend van een kabinet, hstiij volstrekt geen wettelijke vei antwoordelijkheid te dra gen hebbend." Een volksuniversiteit. Naar de „N. R. Cf." verneemt, heöben een paar niet-oificieele Nc- derlandsche wetenschapsmenscher, het initiatief genomen tot de oprich ting van een groot, door het heele land vertakt popuiair-wetenschappe- lijk genootschap, een organisatie met verschillende secties. Tegen Maart is een oprichtingsvergadering uitge schreven, waarop o. a. gediscussieerd zal worden over de stichting van een Nederlandsche volksuniversiteit. Gameenteraad van Rotterdam. De burgemeester, de heer Zimmer man, opende gisteren de vergadering van den gemeenteraad met een rede, waarin hij aantoonde, dat de jaar cijfers een bij uitstek gunstig beeld veitoonen van de scheepvaart, en dat ook de binnenvaart-toeneming be langrijk was, zoodat hei havengeld f 2,553,000 bedroeg, tegenover f2 470,000 in 1910. Oók de verwachtingen dragen een opgewekt karakter. De scheepswer ven hebben volop werk. en de Hol landAmerika-lijn heeft ook weder een nieuw stoomschip besteld van 32,000 ton inhoud. In het bouwbedrijf heer schte korten dus moest ze zelve de handen uit de mouwen steken, ze wilde zich ais hui vrouw ook graag vart eene gunstige zijde laten zien. Vandaag vooral, ze had ook haren trois, en wel in niet geringe mate, dit had ze dikwijls genoeg van Jörgen moeten hooren. Intusschen begaven de heeren zich in den tuin, die zich terrasvormig in het steil oploopend landschap uit strekte, dat op zijn hoogste punt eindigde in een boschje, waarin zich ook eenige prachtige eiken bevon den. De jaladeren hadden zich nog niet ontplooid, zoodat men nog een vrij uitzicht had op de Michaëlisal- lee, die de stad Sleeswijk een groe nen krans om het hoofd vlocht. Raven dacht den dokter genoegen te doen door de groote, muzikale gaven van zijne vrouw te roemen. „ja. ja, 't is een heel aardige tijd- passeering als ik uit ben." „Is u niet muzikaal „Verder dan tot studentenliederen strekt zich dat bij mij niet uit. De familieoverlevering bericht uit mijne jeugd, dat ik eens bij mijne moeder moet zijn gekomen en hebben ge tijd eenige slapte, welke echter bij de jaarwisseling overwonnen was. Gebouwd werden 1437 gebouwen, met 2285 woningen, zijnde 1350 wo ningen minder dan in 1910. Ges'oopt werden 861 gebouwen, met 1299 woningen, zijnde 432,woningen meer. Verbeterd werden 2966 woningen. Aan gemeentegrond werd verkocht een bedrag van f 1.433 877,44 zijnde ongeveer 67,000 vlerk. M.aan den linker-Maasoever alleen 18,000 v'erk, M. Deze cijfers zijn aanmerkelijk hooger dan het vorig jaar. De bevolking vermeerderde sterker dan in 1910. Ër vestigden zich 19 382 en verirokk n 17,609 geboorten 12,431, sterfgevallen 5077, zoadat de bevolking in totaa! steeg met 9127 zielen, tegen 8865 in 1910. De be volking bedroeg op 31 December jl. 436,015, (30 jaar geladen telde Rn- terdara slechts 140.000 zielen). In het verhoudingscijfer der ge boorten blijft daling te constateeree. De sterftecijfers zijn gunstig. In 1910 was het verhoudingscijfer nog 17.94 per duizend dit is gestadig gedaald tot 11.77. De jaarlijksche vergadering van „Patrimonium" za! worden gehoudtn op Maandag en Dinsdag 15 en 16 April, te Amsterdam. Wij hebben tot vóór enkele dagen al een zeer onwinterschen winter ge had, tot betchamirg van alle weer- profeten, die ons zrio hardnekkig en beslist een strengen winter voorspel den. Overal nam men teekenen waar van een bijzonder zachte weersge steldheid. In de Hoogeiandsche Park- Ramstraat te Utrecht stonden een 3 tal rozen lustig te bloeienéén er van, een witte, had nog geen blaadje ver loren. Te Goes ving men een leven den meikever. Te Maassluis lifpen na Nieuwjaar de melkkoeien van den landbouwer J. Moerman nog in de weide en hadden nog meer gras dan gepasse.rden zomer. In de Provinciale Vaart te Delft hebben twee mannen tekker gezwommen, waarbij de merel zoo schrijft de berichtgever floot alsof het Mei ware. Het beestje verheugde zich blijkbaar in den aan blik van dat ongewone. Te Ooster blokker, bij Hoorn, de f,uitstreek bij uitnemendheid, plukte men zoowaar den 2en Janu ri nog appelen: lOstuks, niet groot, maar 't was dan ook het tweede gewas, 't Was van een struik, waarvan in September de eerste oogst werd gehaald. Toen bloeide de struik ai voor de tweede maai, en thans be ioven de vruchtknoppen niettemin een goeden oogst voor 1912. Zoo'n zachte winter was in velerlei opzicht voordeeiig, maar hij gaf ook vraagdMoeder, wat zal ik toch doen Ik moet toch meezingen in de kerk en nu zeggen de zusters dat ik ze van de wijs breng, omdat ik zoo valsch zing. En ik vind het toch zoo prettig." Hofman lachte hartelijk bij die herinnering en Raven siemde met zijne vroolijkheid in, toen vroeg hij „Én wat antwoordde uwe moeder hierop „De verstandige vrouw gaf mij den raad, bij haar te gaan zitten, ze had ook nooit goed wijs kunnen houden en nu zouden we dan samen den lieven Heer onze valsche melo- diën maar voorzingen, die zouden Hem zeker evenveel genoegen doen, daar ze uit een vioom gemoed kwa men. Zoo zaten wij van toen af in de kerk naast eikaar, en zongen zoo goed als we het konden." „Maar 't is toch jammer, dat u niet kunt genieten van het spel uwer vrouw. Men behoeft toch niet zelf de muziek te beoefenen om er van te houden." „Zeker niet, als mijne vrouw kon zingen, zulke eenvoudige, kleine liedjes, dat hoor ik graag. Of wan nadeel, schade. Men hoorde b.v. door velen klagen over het rotten der aard appelen an 't ai te vroeg en sterk „uit- 'oopen". 't Gewone verschijnsel in vorstvrlje winters. In 1859. toen men ook zulk een bijzonder heeten en drogen zomer had gehad, was de klacht over het rotten der aardappelen ook algemeen. De bekende Gouverneur dichtte toen het volgende geestige versje De zieke aardappels aan het publiek. Honderd jaren hielpen wij Heel Europa voeden Scheutig spijsden we in dien tijd Millioenea bloeden, ïwintigvoudig beloonden wij 'tWerk van ons verbouwen, Tot wij merkten, dat m' uit ons Foereï is gaan brouwen. Voor goed, heerlijk voedsel gift Dat heet met ons spotten Neem niet kwalijk, dat we dus Liever maar gaan rotten. De „foezel" heeft al heel wat kwaads en ellende gebrouwen. Uit New- Vors maakt men melding van een drama, zooals er meer zich afspelen, maar dat niettemin treffend is. Twintig jaar geleden kwam Evelyn Granville op het tooneelals zangeresniet om haar gaven of talenten, maar louter om haar ongemeens schoonheid. Zij was beslist de mooiste vrouw van het Amerikaansche tooaeel en stend bekend onder den naam van Ameri kaansche Grieksche godin. Haar suc ces was groot. Zij kwam in kennis met zekeren Bur on Websier, een rij ken bookmaker, mei wien zij geregeld werd gezien. Óp een avond, toen Webster uit was, kreeg zij bezoek van twee heeten, den effectenhandelaar Goodwin en een vriend van dezen. De „heeren" beleedigden de schoone miss Evelyn grovelijk, welke beltedi- ging het gevolg had, dat Webster den volgenden dag Goodwin doodschoot. Hij kreeg 19 jaar, maar na 7 jaar gratie. Maar toen hij vrij kwam, was miss Evelyn dezelfde niet meer. Zij was aan bet drinken geraakt en al dieper en dieper gezonken. Veriaten van ieder heeft zij haar ellendig be slaan tot heden voortgesleept, en dezer dagen verscheen zij voor den rechter in beschonken en eilendigen berooi den toestand. Men kende baar niet meerofschoon pas 40 jaar, leek zij diep in de zestig. ik zei, dat zij veriaten van was ie- der.Eé i schepsel was haar echter j treu lang trouw gebleven haar hond, die zijn meesteres overal vergezelde en haar, zoo noociig bijstond. Een hond is toch een trouw d er waaraan mtn zich wederkeerig ook moet hechten. Geen wonder, dat de meeste m-in- schen, en niet hef minst de gevot I ge sekse, de dames, voor een hond gaarne wat over hebben. Dit blijkt ook weer te Bïriijn. Daar heeft oniangs iemand zich gevestigd als wandelaar met honden.Dagelijks kan men hem nu neer ze minder zware muziek speel de als bekende dansen, marschenen coupletten. Dat zou gemakkelijk ge noeg voor haar zijn met hare groote muzikale gaven. Maar ze zegt dat ze daar niet van houdt en dan komt ze met het zwaar geschut, de klassieke muziek voor den dag. Het ergste is echïer, als ze met haren geliefden Bach begint. Eens heb ik hef uitge houden, het was in de wittebroods weken, maar ik verzeker u dat het mij toen ook a! moeite genoeg kostte. Ziet u, mijnheer Raven, in mijn be roep is het mij nooit te ernstig, maar daar buiten heb ik opwekking of rust noodig, absolute rust en vrede. Geenerlei aandoeningen of gevoels uitingen, waarvan de vrouwen dik wijls houden, geen zware gesprekken ook, want men is uitgeput en moet den geest van tijd tot tijd rust gunnen." „Dan moet uwe echtgenooie hare ontspanning dus by anderen zoe ken," merkte Raven wat ironisch op. „Zooals van daag in uw gezel schap. Mij is dat best, kom, bid ik u, zoolang u hier zljt, zoo dikwijls u wilt. Mijn vrouw wil aiieriei verfraai Z&T9* -j&2 zien rondioop<-n met verscheidene honden aan touwen en kettingen. Op den rug draagt hij een bo:d, waarop geschreven staat „10 cent per uur per hond". Voor dezen prijs wandeit hij een uur lang met honden, die men hem toevertrouwt, om ze van de buitenlucht te laten genieten en wat beweging te geyen. Hoe zonder ling dit beroep ook is, toch scfrijnt het den man goed te gaan. Er boden zich zooveel klanlen aan, dat hij ze onmogelijk allen kon bedienen. Hij heeft daasorn met eenige andere lief hebbers van dit nieuwe beroep een overeenkomst gesloten, die een ruim aandeel in de winst bezorgt. Te Arnhem is dezer dagen een dieren-asyl geopeid, waaraan de genceskudigc controle is verbonden van den veearts, den heer P. Baerends. Men kan daar een of ander huisdier in bewaring, in observatie of in be handeling geven, en ook wie een huisdier gedresseerd widen hebben, kan daar terecht, 't Blijkt, dat het asyl ook de groote sympathie heeft van de dieren ze f. De „Arn- hernsche Courant" ontving namelijk van een viervoeh'gcn zwerver de vol gende klacht: Ach, laija baai n au gmïomo Eenzaam zwerf ik au in 't rond. De familie heeft georten, Niemand dacht aan mijn: den koiid. Vreemde menuchen zijn gekomen, Droegen mijnen baai daarhee», Och, wat baat het of ik, PoedelL Nu al blaf of jank of vreea 'k Ben t« oud om mooi te wezen 'k Ben te stijf om vlag te gijn. 'k Heb m'n leeftijd slechts te vreezea. Wat is 't hondsch, een hond te zij.*, 'k Loop nu sedert enk'le dagen. Hier in Arnhem al maar rond, Als ik kon, dan zou ik vragen Wijs 't asyl mij voor den hond l 4k Wil m'n kostje graag betalen Met mijn kunstjes die ik ken, En, mocht ik somtijds e8na falen, Denk, dat 'k maar een hondje bin. 'k Zal mit klagen nu maar einden. Hoor de klacht der hondenziel En als ik geen huia kan krijgen, Breng mij dan maar naar 'fcasyl. D.e zorg voor het „stomme dier" hoe loffelijk ook, zou menig mtnsch het haast benijden. Bij voortreffelijke ingen in den tuin aanbrengen, mis schien stelt u daarin ook= belang, dan kunt ge te zamen de tuinen van Semiramis aanleggen. Als schrijver zal het u aan fantasie daarvoor niet ontbreken." Raven verklaarde zijn best er voor te zullen doen, en zoo liepen ze on der opgewekt gekout de steile paden op en neer, genietend van den heer tijken avond. Op 'i laatst zwegen beide. Jörgen peinsde over een lastig geval in zijne praktijk, en Raven luisterde naar het gezang van de lijster, die boven in de kruin van den eik zat en haar avondlied zong. Zijne ziel was geheel vervuld van de vrouw, die aan de zijde van haren respectabelen man gebrek leed aan alles, wat haar bin nenste vervulde en haren grootsten rijkdom uitmaakte. Het gewone lot der vrouwen dacht hij, maar het vervulde hem toch met toorn tegen de onverschil ligheid van Hofman. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1