Eerste Blad en HUMDEN flit iiammer hestaatflit 2 hladeB f 0.30. Q Maandag 8 Januari EHi r 174. Feuilleton. No. 6. 50e Jaargang. 1912. Winfer- lonfjes veMi. r Verlichflngs- ngs - Artikelen. astraat tO. E.H.Jaarsma.Godin voor Zeeland Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TERUGBLIK. Brieven uil de flofsted ftboiinements-flduerfenfiën op zeer ooordeelige voorwaarden BINNENLAND. jtpel UUR tra. opjes in en sorteering van Is, iels, ifères, arden, 'ornuizen, enz. enz. e Artikelen, uit de Fabrieken ais n de fabrieken van nck, Amsterdam. anoodigd. "Wti VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek bandelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Overzicht der voornaamste gebeurte nissen in het jaar 1911. II. Wat wij in ons vorig opstel be spraken, doet onwillekeurig de vraag rijzen, hoelang het gevaar voor een algemeenen oorlog thans weer be zworen is Immers, de oorzaken, waardoor die zou hebben kunnen ontstaan, zijn niet weggenomen want daarvoor zijn noodig belangrijke wij zigingen in de internationale politiek, tot stand gebracht met meer alge- meene medewerking. Zoolang dat niet het geval is, hangen wij nog steeds van het toeval af. Toen het jaar begon, sloot Amerika een vér strekkend arbitrage-verdrag met En geland. Dit scheen veel sympathie te ontmoeten en er was ook reeds van andere dergelijke verdragen spra ke. Later hoorde men er niets meer van. Maar zelfs al ontstonden er overal van die overeenkomsten, dan zou 't er mee gesteld zijn als met een rijk, dat wel wetten bezat, doch waarin de nakoming dier wetten door niets verzekerd was. De arbitrage stelt de eene partij in het gelijk en de andere in het ongelijkdoch vraagt men door welke middelen de in 't ongelijk gestelde partij gedwongen kan worden tot nakoming van het vonnis, dan is het antwoord nog steeds zeer bedroevend. Men mag wel goed bedenken, dat arbitrage-verdragen op zich zelf zeer weinig beteekenen en geheel aankomen op de goede trouw der partijen, wanneer er geen macht aanwezig is, die de nakoming der aangegeven overeenkomsten kan waarborgen en de uitvoering der ge nomen beslissingen eischen. Nog on langs is in de „Nieuwe Gids", door professor Vollenhoven op dit belang rijk punt de aandacht gevestigd ofschoon wij voor ons ook, en nog veel meer, verwachten van de alge- meene volksopvoeding en het veld- winnen daardoor van liet vredes- denkbeeld onder de volken. Om nu tot de wereldgeschiedenis terug te keeren, vinden wij in het groote Duitsche rijk, dat binnen enkele dagen de vuurproef der verkiezingen weder zal moeten doorstaan, nog geen zeer rooskleurige toestanden. De be lastingen drukken zwaar; de invoer rechten bevoordeelen bepaalde stan- O— 21.) Hij scheurde den omslag er af en ondervond plotseling een groote ver lichting. Daar was het, wat hij zocht. Een zwaar pak viel hem van 't hart. Wie alles zoo zorgvuldig had inge pakt, zou een ander er nooit een blik in hebben laten slaan. Hij greep naar het kistje, de brieven wilde hij dade lijk verbranden. Hij wensehte de spre kende getuigen van dien tijd zoo spoedig mogelijk te vernietigen. Reeds wilde Raven den inhoud van het kistje op tafel uitschudden, toen hjj het briefje ontdekte dat boven op lag. De woorden van den visscher kwamen hem in de gedachte, Ma» ren's schrift was ternauwernood te herkennen, zoo onzeker was de hand geweest, die deze paar woorden had geschreven „Ik weet mijne zaak in goede han den en houden de prijzen der levens middelen hoog. Nog steeds voert het aarts-conservatieve Pruisen, die echt militaire standen-staat, in Duitschland den boventoon, maar het verzet daartegen wordt bedenkelijk groot. Op den langen duur zal liet niet kunnen worden geduld, dat de staat die in Duitschland moest staan aan de spits van beschaving en vooruit gang, geheel den tegenovergestelden weg uitgaat en aan een tweede Rus land doet denken, waar de vrijheid kwijnt en de ambtenaren met hun politiemacht den boel regeeren. Van hetgeen de naaste tijden hier bren gen kunnen is voorhands weinig te te zeggenmaar in het Russische rijk is in dit opzicht vooreerst niets te hopen. Een kleine honderd jaar geleden kwam bij ons ookhetzoogenaa, ïdebe- siuiten-stelsel in zwang en vo id ko ning Willem I, met zijn afkeer van de ministerieëie verantwoordelijkheid, het ook maar beter om de volksvertegen- diging rustig te laten. In Rusland gaat het thans ongeveer op dezelfde manier en doet deDoema dienst als ornament maar men heeft dan toch een consti tutie en een volksvertegenwoordiging en onder dien dekmantel kan men de volksrechten en vrijheden naar willekeur vertrappen, het land met spionnen overdekken en in figuurlijken zin met den knoet regeeren. Niemand heeft het in dit opzicht erger gemaakt dan minister-president Peter Stolypin, die ten slotte door de hand eens moordenaars gevallen is als slacht offer van zijn eigen stelsel en als zoen offer voor de ten top gestegen volks verbetering, die zich op geene andere wijze dan door moord kan uiten. De Oostenrijksch-Hongaarsche mo narchie, hoe mild het bestuur daar in veie opzichten wezen moge, gaat ook onder de nawerking van versle ten regeerstelsels gebukt. Aan de be langen der groote grondbezitters wordt ook daar alles opgeofferd en een aartsconservatieve Eerste Kamer, doof voor de stem des volks, houdt alles tegen wat niet in haar kraam te pas komt. Gelukkig dat de twisten tus- schen de beide groote deelen der mo narchie weer een beetje sluimeren maar er is weinig noodig om de oude veeten weer in volle kracht te doen herleven. De oostelijke rijken van Europa hadden wei eens een voorbeeld mo gen nemen aan het Vereenigd Konink rijk, met zijn eeuwenheugende instel lingen, waar toch ook een op een versleten stelsel gebaseerd Hoogerhuis, allen wezenlijken vooruitgang en elke staatkundige ontwikkeling, als uit den booze, tegenhield. En toch is de par- lementswet er gekomen en heeft aan de volksregeering het overwicht ver den is, gij moogt hel lauweitakje van het succes, als de wereld het mij wil reiken, in een krans vlechten en op mijn graf leggen. Mijn laatste gedachte in dezen wensch behoort u, mijn meest geiiefden dierbaarsten man, gij hebt uw Maren zeer gelukkig ge maakt. Leef wel 1" De handen, die het briefje vasthiel den, verfrommelden het, en in de blauwe oogen van Raven lichtte een plotselinge toorn. Besluiteloos keek hij naar de kachel, hij overlegde. Het scheen hem onvoorzichtig, hier die gevaarlijke papieren te verbranden. Daar viel zijn oog op eene leeren handtasch, die hij Maren eens had gegeven, deze behoorde nu immers ook tot zijn erfenis. Dat was eene goede gedachte, daar zou hij alles in pakken wat hem toebehoorde. De schrijfmachine kon hem worden na- gezonden.Binnen weinige minuien was alles geborgenmet de tasch in de hand ging hij weer de trap af en trad bij Süver Kriibbe binnen. „Ik beb alle gedachtenissen, die mejuffrouw Maren Jebsen mij ver maakte, hier ingepakt, heer Kiü'obe, de papieren ook. Later zal ik u be- zekerd. Men mag echter niet vergeten dat de Kroon zelf in Engeland niet tegenwerkt, maar naar den gebleken volkswil handelt. Vermoedelijk zullen de Ieren voor hun medewerking beloond worden met de vervuiling van hun liefsten wensch het bekomen van zelfbestuur, de zelfstandige regeling van hunne ei gene inwendige zaken, ierland zal daar door, ofschoon het totnogtoe als een deel van het Rijk beschouwd werd, weer gelijk gesteld worden met de Engel- sche koloniën, die onder het opper gezag der kroon zich zelf regeeren. Van de plaats gehad hebbende ver anderingen verwacht men in Engeland vooral een verbetering van het lager onderwijs in meer vooruitstrevenden geest, en hervorming van het kiesrecht. Al heeft Engeland een gekroond hoofd, het staat thans wat het regeer- stelsel betreft vrij dicht bij Frankrijk al zijn de toestanden in beide rijken zeer uiteenioopend. Uiteraard heeft dat ook invloed op de staatkunde en men kan met een gerust geweten zeggen dat, wanneer de Fransche politiek in Marokko in het afgeioopen jaar niet zoo krachtig door Engeland ware gesteund geworden, de republiek zulke resultaten niet zou hebben verkregen als thans het geval is geweest. De meest achterlijke landen van Europa, Spanje en Portugal, bleven het natuurlijk. Spanje sukkelt geheel op de oude manier door en in Por tugal heeft men de handen vol met' maatregelen om de jonge republiek op eigen beenen te ieeren staan, en het zal nog wel heef lang duren, eer men eindelijk eens een beetje met ernst aan verbeteriu. van den treuri- gen inwendigen toestand des lands kan gaan denken. Zoo schrijven wij dan 1912 en ik maak mij op, om U mijn eersten brief van dit jaar te zenden. Hopen wij dat gij dit jaar tevreden over mij zult zijn. Erg vleiend zullen mijn correspon denties ook dit jaar niet zijn, vrees ik, maar dat is niet mijn schuld verre van dat. Dat is de schuld van mijne medeburgers en van de toe standen in onze heerlijke hofstad. Waarom noemt men toch eigenlijk 'sGravenhage „Hotstad" 1 Weet gij 't lezer dan weet ik 't. Zou men misschien willen zeggen omdat'tHof er zijn domicilie heeft? Och kom, wie dat zegt, kan 't toch waarlijk zelf niet meenen. De Koningin en haar gevolg be vindt zich van de 12 maanden er drie in Den Haag. Zegeen maand in Amsterdam, blijven er nog acht stuks over, die zij in Apeldoorn slijt. richt zenden over de schrijfmachine. Uwe vaderstad bevalt mij zoo goed, dat ik hier wel eenigeti tijd zal blij ven. Als u het goed vindt, kom ik u ook nu en dan bezoeken." „Dat zal mij genoegen doen. En u moet ook kennis maken met dokter Hofman. Dat is een man Als een broeder was hij voor onze Maren." Raven knikte maar en verliet het huis. Tot aan de deur ging Süver Krübbe met hem mee, toen keek hij hem met ernstigen blik na en zei tot zijne juist naar voren komende vrouw „Moeder, wat heeft die er ook onder te doen. Ja ja, die Maren, als eene dochter was ze mij." VIERDE HOOFDSTUK. Van dag tot dag had Raven uit innerlijke vrees zijn bezoek bij dokter Hofman uitgesteld, maar vandaag, het was Zondag, om vier uur, begaf hij zich naar zijn huis, in de vaste veronderstelling, den gezochten arts thuis te vinden. Maar hij had zich vergist. Reeds wilde hij weer heen gaan, toen een elegante dame de stoep opkwam en voor hem bleef staan. Men zou dus veel wijzer doen Apel doorn tot residentie te verheffen. Met dat al vindt men 't in Den Haag alles behalve plezierig, dat het Hof zich zoo weinig in 't Paleis aan 't Noordeinde bevindt en vooral de winkeliers vinden 't onaangenaam en zeer begrijpelijk is 't, dat zij gaarne zouden zien,dat 'tHof wat meer in Den Haag was, waardoor ook 't vreemde lingenverkeer grooter zou zijn en bok de verdiensten ruimer. En toch heeft de Koningin met de Hofhouding zulk een ongelijk, als zij hier niet wil vertoeven Kijk eens, ik als Hagenaar zou ook liever zien, dat de Koningin meer in den Haag was, doch eerlijk moet ik 't bekennen ik voor mij ben over tuigd, dat Hare Majesteit nog niet zoo'n ongelijk heeft, met niet al te veel in Den Haag te komen. Want, eerlijk gezegd rustig kan de Konin gin hier niet over straat loopen. Nog geen voet heeft zij buiten de paleis- deuren gezet, of daar hokt 't publiek, 't zoo groot doende Haagsche publiek, samen en iedere stap welke de Vor stin doet, wordt bestudeerd. Haar kleeren, haar hoed, parasol, enz. enz., kijk, precies wordt dat opgenomen. Zelfs is 'f wel zoo erg geweest, dat H. M. moest verzoeken, haar rustig over straat te laten wandelen. Met andere woorden, niet meer zoo on beschoft te zijn. 't Moet je maar ge zegd worden. Nu, beleefd kan ik 't juist ook niet noemen, iemand zoo te begluren en te beturen. Feit is, dat als de Koningin 's mid dags uit moet, er 's morgens reeds menschen op de bank onder den groo- ten kastanjeboom voor 't paleis zit ten, om toch vooral maar te kunnen zien hoe zij er uit ziet. Gaan wij eens terug naar den tijd, dat 't Prinsesje moest geboren wor den. Wat zagen wij toen gebeuren De Koningin, die toch voor haar gezondheid wandelde, werd op een onhebbelijke manier lastig gevallen door 't publiek, zoo zelfs, dat zij een maal naar 't paleis terug moest keeren, herinner ik nog de geschiedenis wel. Nu dat alles werkt er niet toe mee, dat het Hof hier langer zal vertoeven, integendeel. Ik geloof dat de Koningin blij is als zij „Den Haag" „achter" zich heeft. Zelfs in een kerk kan men zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Toen de Koningin-Moeder Zondag avond, Oude Jaarsavond, in de Groote Kerk verscheen, die tusschen twee stampvol was, toen drukte men elkaar schier van de been, om toch vooral maar te kunnen zien en precies na te kunnen vertellen, wat de Vorstin aan had. En zelfs terwijl de predikant zijn rede hield, stond men af en toe op en begluurde de Koningin op een bijzonder hatelijke manier. „Wilt u mijn man spreken?" „Ja, maar hij is helaas niet thuis', antwoordde Raven. „Kan ik misschien de boodschap ook overbrengen vroeg Marianne. „Mijn naam is Raven, mevrouw. Ik kom voor eene persoonlijke aan gelegenheid." „Ha, be it u dr. Raven, de schrijver." Marianne keek biij verrast op, ze vond het heerlijk den man te leeren kennen, met wien hare fantasie zich reeds eens had bezig gehouden. „U kent mij vroeg Raven ver baasd. „Slechts bij naam en dat nog toe vallig. Een patiente van mijn man copieerde een uwer werken en mijn man, gedienstig als altijd, bracht het pakket naar de post." „Dan zijn wij in zeker opzicht al met elkaar bekend," antwoordde Ra ven en keek de jonge vrouw met eene opflikkering zijner oogen aan. „Natuurlijk, en daarom geloof ik goed te doen, u te vragen binnen te komen en mijnen man op te wachten 1" Raven boog en nam graag de vriendelijke uitnoodiging aan. Hij kon geen oog afhouden van die bekoor- Kijk eens zulke dingen kunnen er niet toe meewerken de Koningin langer in de residentie te doen zijn en ik geloof dat wij eerst moeten beginnen wat beleefder te zijn, meer de vorste lijke personen met rust te laten. Dan misschien kunnen wij als 't wat verder is, 's Gravenhage de residentie noemen. ik vertelde u zoo straks, dat de Ko ningin-Moeder Zondagsavond onder 't gehoor van ds. Cramer, in de Groote Kerk was. 'tWas zoo vol in deze kerk, dat de paden tusschen de banken en stoelen, bezet waren. 't Is toch eigenlijk ergerlijk, dat voor een gelegenheid als een oudejaars avond, dat recht op plaatsen nog geldt, terwijl ik 't voor mij zelfs belachelijk vind, dat er in een kerk nog eigen plaatsen zijn, dat men in een kerk, als bij een comedie, plaatsen kan be spreken. Zie, dat zijn dingen, die moe ten niet plaats hebben. Laat men toch verstandiger worden. In de kerk is ieder mensch gelijk. Geen besproken plaatsen, wie 't eerst komt, toont 't meeste behoefte aan een kerkgang te hebben maar Dixi. Kamerverkiezing Hilversum Men schrijft aan de „Res.bode" dat het f: verwachten is dat de heer A. Colijn de candidaa! der rechische partijen wezen zal. Het blad verneem', dat de anti-rev. kiesvereeniging zich ten gunste van den heer Col ij n zal ui spreken. Het bestuur van de districtsfederatie der S. D. A P. heeft, mar het „Volk" meldt als tweetal, waaruit de candi- daat gekozen zal worden, aai de afdeeling opgegeven de heeren dr, Th. v, d. Waerden en F. M, Wibaut. Inzegening van diaconessen, in tegenwoordigheid van een zeer talrijke schare belangstellenden, waar onder H. M. de Koningin, vele dia conessen, predikanten en dokters had gisteravond in de Kloosterkerk te 's Gravenhage de plechtige inzege ning plaais van 12 zusters tot dia conessen. Nadat de Gem rente psalm 138 1 had gezongen (,,'kZai met mijn gan- sche hart" enz.) las ds. Vermeer 1 Cor. 12 en sprak hij vervolgens naar aanleiding van Matih. 8 vers 16 en 17 over de onafscheidelijkheid van lichamelijk en geestelijk lijden in Christus' oog, de geestelijke betee- k;r,is van Christus' krankengenezing. Het zusterkoor zong daarna „De Wereld zingt Gods lof De eigenlijke inzegening werdver- r cht door ds. Groeneweg, die aan deze plechtige handeling een toe- lijke jonge vrouw, die hij hielp het manteltje van haar lichtgekleurd wandelcostuum uit te trekken, nog voor het onhandig dienstmeisje kwam toeloopen. De peis hield Marianne nog om, alleen den hoed zette ze af, toen ging ze hem voor door de smalle gang en deed de kamerdeur open. „U moet het verontschuldigen, dat het hier nog wat ongezellig uitziet, de werklui 'zijn nog niet klaar. Ik heb mij een nieuwe muziekkamer laten maken. Dit waren vroeger drie kleine kamertjes, en nu is het eene mooie, heldere ruimte geworden, waarover mijn man zich zelfs verheugt". „Was hij dan tegen die verande ring „Ja, hij is zeer conservatief, maar den laatsten tijd beperkt hij deze eigenschap aiieen tot zijn eigen rijk, Ik mag in het mijne naar hartelust regeeren". „Dat is zeer verstandig en moest in ieder huwelijk zoo zijn", zei Raven, (Wordt vervolgd.) H

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1912 | | pagina 1