Woensdag 13 December Feuilleton. Ho. 294 1911. BINNENLAND, 49e Jaargang. VLISS1INGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÉN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regei meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. VsrschslRf dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER, 10. fibonnemants-^duerfentien op zeer voordeeliga ooorioaarden De Koningin in de Residentie. Hei Hof is gisterenmorgen per extra trein te 8.35 van hei Loo naar de Residentie vertrokken. De Koningin en de Prins, met de dames en de heeren van de hofhou ding, begaven zich van het Paleis te voet naar den trein, op een afstand gevolgd door het Prinsesje, die dooi mejuffrouw Marting op den arra werd gedragen, vergezeld door haar hof dame, freule van de Poll, die een der speelpoppen van het Prinsesje droeg. Op het perron wandelde het Prinsesje aan de hand van de hof dame heen en weer en wuifde tegen het publiek. Tegen het verbek nam de Prins die nog tot Vrijdag op het Loo blijft in het salonrijiuig afscheid van de Koningin en het Prinsesje, waarop de trein zich in beweging zette. Het Prinsesje wuifde nog uit het rijtuig. Van den burgemeester die H. M. uitgeleide deed, nam H. M. met een handdruk afscheid, H. M. werd bij aankomst te 's Qra- venbage aan het statioh begroet door den burgemeester, den gouverneur der residentie en den opperstalmees ter, in tegenwoordigheid van een talrijk publiek. De Koningin onderhield zich met de autoriteiten, wien het Prinsesje na een buiging handjes gaf. Ook vóór het paleis was een jui chende menigte bijeen, weike door het Prinsesje met een miniatuur-bou- queije in de hand werd toegewuifd. Tweede Kamer. Gisteren werd de behandeling van hoofdstuk waterstaat voortgezet. Bij art. 82 bepleit de heer Vorster- man van Oyen verbetering van de kanaal- en haventoestanden te Ter neuzen. „Ook bespreekt hij het voor nemen der Belgische regeering om de spoorwegtarieven naar Beigie te verhoogen den minister vragend te trachten zulks te voorkomen. Voorts drong hij aan op verbree- ding van bet kanaal Terneuzen—Gent. De minister van waterstaat, de heer Regoui, verklaarde dat in belang van de exploitatie der haven te Terneuzen deze werd opgedragen aan de spoorwegmaatschappij Mechelen— Terneuzen. Het contract geeft alle waarborgen voor een goede exploi tatie. Tot de Belgische regeering werd inzake intrekking van het uit zonderingstarief een krachtig vertoog gerichtde onderhandelingen zijn overigens r.og hangende. De Duurte-toeslag. tegemoetkomingen wegens i.) Dokter Jörgen Hofman kwam uit het johannesklooster, hef aan de Schlei gelegen damesgesticht. Hij had weer voor de zooveelste maal ondervonden, hoe het is, als de dood aan het ziekbed van een geliefd, dierbaar wezen staat, en hij, tot wien zich de biddende handen smeekend uitstrekken, niet helpen kan, maar machteloos moet toezien, hoe het lichaam, door pijn gefolterd, lang zaam zijne ontbinding nadert. In dit gevoel van geheele hulpeloosheid verlangde de arts dubbel naar an dere indrukken. Een zware dagtaak lag achter hem. Hij had zich a! op een gezellig kcffieuurije aan den war men haard verheugd, maar hij ge voelde nu behoefte naar buiten te gaan, naar de uitgestrekte weide, die buiten de stad ligt en ver in de duurte van levensmiddelen aan daar voor in aanmerking komende lagere ambtenaren en beambten van het Rijk zijn in 10 ontwerpen van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal voorgesteld. Tot toelichting van al deze voor steilen wordt verwezen naar de rae- dedeelingen der regeering in haar antwoord op het verslag betreffende aigemeene beschouwingen der Staals- begrooting 1912. Dr. Kuyper en de minister De Waal Malefijt. De „Standaard" van gisteravond bevat het volgende„lngezonden Stuk" „Hooggeachte Heer en Vriend. Het was mij oorzaak van geen geringe vreugde, dat, toen Vrijdag middag de voorzitter der Tweede Kamer de beraadslaging over het persoonlijk feit voor gesloten ver klaarde, alle misverstand tusschen het kabinet en mij uit den weg was ge ruimd. Juist daarom echter kan ik u niet zeggen hoe 't mij griefi, dat men thans weer een beieediging poogde te distiileeren uit wat geheel omgekeerd strekte om den zoen te bezegelen. Ik herhaal u daarom hier gaarne, wat ik in de Kamer betuigde dat 't mij leed was, de uitdrukking, „gekwetst" te hebben gebezigd, die u blijkbaar smart had veroorzaakt, en dat ik ze daarom volgaarne terug nam. Kon ik dit nu maar evenzoo doen met de woorden waaruit men nu weer gif zoog, maar dit kan ik niet, omdat hiermede, een onmisbaar schakel uit de verzoening zou uit vallen. Het zou mg te ver ieiden, zoo ik dit in dit schrijven toelichtte. Het isdaaiom betsr dat ik heigansche in cident, zoodra ik tijd vrij krijg, eens in een afzonderlijk vlugschrift be spreek. Althans eer het winterreces vooibij is, hoop ik u een daartoe strekkende brochure te kunnen aan bieden, en dit wel onder den titel, dien gij mij zeif inspireerdet„Af schuwelijk misverstand". Ware tk, toen dr. de Visser, na den heer Patijn, sprak, nog in de Kamer geweest, zoo zou ik terstond geriposteerd hebbenmaar ik moest weg, en kon niet vermoeden, dat dr. de Visser, of wie ook, nog op de zaak zou terugkomen daar de voor zitter het persoonlijk feit reeds ge sloten had. Zonder in iets de banden van po litieke kameraadschap in den strijd de u en mij heilige beginselen losser te laten worden, blijf ik gaarne geheel de uwe. KUYPER. De Nobelprijs voor den vrede. Aan den Staatsraad mr. T. M. C. Asser is de internationale Nobelprijs voor den vrede toegekend. Schlei uitloopt. De natuur is in oproer. Da wol ken jagen door het luchtruim, de wind brult over water en land. Nog is deze alleenheerscher en zijn woe de houdt de regenmassa's tegen, die dreigen neer te storten. Dokter Hofman iiep steeds voort, de eenzame herberg voorbij, die hij op zomeravonden zoo gaarne be zocht, tot dicht aan het bruischend, bulderend water. Juist liep eer.e boot binnen, en zijn scherp oog deed hem den bestuurder herkennen. „Stiver KrübbeWaarachtig, hij is heiIs die man gek De arts deed eenige schreden ter zijde, daar, waar de netten van de Holmer visschers aan ontelbare pa len zijn bevestigd, daar legde het vaartuig aan. De oude in de boot zat aan het roer, de jongen haalde het bruine, klappende zeil in nu lag ze stil. De man ging opstaan, langzaam, ais kostte 't hem eenigs- zins moeite; dokter Hofman wist wei waarom Stiver Krübbe had een houten been, dat had hij al, toen hij hem, den knaap, voor ongeveer tien jaar, het zeilen leerde. Süver Kiübbe Naar men mededeelt, heeft mr. As ser terstond, nadat hij de hem ver leende onderscheiding vernomen had zijn voornemen te kennen gegeven, om voor zooveel die prijs uit een aan de gouden medaille toegevoegde geldsom bestaat, deze som na af rek van rijks- en gemeente belasting Ie bestemmen voor werken en instellin gen, strekkende tot ontwikkeling van 't internationale recht. Ver. van Voorzitters en Secretaris sen van Kamers en Arbeid. Deze heeft gisteren te Utrecht een aigemeene vergadering gehouden. De heer Jos. de Sterke, uit Rotter dam, de voorzitter der vereeniging hield de openingsrede. Spreker ving aan met een woord van dank aan de leden der reorganisatie-commissie voor hun arbeid, in het bijzonder aan de heeren prof. Drucker en prof. Meyers. Opmerkelijk is het zeker, zei spr., hoe allen naar het oogenblik verlangd hebben, waarop het aanbieden van het doodvonnis der Kamers in hunne huidige organisatie plaats had en hoe hetniemand onzer zal spijten, wanneer de voltrekking van dat vonnis spoedig zal geschieden. Al is de tijd nog niet aangebroken om de lijkrede over onze tegenwoordige Kamers van Arbeid uit te spreken, toch mag wor den opgemerkt, dat in enkele kringen, de tegenwoordige Kamers van Arbeid meer waardeering hebben ondervon den, dan wij hadden durven veron derstellen. Men was daar van mee ning, dat dit instituut met zijne be perkte middelen veel heeft medege werkt om sociale toestanden te ver beteren, al was het ali-en maar door tal van kleine geschillen, die gemak kelijk grooteie verhoudingen hadden kunnen aannemen op bevredigende wijze op te lossen. Maar wij, die voorzeker bet nut van dat zoogenaamde „kleine werk" wel inzien, zagen de Kamers toch ook gaarne geroepen, het grootere werk te verrichten. Er. nu, een enkel woord over het rapport zelve. Wellicht zijn er onder u, die na lezing van het rapport, tot de slotsom zijn gekomen, dat het niet aan alle verwachtingen, in onze krin gen geuit, voldoet. Zonder het debat door u straks ie houden, ook maar eenigszins vooruit te loopen, wensch ik toch even hiervan de verklaring te geven, nl. dat wij, vertegenwoor digers uwer vereeniging in de com' missie, eerstens getracht hebben zoo veel mogelijk eenstemmigheid te be vorderen in het uitgebrachte rapport en wij ons daarom wel enkele malen genoodzaakt zagen, niet te veel vast te houden aan de meeningen, die in onze kringen heerschten. En twee- dens, dat men wel in het oog mag was de leermeester van de gezamen lijke jeugd, die zich liever op de Schlei ophield, dan over de boeken te zitten. De oude visscher was in dit opzicht geheel op de hand van de vrijheidlievende jeugd, want hij hield niet van de wetenschap, maar des te meer van practische bekwaam heid. Daarom was Jörgen Hofman zijn bijzondere lieveling geweest en hij had het ais een groot wonder beschouwd, dat diens scheepje niet gestrand was op de klippen der booze examens, maar dat deze nu ais medische raadgever bij den ze ventigjarige werd geroepen, als de rheumatiek hem soms eens te erg te pakken had, of als het hem al te benauwd op de borst was. En nu, bij dien stijven noordwestenwind, die de Noordzee ais eene zilt; groet van de westkust overzend, had de dui- veische kerel, die Süver Krübbe, toch waarlijk binnen moeien bigven. Nu was de oude visscher geluk kig geland en stapte krachtig tegen den wind in, die in zijn glimmend oliepak greep en hem de stijve kap van het hoofd wilde rukken. Hof man schudde hem stevig de hand en houden, dat critiek uitoefenen en het aangeven van verbeteringen in geheel aigemeene termen en phrasen ge makkelijk, maar fouten opheffen maar in grootere te vervallen zeer moeilijk is, en dat, bij de uitwerking van globaal aangegeven denkbeelden in bijzonderheden en het geschikt maken daarvan voor de praktijk, eerst recht de moeilijkheden beginnen. Ontsnapt uit de gevangenis. Bij de ontvluchting, die ditmaal uit de cellulaire gevangenis te Scheve- ningen heeft plaats gehad, bereikt de „onbegrijpelijkheid" haar hoogte punt. Toen onlangs een gedetineerde te Leeuwarden wist te ontkomen, heette het, dat de belendingen zijn vlucht hadden mogelijk gemaakt. Maar de gevangenis ie Schevenin- gen staat geheel geïsoleerd in de duinen, is van de meest moderne inrichting, en nu het wonderlijkste volgens de overtuiging van deskun digen heeft de ontsnapte hulp gehad van buiten 1 Er zijn staven voor de ramen kromgebogen, de man is ge» holpen om naar builen te komen, koitom, als men zich met eenige ver beelding tracht voor te stellen hoe de ontvluchting ia haar werk is ge gaan, staat men van stomheid gesla gen, dat zooiets mogelijk is geweest, Als „doekj:s voor het bloeden" wordt verteld, dat de man in een donkere cel was geplaatst en dat het maanlicht zoo eigenaardig vie! op het gebouw, dat het moeilijk was waar te nemen wat gebeurde in de onmiddellijke nabijheid van het ven ster, waaruit hij is ontsnapt. Maar men maakt daarmede de zaak toch eigenlijk niet beter voor hen, die voo' deze ontsnapping verantwoordelijk worden gesteld. Want een dergelijke samenloop van feiten wijst er op, dat de ontvluchting geschied is na voor afgaand overleg. De gevangene heeft te voren, op welke wijze dan ook, afspraken kun nen maken met hen, die besloten hadden hem te helpen men be hoeft toch waarlijk geen Sherlock Hoimes te zijn om dit te beweren en het is raadselachtig hoe die com municatie heeft gehad, wanneer men niet wil onderstellen, dat de bewa king zoo niet alles, dan toch zeer veel te wenschen heeft overgelaten. Hoe in een dergelijken toestand verbetering is te brengen, kunnen slechts meer deskundigen dan wij be slissen. Toch meent het „Nieuwsblad voer Nederland" goed te doen een enkele aigemeene vingerwijziging te geven De toeneming van het aantal ontvluchtingen uit de gevangenissen valt samen met de afschaffing van de militaire wachtposten. Men meende dat ervaren bewaar zei„Wilt ge dan nog voor uw tijd naar de hel loopen „Neen, dokter, de duivel wil mij nog niet 1" Ondeugend schitterde het in de lichtblauwe zeemansoogen en om de mondhoeken trilde een onderdrukte lach. In het verweerde gezicht waren door het leven zoovele teekens ge grift, dat verscheiden mensehen het er mee hadden kunnen doen. „Hoe was de reis vroeg Hofman. De oude moest goed te spreken zijn, dat was aan alies te bespeuren. „Koud en nat, dokter. Moeder moet mij een stevige grog klaarmaken. Ga mee, dokter, dan zal mijn oudje nog eens in haar schik zijn". „Ik moet naar huis, Süver Ktübbe, anders bromt mijn oudje, schertste de arts. Weer kwam er eene flikkering in de heldere oogen van den visscher, hij dacht aan de jonge mevrouw Hof man en vergeleek haar waarschijnlijk met zijn oudje. Zwijgend liepen de beide mannen nu naast elkaar voort, de wind werd steeds heviger en blies hun juist in 't gezicht, de jongen kwam langzaam ders beter een oog in het zeil zouden houden dan onervaren miliciens. Voorzeker niet tegen te spreken, doch men zag daarbij éen dingover het hoofd dat een gevangene altijd nog zoo bang is voor zijn hachje, dat hij wel een ontvluchting waagt, als hij weet dai hij op zijn hoogst weer door bewaarders en veldwach ters bij den kraag wordt gepakt, doch dat hij zich wel tweemaal bedenkt om zijn vrijheid te herwinnen, wan neer hij weet dat hij kans loopt op een schot met scherp onthaald te worden. En daarbij komt dan, dat, indien militaire schildwachten geregeld de ronde deden om een zoo eenzaam gelegen gebouw ais de Schevening- sche gevangenis, zeer waarschijnlijk de communicatie met de buitenwe reld in hooge mate bemoeilijkt, zoo niet onmogelijk gemaakt wordt. Verdient het, wanneer men de za ken in dit licht beschouwt geen aan beveling het herstel van militaire bewaking onzer gevangenissen eens te overwegen En als men er geen miliciens voor wil gebruiken, waarom dan b.v, de marechaussee niet met die taak be' lass Prijsvraag voor een feuilleton. Door de directie en de uitgevers van „De Amsterdammer", weekblad voor Nederland, wordt een prijsvraag uitgeschreven voor tien, als de beste uit te kiezen, novellen of schetsen, geschikt om te kunnen dienen als feuilleton voor het genoemie week blad De omvang moet niet beneden 3000 woorden blijven en 8000 niet te boven gaan. Uitgeloofd worden 6 prijzen, ter waarde van f 400, ver deeld ais volgt: éen lè prijs af 125, éen 2e prijs a f 75, vier 3e prijzen a f 50. Da ingezonden bijdragen zullen beoordeeld worden door een jury be staande uit Ina Boudier—Bakker, Cyriel Buysse, en Frans Coenen. =ss=====^ciiT2AKEiïI In den afgeloopen zomer diende M. S uit Middelburg, in het Kur- haushotel te Scheveningen. Bij het vegen van een der restauratiezalen met een zg. Amerikaanschen- of rol- bezem weigerde plotseling het werk tuig en bij onderzoek bleek er een broche met diamanten in te zitten, welke een dame verloren had. Aanvankelijk dacht het meisje niet dat het sieraad waarde had en hield zij dit voor zich, met welk doei wist zij echter zelf niet. Na een paar da gen kwam zij echter me! één steentje dat naar zij beweerde, uit het mon tuur had los gelaten, bij een knecht, die eens voor haar informeerde of dat steentje ook waarde had, hetgeen achter hen aanhij was zwaar be laden. Nu waren zij tusschen de hui zen van de Zuiderholmstraat geborgen en stapten vlugger op, want er be gonnen enkele droppels te vallen. De straat verwijdde zich tot een klein rond plein, waar omheen de kleine visscheishutten van den Holm ston den, Men had het huis van Süver Kiü'obe bereikt. Zijn kleine vensters zagen uit op het kerkhof, dat op het plein lag.; Het is een eigenaardig oud kerkhof gelegen in het verlengde van de Noor der en Zuiderholmstraat en meteen het middelpunt uitmakende van hef Holmer burgerambtsgericht, dat met zijne rechtmatige en oudvaderlijke gebruiken en wetten in het gebied van de stad Sleeswij k, een straat op zich zeiven vormt. Een visschersstraat want de zoon wordt steeds, wat de vader was, hem behoort het visch- recht op de Schlei, en geen vreemde zij het ook zelfs den schoonzoon, wordt toegelaten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1