yjj
R'S
O.
I Mi
IS o 24 2
49e Jaargang.
191L
Het Stiefkind.
Vrijdag
13 October
Feuilleton*
men u
e haalt
[et Adres van de
BINNENLAND,
EtyS cd
Idelburg,
oor Oogziekten,
lag 13 tot Donder»
br AFWEZIG zijn.
VLISSINCSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers S cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regei
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, TELEFOONNUMMER 10.
ftbonnements-fWuertentrën op zasr uoordeeïigs uoorioaarden
Tweede Kamer.
In de gisterenmiddag gehouden
zilting waren de tribunes dicht bezet.
De heer Drucker (v. d verkreeg
het woord, naar aanleiding van de
voorgelezen notulen.
Aan de heerschende spanning dient
aldus spr. een einde te komen
en dit kon thans geschieden naar
spreker's overtuiging'bij goeden wil
aan weerszijden. Spr. neemt aan dat
geen bezwaar zal worden gemaakt
tegen een afzonderlijke behandeling
van een kiesrechtadres, aan de Kroon
Ie zenden en dit op grond van wat
gezaghebbende organen der rechter
zijde hebben geschreven. Spr. hoopt
dat zijn eenvoudig woord ingang
moge vinden.
De heer Troelsira (s.-d.) zeide dat,
voor zoover de heer Drucker bedoelde
opnieuw een voorstel van de soc.-
democratische fractie uit te lokken,
hij daarover niet het woord behoeft
te voeren na de verklaring, vroeger
door de fractie van spr. afgelegd.
De heer Nolens (r.-k.J^zou niet op
het verleden ingaan. Van de zijde
van spr. en de zijnen zal tegen af
zonderlijke behandeling van een adres-
voorstel bijv. vóór de behandeling
der Indische begrooting geen over
wegend bezwaar bestaan. Dit zegt
spr. namens de geheele
rechterzijde.
De heer Troeistra (s.-d.) stelde nu
namens zijn fractie voor een adres
aan de Koningin te zenden, waarin
met het oog op de urgentie van het
kiesrechtvraagstuk gevraagd wordt
om Qrondwetsherziening nog in te
dienen. Het is spr, aangenaam hier
aan te kunnen toevoegen, dat spr.
en de zijnen, indien hun voorstel
wordt behandeld overeenkomstig het
door den heer Nolens gesprokene,
zij, evenals zij dit altijd gedaan heb
ben, weer zullen samenwerken met
de Kamer.
De Voorzitter stelde nu voor, het
voorstel-Troelstra te doen drukken
en het te behandelen voor de In
dische begrooting.
Aldus werd besloten zonder hoof
delijke stemming.
De voorzitter bracht hulde aan de
nagedachtenis van wijlen het oud-lid
der Kamer, mr. Goekoop, die zich
mocht verheugen in de sympathie
van alle medeleden en meer dan
eenmaal belangrijke diensten aan den
lande bewees.
Zijn nagedachtenis zal in hooge
eere blijven.
De voorzitter stelde thans voor
om a.s. Dinsdagochtend te 11 uur
aan de orde te stellen de nieuwe
militiewet.
De heer Schaper (S. D.) wilde de
bakkerswet laten vóórgaandeze is
35.)
Zijde voor eene beurs voor
Guy.
Sigarenkoker voor Guy.
Marokijnleeren portefeuille voor
Guy
Een lijstje voor zijn portret.
En honderd andere kleinigheden,
die in dien korten vorm een zekeren
roman samenstelden.
Het was bijna middernacht, toen
Clémence zich aan dat onderzoek
ontrukte, dat haar hart ontroerde en
hare droefheid vermeerderde door
haar te openbaren hoe lief, bemin
nelijk en goed hare moeder geweest
was. Zij nam de pakjes brieven en
doorlas ze snel.
Behalve onbekende brieven, herin
neringen aan kostschoolvriendinnen,
die bewaard werden eerder ter ge
dachtenis aan het verleden dan om
in alle opzichten gereed voor behan
deling en van veel ouder daium dan
de herziening der militiewet. De Bak
kerswet is veel belangrijker dan de
militiewetvan regeering en Kamer
wordt allereerst sociale wetgeving
verlangd. Buiten de Kamer wordt den
socialisten verweten dat zij de sociale
wetgeving ophouden welnu, thans
willen spr. en de zijnen de sociale
wetgeving laten voorgaan voor een
militaire wet, die eerst tien jaar oud
is. Naar de bakkerswet wordt door
duizenden arbeiders van alle richtin
gen verlangd; dat de behandeling
van de militiewet zoo'n dringend
belang is, wil er bij spr. niet in. Er
zijn trouwens in alle fractiën bezwaren
tegen de nieuwe militieweter wordt
dus niet algemeen naar verlangd.
Spr. stelde ten slotte voor a. s.
Dinsdag met de bakkerswet aan te
vangen.
De voorzitter wees nog eens na
drukkelijk op de ernstige verklaring
van de regeering, waarin op vroeg
tijdige behandeling in het najaar van
de militiewet werd aangedrongen.
De heer Schaper (S. D.) wilde
slechts het meest urgente laten voor
gaan. Iets anders is nht bedoeld,
De heer Limburg ging de geschie
denis van de bakkerswet in 't kort
na en wees op de zeer verschillende
meeningen in deze materie. Er is
mogelijkheid dat de nieuwe militiewet
niet afgehandeld wordt voor de be
grooting. Méér kans is er om de
bakkerswet vóór de militiewet at te
handelen. Spr. steunt daarom het
voorstel-Schaper.
De heer Nolens (R. K.) vond het
ook jammer, dat de bakkerswet tel
kens zoo verschoven wordt. De over
wegingen voor de verschuiving van
de militiewet in den zomer gelden
echter thans niet meer. De Kamer
dient daarom thans de militiewet in
behandeling te nemen.
Het voorstel Schaper werd ver
worpen met 63 tegen 18 stemmen.
Voor de heerenRink, Marchant,
Smidt, Duys, Schaper, Helsdingen,
Hugenhollz, Lieftinck, Troelsta, Ter
Laan, Drucker, De Klerk, Van Foreest,
Bos, Teenstra, Roodhuyzen, Limburg
en De Meester.
A.s. Dinsdag komt dus de nieuwe
militiewet in behandeling.
De pensioenwet.
Door de pensioenvereenigir.g van
burgerlijke ambtenaren is aan de
Tweede Kamer der Staten-G-ineraal
een adres verzonden, waarin zij te
kennen geeft, dat zij met groot leed
wezen heeft gezien, dat er verschil
van opvatting bestaat omtrent de
bedoeling van art. 9 der wet, rege
lende de pensioenen der burgerlijke
ambtenarendat toch de Raad van
State en de pensioenraad van oordeel
hunne eigene verdienste of belang,
vond zij eindelijk de brieven van die
bloedverwante die hare moeder had
opgevoed.
Nu werd haar een zeer eenvoudige
geschiedenis verteld.
Mevrouw Fonsolles was op zeer
jeugdigen leeftijd wees geworden en
onder de hoede eener tante gebleven,
die te Erxel een bescheiden winkel
tje hield, waarin de badgasten hunne
behoeften aan handschoenen en kra-
merijen konden vinden. Die tante
deed wonderen om haar nichtje be
hoorlijk op te voeden. Zij hield haar
niet bij zich, daar ze het leven in
een winkel voor haar niet wensche-
lijk achtte en gelukkig of onge
lukkig Clémence werd aangeno
men in een klooster, waarin pension-
nairen van hoogeren stand dan zij,
waren. Van nature was zij schoon, teer
en voornaam en misschien zou zij bij
hare tante een nederig en werkzaam
leven hebben hervat, ais zij niet da
delijk na haren terugkeer aan mijn
heer Fonsolles den hartstocht had in
geboezemd, waaraan hij zijne verdere
loopbaan ten offer bracht.
Dit alles kon men opmaken uit de
zijn, dat afwezigheid gedurende meer
dan een jaar wegens ziekte niet be
hoort te worden afgetrokken van het
aantal dienstjaren in verband met de
berekening van het pensioenaai
daarentegen de minister van finan
ciën eene andere meening is toege
daan, en dat depensioenvereeniging,
tellende ruim 10.000 leden, reeds in
December van het vorige jaar zich
tot den minister wendde met beleefd
verzoek ar!. 9 der pensioenwet te
willen doen wijzigen in dien zin, dat
dit artikel niet voor tweeërlei uitleg
ging vatbaar is, of we! daaraan toe fe
voegen de bepaling, dat ziekte niet
als verlof wordt beschouwd.
Staatsexploitatie van spoorwegen.
Prof. mr. M. W. F. Treub besluit
een serie artikelen in „de Tel." over
Spoorwegbeleid aldus
Zelfs al waren de financieele ver
wachtingen, die van exploitatie onzer
spoorwegen te koestaren zijn, gunsti
ger dan het geval is, dan nog zou
het zoeken narr den steen der wijzen
moeten heeten éen of twee nieuwe
spoorwegovereenkomsten te ontwer
pen, waarbij de fouten der bestaan
de contracten werden vermeden, de
firanciéele Staats- en de algemeene
volksbelangen onder alle omstandig
heden voldoende werden gewaarborgd
en toch aan den concessionaris vol
doende ruimte werd gelaten om
eigen macht bij de e xpioitatie te
doen gelden en voldoende uitzicht
werd geboden op normale winstkan
sen. Nu de financieele toestand zóo
is, dat geen enkel concessionaris de
vereischte afschrijvingen op zich ne
men kan zonder door den Staat te
worden gesubsidieerd, is het zoeken
naar de oplossing van ons spoor
wegprobleem langs den weg van
nieuwe spoorwegovereenkomsten van
meet af tot onvruchtbaarheid ge
doemd.
De bestaande spoorwegovereen
komsten zijn onhoudbaar en het laten
doorloopen daarvan zou onverant
woordelijk zijn; die overeenkomsten
te vervangen door betere en aan haar
doel beantwoordende contracten, is
onbegonnen werk. Onze spoorwegen
zullen in beheer bij den Staat komen,
ten spijt van conservatief denkenden
zoowel ais van particuliere belang
hebbenden. Uitstel is, hoewel hoogst
bedenkelijk, toch mogelijk; afstel
niet.
Benoemingen.
Bij Kon. besluit is io. met ingang
van 1 November 1911, aan de reserve
kolonels P. C. Coithoff en F. B. A.
van Steenhardt Carré, en aan de
reserve luit. kolns. D. j, van Bosveld
Hensius, R. W. Roelants, H. J. W.
Verkouteren en jhr. D. Barctiman
Wuytiers, allen commandant resp. in
brieven van juffrouw Liéven, wel is
waar eenvoudige brieven soms vol
spelfouten, maar die toch een uitge
lezen natuur verrieden. Zij had met
hare bezorgdheid het kind gevolgd,
dat heenging, schitterend van geluk
aan den arm van een rijken en welge
boren echtgenoot. Zij verheugde zich
en was tevens bezorgd dat zij zoo
goed was getrouwdherinnerende
dat zij aan mijnheer Fonsoiies wel
gemeende tegenwerpingen had ge
maakt, waarin zij de vage vrees liet
doorschemeren, dat hij berouw zou
krijgen over zijn huwelijk en zijne
vrouw minder liefde zou bewijzen
Met treffende zelfverloochening ver
dween zij, hare liefde gevend zonder
iets terug te eischen, ze verlangde
niet eens, dat mijnheer Fonsolles haar
met hare nicht zou komen bezoeken,
omdat ze voor zijn hoogmoed de te
rugkeer naar het besche.den nestje
vreesde, dat de bekoorlijkheid en de
liefde zijner vrouw hem moesten doen
vergeten.
Het moederlijk geluk van Clémence
had weerklank in haar hart gevonden,
ze had vurig voor het te verwachten
kindje gebeden, vervolgens ervoor ge-
het 32ste, 21ste, 18de, 41ste, 33ste
en 31ste landweerdistrict op hun
aanvrage, na een diensttijd bij het
reservepersoneel der landmacht van
meer dan vijf jaren voor officieren,
die reeds in het genot zijn van militair
pensioen, eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend
2o. aan genoemde reserve hoofdof
ficieren, met instandhouding van de
hun krachtens de bepalingen dei-
pensioenwet voor de landmacht 1902
toegekende pensioenen, een nader
pensioen verleend ten bedrage van
voor de reserve kolonels Golshof en
Van Steenhardt Carré f 228voor de
reserve luit. kolonels Van Bosveld
Heinsius, Roelants en jhr. Barehman
Wuyhers f209 en voor den reserve
uit. kol. Verkouteren f231 'sjaars.
3o. aan den res. kolonel Coithoff
voornoemd, te rekenen van den datum
waarop zijn eervol ontslag uit den
militairen dienst ingaai, de rang ver
leend van generaal majooris met
ingang van 1 November 1911 aan de
reseive luitenant kolonels J. J. Wierin-
ga en H. J. Hendrickx, commandanten
onderscheidenlijk in het 26e en 44e
landweerdistrict, laatstgenoemde op
het daaitoe door hem gedaan verzoek,
een eervol ont-ïiag uit den militairen
dienst verleend;
zijn benoemd, bij het reseive per
soneel der landmacht, met ingang van
18 October 1911, lo. tot reserve Ie
luitenant bij hun tegenwoordig korps,
a, bij het wapen der infanterie, de
reserve 2e luitenants B. van der Sloot,
van het 10de, J. A. Leuischer van het
lste, J. P. A. Vermeulen, van het 7de,
L. A. G. Hakbijl, van het 8ste, en H.
A. A. Steyrss, van het 2de regiment
met ingang van 16 October 1911,
a. bij de infanterie der landweer, tot
reserve le luitenant in zijn tegenwoor
dig district, de reserve 2e luitenant
J. J. Nuyten, van het 39ste landweer-
dislrict.
De gehuwde onderwijzeres.
Door velen bij het onderwijs be
trokken werd de raadszitting van
Amsterdam van gister met belang
stelling tegemoet gezien. Immers de
agenda voor gister vermeldde de
voordracht van Burg. en Weth. tot
het verleenen van eervol ontslag aan
mevrouw M. Lub—Kooiman, als on
derwijzeres aan school 24. Toen mej.
Lub op 27|uliii.in het huwelijk trad
deelde zij op de betreffende vraag van
den wethouder voor het onderwijs
mede, dat zij niet voornemens was
ontslag uit hare betrekking aan te
vragen. Vandaar het voorstel om aan
haar eervol ontslag uit haat betrek
king te verleenen. Indertijd besloot
de Raad op voorstel van Burg. en
Weth. om in de Verordening op
het openbaar voorbereidend on
derwijs, de bepaling op te nemen,
dat aan hoofden, onderwijzeressen en
helpers, die in het huwelijk treden,
ontslag uit hare betrekkingen zal
worden verleend,
In verband met dit besluit.werd
door Burg. en Wet's, par circulaire
aan hoofden van onderwijsinrichtin
gen aan welke vrouwelijk personeel
werkzaam is, verzocht, aan dat per
soneel te willen mededeelen, dat
Burg. en Weth. voornemens waren,
om vrouwelijke leden van het on
derwijzend personeel, die mochten
nalaten bij haar huwelijk zelf eervol
ontslag uit hare betrekking te vragen,
aan den Raad voor ontslag voor te
dragen. Hei is nu echter gebleken,
dat het schooltoezicht gunstige rap
porten over mevrouw M. Lub—
Kooiman aan den wethouder heeft
verstrekt, terwijl ook de samenstelling
van den Raad, sinds bovengenoemd
besluit werd genomen, aanmerkelijke
wijziging heeft ondergaan.
Dit maakte dat dit eerste geval
met bijzondere belangstelling in on
derwijskringen werd tegemoet gezien.
Een beslissing werd nog niet ge
nomen.
Een kranig militair.
Aan boord van de „Vondel," van
j de Maatschappij „Nederland," die
gistermorgen te IJmuiden aangeko
men is', bevond zich een detache
ment van de koloniale reserve, w.o.
de sergeant Close, die zich in een
gevecht nabij kampong Kantoe op
Celebes bizonder onderscheiden
heeft, door, toen hij met een kleine
afdeeiing, waarvan hij deel uitmaakte,
na herhaalde malen vergeefs geat-
queerd te .hebben, terug moest trek
ken en de troep zeer gedemorali
seerd was, een van zijn manschap
pen, die zwaar gewond onder de
borstwering van de vijandelijke ver
sterking was blijven liggen, vandaar
weg te halen en in veiligheid te
brengen.
H. M. de Koningin heeft hem
daarvoor benoemd tot ridder in de
Militaire Willemsorde 41e klasse.
De commissaris van afmonstering,
kapitein Wijnmalen, die met zijn ad
judant reeds den avond te voren te
ijmuiden was aangekomen om het
detachement te ontvangen, sprak na
de gewone formaliteiten de manschap
pen en in het bizonder den geridder
de toe. Hij bracht hem hulde en
wenschie hem geiuk.
De „Vondel" stoomde omstreeks 10
uur naar Amsterdam, waar het stoom
schip omstreeks 2'/a uur aankwam.
Aan de IJskade had zich het mu
ziekkorps van het 7de regiment op
gesteld, die het detachement met
vaderlandsche liederen begroette. Tot
ontvangst en begroeting kwam aldaar
aan boord de kolonel Van den Burgh,
plaatselijk commandant. Kapitein
werkt, zooals een klein geborduurd
mutsje getuigde, dat ze in een laadje
vond en waarop een briefje stond
„doopmutsje der kleine Clémence
door mijne tante geborduurd." Maar
zij had zich steeds terzijde gehouden,
tevreden dat ze kon bidden, bemin
nen en van het jonge huishouden de
schaduw van vernedering kon ver
wijderd houden, die het zou kunnen
verduisteren. Clémence voelde hare
oogen vochtig worden.
Ik zou van haar gehouden heb
ben, dacht zij, met haar gebrekkig
Fransch en haar groot hart.
De brieven gaven ook inlichtingen
betreffende de bloedverwanten en de
vrienden. Juffrouw Liévin had een
broeder, goedhartig maar onbekwaam,
wien niets gelukte, die alles be
proefde en die bij iedere mislukte
poging de hulp zijner arme zuster
inriep.
De vrouw van dezen broeder moest
bitter zijn, onaangenaam van humeur,
hoewel men er nooit dan met liefde-
lijKe bedektheid over sprak. Zij had
den twee dochters en juffrouw Liévin
bestemde de eene, haar petekind, om
haar eens te vervangen in haar be
scheiden handel.
Eindelijk kwamen er eenige inlich
tingen over dien handel, die klaar
blijkelijk de vragen van mevrouw
Fonsoiies beantwoordden.
Clémence was volstrekt niet ver
nederd. Waarom zou ze? Behalve
de La Blaehères, die ontroostbaar wa
ren, dat de eerste liefde van hun
schoonbroeder zoo ver waren afge
dwaald, scheen niemand in het land
zich over hare afkomst van moeders
zijde te bekommeren. Nog dienzelfden
dag had haar vader uitnoodigingen
en tegemoetkomingen ontvangen, die
niet beminiijker en belangstellender
konden zijn.
De betrekkingen van vaderskant
deden de andere vergeten de doch
ter van den rijken mijnheer Fonsol
les door hem verwant met den eer
sten adel der provincie en erfgename
van de helft van een aanzienlijk ver
mogen, moest overal zoo vleiend mo
gelijk worden ontvangen.
(Wordt vervolgd.)