Hei Stiefkind.
Ponderdag
2 November
No, 259
49e Jaargang,
1911
Gemeenteraad
Varschijnf dagslijks^ uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Sij fa Courant behoort een Bijvoegsel.
Van w@@k tof week.
feuffletoii
VLISSINGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELKFOOJOfUMMEB 10. F.bonnemnts-fid ue r tsnf i n op zeer ooordeelige voerbaarden
Men is het er in politieke kringen
viij wel over eens, dat de toestand
in Tripolis er voor de Italianen steeds
bedenkelijker uit begint te zien. Men
la:t niet veel !os, coch er komen
ook wel van anderen kant tijdingen,
die eenigszins een kijk op de din
gen geven. De strijdmacht der Tur
ken en Arabieren in het achterland
van Tripolis wordt nu op 60,000 ge
schat en dat getal neemt voortdurend
toe. Zij zijn goed gewapend en van
genoegzame voorraten voorzien. Hoe
zij daaraan komen is met zekerheid
niet te zeggen maar in ieder geval
wordt daarvoor gezorgd, in het ge
vecht van 23 October hebben de
Turken de Italianen willen omsinge
len dat misluktemaar men had
groote moeite om zich staande te
houden en leed zware verliezen. Af
wachten schijnt nu vooiloopig de
boodschap te wezen en aan Italiaan-
sche zijde zou men eene vuorwaart-
sche beweging willen uitstellen tot
.men weer 15000 man versterkings
troepen zal hebben ontvangen.
Intusschen blijkt het duidelijk, dat
de Arabieren, die de Italianen terstond
welkom heetten, ze er ieelijk in hebben
laten ioopen, gelijk trouwens van dit
volkje bezwaarlijk anders verwacht
kon worden. Het zijn geen vrienden,
maar vijanden die, als ze den Italiaan
een kool kunnen stoven, het waarlijk
niet zullen laten.
Thans zijn weer drie nachtelijke
aanvallen op de Italiaansche stellin
gen om Tripolis gedaan. De Italianen,
die niet kunnen nalaten zich te
vleien, vleien zich nu weer, dat dit
de laatste groote poging geweest is
O
52.)
Daar begon zij een beefje ongerust
te worden. Zij werd nieuwsgierig
gadegeslagen haar uiterlijk jeugdig
voorkomen, hare opvallende schoon
heid, de sierlijkheid harer kleeding,
hoe eenvoudig ook, moesten de aan
dacht op haar vestigen. Met eene
hoogroode kleur van aandoening en
verlegenheid, liep zij snei door de
menigte, ging zonder de oogen op te
slaan voorbij een groepje officieren,
die haar aanstaarden zonder hunne
bewondering te verbergen en zocht
met angst twee plaatsen in de wag
gons, die al bezet schenen te zijn
De reizigers waren er nog niet in
maar uit eene listigheid, die C'émence
nog niet doorgrondde, hadden zij hun
ne bagage op de banken uitgespreid
om te doen gelooven dat alle plaatsen
bezet waren.;
om het land terug te winnen. Erg
optimistisch, voorwaar; maar uit
Turkije komen geheel andere berich
ten, en men verhaalt zelfs dat het
italiaansche eskader is weggestoomd,
nadat Tripolis hernomen was. Na
tuurlijk zal dii ook niet juist zijn
maar vtèl schijnt het waar te zijn,
dat de toevloed van Arabieren uit
het achterland voortduurtdat ds
geest onder de Turksche troepen
steeds verbetert en dal het voort
zetten van den oorlog zonder bezwaar
kan geschieden.
DU laatste is stellig overeenkomstig
de werkelijkheid en het schijnt dan
ook wel dat llaiië den hoogen tuon
laat varen. In het aanstaande seizoen
zal de vloot niet zonder gevaar voor
de Noord-Afrikaansche kust liggen.
Uit de Romeinsche geschiedenis we
ten wij ai dat de zee er wiid en on
stuimig is. De forrceele inlijving van
Tripolis zal men nog maar een beetje
uitstellen ('t zou ook een. mooie ko
medie-vertooning wezen en men
wil Turkije de vernedering besparen
om formeel afstand te doen van het
land. Ook loopt er een gerucht dat
de gezanten van Duitschland en
Oostenrijk aan de Porte voorstellen
van Italië hebben overgebracht, die
heel wat minder ongunstig zijn dan
die van het vroegere ultimatum maar
de Porte zou ze hebben afgewezen.
Ook in Egypte neemt de geest
drift voor den heiligen oorlog over
hand toe. Zelfs de armste lieden
offeren hun penningske om dien oor
log voor te bereiden. De pers gaat
hevig tegen Italië te keer en de boycot
van italiaansche waren wordt streng
gehandhaafd. De Jong-Turken willen
met alle geweld de Pan Islamietische
beweging (d. w. z. van alle volken
die den Islam belijden) doen ont
vlammen.
In China heeft de regeering gebo
gen voor de nationale vergadering,
door den minister voor het verkeers
wezen te ontslaan. Hij word! in
hoofdzaak verantwoordelijk gehouden
voor de naasting der spoorwegen,
die de naaste oorzaak van het uit
breken van den opstand was.
Nieuwe veroveringen zijn door de
opstandelingen gedaan, maar nu moet
de moed der regeering toch weer
verlevendigd zijn. joen-sjt kai, de
man van wien wij in ons vorig
overzicht spraken, schijnt ai zijn
kwalen te boven te zijn gekomen en
ais opperbevelhebber van het leger
te zuilen optreden. Is dit bericht
juist, ctan is de reden misschian niet
ver te zoeken. Men zegt nameiijk
dat Japan zijn leger mobiliseert en
de opstandelingen zien daarin een
poging om in troebel water te vis-
schen. Ook de Japansche vloot zou
klaar liggen om de Manlsjoes ie
gaan heipen, wanneer deze nameiijk
de hulp van Japan mochten inroepen
om de dynastie te handhaven. Maar
Joert-sji-kai zou de Japanners liever
maar uit hei land houden en vindt
hun voorliefde voor de dynastie
eenigszins verdacht. Joen is een goed
vaderlanciei overigens zal hij zich
voor de Mantsjoes niet doodvechten
en hij schijnt we! meer de aangewezen
man om te zijnen tijde van China
het bewind in handen te nemen, in
weiken vorm van bestuur dan ook.
Vootloopig zal hij onderkoning en
minister wezen.
Intusschen heeft de bijeengeroe
pen nationale vergadering weer eens
voorgesteld over te gaan tot de on
middellijke instelling van een pat le
nient tn het nemen van bijzondere
bestuursmaatregelen, die in de be
staande omstandigheden dringend
geboden schijnen.
Na eindeloos gesukkel schijnt de
regeeiing er in geslaagd te zijn o.m
een leening van zes mhlioeu pond
steiling le sluiten bij buitënlandsche
bankiersgroepen. De revolutionnairen
zijn er natuurlijk woedend om en zul
len zich wel weer op de vreemde
lingen wreken, die er tot dusver zoo
genadig waren afgekomen. Maar in
China leeft een vreemdeling eigenlijk
nimmer gerust.
Wat het visschen der japanners
in troebel water betreft, het plannetje
zou hierop neerkomen, dat Japan op
vreedzame wijze een deel van China
zou inlijven en dan zou helpen in
het onderdrukken van den opstand.
De inlijving zou betrekking' hebben
op Zuid-Mandsjoerije, met uitzonde
ring echter van de stad Moekden,
die aan de Ma itsjoes zou worden
gelaten. De onderhandeling met
China over dit zaakje zou dan eerst
daags beginnen maar als het waar
is wat de jongste betichten melden,
dat de Chineszen fi tancieël zoo ge
lukkig zijn geweest en dat zij plot
seling ook een groote overwinning
over de insurgenien hebben behaald,
dan zijn de fondten der regeering
meer gerezen en zieri wij van de
Japansche plannen voorloopig nog
niet veel komen.
Van de stemming in de Baikan-
Staten verneemt men in den laatsten
tijd weinig en zij schijnt tot geen
bijzondere bezorgdheid aanleiding te
geven. Hoogstwaarschijnlijk zou wel
een nieuwe verwikkeling worden
verooizaakt, wanneer Italië zijne, be
dreiging mocht volvoeren om eenige
eilanden in den Tuskschen Archipel
te bezettenmaar het is de vraag of
men andermaal met dit dreigement
zal aankomen, wanneer Turkije de
voorgenomen inlijving van Tripolis
Het jonge meisje zócht onthutst
naar een conducteur om diens hulp
te vragen, toen zij opeens, terwijl ze
zich omwendde Régis De la Blachère
voor zich zag staan, met zijn képi in
de hand.
Onze verwantschap geeft mij
wei het recht u mijne diensten aan te
bieden. Oaat gij vertrekken
Is oom ziek
Ciémence bloosde; het was eene
ware verlichting voor haar, dat ze in
hare verlegenheid op iemands steun
kon rekenen, maar het was onaange
naam voor haar, dat zij Régis ont
moette.!
Mijn vader maakt het zoo goed...
zoo goed, dat hij zijn verblijf te Nizza
verlengt.Daarom ga ik naar de
familie mijner moeder.
Een weinig wantrouwend keek zij
hem aan. Maar hij twijfelde niet of
zij, had verlof van haar vader, dus
boog hij, zonder eenige verwondering
te toonen.
Hebt gij mijne moeder nog ge
zien voor uw vertrek?
Neen.ik heb haar geschre
ven.Mijn vertrek is opeens beslist
na een brief van mijn vader,
niet mocht erkennenmaar de Potte
denkt er niet aan en het mag ais
zeker worden aangenomen, dat ook
de mogendheden zulks hoogst on
gaarne zouden zien.
Op Kreta, waaraan men op het
oogenblik nauwelijks meer denkt,
heeft een afgevaardigde in de Kamer
voorgesteld, om de afgevaardigden
van Kreia naar Athene te zenden. Ge
lukkig is nog niet over het voorstel
gestemd, tengevolge van het lawaai,
dat er door veroorzaakt werd maar
de aanneming ervan zai wel niet vee!
baten voor de plannen der Kreten
zersze hebben hun tijd slecht ge
kozen en de Grieksche regeering,
zal zeer zeker de Kamer, dia op het
oogenblik „huis toe" is, niet bijeen
roepen, indien werkelijk afgevaardig
den van Kreta naar Athene mochten
komen.
Zitting van Dinsdag 31 October,
des avonds 8 uur.
Voorzitter de heer jhr, mr. Van
Doorn van Koudekerke.
Tegenwoordig 17 leden. Afwezig
de heer Merckens,
Verhooging Jaarwedden.
Ter behandeling bij de gemeente-
begrooting voor den dienst 1912 zijn
bij den raad ingekomen en in handen
van Burg. en Weth. gesteld om prae-
advies, adressen van
lo. G. A. Heidoorn, kierk ten kan
tore van den gemeente ontvanger,
houdende verzoek om verhooging van
salaris
2o. E. van Bel, ambtznaar bij de
comptabiliteit, houdc-nde verzoek als
voren
3o. J. van Grol, knecht ten raad-
huize, bevattende een gelijk verzoek
4}. den hoofdcommies en de com
miezen bij de plaatselijke belastingen,
eveneens verzoekende hun salaris te
willen verhoogen
5o. de afdeeiing Viissingen van den
Bond van Nederlandsche Onderwij
zers, houdende verzoek a. lot ver
hooging van het minimum salaris van
de onderwijzers; b. tot verhooging
van de eind salarissenc. to! vergroo
ting van het bedrag der periodieke
verhoogingen en verkorting van den
duur der perioden d. tot het verke
nen van een tegemoetkoming in de
huishuur aan alle onderwijzers e. tot
betere salarieering van het handwerk-
onderwijs
6a. het bestuur der afdeeiing Viis
singen van het Nederlandsch Onder
wijzers-genootschap, houdende ver
zoek: a tot veihooging van de mi
nima voor de onderwijzers en de
hoofden van scholen b tot toekenning
eener verhooging van salaris bij het
Hier zweeg zij. Het zou voor haar
onmogelijk geweest zijn om tegen
Régis te iiegen waarom, dat wist zij
nietmisschien omdat zij hem groo-
ten adel van karakter en onkrenkbare
rechtschapenheid toekende. Als hij
haar toen gevraagd had of haar vader
hare reis goedkeurde, zou zij open
hartig geantwoord hebben, neen. Maar
hij vroeg het haar niet en zij voegde
erbij, terwijl er plotseling tranen in
hare oogen kwamen
Ik was daar ginds veel te on
gelukkig.
Er vloog een trek van aandoening
en medegevoel over het gelaat van
den jongen man.
Ja, ik begrijp het. En gij zoekt
twee plaatsen Laat mij u van dien
zorg ontlasten.
Hij liep naar eene damescoupé,
sprak met het groep; dat den toe
gang versperde, riep de huip van een
conducteur in en kwam na een paar
minuten bij Ciémence zeggen, dat er
vier plaatsen nog open waren.
Gij zijt wei goed, sprak zij dank
baar, ik ben zoo weinig gewoon te
reizen, dat ik niet wist, hoe ik het
aan moest leggen.
bezit van of het verkrijgen eener akte
voor lager of middelbaar onderwijs,
ook als deze niet verplicht isc het
verleenen eener hoogere toelage aan
den bezitter eener acte M. G. indien
het bezit daarvan verplicht isd
schrapping van artikel 3, laatste lid
der verordening tot regeling der
jaarwedden e toekenning van perio
dieke verhoogingen aan de onderwij
zeressen in de i u'tige handwerken
het meetellen van de dienstjaren
ais onderwijzer bij de berekening
van de dienstjaren als hoofd eener
school met uitsondering der eerste
tien.
7o. Bovendien is nog van den ge
meentebouwmeester een verzoek in-:
gekomen om hem, in plaats van vrije
woning, een vergoeding daarvoor te
doen toekomen ten bedrag van f500.
Hei zal wel geen betoog behoeven,
zeggen Burg. en Weih. dat inwilliging
van al deze verzoeken voor de ge
meentekas ten eenenmale onmogelijk
is, wil men niet de belasting tot een
aanmerkelijke hoogte opvoeren.
Bij het opmaken van de gemeente
begroting voor 1912 bleek reeds
aan Burg. en Wctti. dat de financi
eels toestand der gemeente de grootst
mogelijke zorg vereischt, deels een
gevolg van het stijgen van de eischen
van den dienst en anderdeels tenge
volge van den slag, die de gemeente
in den loop van dit jaar getroffen heeft
door hel vertrek der bookmakers,
waardoor voor het volgende jaar uit
dezen hoofde een bedrag van tenmin
ste f 6000 minder aan hoofdelijken
omslag zal worden ontvangen.
Een Vrij aanmerkelijke belasting-
verhooging zal reeds van een en an
der hei gevolg zijn, omdai tegenover
de stijging der uitgaven geen nieuwe
bronnen van ontvangst zijn ontstaan
en de beslaande niet ruimer zuilen
vloeien.
Daarom hebben Burg. en Weth. bij
het samenstellen der begrooting voor
het nieuwe dienstjaar de grootst mo
gelijke zuinigheid betracht, wetende
dat de tijdsomstandigheden alleron
gunstigst zijn om verhooging van sa
larissen voor ie stallen, daar het
equivalent niet anders te vinden is
dan door verhooging van belasting.
Het zalr zeggen Burg. en Weth.,
den raad na het vorenstaande dui
delijk zijn, dat zij ook bij het vast
stellen van hun prasadvies, omtrent
de bovenvermelds zeven adressen
rekening hebben moeten houden met
den ongunstigen fi .iancieelen toestand
der gemeente.
Daarom stellen Burg. en Weth voor
a. afwijzend te beschikken op de
adressen van G. A. Heidoorn en E.
van Bel
b. de jaarwedde van J. van Grol
te verhoogen tot f400 met nader
omschreven bepalingen
Daar ge soms nog in ongelegen
heid kondt geraken antwoordde hij,
heb ik mij veroorloofd u aan mijn
kolonel aan te bevelen, die tot gene
raal is benoemd en naar Rijssel ge
zonden isals ik mij niet vergis, volgt
hij denzelfden weg als gij. Hij is een
gehuwd, zeer achtenswaardig persoon
en hij zai u zeer gaarne te hulp
komen, als net noodig mocht zijn.
Wat zijt gij toch goed, herhaalde
zij hartelijk
Hij ging een oogenblik weg en
kwam terug met den beschermer,
dien hij voor Ciémence gevonden had.
Generaal De Lafonteye.Mijn
nichtje juffrouw Fonsoiles.
Ditmaal kwam Ciémence niet tegen
de benaming op, de zoogenaamde
bloedveiwantschap diende nu ook
voor een doel, welks kieschheid zij
zeer waardeerde.
De generaal stelde zich tot hare
beschikking, vervolgens drukte hij de
hand van Régis en sprak
Gij weet, dat ik u altijd gaarne
ontvangen zal en uiterst verheugd
zal zijn, als gij de volgende maand
het huwelijk niijner dochter kómt bij -
.wonen.
De tijd van vertrek brak aan. De
trein zette zich in beweging. Régis
zwaaide met zijn képi, Ciémence
wenkte vaarwel met de hand, toen
was alles afgeloopenweldra verloor
zij het station uit het oog en de tal
rijke groep schilferende uniformen cie
tusschen de menigte uitkwamen.
Nu haaf vertrek onherroepelijk was
bedaarde hare opgewondenheid lang
zamerhand en begon zij bang te wor
den voor hetgeen zij had gedaan
het hielp haar niet of zij de redenen
ai opsomde, die haar op reis hadden
doen gaan en hare ongehoorzaamheid
billijkten, zij was opeens vol berouw
en doordrongen van die zekere vrees,
die ieder welopgevoed jong meisje
ondervindt, als zij voor eene daad
staat, die van den gewonen weg en
van de vormen afwijkt.
Vervolgens begon zij te denken
aan de ontvangst, die haar te wach
ten stond.
(Wordt vervolgd)