Het Stiefkind.
No. 275
49e Jaargr&ng.
1911
Dinsdag
21 November
Feuilleton®
BINNENLAND,
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTlENvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon» en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnements-fiduerfentiën op zeer uoordeelige voorwaarden
De aardbeving
en de Koningin-Moeder.
Men schrijft aan de „Tel."
H. M. de Koningin-Moeder, die
tijdens de aardbeving van Donder
dagavond op het Koninklijk kasteel
König vertoefde, heeft daar nog eenige
spannende oogenblikken beleefd.
Ooggetuigen toch verklaarden ons,
dat dit natuurverschijnsel een zeer
ongewonen en vreemden indruk op
de vorstelijke personen en de andere
aanwezigen had gemaakt, wat zeker
niet te verwonderen is. Ongeveer zes
seconden duurde de aardbeving, die
met onderaardsch gerommel gepaard
ging. Kalk vie! van muren en pla
fonds, terwijl hangende voorwerpen
aan den wand heen en weer slin
gerden en lichte voorwerpen in kas
ten en op schoonsteenmanlels om
ver vielen, ledereen vluchtte naar
buiten, waar al spoedig de gemoe
deren kalmeerden. Ongelukken had
den niet plaats.
Staatsbegrooting voor 1912.
Verschenen is de Memorie van
Antwoord der regeering nopens het
le Hoofdstuk der Staatsbegrooting
voor 1912. Wat den parlementairen
arbeid aangaat, verklaart de regeering
dat naar haar meening aan de af
doening van de wetsontwerpen be
treffende het tarief van invoerrechten,
de kunstverdediging, de ziekteverze
kering en de daarmede samenhangende
herziening der Ongevallenwet en het
ontwerp betreffende de Ouderdoms-
en Invaliditeitsverzekering behoefte
bestaat. Wat laatstgenoemd ontwerp
betreft, verzekert de regeering dat
harerzijds het mogelijke zal gedaan
worden, teneinde afdoening te be
spoedigen. Als bijlage is bij de Me
morie gevoegd een overzicht van
den stand der werkzaamheden van
de verschillende Staatscommissies.
Reorganisatie Kamers van Arbeid.
De vereeniging van voorzitters en
secretarissen van Kamers van Arbeid
in Nederland benoemde in 1907 een
commissie, teneinde haar een rapport
uit te brengen over de werking der
wet op de Kamers van Arbeid en de
daarin wenschelijk gebleken wijzigin
gen. De commissie, waarvan de
tegenwoordige minister van landbouw,
nijverheid en handel aanvankelijk ook
deel uitmaakte, bestond na eenige
mutaties uit de voigende heeren mr.
H. L. Drucker, voorzitter, prof. mr.
E. M. Mayers, lid secretaris, mr. Pb.
Falkenburg, W. Haver, J. H. van
Hoek, D. de Klerk, jhr. mr. O. F. A.
M. van Nispen tot Sevenaer, J. H.
Schaper, en ds. J. C. Sikkei en de
leden der vereeniging Jos. de Sierke,
O
68.)
Ik zou een echtgenoot moeten
hebben, die beier was dan ik, ster
ker en ook zachtzinniger, hij zou mijn
leidsman moeten zijn, een leidsman
vo! liefde envurig bemind.
Weer bloosde zij sterk en wendde
de oogen af.
Goddank, er zijn mannen zooals
gij wenscht en het komt mij niet
moeilijk voor iemand te ontmoeten,
die uwe heerlijke gaven waardeert
en begrijpt, wat uw hart kan geven.
Er zijn er, maar.
Nu, gij zult er wel vinden, dat
vertrouw ik stellig.
Niemand is volmaakt, sprak
Clémence zeer snel sprekend. Ver
beeld u een man, zooals ikzoudroo-
men, kalm en die toch in vuur kan
geraken ter wille der rechtvaardig
heid, met die mengeling van kracht
J. van Waardhuizen en mr. dr. J. H.
van Zanten.
De commissie heeft kort geleden
haar rapport aan de vereeniging in
gediend. Deze heeft het laten drukken
en het bes'uur is Zaterdag door den
minister van landbouw, nijverheid en
handel in particuliere audiëntie ont
vangen'om hem het eerste exemplaar
daarvan aan te bieden.
Hst rapport bevat na een overzicht
van de werking der bestaande wet op
de Kamers van Arbeid en een uitvoerig
overzicht van de buitenlandsche wet
geving op het gebied, waarover de
werkzaamheden dier colleges zich
uitstrekken, een volledig ontwerp voor
een geheel nieuwe „wet op de Kamers
van Arbeid en de A-bsidsraden"
(volgens dit ontwerp zuilen nl. de
Kamers van Arbeid, die voor alle
vakken moeten worden opgericht in
elk der ongeveer twintig te vormen
districten samen een „arbeidsraad"
vormen) en een ontwerp van de wet
op een oppersten Arbeidsraad voor
het geheele land, beide met uitvoe
rige toelichting voorts de grondsla
gen voor een wettelijke regeling om
trent het bindend verklaren van de
collectieve arbeidsovereenkomst ook
voor hen, dia buiten de parlijen staan
welke haar hebben geslotenen ein -
delijk eenige nota's van minderheden,
waarin afwijkende meeningen zijn
neergelegd. Het rapport is voor den
prijs van f 1 verkrijgbaar bij Van
Markens Drukkerij Vennootschap te
Delft.
Bezoek van den koning van Engeland
Volgens een telegram uit Londen
aan de „Magdeb. Ztg." zou de ko
ning van Engeland in het aanstaande
voorjaar een bezoek brengen naar
Amsterdam.
Nederland in 1913.
Het schijnt zoo goed alszeker.dat
het Vredespaleis te 's Gravenhage in
1913 za! worden geopend.
Of Europa dan in de stemming
zal zijn om dit feit feestelijk mede
te vieren? In anderhalf jaar kan veel
veranderen. Er zal ook veel veran
deren, omdat na eiken oorlog de
vredesdebeweging sterker pieegt te
worden.
Men kan dus verwachten, dat de
voorstanders van het voorkomen van
geschiUen door arbitrage niet stil
zuilen zitten en er we! voor zullen
zorgen, dat het eerste tastbare teekeh
van hun streven een bezield monu
ment zal worden.
Tot hen, die vertrouwen, dat Eu
ropa in 1913 zijne nachtmerrie van
1911 zal hebben afgeschud en iot
inkeer zal zijn gekomen, behoort de
redacteur van het „Tijdschrift der
Maatschappij van Nijverheid", die in
de November-afhvering van dat tijd
en zachtzinnigheid, die samensmelten
en die ik juist bewonder, omdat ik
zelve te vurig en zelfs. driftig
ben. Deze uitverkorene zal echter
een gebrek hebben, voegde zij er bij,
terwijl ze zich dwong, om een iuch-
tigen toon aan te slaan, bijvoorbeeld
hij zal trotsch zijn of voor aires aan
naam hechten, als hij die zelf bezit...
Marie schudde het hoofd, terwijl
ze een glimlach bedwong.
Als gij het ideale wezen, dat
mijne liefde voor u droomt, niet ont
moet, zeide zij, zou Ood u schade
loosstelling geven en eene taak, die
uw leven vervult. Ik beveel u zoo
feeder aan Zijne goedheid.
Clémence was bijna veertien dagen
te Ercel. Haar vader had haar een
kort briefje gestuurd, dat zijn terug
keer tegen den 15en April meldde
en waarbij hij met de zwakheid, die
hem nu kenmerkte, verlof gaf om
haar verblijf tot dien datum uit te
stellen.
Clémence was niet in haar schik.
Zeker, het speet haar erg, dat zij
Marie moest veriaten en zeker zou
het ook pijnlijk voor haar zijn om
schrift een plan ontwerpt om in
1913 ons land te maken tot een
brandpunt van internationale belang
stelling.
De nieuwe onderzeeboot.
De nieuw aangebouwde onderzee
boot No. II vertoeft thans te Amster
dam en heeft ligplaats genomen bij
Hr. Ms. wachtschip in het Oosterdok.
Het vaartuig staat onder bevel van
den luit. ier zee Scaiogne. Het is
32.35 M. lang, 3.048 M. breed en
heeft een waterverplaatsing van 146.5
ton. Bij de onderzeeboot No. I be
dragen deze afmetingen respectievelijk
20.42 M. en 120 ton. De onderzee
boot is bewapend met 2 lanceerin-
richtingen (de onderzeeboot No. I
heeft er 1.)
De Rijkspostspaarbank
In 1910 bedroeg het aantal inlagen
1 964 710 tegen 1.902.301 in 1909.
Het bedrag dier inlagen was
f 78 859 360 96l/s tegen f77.014.243.90
in het voorafgaande jaar. Een ver
meerdering derhalve van 62 409 inla
gen en f 1.845 126.06'/s-
Terugbetaald werd f 79.125 664.46
tegen f 72.200 238.151/in 1909.
Het aantal spaarbankboekjes steeg
in 1910 met 47.418 stuks, waardoor
er op 31 December 1910 1.510.033
in omloop waren.
Het, aan de inleggers verschuldigde,
saldo-tegoed op spaarbankboekjes
vermeerderde in dat jaar door bijvoe
ging van de gekapitaliseerde rente,
met f 3 854 502.867a, en bedroeg op
't einde van 1910 f 164 277.593,41.
In 1910 werden 4591 nieuwe staats-
schuidboekjes afgegeven, waardoor
het aantal in ornioop zijnde klom tot
15.647 tegen 12 422 in 1909. Een toe
neming dus van 3225.
Het nominaal bedrag der inschrij
vingen op die boekjes beliep 16.006.350,
terwijl het daarop verschuldigde saldo
toenam met nominaal f 4.095.250.
In totaal was op ultimo December
1910 op de staatsschuidboekjes ver
schuldigd f 13 889.650 nominaal. Be
rekend naar den koers der betrekke
lijke schuld op 31 December 1910,had
den de titularissen van staatsschuld
boekjes te vorderen: f 12 309.702.31
tegen f8.931.258.50 op het einde van
1909. Een vermeerdering dus van
f3 378 443,81.
De tegoed-vermeerdering op spaar
bank- en staatsschuidboekjes te za-
men bedroeg derhalve in 1910
f 7,232.946.67 Vs-
Patrimonium.
Het verbondsbestuur van het Chr.
werkliedenverbond „Patrimonium"
heeft besloten pogingen aan te wen
den, tot het houden van eene lande
lijke betooging te Den Haag ter.
gunste der sociale wetgeving, zulks
mevrouw De la Blachère ie ontmoe
ten en hare verwijten te hooren.
Maar eiken dag liet zich de verve
ling zwaarder gevoelen. Er was waar
lijk niets gemeens tusschen haar en
die familie, uit de verte met begoo
cheling beschouwd. Als Marie moest
rusten of Jeanne's gevoelloosheid
moest worden ontzien en zij in het
leelijke kamertje of in den treurigen
winkel ging zitten haken, of als zij
verplicht was te wandelen met haar
oom of met hare tante, bij ailedaag-
sche en onbeteekenende menschen
bezoeken ging afleggen, dan gevoelde
zij heimwee naar haar eigen tehuis
met zijne sierlijkheid en kenmerkende
voornaamheid.
In haar toestand van zedelijke ge
druktheid leerde zij waarde hechten
aan de geringste voorvallen die de
eentonigheid van haar leven konden
breken en was zij verheugd te verne
men, dat Charles aanstaanden Zon
dag bij hen zou doorbrengen.
Van 's morgens af was het huis
onderste boven. O.n acht uur gingen
Jeanne en haar vader naar het station
en een half uur later hoorde Clémence
schaterlachen en eene krachtige, klin-
uitgaande van de sociale bonden op
Chr. standpunt staande. Intusschen
zuilen in de maand Januari in de
verschillende provinciën vergaderin
gen worden belegd, uitgaande van
het verbond, en waarin de chr. werk
lieden zullen worden ingelicht om
trent den s'and der sociale wetge
ving en hen gewezen zal worden op
het groote belang, dat zij hebben bij
de instandkoming der ingediend'»
wetten.
Het Nederlandsch in de ambtelijke
taal.
Het hoofdbestuur van het Aig. Ned.
Verbond heeft deze maand aan de
Nederiandsche ministers het volgend
adres verzonden
la de 30 September jl. te Dordrecht
gehouden hoofdbestuursvergadering
van het Algemeen Nedeilandsch Ver
bond werd de opmerking gemaakt dat
door onze regeering in haar ambtelijke
briefwisselingen met de regeering van
linden, waar volgens de Grondwet
dier landen de Nederiandsche taal een
der beide landstalen is, de vreemde
iaal wordt gebruikt. Men meende dat,
waar de Nederiandsche taal een wet
telijk karakter verworven heeft, haar
van Nederlandsch standpunt ook in
den vreemde volle recht behoort te
geschieden.
Naar aanleiding daarvan werd be
sloten, de Nederiandsche regrering
te vragen mccht de gedane op
merking juist zijn vooitaan in hare
briefwisseling in plaats van de vreem
de taai de Nederiandsche te gebruiken.
Dientengevolge neemt het hoofdbe
stuur voornoemd de vrijheid, dit o ï-
deiwerp in de bijzondere aandacht
Uwer Excellentie aan te bevelen, in
de verwachting dat het zal kunnen
blijken dat er niet langer termen aan
wezig zijn, om in de gestelde gevallen
het gebruik der vreemde taal te blijven
handhaven en er dus geen overwegend
bezwaar zou kunnen zijn, om in dien
geesf, hare ambtenaren van de ver-
eischte opdracht te voorzien.
Het hoofdbestuur zou het op hoo-
gen prijs stellen, van Uwe Excellentie
te mogen vernemen of,dit verzoek bij
haar een welwillend onthaal kan
vinden.
Het Burgemeesterambt een
„eereambt"
Het persbureau van den Ned.
Bond van gemeenteambtenaren ver
zoekt ons opname van het volgende
Van verschillende zijden vernamen
wij we ter de opmerking, dat het
burgemeestersambt niet behoorlijk be
zoldigd behoeft te worden, omdat het
is een „eerambt". Het valt te belreuren
dat deze legende, zelfs bij sommige
gemeenteraadsleden, nog altijd ingang
vindt.
Wat is een „eereambt"? In den
kende mannenstem, die in het kamer
tje weerklonk.
Bijna tegelijk vertoonde zich het
stralende gezicht van Jeanne aan de
deur. Ze had een ronden zwart vilten
hoed op met rose lint opgemaakt,
dien Clémence afschuwelijk vond.
Kom toch eens gauw naar hem
kijken I Hij drinkt koffie beneden en
wij gaan allemaal naar den negenuur-
schen kerkdienst.
Haar glimlach was zoo gul, dat
Clémence zelve lachte uit sympathie.
Nadat ze haar hoed opgezet en haar
kerkboek gekregen had, kwam zij
beneden waar zij het heele gezin,
uitgenomen Marie, verzameld vond
rondom een reus met een goedaardig
gelaat, die aandachtig bijna ondrink
bare koffie zat te slurpen.
Charles sprak Jeanne verrukt,
hier is mijn nicht Clémence.
De onder-luitenant stond haastig
op, wischte schielijk zijn snor af en
beproefde den mondvol brood te ver
bergen, dien hij juist naar zijne lippen
had gebracht.
Ik behoef u niet te zeggen, dat
ik u reeds ken door uw meisje, sprak
Clémence, terwijl ze hem de hand
regel hecht men er de beteekenis aan,
dat het is een ambt, waardoor iemand
eer ten deel valt, maar gewoonlijk
met geene of een zeer onvoldoende
bezoldiging. Nu kunnen wij ons voor
stellen, dat men vroeger in de klei
nere gemeenten hieronder ook wel
het burgemeestersambt bracht. De
burgemeesters werden meestal uit
de ingezetenen benoemd. Hij, die het
hoogst in aanzien stond, kwam in de
eerste p'aats vco' benoeming in aan
merking. Op bekwaamheid behoefde
toen niet zoo zeer te worden gelet
als thans. De beirekking vorderde
meestal niet den geheelen p;rsoon.
Thans mag het niet meer voldoend,
zijn als men tot de aanzienlijksten
de gemeente en niet bepaald tot l-
domsten of minst ontwikkelden bi,
hoort. De bemoeiingen van de ge
meenten, ook van de kleinste, hebben
zich voor?l de laatste 10 a 20 jarer
ongelooflijk uitgebreid. Nog voortdu
rend belangrijker wordt de plaats der
gemeente in ons staatsbestuur, steeds
omvangrijker en moeilijker hare taak.
Het is thans voornamelijk om hard
te werken dat men benoemd wordt
tot het zeker eervolle ambt. Het
algemeen belang vordert, dat men er
in vinde een levenstaak. Veel studie
is noodig om een genoegzaam be
kwaam burgemeester te kunnen zijn.
Het gezegde, dat iemand best bur
gemeester kan zijn als hij maar een
goede secretarie heeft,is zeer verkeerd.
Wij willen het liefst ais een over
blijfsel uit den goeden ouden tijd
beschouwen, dat nog herhaaldelijk
personen, die van gemeentezaken geen
versland hebben, tot burgemeester
worden benoemd. Dat doet het ambt
geen eer aan. Wij hebben wel ver
nomen, dat menige benoeming ge
schiedt „bij gebrek aan beter". Gevolg
van hoogst onvoldoende bezoldiging
Bij een goede vervulling van het
burgemeestersambt, eereambt om niet,
zijn goede algemeene belangen be
trokken. Zijn zij verantwoord, die
nog altijd redeneeren het burgemees
tersambt is een eereambt, dus komt
het er bij de bezoldiging minder op
aan Ons dunkt, neen.
De Papendrechtsche strafzaak.
Prof. dr. O, Jelgersma en dr, M.
J. vart Erp Taalman Kip, de twee
bekende deskundigen uit de Papen
drechtsche strafzaak, hebben ieder
een wetenschappelijke verhandeling
geschreven naar aanleiding der veel
besproken zaak, en die gezameiijk
uitgegeven onder den titel „De Pa
pendrechtsche strafzaak en de psy-
chiatrie"(uitg. Scheltema enHoIkema's
boekhandel, Amsterdam). De onmid
dellijke aanleiding trt deze uitgave
is de weigering van het bestuur der
Ned. Juristenvereniging om beide
heeren toe te laten tot de debatten
reikte met de gemakkelijke manier
van doen eener dame. ik ben wer
kelijk heel blij u te zien.
En ik ook. Gij zijt zoo goed
mogelijk voor haar geweest, ze heefi
mij reeds wat moois laten zien, dat
gij haar gegeven hebt, en.
Ga spoedig zitten, zeide zij, be
gaan met zijne verlegenheid, en drink
uwe koffie uit alsof ik er niet bij
was,
Zij gaf Jeanne een vriendschappe
lijk wenkje, dat beteekenen moest,
dat haar beminde een goeden indruk
maaktemaar inplaats van dien gro-
ven man met dat roode gelaat en
dien dikken zwarten snor, zag zij een
ander soort officier, met een se hoone,
slanke gestalte.
En Jeanne zou met u naar Rijs-
sel gaan hernam hij bedeesd.
Zeker wij zullen heel graag naar
Rijssel gaan.
Qe moet dan den dag nemen,
waarop de dochter van den generaal
trouwt. Dat is morgen,
(Wordt vervolgd.)