Het Stiefkind.
Zaterdag
30 September
vil m hm op m ïm.
Feuilleton,
No 231
49e Jaargang.
1911
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen,
TSLEFO ONKUMMES 10.
BINNENLAND,
VUSSINGSCHE
Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.S0.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Na de manoeuvres.
Namens da Nederiandsche regeering
werd in den avond van 26 September
in het hotel Sonsbeek ie Arnhem een
diner aangeboden door den leider der
legermanoeuvres, Zijne Excellentie
luitenant-generaal W. A. T. de Mees
ter, commandant van bet veldleger.
Aangezet» n waren als gasten de vijf
officieren van vreemde nationaliteit
die de manoeuvres hebben gevolgd
kolonel Van den Eijnde, België majoor
van den Generalen Staf Renner,
Duitsch militair-attaché kapitein van
den Generalen Staf Boolier.Engeland
kapitein V. Durry, Fransch militair
attaché en majoor Piccioni, adjudant
in buitengewonen dienst van den ko
ning van Italië. Verder de luitenant-ge
neraal C. J.Snijders,chef van denGene.
ralen Staf, de generaal-majoors A. C-
A. Neeteson en 1. Bruce, comman
danten van de le en 3e divisie, pariij-
coramandanten met hunne chefs van
den staf de luitenant-kolonels van
den Generalen Staf P. P. C. Golette
en P. D. Buijze de generaal-majoors
F. Tonnet en G. A. Buhlman, com
mandanten van de 2de en 4; divisie,
de generaals-majoors A. E. Roest van
Limburg, R. H. O. baron v. d. Ca-
pellen en A. van Saters, inspecteurs
ven de infanterie, cavalerie en bereden
artillerie, de generaal majoor J. F. de
Meester, hoofdintendant, de kolonel
W. H. van Terwisga, sous-chef van
den Generalen Staf, de luitenant-
kolonel van dien Staf P. W. Weber,
chef van den Staf van het hoofdkwar
tier van den leider der manoeuvres,
de kapitein yan den Generaian Staf
T. F. J. Muller Massis, toegevoegd
aan de vreemde officieren, de kapitein
van den Generalen Staf C. van Tui
nen, toegevoegd aan de journalisten-
verslaggevers, tijdens de manoeuvres
en de heer O. A. van Tricbt, hoofd
redacteur van ,,de Nieuwe Courant"-,
als vertegenwoordiger van de jour
nalisten-verslaggevers.
Bij de uitgezochte spijzen en dran
ken bleef het gezelschap aan den
keuiig versierden disch bijeen tot
omstreeks half eif. De gastheer,
luitenant-generaal W. A. T. de Mees
ter, sprak het welkomstwoord tot de
vreemde officieren, en bracht een
dronk uit op de Souvereinen en hef
Staatshoofd van hunne naties. Kolonel
Van den Eijnde betuigde namens de
vreemde officieren dank voor de voor
komende ontvangst en de goede zor
gen hun gewijd en hief het glas op
het welzijn van onze Koningin, het
Koninklijke Huis en het leger.
Kiezersstatistiek 1911.
Als no. CLVII der Bijdragen tot de
Statistiek van Nederland, Nieuwe
24.)
Nog niemand.... De tranen spron
gen het jonge meisje in de oogen,
toen zij toevallig de deur der biblio
theek openstiet. Eensklaps stond zij
tegenover haar vader, die haar tege
moet trad.
Clémence, mijn kind 1
Hij hield haar op eenigen afstand,
nadat hij haar omhelst had, nu be
keek hij haar met eene mengeling
van trots, genoegen en aandoening.
Gij gelijkt bijzonder veel op
uwe moeder.... Gedurende de laatste
maanden heeft er eene wonderlijke
verandering met u plaats gehad.
Plotseling zweeg hij, wendde zich
een oogenbiik ai en noodigde haar
toen uit om plaats te nemen.
Ik kon u niet tegemoet komen.
Mijne gezondheid is niet heel wel..,.
Helaas 1 dat zag ze wel. Voor cn-
Volgreeks, uitgegeven door hei Cen
traal Bu'eau voor de Statistiek is
verschenen de „Kiezersstaiistiek, be
nevens aanvulling der verkieringssta-
listiek voor de Eerste en .Tweede
Kamer der Staten Generaal en de
periodieke verkiezingen van leden
voor oe gemeenteraden voor gemeen
ten met meer dan 15000 inwoners in
1911"
U t de inleiding blijkt dat er vol
gens de kiezerslijsten van 1911 in ons
land waren 872 536 kiezeis voor de
Tweede Kamer, 869.976 kiezers voor
de Provinciale S aten en 806,946 kie
zers voor de gemeenteraden, terwijl
28,568 kiezers hun kiesrecht in 1911
verloren, doordat zij het verschuldigde
ter zake van aanslag, omschreven bij
art. 10 der kieswet, niet op den len
Maart hadden voldaan.
Uit deze getallen blijkt, dat 63,39,
63,21 en 58,63 pel der mannen van
25 jaar en ouder onderscheidenlijk
kiezers zijn voor de Tweede Kamer,
de Provinciale S'aten en Gemeente
raden.
Van de 872,536 kiezers voor de
Tweede Kamer waren 53,084 aangif
tekiezers en 819,452 ambtshalve op
de kiezerslijst gebracht.
Voorts zijn de kiezers in de volgen
de groepen te onderscheiden belas
tingkiezers 797,097, huurkiezers 22,254
loor.- en pensioenkiezers 41,428,spaar-
kiezers 7,684, examenkiezers 4,173.
of in totaal 75,439 kiezers krachtens
art. 1 b.
Het geheele aantal kiezers voor de
Kamer is van 1910 en 1911 met 17,997
of 2 06 pet. toegenomen de verschil
lende groepen, onderscheiden naar
den grondslag waaraan zij hun kies
recht ontieenen, waren toen respec
tievelijk afgenomen met
Belastingkiezers 3,23, kiezers krach
tens art. 1 b —9,24, waaronder huur
kiezers 8,74, loonkiezess 10,10
spaarkiezers 5,37, examenkiezers
—10,62. de ambtshalve en aangifte-
kiezers onderscheidenlijk met 2,81 en
9.50 pel
Misbruik van portvrijdom.
De minister van bLmenlandsche
zaken heeft aan Ged. S'aten verzocht
om aan de gemeentebesturen mede
te deelen, dat de minister van wa
terstaat zijne aandacht heeft geves
tigd op een wijze van ongeoorloofd
gebruik maken van portvrijdom,
ïiierin bestaande, dat aan port on
derworpen dienstbri :ven, ter uitrei
king aan derden, worden toegezon
den aan een tusschenpersoon, voor
de dienstcorrespondentie met wien
de afzender vrijstelling van priefport
geniet.
De minister wijst er op, dat in
het algemeen, waar de uitreiking van
brieven geschiedt door bemiddeling
van een tusschenpersoon, voor de
ftlortRements-ftduerfenfiën op zeer uoordeeiige voorwaarden
verschiliige oogen was hij nog altijd
een schoon en knap man, zijne nog
zwarte haren hadden bijna al den
glans bewaard, evenals zijne trekken
hunne schoonheid, maar zijn blik
had iets vermoeids en koortsachtigs,
terwijl zijne handen een weinig
beefden, welks voortdurende bewe
ging van zenuwachtigheid en onrust
getuigde.
Zijne magerheid was opvallend en
ofschoon zijn tred op het eerste
oogenbiik nog jeugdig scheen, merkte
Clémence nu op, dat zijne beenen
een weinig knikten.
Wat scheelt er aan, vader Dit
jaar hebben de baden u geen goed
gedaan
Met kwalijk verborgen onrust keek
zij hem aan, terwijl ze haar hoed en
hare handschoenen op een stoel wierp.
Ik ben verzwakt.... ik heb eene
zenuwkwaal.... Misschien was het
zwervend leven, dat ik in de laatste
jaren geleid heb, niet goed voor mijne
gezondheid.... Ik ben blij, dat ge hier
terug zijt, mijne dochter.
En waar is Roger Waarom is
hij nog niet hier Hij weet toch wel,
dat ik bereid ben hem te verwenn.;n
verzending der brieven aan dien
tusschenpersoon geen gebruik mag
worden gemaakt van eventueels,
voor dienstcorrespondentie tusschen
afzender en tusschenpersoon btstaan-
de vrijstelling van briefport.
Loterij hulpfonds gemeente
ambtenaren.
Bij de verloting ten bate van het
hulpfonds van den Ned. bond van
gemeente ambtenaren zijn de hoofd
prijzen ten deel gevallen aan de
houders van de volgende lotnummers
10143 een saionameubleinent13048
een ziiveren theeservies; 12021 een
pianino 7941 een heerenrijwiel1737
een damesrijwiel10618 een bureau-
ministre; 12471 een eikenhouten
boekenkast10991 een divan met
kleed; 1137 een gouden heerenhor
loge; 13030 een gouden dameshor
loge; 2011 een pendule met candela-
bres 6474 een volledig eetservies
15558 een ontbijtservies 17286 een
salonlarnp; 13381 een photographie-
toes'el.
De volledige uitslag der trekking
wordt bekend gemaakt in het Week
blad van den bond tn bij afzonder
lijke trekkingslijsten, waarvan van 5
October af exemplaren kosteloos ver
krijgbaar zijn bij cien secretaris der
verlotingscommissie, den heer jac.
van Lier, Kepplerslraat 154, den Haag.
Bij correspondentie behooren fran
keerzegels te worden ingesloten.
L. Pincoffs
Volgens particulier telegram aan
het „R.Nbl." is L. Pincoffs, oud 84
jaar, stichter van ^e Roüerdamsche
havenwerken te Feijenoord, gisteren
middag te New York overleden.
De overledene heefl een zeer groo-
ten invloed uitgeoefend op de ont
wikkeling van Rotterdam. Hiervan
getuigt een artikel in het „Rott.
Nws'ol." waarin vooral de gebeurte
nissen in iiet voor Rotterda u gewich
tige jaar 1879 uitvoerig v, o-den
geschetst.
Het „Rott. Nwb'. besluff
Lang heeft het geduurd eer men
Pmcoffs onbevangen heeft kunnen
zien, om zijn groote fouten, zijn groote
deugden niet langer vergat. Onze
heihaaide opwekking om nu eindelijk
te vergeven heeft haar uitwerking niet
gemist. Met waardeering geeft men
PincoffV grooie verdiensten jegens
Rotterdam toe. Gu! heeft de burge
meester van de stad, waaruit hij voor
vier-en-dertig jaar vluchtte, hem ge
huldigd.
Gaarne ook hadden wij Pincoffs
zijn nieuwgeboren stad wilien toonen.
Maar dit was niet wei mogelijk zelfs
een eenvoudige reis van New-York
naar hier was voor den inmiddels
reeds 80-jarige een te bezwaarlijke.
en een klein moedertje voor hem te
zijn.... Mag ik hem schellen, vader
Zeker.... Maar wees niet ver
wonderd, als hij eerst niet lief is,
Clémence.... Rosa heeft hem verwend
en mijn schoonzuster geeft hem veel
te veel den zin.,., Een kind zonder
moeder....
Zijne stem beefde eenigszins.
Wees maar gerust, hei zal
spoedig anders worden. Ik za! heel
veel geduld hebben, ik weet veel te
goed hoe stijfhoofdig en lastig ik zelf
was in mijn tijd....
Hier brak zij af om tegen den ka
merdienaar te spreken, die juist bin
nenkwam.
Wilt gij jongeheer Roger laten
komen, als het u belieft?
Zij streek heur haren glad voor
een spiegel, keek om zich heen, ver
zette een paar stoelen en ging weer
naast haar vader zit.en, toen de be
diende weer inkwam.
Mijnheer, Ro^er wil nie! komen.
-— O, wat een ondeugd i lachte
Clémence. Ik zal hem wel gaan halen.
Maar, neen, hij moet komen.... Victor,
zeg aan Rosa, dat ?ij hem brengt.
Voor het avond is, zuilen wij
De zomer heeft twee plagen, heeft
eens iemand gezegd logé's en vlie
gen. Nu, met beide waren wij dezen
zomer bijzonder gezegend. Het be
stendig mooie en zonnige weer
deed iedereen naar buiten of op
reis gaan en zoo vielen ons, buiten-
menschen, de logé's op het dak als
zwermen vliegen. En van de echte
vliegen hadden wij niet minder
pardon, bezoek. Wat waren deze
lastig, ik bedoel dan dia vieze, ste
kende vliegen, die letterlijk alles „in
bezit" namen, en overal de sporen
hunner bezoeken achterlieten, 't zij
in den vorm van „buiten" en „be
ten" op gelaat en handen, of als
zwarfe stipjes groo:e ergernis
voor huisvrouwen op eetbare en
niet-eetbare voorwerpen.
En toch zouden we van deze
vliegenplaag uitermate kunnen pro
fiteered tot ons voordeel kunnen
aanwenden, indien wij practischer
waren. Zoo practisch als een far
mer in Pennsyivanië, die zich met
succes heeft toegelegd op de
viiegenfokkerij. Een nieuwe lekkernij
brengt de man in den handeleitjes
van iegvitegen, ephyda's, dat zijn
bewoonsters der zouthoudende me
ren in het verre Westenen in
Mexico. De farmer fokt de vliegen
in groote kooien van ijzergaas, vlie-
genparken zou men ze kunnen noe
men, van 20 meier lang, 13 M. breed
en ruim 3 M. hoogin 't midden
daarvan zijn alleraardigste, kleine
vijvertjes aangelegd, waarin de vlie
gen heur eieren leggen. Eens per
dag worden die vijvers geledigd, en
in ieder er van oogst de fokker
rnillioenen eitjes, welke door lichte
wrijving ontdaan worden van eer,
zeer licht schaaltje. Behoorlijk toebe
reid, zijn deze kleine, witte korreltjes
een smakelijk en voedzaam ge
recht, uitnemend geschikt, naar het
heet, ora de gehemelten der lekker
bekken te streelen.
Da productieve kudde bestaat vol
gens den vliegenfokker uit zeer zin
delijke beestjes, ongevaarlijk en aan
genaam in den omgang. Dit zijn dus
daar nette, welopgevoede, gecivili
seerde vliegen die de onze ver voor
uit zijd. Intusschen men heeft daar
weer een voedingsmiddel meer. In
dezen tijd van schaarschle zou zoo
iets ook hier waarschijnlijk aan ve
len welkom zijn. Wat wordt alles
duur! Over 't algemeen is het leven
toch in de iaatsta jaren veel duurder
geworden; men wii, dat ons onder
houd 40 pCr. meer kost dan voor
iien jaar. Dat is veel. Het is waar
schijnlijk onze maag, die ons op de
grootste kosten jaagtniet dat wij
zooveel meer of zooveel smuliiger
eten, maar de levensmiddelen zijn
vrienden zijn, daar ben ik zeker van,
hernam Clémence. De kinderen zijn
buiten altijd een beetje wild, maar hij
zal spoedig in zijn schik zijn, dat hij
eene groote zuster heeft....
Alweer kwam Victor binnen.
Rosa laat aan mijnheer weten,
dat zij strijkt en niet van haar ijzers
af kan.
Het is goed, sprak mijnheer
Fonsoiies kaim, ik zie, dat de berg
niet tot Mahomed wil komen, Clé
mence.... Gij zult de moeite moeten
nemen....
Hij beproefde ie schertsen, maar
Clëmence's wangen waren met een
hevigen blos bedekt.
Het schijnt dat Rosa's karakter
niet verbeterd is, sprak zij.... Hoe
kunt gij verdragen, dat men weigert
u te gehoorzamen, papa
Hij maakte een gebaar, dat ver
moeidheid en onverschilligheid aan
duidde.
ik ga niet met u mee naar bo
ven, alles is mij te veel.... Kom gauw
terug om mij wat van uwe reis te
vertellen en te zeggen of mijne beve
len goed gevolgd zijn om uwe kamer
netjes in orde te maken,
zoo geweldig gestegen en stijgen
nog bijna dagelijks. Het brood is
daarbij nog het minst omhoog ge
gaan en stellig is het in kwaliteit
aanzienlijk verbet.rd.
De prijzen der levensmiddelen nu
en enkele eeuwen terug, verschillen
enorm. Het vieesch is in verhouding
Sol hef brood, veel duurder geworden
in de 13a er 14e eeuw was het 10
maai minder waard dan nu. Een os
kosife ongeveer 18 gulden, soms 11
gulden een schaap 2 en 1 gulden.
Eieren kostten in die tijden zelf 12
marl zoo weinig ais nu.
Andere artikelen echter, welke nu
ais goedkoop gelden, waren toen
duur. De middeleeuwers kochten zich
niet arm aan linnengoederen. In de
14e eeuw kende men pas de weelde
van hei daghemd, een eeuw later
veroorloofde men zich de luxe van
het rachthemd. Beddenlakens lieten
nog veel langer op zich wachten.
Rijke lieden kleedden z!ch 's nachts
poedelnaakt uit en sliepen tusschen
veeren kussens; arme lieden lagen
tusschen twee zakken met hooi. In
de dorpen siiep men in de 16e eeuw
nog dikwijls op een hoop kastanje-
of eikenblaren. Aan schoenen gaf
men toen ter tijd ook niet veel uit.
Uit zuinigheid liep m.:n nog biooivoets
en hou'en schoenen in onze lan
den reeds vroeg de klompen wer
den zoo goed mogelijk dichtgedmmerd.
Maar toen de Ieeren schoenen in ge
bruik kwamen, betaalde het volk
hoogstens een gulden het paaraan
zienlijke lieden besteedden wel meer,
en (oen, op het eind van 1700, de
geweldige weelde velen beving, be
taalde men zijn schoenen s^i..a
goedkoop al betaalde men twee
maal zooveel voor hei poeder van
de pruik.
Wat verschil is er ook tusschen
de loonen thans en in vroegere eeu
wen Zeven eeuwen lang zijn de
metselaars tevreden geweest met een
daggeld van 40 ets. Bediende-sala
rissen bedroegen hoogstens f25 per
jaar in 1600, een eeuw vroeger 10
gulden. Het gewone ongeoefende
werkvolk dat nu in Frankrijk den
grooten loonstrijd op touw zet voor
een minimum-bezoldiging van 5 frs.
per dag ontving tot 1800 tusschen
10 en 20 centen.
Wij zuilen „den goeien ouden tijd"
maar niet terugwenschen, ai blijft er
zeker ook nu nog heel wat te wen-
schen over. Zich schrikken in de
omstandigheden, is zeker het baste,wat
natuurlijk niet zeggen wil, dat men
niet ijvert voor verbetering. „Het
hoofd er op, jongens, en weest vroo-
lijk" zoo schijnt men er ook in de
omstreken van Vorden o/erte denken,
ai is het voor den boerensiand geen
voordeelige tijd. 't Was er deze dagen
in de buurtschap Lmden, kermis. Een
Hij nam de courant weer op, die
hij aan het lezen was toen zijne
dochter binnenkwam, en deze liep
snel de trap op naar de eerste ver
dieping, terwijl ze hare verstoordheid
moeilijk kon verbergen. Achtereen
volgens wierp zij een paar deuren
openhaar broertje zag ze niet. Ze
hoorde hem nu echter praten en
loopen op de eerste verdieping, ze
ging op het geluid af en kwam zoo
in de linnenkamer.
Rosa, wier sfuursche trekken nog
verscherpt waren door den tijd, stond
voor de groote strijklafel eene muts
te plooien, terwijl Roger op een stok
door de kamer huppelde.
Het was een mooi kind, het spre
kend evenbeeld zijner moeder, alleen
zijne haren waren een tint donkerder.
Hij had fijne, aristocratische trekken
met iets hooghartigs om den mond
en in de oogen.
Hij bleef stilstaan, toen zijne zus
ter binnenkwam. Rosa keek op,
klemde de lippen opeen en ging
voort met plooien, zonder een woord
ie spreken.
(Wordt vervolgd.)