riet
akken
Zaterdag
19 Augustus
Tan Sdnli OvÉugd.
HEmmans"
zakelijk
onzen
I
t 0.40
- 0,45
- 1,50
f 0,13.
O, i 5.
No. 195
49e Jaargang,
1911.
Gemeentebestuur,
Feuilleton,
BINNENLAND.
daarom
en Heer
gen van
evende
ngelsche
itend met
perschot
)U9 aan
bedrag
Grondwet",
tiiging.
riek
100
VLISS1NGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
CO IJ RANT.
ADVERTENTIÈN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Hbonnemenfs-Bduerfenfiën op zeer uoordeelige voorwaarden
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van verlofgangers tot den
werkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen
gezien de circulaire van den Com
missaris der Koningin in dit gewest
van den 22 Maart 1911, A no. 1202,
3e afdeeiing M.
Roept bij deze op tot den werke
lijken dienst: de ondenolgende in
deze gemeente wonende verlofgangers
van de lichtingen 1906 en 1908.
Van het 3de Regiment Infanterie
Lagendijk Frank, Rens Petrus Jacobus
Franciscus, De Smit Arend, Beenhou
wer Carel juliaan, Prince Jacobus,
Luwema Wijnandus, Van der Weele
Joost, Verboven Jacobus Petrus, De
Jong Hendrik, Jansen Pieter jacobus,
De Vos Jacob, Marchand Heronimus,
Raben Joseph Frans, Blom Dirk Wil
helm, Douw Marinus, De Hondt Dirk,
Engelse Lieven Jacob, Van de Run
straat Christianus Alouisius Petrus,
Harink Nicolaas, De Nooijer Frans,
Van Eenennaam Casper, De Nooijer
Jacob, Geljon Willem, Doense Nico
laas, Van Stee Petrus, Van Spanje
Bastiaan, Van Dilst Abraham, allen
lotelingen der gemeente Vlissingen,
Ebert Edmondus, loteiing der ge
meente Hontenisse, allen van de lich
ting 1908. Dag en plaats van opkomst
4 September 1911 Vlissingen. Hoo-
genboom Adrianus, Ioteling der ge
meente Duivendijke, Theune Adriaan,
ioteling der gemeente Arnemuiden,
Lameijn Johan Christiaan, ioteling der
gemeente Middelburg, ailen van de
lichting 1908. Dag en plaats van op
komst 4 September 1911, Middelburg.
Van het Regiment Grenadiers en
Jagers: Herten Paul Johan Henri Cor
nells, ioteling der gemeente Roermond,
Haket Corneiis Hubertus, ioteling der
gemeente 's Gravenhage, beiden van
de lichting 1908. Dag en piaats van
opkomst 4 September 1911 's Graven
hage.
Van het 3e Regiment Veld-Artillerie:
Schuurbiers Heimanus, Sturm jacob,
lotelingen der gemeente Vlissingen,
lichting 1908. Dag en plaats van op
komst 5 September 1911, Bergen op
Zoom.
Van het korps Pantserfort-Artillerie
Van de Voorde Willem, Ioteling der
gemeente Helder, lichting 1906. Dag
en plaats van opkomst 4 September
1911, Helder.
Van de 3e Compagnie Hospitaal
soldaten Nageikerke Johannes, iote
ling der gemeente Vlisstngen, lichting
1908. Dag en plaats van opkomst 4
September 1911, Breda. Sanderse Leijn,
Ioteling der gemeente Vlissingen, lich
ting 1908. Dag en plaats van opkomst
4 September 1911, Bergen op Zoom.
55.)
„Ik geloof wel, dat hij zal weten,
wie ik ben, al weet jij het ook niet."
„Daar heeft u gelijk in. Ik kom
dadelijk terug."
Dit zeggende verdween de jongen
in een binnenkamer met een gezicht,
alsof hij zeggen wilde, dat, al mocht
de vreemdeling eenigen indruk maken
op mijnheer Zevenboom, hij het zeker
niet deed op hem. Zijn gevoelens
kregen echter een vrij hevigen schok,
toen zijn patroon hem op fluisterenden
toon vertelde, dat mijnheer Burreil de
groote detective was en hem bevai
mijnheer dadelijk bij hem te brengen.
Burreil werd daarop met gepaste
deftigheid binnengelaten en ontvan
gen door een klein mannetje, wiens
zwarte kraaloogjes en scherpgetee-
kende trekken zijn herkomst duidelijker
Gelast:
de voormelde verlofgangers zich,
te dien einde, voorzien van hunne
kleeding en voorwerpen van uitrusting
alsmede van hun voor vertrek afge-
ieekenden verlofpas, elk op den voor
hem bepaalden datum, rechtstreeks
bij hun korps aan te melden, en we!
zij die in de plaats van opkomst
woonachtig zijn, uiterlijk te 8 uur
voormiddags. Zij die woonachtig zijn
binnen 20 K.M. vn de plaats van
opkomst op den dag voor de opkomst
bepaald, uiterlijk le 10 uur v.m. De.
overige verlofgangers zullen zich
voor zooveel zij binnen het rijk ge
vestigd zijn, op den dag voor de
opkomst bepaald, met het eerst ver
trekkende openbaar middel van ver
sneld vervoer van hunne woonplaats
of naaste station, naar de plaats van
opkomst moeien begeven en voor
zooveel zij buiten liet rijk gevestigd
zijn, zich op dien dag voor 4 uur bij
hun korps moeten aanmelden. En
geeft kennisdat, voor het geval zij
door ziekte of andere redenen buiten
staat mochten zijn om op te komen,
zij daarvan kunnen doen blijken, door
op den dag voor de opkomst bepaald
een op ongezegeld papier geschreven,
geneeskundig getuigschrift of een
ander bewijs of verklaring ter
Gemeente-Secretarie (Bureau Militie)
over te leggen, zullende de zieken,
die niet op den bepaalden iijd onder
de wapenen komen, te dezer zake
niet voor diligent worden gehouden,
maar verplicht zijn, zich na hunne
herstelling bij hun korps te vervoegen,
teneinde daarbij in den wapenhandel
te worden geoefend, wordende zij,
voor zooveel noodig er op gewezen,
dat zoo zij in gebreke blijven aan deze
oproeping te voldoen, zij volgens art.
133 der Militiewet 1901, als deserteur
zullen worden behandeld.
Vlissingen, den 16 Augustus 1911.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Hofberichten.
Op den verjaardag van H. M. de
Koningin zal ten paleize Het Loo
een gala-dejeuner worden gegeven.
Z. K. H. Prins Hendrik, die gis
teren op Het Loo zou terugkomen,
heeft de reis daarheen tot Zaterdag
a.s. uitgesteld wegens het overlijden
te Ludwigslust van een van 's Prin
sen familieleden, Prins Hendrik van
Reuss, gehuwd met hertogin Charlotte
van Mecklenburg.
Divisie- en Legermanoevres.
Er worden in het najaar, gelijk
reeds medegedeeld is, groote mano.'u-
vres gehouden door onderdeelen van
het veldleger. De manoeuvres begin-
uitdrukten dan woorden hadden kun
nen doen.
„Wel, beste vriend," zeide hij, „het
doet me plezier je te zien. We heb
ben elkaar in langen tijd niet ont
moet en je ziet er nog even goed uit
als altijd."
„Ik ben heel gezond, dank je,"
antwoordde Burreil opgewekt. „Ge
lukkig mankeer ik niet dikwijls iets,
ondanks mijn hard werken.*
Voor hij ging zitten, ging de ander
naar een kast achter zijn lessenaar
en nam er een kistje sigaren uit, dat
hij vlak naast zijn gast op tafel zette.
„Probeer er hier eens een van,"
zeide hij; „je zult in heel Europa
geen betere vindendaar wil Israël
Zevenboom zijn hoofd wel onder
verwedden."
„Dat geloof ik graag," zeide Bur
reil en toen, gedachtig aan de zaak,
die hem daar bracht, voegde hij er
bij„als er éen man in Londen is,
die weet wat een goede sigaar is,
zult gij die man wel zijn, denk ik."
Het mannetje grinnikte, zeer gevoe
lig voor het compliment.
„Ik verzeker je, sigaren of sigaret
ten, dat is mij hetzelfde," zeide hij,
nen 16 September en eindigen op den
27sten van die maand.
Eerst worden divisie manoeuvres
gehouden en daaraan nemen deel de
le en 3e divisie. Deze oefeningen
duren van 16—19 September.
De le divisie (staf Den Haag) staat
ondercommando van generaal-majoor
H. C. A. Neeteson, die onder zijne
bevelen heeft het reg. grenadiers en
jagers, het 4e en 10e reg. infanterie,
de le comp. wielrijders, de le mi
trailleur afdeeiing, hel 3e reg. huzaren
en het 2e reg. veld-artillerie.
De 3e divisie (staf te Breda) staat
onder commando van generaal-majoor
j. Bruce, die onder zijne bevelen
heeft het 2e, 3e en 6e reg. infanterie,
de 3e comp. wielrijders, het 2e reg.
huzaren en het 3e reg. veld-artillerie.
De groote legermanoeuvres worden
tusschen 20 en 27 Sept. gehouden
onder de persoonlijke leiding van
luit.-generaal W. A. T. de Meester,
commandant van het veldleger.
Bij deze oefeningen op groote
schaal worden aan de le divisie toe
gevoegd de le pionier-compagnie
van het reg. genietroepen en een
gedeelte eener telegraaf-compagnie,
benevens de 4; comp. hospitaal
soldaten, voorts aan de 3r divisie
de 3e pionier-compagnie van het reg.
genietroepen en een gede ite eener
ielegraaf-compagnie en de 3e comp.
hospitaal-soldater.
Waarschijnlijk zuilen ook het korps
lijdende artillerie, het eskadron or
donnansen en het kor; s pontonniers
geheel of gedeeltelijk aan deze ma
noeuvres deelnemen.
Prinses Juliana in den korenmolen.
De „Nederlander" meldt: Donder
dag 3 Augustus Li. vertoefde H. M.
de Koningin met Prinses Juliana op
een windkorenmolen „De Windhond"
van den heer J. W. Smits, te Soest,
waar de Prinses het grootste genoegen
had bij 't zien der ronddraaiende mo
lenwieken. Door dit korte oponthoud
en, mede door de vraag van den
molenaar of H. M. eens iets meer
wilde zien van het bedrijf, is blijk
baar ook de belangstelling van H. M.
gewekt ten opzichte van het inwen
dige van den molen, althans Zaterdag
12 Augustus j.l., 's morgens om 8 uur
reeds, kwam H. M. en ook nu weer
met 't Prinsesje en gevolg, een bezoek
biengen om het inwendige van den
molen te bezichtigen. Na eenige
oogenblikken gewacht te hebben op
den molenaar, die juist op 't veld
vertoefde, en op dit vroege uur na
tuurlijk geen koninklijk bezoek ver
wachtte, hoewel hij van 't voornemen
van H.M. niet onkundig was, werd met
groote belangstelling eerst de bene
denruimte bezichtigd, waar groote
voorraden koren lagen opgestapeld.
Vervolgens ging 't naar den Jenzol-
met wijd uitgespreide handen. „Er
groeit geen tabak er is geen tabak
op de markt, of ik weet, welk merk
het is."
„En je zult natuurlijk de voornaam
ste fabrikanten ook wel kennen
„Ik ken ze alien," ging hij vol
trots voort, „en zij kennen mij. De
naam der firma Morris en Zeven
boom heeft een goeden klank bij hen."
Een pauze volgde op deze opmer
king en in dien tijd stak Burreil een
sigaar op.
„En wat kan ik nu voor je doen,
beste vriend vroeg de ander. „Ik
zal je volgaarne voor zoover het in
mijn macht staat van dienst zijn. Je
bent heel goed voor me geweest in
zake—".
Hij wachtte even. Toen bedacht hij
zich en zweeg geheel.
„Wel, in zake het geval, dat wij
ons beiden nog wel herinneren,"
voegde hij er ten s!otte bij.
„ik verlang eenige inlichtingen van
je te ontvangen, die je me, geloof ik,
wei geven kunt," zeide Burreil, ter
wijl hij een notitieboekje uit den zak
haaide en er het eindje sigarette uit
nam, dat hij uit de goot van het huis
der. 't Was interessant het hooge ge
zelschap de molentrap te zien opgaan
allen zich stevig vasthoudend aan het
touw dat dient voor trapleuning. Pas
op, freule, riep H. M., houdt 't touw
goed vastNu, wie wel eens een der
gelijke inrichting bezocht, weet dat
't trappenloopen in een moien nu juist
nitt tot 't gemakkelijkste werk behoort.
Boven gekomen, liet H. M. zich
van een en ander inlichten. O ik werd
even vertoefd op den omloop, die
ter hoogte van den ten zolder rond
den buitenkant van den molen is en
waar de inrichting is om de wieken
in de goede richting le plaatsen.
Van den ten zolder werd de Prin
ses weer naar beneden gebracht,
doch H. M. ging nog weer een der
molensteenen zien, die 't koren fijn-
malen. Door den molenaar werden nu
de steenen opengelegd en de molen
in werking gesteld, zoodat H. M.
duidelijk kon zien hoe de mais, die
juist gemalen werd, tusschen de stee
nen wordt gedreven en fijngemalen.
Toen bij 't terugkeeren H. M. nog
even vertoefde op den omloop, kon
den de enkele belangstellenden ge
nieten van het heerlijk tafereeltje:
Beneden op 't grasveld. Prinsesje,
rustend, met de freule, opgeiogen
van blijdschap, toen zij op de vraag
„waar is moeder nu?" Mreder daar
hoog boven zich op den omloop zag.
Bij 't heengaan onderhield H. M.
zich nog even allervriendelijkst met
de molenaarsfamilie, de 5e van het
geslacht Smits, welke sinds de stich
ting (1737) den molen bewoont.
Nadat de molenaar, op verzoek
voor 't Prinsesje, die met een lieve
buiging bedankte, den molen nog even
op gang had gebracht, vertrok het
hooge gezelschap. H. M. bedankte
den heer Smits voor zijn geleide, die
evenwel H. M. dank zeide voor de
groote eer van dit bezoek.
Steeds meer dokters
In ons land waren het vorig jaar
2694 artsen of 122 meer dan in 1909.
Hieronder zijn de officieren van ge
zondheid niet gerekend. Het aantal
apothekers bleef ongeveer gelijk
tusschen 6 en 7 honderd. Het aantal
artsen nam van 1880 tot 1910 met
400 pC». toe.
Het aantal artsen nam dus 8-maal
sneller toe, in korter tiji dan de be
volking.
Anecdoten van Jozef Israels.
Van den pas onislapen beroemden
schilder Jozef Israëts deelt een onzer
medewerkers ons het volgende staaltje
van eenvoud mede.
in de wachtkamer van minister
Kuyper bevonden zich eenige jaren
geleden verscheidene personen, die
ter audiëntie gingen. Onder hen was
Jozef tsraëls, gezeten op een stoel.
in Burford Street had opgevischt. Hij
legde het op den lessenaar voor den
ander neer.
„Ik wilde weten, wie de fabrikant
van deze sigaretten is en of ze ook
in Engeland te krijgen zijn. Voor zoo
ver ik ontcijferd heb, woont de fa
brikant in Caïro en gaat zijn naam
uit op „ous."
Zevenboom dacht enkele oogen
blikken na.
„Die sigarette is dan denkelijk ge
maakt door mijn vriend Kosman Con-
stansinopoulous van Caïro, een uit
stekende firma, maar die tot dusver
nog geen vertegenwoordigers heeft in
Engeland. Toevallig dat ik dit weet,
daar hij me eenige dagen geleden nog
vroeg, of ik niet iemand wist, die
zijn sigaretten in depot wilde nemen."
„Wat is de dichtstbijgeiegen plaats
waar deze sigaretten dan te krijgen
zijn vroeg Burreil.
„Paiijs geloof ik als je wilt, zal
ik je het adres geven," antwoordde
de ander, „of nog beter, ik zal er
wat voor je bestellen als je ze gaarne
hebt. Ze zijn duur, maar de tabak is
goed."
„Doe geen moeite, dank je," ant-
Een dame, sollicitante voor een rijks
betrekking stond dicht bij hem. Op
eens stond de bejaarde man op, ging
naar de dame en bood haar zijn stoel
aan. Geen der vele andere jongere
aanwezige heeren dacht er aan de
dame een dergelijke beleefdheid te
bewijzen. De dame, Israels kennende,
bedankte vriendelijk. Hij was er niet
van af te brengen en wdde zich per
sé met een staanplaats tevreden
stellen. Er ontstond een gesprek tus
schen de dame en hem. U komt toch
zeker niets vragen zei de dame.
„Toch wel," antwoordde Israëls,
„ik kom een plaatsje vragen voor de
„Nachtwacht" van Rembrandt".
Eenige jaren geleden was jozef
Israëls op familiebezoek te Groningen
en passeerde het huis van een zijner
vroegere vrienden tijdgenooten, welk
pand 't was voorjaar geschilderd
werd. Na de begroetingen een infor-
meeren naar eikaars gezondheid, zegt
Israëls plots, op z'n Groningsch
„Heur ies vrund, 'k bin kwaod op
dei. Nou 'k in de stad bin, hast mie
toch ook best wat gunnen meugen,
'kbin toch ook schilder," op welk
gezegde z'n vriend slagvaardig ant
woordde „Heur ies, Jozef, dou gooist
mie te dikke klontets der op". („Hbl.")
Kan het er ten onzent in verkie
zingsdagen soms vrij warm toegaan,
in Amerika zijn de verkiezingscam
pagnes nog van heel anderen aard.
in het Zuiden en Westen der Ver-
eenigde Staten vooral worden den
laatsten tijd echte bombariefeesten,
optochten en parades gehouden,
waardoor men de populariieit van
den candidaat tracht te bevorderen.
Een voorbeeld uit den jongsten tijd
kan hiervan een voorstelling geven.
Ex-gouverneur James K. Varda-
man van den staat Mississippi wil
in den Senaat gekozen worden en
voert daarvoor een flinke campagne.
De campagne draait geheel om de
negerkwestie. Vardaman is de „blan
ke" candidaat, d.w.z. hij wordt ge
steund door de blankenpariij, die
den negers geen politieke rechten
wil toestaan. De candidaat trekt nu
het land door, houdt in alle groote
en kleine plaatsen redevoeringen en
biedt zijn kiezers feesten en vertoo
ningen aan. Wanneer de candidaat
in een plaats aankomt, wordt hij af
gehaald met een triomfkar, een
ossenwagen, bespannen met niet
minder dan 160 ossen. Ailes is wit
de wagen, de ossen, de dekken der
ossen, de kleeding der voorrijders
en het lange gewaad van den candi
daat. Van het station trekt de witte
stoet door de propvolle straten naar
het met witte tropheëen versierde
hotel. Tegen den avond heeft dan
woordde Burreil. „Ik wilde alleen
maar achter den naam van den fa
brikant komen. Ik heb dien noodig
voor een belangrijke zaak, waarmee
ik nu bezig ben. Ik kan er toch zeker
van op aan, dat je inlichtingen juist
zijn Dat zou anders voor mij een
groot verschil maken."
„Beste vriend, daar kun je van op
aan," antwoordde de ander met trots.
„Ik ben Israël Zevenboom, de des
kundige, en het is niet waarschijnlijk,
dat ik mij na een vijftig-jarige on
dervinding nog in zoo'n eenvoudige
zaak zou vergissen." Daarop schreef
hij op verzoek van Burreil het adres
der Parijsche firma op, waarna de
defectieve hem hartelijk dankte voor
zijn moeite en afscheid nam.
„Als alles goed gaat," zeide Bur
reil lot zichzelf, „zal iK morgen even
naar mijnheer Henderson's buitengoed
overwippen en daar nog eenige din
gen onderzoeken. Het lijkt me wel
waarschijnlijk, dat ik daarna mijn
werkzaamheden in Parijs zal voort-
zeiten."
(Wordi vervolgd.)