DEN
odranh
Het Stiefkind.
>mer-
khrêjftafel
lasts itlilalis
|efd tiilpitoodigd.
risschende
Vrijdag
20 October
Gemeentebestuur.
Feuilleton*
No, 248
49e Jaargang.
1911.
M JAABSMA.
H. fiODItf etc. etc.
voorraad en
leering. - -
:htingen op aanvrage.
IET -
rijike
ÏFF Co.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
Bbonneivents-ftdi/ertanfiSn op zeer ooordeelige woorutaarden
BINNENLAND.
M met opstand en
6s plaatsgebrek zeer
rname aangebo-
ragen bureau dezer
m
>DELBURG.
ELS
rgnomieerde fabrieken,
|a l s -
edronhen met
of spuitwater,
fabrikanten:
tRDAM
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren öfrechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ISff
ADVERTENTIÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweern aal berekend. Oroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
BEDRIJFSBELASTING.
Afkondiging van het kohier der Be
drijfsbelasting dienst 1911/12 no. 10.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen en
aan den Rijksontvanger is gezonden,
het door den Directeur der directe
belastingen te Breda executoir ver
klaarde Kohier no. 10 wegens de Be
drijfsbelasting dienst 1911/12;
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd om
hunne aanslagen op den bepaalden
tijd aan te zuiveren, ook Ier voor
koming van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooren te worden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort,den 19 October 1911.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Tweede Kamer.
Bij de voortgezette behandeling der
wijziging van de militiewet en der
motie van de soc.-dem. fractie voor
de heffing van meer belasting van
hen, wier inkomen minstens f3000
bedraagt, behield de heer Eland zijn
stem over het ontwerp voor, in af
wachting of de credietzijde zal ver
meerderen.
De heer Roodhuijzen betoogde, dat
het vertrouwen der Kamerleden moet
geschokt zijn, door de houding van
de regeering, tegenover dr. Nolen's
voorstel van juni ji. om de behan
deling der militiewet tot het najaar
uit te stellen immers door haar uit
rusting heeft de regeering het ver
trouwen geschokt, dat deze militie-
wetwijziging werkelijk noodig en ur
gent is.
De heer Thomson critiseerde breed
voerig het ontwerp, dal z.i. door zijn
stelsel voor jaren een gezonde evo
lutie in het leger in den weg staat
en den ontevreden geest zal aanwak
keren, Sprekers hoofdgrief was, dat
het ontwerp niet gaat in de richting
van een volksleger. Wat de ontwor
pen organisatie aangaat, betoogde
spreker, dat de minister de infanterie
eenvoudig opoffert aan zijne gedane
belofte om de officierspositie te zul
len verbeteren.
Door de inlossing dier beioften
schept hij nieuwe werkkringen, hoe
wel er geen werk is. Sprekers con
clusie was, dat de minister het leger
in een moeras laat. Met dr heeren
Eland, Verheyen en Marchand diende
spr. tenslotte een motie in voor ver
korting van den eersten oefentijd.
41.)
o—
Mijnheer De la Blachère trok de
schouders op.
Indien ons huis weer in eere
is, indien ik winstgevende bezigheid,
een voordeelig deelgenootschap heb
kunnen vinden, moet gij niet vergeten,
dat dit komt, omdat Guy Fonsolles
zich edelmoedig, broederlijk heeft
betoond wat gij ook moogt zeggen
hij is evenmin van adel.
-- Hij heeft geen titel, maar hij is
toch aan den adel verwant en men
kan waarlijk zeggen, dat hij tot de
onzen behoort. Zijn zoon zal later
geene vrouw kiezen uit de beste
familie.
Aangenomen. Maar Clémence
is ook zijne dochter en deelt in de
voordeelen, die gij opnoemt. Zij is
schoon en geestig, heeft een groote
bruidschat en als Régis haar wat te
De heer Middelberg vroeg of de
regeering spoedig eene weerbelasting
zal indienen.
De heer Tydeman verklaarde den
minister te zulien volgen, al was hij
't niet eens met al wat in het ont
werp staat.
In de avondvergadering besprak dr.
Kuyper de financieele zijde van het
voorstel. Hij gaf een vergelijkende
argumentatie, waaruit naast de oor
logsuitgaven in 1851 blijkt, dat de
tegenwoordige legerkosten minder zijn,
naast die van andere landen echter
grooter. Spr. ziet toeneming der oor-
logsbegrooting aankomen, doch vraagt
of die uitgaven niet door een weer
belasting een'gszins zouden zijn te
dekken. Door den Transvaal oorlog
is het stelsel van ten volksleger een
tijd lang in de mode geweest, ook in
anti revoi. kringen. Door verschillende
omstandigheden kwam men tot andere
denkbeelden en spr. kom! tot de slot
som, dat wij nog niet rijp zijn voor
een volksleger. Spr. wees op het be
vredigend karakter van de door dit
ontwerp bereikte verbeteringen in de
Militiewet. Tegen de vergrooting van
bet contingent had spr. geen bezwaar.
Spr. is beducht, dat het pacifisme
onze defensie wel eens parten zou
kunnen spelen.
De heer Duymaer van Twist was
tevreden, dat de regeering zich be
paald heeft tot herziening van de be
staande wet en zich niet gewaagd
heeft aan onbestemde denkbeelden
over een volksleger. Hij herinnert aan
het rapport van den Raad van De
fensie. De fout ligt bij de bevelvoe
ring en te weinig kader, vooral bij
de iandweer. Het onvoldoend kader
is ook schuldig aan de mislukking
van het viermaanders- en het twee-
ploegensteisel. En er moet een andere
geest in het leger komen spr. hoopte
dat het den minister zal gelukken,
dien te wekken.
Hij achtte met den minister het
tijdstip voor invoering van korteren
oefeningstijd nog niet aangebroken.
En het stelsel van een volksleger deugt
voor ons niet, het is daarbij boven
dien onmogelijk alle iroepen beschik
baar te hebben.
De nu voorgestelde regeling van
het blijvend gedeelte noemt spreker
een verzwaring van den dienstplicht.
Bij goede toepassing acht hij het
tvveeploegenstelsel goed. Van de mi
litaire werkers verwachtte spr. weinig
heilhij hoopte, dat de minister hierop
wat beters zal weten ie vinden. Wat
betreft de kosten van het ontwerp,
geloofde bij, dat de raming van den
minister te iaag is.
De heer De Stuers vroeg of het rap
port van denRaad van Defensie niet tot
wanhoop moet stemmen. Hij is niet
optimistisch gestemd ten opzichte van
de werking dezer dagen. Hij geloofde
onafhankelijk karakter niet vreest,
kan ik niet inzien, waarom gij tegen
eene vereeniging zijn zoudt, die, dat
weet ik, heimelijk door Guy wordt
begeerd en waar ik niets tegen zou
hebben.
Wij verfoeien elkandersprak
mevrouw De la Blachère bewogen.
Kom, een weinig goedheid van
uw kant zou haar hart wel winnen.
Neen, zij is toch niet de doch
ter mijner keuze en ik wil voorko
men, dat Regis op haar verliefd
wordtIk heb gedacht haar aan
Léon der Vergennes uit te huwen.
Vindt gij haar niet te burger
lijk voor een anderen aristocratischen
spruit? vroeg mijnheer De la Bla
chère ondeugend.
Hij is arm, hij moet zijn bla
zoen weer vergulden en daarenbo
ven, ik ben er niet tegen, dat Clé
mence's huwelijk ons eere brengt."
Inderdaad, Vergennes zou uwe
vooroordeelen nietdeelen en in zijn
schik zijn, ais zijn zoon die erfge
name trouwde.
Dat geloof ik wel, hij heeft
voor hem aan de dochter van een
rijkgeworden rijtuigmaker gedacht
dat men een leger in 4 of 6 maanden
wèl kan oefenen, niet vormen. En
heldenmoed alleen zal den vijand
niet buiten onze grenzen houden.
Spr. heeft geen vertrouwen in een
oefeningstijd van 8 maanden.
De heer Marchant begreep niet
waarom wij voor snelle mobilisatie
een staand leger noodig hebben. In
Zwitserland kan men het zonder dat.
Men brengt n-aar steeds dure, doch
weinig afdoende veranderingen aan
en jaren lang zijn millioenen verspild,
zonder dat men iets bereikt heeft.
Het Militie-debat.
in de „Nederlander" geeft de heer
C. G rretson eenige beschouwingen
in verband met de aangevangen open
bare behandeling van de Militiewet.
De geschiedenis der laatste weken en
dagen, de houding van Italië in zake
Tripoli, bewijst dat plotseling over
vallen in vollen vredestijd geenszins
onmogelijk is, al werd bij de eerste
besprekingen over den Vlissingschen
fortenbouw het tegendeel beweerd.
Dergelijke feiten maken een ontwerp
als dat van het hoogste belang, wijl
daarbij zal moeten uitkomen hoe het
bij de verschiilende partijen gesteld
is met hare bedoelingen ten opzichte
van leger en vloot. Hij waarschuwt
tegen de begoocheling van het volks
leger ideaal en hoopt op de eerlijke
medewerking der democraten, nu sinds
eenige jaren de leger-evolutie telkens
de democratische richting is uitge
stuurd. Naast de militaire acht hij de
oplossing van deze en dergelijke vra
gen de ethische inzet van het debat.
Ook de „Nieuwe Ct," wijst op het
belang der te nemen beslissingen.
„Maakt het kort!" zegt zij. Het ont
werp is een compromis en behoort
als zoodanig te worden opgevat. De
tijd voor beschouwingen is thans voor
bij en men zal terr spoedigste tot
stemming kunnen overgaan.
Het leger mag niet langer de speel
bal blijven tusschen de politieke par
tijen. Het moet weten waaraan het
zich ta houden heeft.
Een oordeel over de manoeuvres.
In de „Deutsche Wochenzeitung fiir
die Niederlande" schrijft de Belgische
redacteur Paul Dünau over de in de
Betuwe gehouden legerrnanoeuvres.
De schrijver heeft zijn licht opgesto
ken bij een aantal menschen, die de
manoeuvres hebben meegemaakt en
die hij verklaart zeer competente be
oordeelaars te zijn. Deze allen hebben
hem verzekerd, dat de manoeuvres
hier onder de meest moeilijke omstan
digheden werden gehouden. In de
eerste plaats toch en hier werd
vooral gewezen op het verschil met
Duitschland maakt de wet het mo
gelijk, dat een landeigenaar eenvoudig
den toegang tot zijn eigendom, land,
Hij zou de uitgaven van Léon wil
len tegengaan, want hij maakt schul
den en zijne zusters moedigen hem
aan in zijne verkwisting.
Eene jonge vrouw zou het
niet zeer aangenaam hebben in dat
huis, lieve Isabella. Een knorrige
vader, twee wilde schoonzusters en
een echtgenoot, die alle wijsheid en
vastheid van karakter mist
Wat zou datLéon speelt en doet
mee aan de wedrennen
Zijn dat de onvergeeflijke en
onverbeterlijke gebreken 1 Alle jonge
lieden lijden er aan, behalve Régis,
die een uitzondering is, dat moeten
wij erkennen daarenboven Clémence
heeft geestkracht genoeg om de
eerste rol in haar huisgezin te ver
vullen en haar echtgenoot terug te
houden.
Mijnheer De la Blachère gaf lachend
toe. De zinspeling op zijne eigen,
vroegere gebreken was nooit aange'
naam voor hem en daar hij eene
tamelijke hoeveelheid zelfzucht be
zat, gaf hij zijn belang in de kwes
tie op en meende, dat het handhaven
zijner huiselijke rust wel de moeite
van zwijgen waard wasdaarom be-
zoowel als opstal, verbiedt. Maar bo
vendien werd de Betuwe, terecht, een
zeer moeilijk terrein genoemd voor
het houden van manoeuvres.
Des schrijvers zegsman verklaarde
zich zeer tevreden over de wijze
waarop onder deze moeielijke omstan
digheden de manoeuvres waren ver-
loopen. Een vergelijking met Duitsch
land, zoo zei hij, is natuurlijk niet te
trekken. Een leger dat bestaat uit men
schen, die de voor het krijgsbedrijf
benoodigde bekwaamheden en ge
schiktheid moeten aanleeren in een
oefeningstijd van vier maanden, kan
onmogelijk een vergelijking met dat
van een grooten militairen staat als
Duitschland doorstaan.
Maar reeds het feit, dat deze ma
noeuvres ons allen een voorfreffeüjken
indruk hebben gegeven van den ernst
waarmee het Hollandsche leger zijn
taak opvat, is een prachtig getuigenis
voor de Holiandsehe officieren en
hun generalen staf en het is mij een
genoegen, dat te kunnen verklaren.
Zoover ik met de heeren heb kennis
gemaakt, waren het allen veelzijdig
ontwikkelde menschen, die hun werk
met enthousiasme deden, en zich door
ernstige studie op de hoogte van
hun taak stellen. Mrt zulk een offi-
ciers-korps is het dan ook mogelijk
in den korten tijd van vier maanden
den soldaten bij te brengen wat zij
noodig hebben. Dat dit in Holland
gelukt is, bewijzen de manoeuvres.
Laat ons hopen, zoo eindigde deze
vriendelijke beooideeiaar, dat het
mooie kleine Holland nooit in de
noodzakelijkheid komt, ons oordeel
in ernst te moeten vragen.
Gemeenteraad van Amsterdam.
De Amsterdamsche gemeenteraad
keurde gisteren niet 35 tegen 3 stem
men gped het voorstel van B. en W.
om te bepalen, dat de bad- en zwem
inrichting aan de De Ruyterkade
uiterlijk 1 November 1912 verwijderd
moet zijn.
Daarna kwam in behandeling de
voordracht tot het verleenen van eer
vol ontslag aan mevr. M. Lub—Kooi
man als onderwijzeres aan een open
bare school.
Nadat hierover de middag was vol-
gesproken, werd de vergadering tot
's avonds verdaagd.
Voor den aanvang der avondziiting
ontstond zulk een gedrang voor het
stadhuishek, dat de portier de politie
om assistentie moest vragen. Vóór
agenten ter plaatse waren, ontaardde
het gedrang in een vechtpartij, waar
aan evenwel een eind gemaakt werd.
De groote belangstelling gold onge
twijfeld de ontslag- quaeslie der ge
huwde onderwijzeres mevr. M. Lub -
Kooiman.
De voorzitter der commissie tot
onderzoek der geloofsbrieven van
sloot hij zijne vrouw haar gang te
laten gaan.
Clémence verveelt zich, zeide
mevrouw De la Blachère op zekeren
dag tot mijnheer Fonsolles, terwijl
zij het jonge meisje nakeek, dat
Jeanne en Blanche De Vergennes uit
liet na een langdurig bezoek harer
nieuwe vriendinnen. Ja, mijn waarde,
op haar leeftijd en vooral als men
het heele jaar buiten woont, hebben
de meisjes behoefte aan afleiding.
De dames De Vergennes zijn aller
liefst en haar broeder is geestig en
onderhoudend
Gedurende een paar weken, waren
de beide familiën schier onafschei
delijk. Het waren herhaalde gelegen
heden, die tot in het oneindige voort
gezet werden. Mijnheer de Vergen
nes had juist op dat oogenblik een
oud onschadelijk nichtje bij zich, die
tot chaperonne zijner dochters dien
de, want Clémence veoorloofde op
hare beurt hare vriendinnen te be
zoeken. Men gaf raadsels op, maakte
muziek, de vroolijkheid en de dwars
heid stegen zoo hoog als de wel
voeglijkheid maar toeliet en in den
mr. Jules N. de Vries (vacature dis
trict IV), mr. B. E. Asscher, deelde
mede, dat de commissie de eigen
lijke geloofsürieven van mr. Juda,
zich noemende Jules de Vries, in
orde bevonden heeft evenals de bij
de wet vereischte bescheiden. In de
vergaderingen der commissie zijn ter
sprake gekomen de berichten betref
fende onregelmatigheden, die bij de
verkiezing van nr. De Vries zouden
hebben plaats gehad. „De commissie
is na ernstige overweging eenstem
mig tot de conclusie gekomen, dat
de gedane mededeeiingen te vaag en
onbestemd zijn om haar aanleiding
te geven tot het voorstellen van een
nader onderzoek of om den Raad te
adviseeren tot zoodanig onderzoek
over te gaan. Zij adviseert derhalve
den Raad de geloofsbrieven goed te
keuren en mitsdien mr. Juda, zich
noemende Jules de Vries, als lid van
den gemeenteraad toe te laten."
Conform d.t rapport werd zonder
discussie of hoofdelijke stemming
besloten. Mr. de Vries is dus ais
raadslid toegelaten.
De ontslag-quaestie der gehuwde
onderwijzeres was vervolgens weder
om aan de orde.
Na langdurige beraadslagingen
werd de voordracht van B. en W. om
mevr. Lub—Kooiman te ontslaan, ver
worpen met 25 tegen 16 stemmen.
De gehuwde onderwijzeres blijft dus
in de school.
Na sluiting der vergadering werd
op straat, vooral door onderwijzers
en onderwijzeressen, den raadsleden,
die tegen de voordracht hadden ge
stemd, een ovatie gebracht.
Winkelsluiting.
Te Haarlem trachtte de af deeling
van Sigarenwinkeliers een proef te
nemen met 9 uur stuiting en de
rneening werd daaromtrent gevraagd
van de verschillende winkeliers. 45
verklaarden zich er tegen, 23 er voor,
10 blanco en 15 anderen verklaarden
zich onder bizondere voorwaarden
voor vervroegde sluiting.
Militaire berichten.
De minister van oorlog heeft be
paald dat voortaan als regel geen
correctieloon of honorarium zal wor
den toegekend voor correctie of sa
menstelling van reglementen en voor
schriften voor het leger. Komt het
noodig voor dat op dien regel uit
zondering worde gemaakt, dan moet
bij de beoordeeling van dat uitzon
deringsgeval, enkel en alleen worden
overwogen of de betrokken persoon
exira werk heeft verricht, d.w.z. meer
dan in redelijkheid van hem gevor
derd kan worden.
Gedurende de maand November
worden van de regimenten der 2e en
4e divisie 1 kapt., 1 luit., 3 onder
geestestoestand, waarin Clémence
zich bevond gaf ze zich met zekeren
wellust aan die nieuwe genoegens
over. Het was heel prettig om ge
zocht, bewonderd, door Jeanne en
Blanche als een orakel beschouwd
te worden en ook zeer genoegelijk
om de dienstvaardige hulde van den
knappen Léon te ontvangen, die ai-
tijd aan hare zijde was. Hij leerde
haar paardrijden. Mevrouw De la
Blachère, die het vroeger afgekeurd
had, dat zij paard zou rijden met
haar zoon en echtgenoot, schonk aan
de tochtjes der drie jonge meisjes
met Léon onder bescherming van
mijnheer De Vergennes, die nog een
goed ruiter was, hare hooge goed
keuring.
Aldus ging eene maand heerlijk
voor Clémence voorbij, al vond zij
bij die nieuwe vrienden den ernst
niet, die aan haar leven ontbrak.
Als haar geweten ondervraagd werd,
zou zij de te vrije manieren der
beide jonge meisjes beiispt hebben,
zoo goed als de wijze, waarop zij
haar tijd verbeuzelde.
(Wordt vervolgd.)