Woensdag '16 Augustus No. 192 Van W@@k lof W@@k. Feuilleton. 1911 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd faa liiSwingt BINNENLAND, 49e Jaargang. VL1SSIINGSCHE COURAiNT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich- bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—-4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. en Fe§stdag®n. I TELEFOONNUMMER 10, li ftbonnements-ftdoertsntiën op ze-er uoordeelige uoorwaardsn Het is wel de moeite waard, om nog een oogenblik siii te staan bij iiet einde van de groote politieke crisis in Engelandin zooverre hier althans van een einde sprake kan zijn. Wij verheugen er ons over, dat de lords de zaak niet tot het uiterste hebben doorgedreven, maar de zoo genaamde vetowet, die de ware of vermeende rechten van het Hoo- gerhuis besnoeit, met een betrek kelijk groote meerderheid van de stemmende leden hebben aangeno men. Ware de raad gevolgd om zich van de zijde der unionisten algemeen te onthouden, dan zou de wet be schouwd zijn geweest als te zijn ver worpen. Dit is echter geenszins de eenige grond onzer volaoening over den loop der zaken. Immers, er moge hier sprake wezen van een proces van gematigde en redelijke evolutie in de constitutioneel ontwikkeling van het groote rijk, het Hoogerhuis blijft toch in zijn overstelpende meerder heid bestaan uit aanhangers van de partij der consersatieven, en ook on der de nieuwe wet behoudt het een zeer ernstige macht om de wet geving eener vooruitstrevende re geering te vertragen. Alleen zal dit huis niet meer de maent bezitten om de beslissing van de natie bij een groote strijdvraag of bij een al- gemeene verkiezing van nul en geener waarde te maken. Maar wij verheugen er ons over dat de koning zich niet verplicht heeft gezien zijn tóestemming te ge ven tot de schepping van een ge noegzaam aantal leden van het Hoo gerhuis, om beschermd te zijn tegen iedere mogelijke samenwerking van de verschillende partijen der oppo sitie. Die benoeming toch zou de uiteraard reeds zoo zonderlinge con stitutie van Engeland in de geheele beschaafde wereld, lot een bespotting hebben gemaakt. En wij verheugen er ons over, dat er nu misschien eens gelegenheid zal bestaan, om rustig en kalm te over leggen, of het nu misschien geen lijd zal wezen om aan de Britsche natie eens een constitutie te ver schaffen, meer overeenkomende met hare eiger. waardigheid en met de eischen van den nieuweren tijd. De vrijzinnigen zulien wel hande len, door niet op de overwinning te gaan inslapen. De conservatieve bladen spreken nu alweer van de „worsteling die aan de partij van het behoud te wachten staat", en die zij „lang niet hopeloos" noemen en men spitst er zich reeds op, om het plan tot verleenen van zelfbestuur aan Ierland te doen mislukken. De 53.) „liederen dag komt er iemand, die vraagt„Waar is die kamer Wie is u, dat u mij vraagt u die kamer te laten zien Burrell legde zoo goed hij kon, uit, welke beweegredenen hij had om dat verzoek te doen. Deze moeten voldoende geweest zijn, want de huisheer stemde er in toe, hem naar de bewuste kamer te geleiden. Van den dag van den moord af, was zij gesloten geweest en het moet gezegd worden dat, aangezien niemand er in wonen wilde en de eigenaar cus niet zijn gewone huur er voor omving, het Dooze humeur, dat hij toonde zoodra er van die Kamer sprake was wel eenigszins was te verontschul digen. „Hier is de kamer," zeide hij, de unionisten die voor de Vetowet heb ben gestemd, wil men boycotten .en uit de partijclubs zetien. In geheel Duitschland beeft men den indruk gekregen, dat de regee ring, in zake Marokko, in haar schulp is gekropen. De „Kölnische Zeiiung" noemt dat praatjes en ge- ruciilen en waarschuwt er tegen dcch het baat niets en de militaire bladen in Duitschland zijn woedend, dat de Fransche ronduit durven spre ken over Duitsche snoeverij, die op niets uitloopt en waartegenover Frankrijk zijn kalmte heeft bewaard. Laat ons hopen dat de Staatslieden zich door een en ander niet van de wijs zulien laten brengen. Als het heete weer over is, zal het bloed ook wei wat minder wild gaan bruischen. Over den stand der onderhande lingen en over den toestand in Ma rokko zelf oveiigens geen nieuws. Er liepen onlangs slechte geruchten over den geestestoestand van den Sultan Moelai—Hafid. Nader verneemt men dat hij alleen maar ernstig ziek is. De vraag, wie of Sultan in Mooren» land is of worden zal, kan overigens op den loop der politieke gebeurte nissen met betrekking tot dit land, wel niet van grooten invloed zijn. Er kwam dezer dagen een aiar- meerend bericht over een Fransch— Turksch conflict. Turksche troepen zouden namelijk een landstreek onder Franscben invloed, in Wadai, iot Soedan behoorende, bezet hebben. Sedert ontving het Fransche ministerie van koloniën hiervan bevestiging. De bezette plaats heet Ain Gaiakka. De Fratischen hebben indertijd het Sultanaat Wadai in bezit genomen. De Turken schijnen niet te er kennen dat sommige streken in het zuiden tot het Sultanaat behooren. Daarom komen er af en toe Turk- sche troeptn uit Tripoli en dat moet met de Franscben vroeg of laat op moeilijkheden uiiioopen, tot dat men er eens in slaagt om een be hoorlijke grensregeling toi stand te brengen. Albanië is nog niet geheel gepaci ficeerd. Wel is waar zijn de Malissoren naar hunne haardsteden teruggekeerd, maar daarom is hei nog riiet lustig geworden in het zuiden des lands en daar is reden voor. De stammen in hei zuiden wenschen dezelfde voorrechten ais aan de Malissoren zijn toegekend. Zij kun nen begrijpelijserwijze niet inzien waarom de stam die het meest zich te gen de regeering heef i verzet er het best moest afkomen; maar de Turken zuilen waarschijnlijk wè! weten waarom. deur wijd opengooiend, „u kunt haar naar hartelust bekijken. Ik heb den geheelen vloer geschrobd tot mijn armen er pijn van deden, maar ik kan de vlekken er niet uitkrijgen. Die vlek wijst juist de plaats aari, waar we het arme kind gevonden hebben," zeide hij. De man wees naar een donkere viek op den vloer, en ging voort met den indruk te beschrijven, dien de moord en de bijkomende omstandig heden op hem gemaakt had. Ieder ander dan Burrell zou ze in hooge mate onbelangrijk hebben gevonden. Deze wist eenter hoe gewichtig klei nigheden soms zijn kunnen en iiet hem dus maar doorpraten. Tegelij- keitijd evenwel namen zijn scherpe oogen de geheele kamer op en maakte hij daaruit zijn gevolgtrekkingen. Toen de ander eindelijk alles haarfijn had meegedeeld, nam Burieli zijn gelief koosd vergrootglas uit zijn zak, ging op handen en knieën liggen en Degou nauwkeurig den vloer te onderzoeken. Hij wist zelf niet, waarnaar hij zoent of wat hij hoopte te vinden, maar de ondervinding, door hem in zijn ieven opgedaan, had hem geleerd, dat men Er dreigt nu echter altijd nog ge vaar, dat in het zuiden van het land de Porie voor een zelfden zwaren strijd zal komen te staan als in het noorden legen de Malissoren. Afgunst is een machtige drijfveer en door de Turksche troepen gevangengenomen leden der benden, hebben de verkla ring afgelegd dat geheel Zuid-Albanië gereed staat, de onafhankelijkheid te proclameeren en daarbij op den steun van het buitenland rekent, maar op dit laatste bestaat, dunkt ons, thans weinig uitzicht. Wat handel en rijverheid betreft is in Turkije hee! veel in vreemde handen. Dit heeft ook betrekking op het passagiers- en vrachtverkeer te water, dat voor een groot deel uit gevoerd wordt door Oostenrijksche stoomvaartmaatschappijen, hetgeen een doorn is in het oog der Jong- Turken, die dit verkeer onder eigen- vlag pogen te brengen. Het Turksche scheepvaaribestuur heeft thans een geregelden dienst van Konstaniinopel naar Klem-Azië geopend, die met lagere vrachtprijzen werkt. Ook de schuitenvoerders doen mee en berei den den passagiers, die mat Oosten rijksche stoomschepen willen reizen, de grootste moeilijkheden. Daar de overheid het lijdelijk, aanzie', heeft een der Oostenrijksche maatschap pijen zich thans toi de regeering gewend, om tusschenkomsi langs dipiomatieken weg te verkrijgen. Het werken met boycot is echt Turksch en wordt nu al voor de tweede maal tegen Oostenrijk toege past. ij; sfc Het Oostenrijksche leger wachten eerlang groote veranderingen. Niet alleen zou de minister van ooriog heengaan, maar ook in een anderen hoogen post zou een nieuwe tuncti- onnaris komen. Dit moet zien op den troonopvolger, den aartshertog Frans Ferdinand, die ter beschikking siaat van den keizer, die de opper bevelhebber is van het Oostenrijksch Horigaarsch leger. Het is bekend dat tussciien dan aartshertog en den minister van oorlog sterk verschil van meening bestaat omtrent de hoe grootheid derm'idde len, waarop voor het leger aan spraak mag worden gemaakt. Tenge volge hiervan is de eenheid in het legerbestuur verbroken. Een nieuwe minister van oorlog alleen zou niet baten. De keizer neemt in die zaken een passieve houding aan en feite lijk had daarom de aartshertog, die troonopvolger is, de beslissende stem en het opperbevel in iegerzaken. Dit is de reden waarom hij zijn plaats in het leger wel aan een ander zal moeten inruimen. dikwijls daar den sleutel tot een ge heim vindt, waar men die het minst verwacht. „Ik weet van iemand, die het on geluk had vijfden jaar gevangenis straf te krijgen wegens vaischheid in geschrifte," had men hem eens noo- ren zeggen, „en die nooit gepakt zou zijn, als hij niet een eigenaardig soort tabak had gebruikt dat hij bleef roo- ken zelfs nadat de doktoren gezegd hadden, dat het schadelijk was voor zijn gezondheid." Hij deed zijn onderzoek zoo iang- zaam en nauwkeurig, dat de huis baas, die liever meer praatzieke be zoekers ontving, er ai heel gauw ge noeg van kreeg om Sanger naar hem ie kijken. Na hem verzocht te hebben, als hij klaar was de deur te sluiten en den sieutel beneden te brengen, keerde hij weer terug naar zijn werk, waarvan hij weggeroepen was. Burrell bieef echter nog op zijn knieën liggen en onderzocht iedere reet en scheur inet dat taaie geduid, dat een van zijn merkwaardigste ka- rakteitrekken was. Het was een feit, dat, zooals de huisbaas gezegd had, de vloer zorgvuldig en flink ge- De Koningin naar Het Loo terug. Gisterenmorgen 9 uur vertrok H. M. de Koningin met prinses Juliana per extra-trein van het station Baarn naar het Loo, uitgeleide gedaan door de Koningin-Moeder. De Commissaris der Koningin in Utrecht en de burgemeester van Baarn waren op het perron aanwezig. Te 9.51 kwam de koninklijke trein op Het Loo aan. Na een kort onder houd met den ter begroeting aanwe zigen burgemeester, stapte H. M., die een bouquet rozen droeg, met de Prin ses, de hofdame en de kinderjuffrouw in een gereed staand hofrijtuig, waar mede naar het Paleis gereden werd. Aan het bordes ontving de hofmaar schalk de vorstelijke personen. Het publiek, dat mede ten gevolge van de vervroegde aankomst van den trein, waartoe de Koningin eerst later besloten had, niet zoo talrijk was ais gewoonlijk, juichte de Koningin en Prinses levendig toe. Veien kwamen echter te laat. Ned. Bond van Gemeente ambtenaren. De Nederiandsche Bond van Ge meenteambtenaren houdt dit jaar zijne algemeer.e vergadering in Friesland's hoofdstad. Gisterenavond we,den de talrijke uit alle deelen des lands saamge- stroomde leden ten stadhuize door het gemeentebestuur ontvangen. De wethouder Schoondermark riep den leden van den Bond een hartelijk weikom toe en verklaarde, dat de stad Leeuwarden levendig deelneem! in het werken van den bond. Voor de gemeenteambtenaren be staat daar eene zeer voldoende sala- risregeling, en er wordt nog gewacht met pensioenregeling, omdat wettelij ke regeling in het verschiet is. Spr. dronk op den voorspoed en den groei van den bond. De voorzittier van den bond, de heer Jac. van der Laan, dankte den wethouder voor de ontvangst en voor zijne sympathieke woorden. Spr. ver klaarde, dat deze woorden voor de leden van den bond een spoorslag zijn tot ijverige vervulling hunner plichten. Daarna had een concert plaats in den Siads of Prinsentuin, aangeboden door het gemeentebestuui. De „Wolf" en „Fret". De éiat-majoor van de torpedo bootjagers „Wolf" en „Fret" die heden van Nieuwediep naar Oost Indië ver trokken, is als volgt samengesteld van de „Wolf" luit. ter zee le kl. A. J. Breda Kleynenberg (comm.) luits. ter zee 2e kl. F. M. Fransen schrobd was. Eindelijk stond hij op en veegde zijn knieën af. „Hier is niets te zien," zeide hij tot zichzelf. „Door hei schrobben is aile kans verkeken, om iets van be lang te ontdekken." Hij ging toen naar den haard en bekeek den rooster aandachtig. Even als de vloer, was hij door en door schoongemaakt. Er was geen korrel stof of asch in achtergebleven. „Opgepoetst en in gereedheid ge bracht voor de verslaggevers der cou ranten denk ik," zeide Burrell spot tend. „Zij konden het niet beter heb ben overlegd, ais zij hadden willen beietten, dat de moordenaar gevat zou worden." Daarna drentelde hij naar het raam en keek naar buiten. De kamer, zoo ais hierboven ai opgemerkt is, was slechts een zolderkamertje en het kleine raam kwam uit op het schuine gedeelte van een pannendak. Boven den rand en onder aan het reeds ge noemde schuine dak, was een gewone, smalle, looden goot. Als men niet geheel uit het raam leunde was het onmogelijk van daar uit beneden op straat te zien. van de Putte en J. G. van der Laan off.-mach. W. K. L. A van Bommel hoofdmach. F. J. L. Swijste, machi nisten A. de Jong en W.G. Jacobs forpedist-majoor W. Tjitles, chef der tquipage. Van de Fret: iuit. ter zee le kl.J. L, von Leschen (comm.)iuits. ter zee 2e k!. j. C. P. Eefiinck Schatten- ketk en W. J. Smitoff.-mach. 2e kl. A. W. van Doorn hoofd-mach. J. A. Lanzmachinisten P. Davidse en P. Bosch torpedis!-majoor D. Heyiigers, chef der equipage. De bemanning telt 38 koppen, welke in O. I. vermeerderd wordt met 42 iniandsche schepelingen. Eik dezer torpedobootjagers heeft aan boord 4 automatische kanonnen van 7.5 c.M. en 4 mitrailleurs. Z. K. H. Prins Hendrik der Neder landen zal op Zaterdag 19 dezer des namiddags 3 uur, den eersten steen ieggen van het te huis te Wolfhezen voor alleenstaande blinden van alle gezindten. De Haagsche Raad. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad is besloten aüe nieuwgekozen raadsleden toe te laten met uitzondering van den heer Scha- lekamp (a. r.), op grond dat bij de hertelling gebieken is, dat deze een niet voldoend aantal stemmen heeft behaald. De vergissing is begaan in het zevende stemdistrict van kiesdis trict I. Voorts is op voorstel van den heer Hoejenbos (S. D. A. P.) besloten een commissie ad hoc van 5 leden te. benoemen, die een onderzoek zal hebben in te steilen naar de verrich tingen van het bureau in het zevende stemdistrict en naar alles wat met deze stemming in verband staat. Wievrouw de Wed. Nic. Beets. Zaterdag werd te Utrecht in allen eenvoud ter aarde besteld het stoffelijk overschot van Jacoba Elisabeth van Foreest, weduwe van wijten den grooten dichter Nicolaas Beets. Zij is overleden op 83jarigen leeftijd en werd nu in tegenwoordigheid van een kleinen kring van vrienden en be langstellenden begraven in hetzelfde graf, waarin nu 8 jaar geleden haar echtgenoot, Nicolaas Beets, een iaatste rustplaats vond. Door een zoon van de overledene, ds. C. Beets van Arn hem, werd het woord gevoerd, waarna dr. A. Beels van Leiden, zijn broeder, dankte voor het gesprokene en de aanwezigen voor hunne betoonde belangstelling. Militaire marschen. Naar aanleiding der berichten om trent marschen van militairen bij groote warmte, wordt medegedeeld, „Laat ik eens even nadenken," zeide Burrell tot zichzelf, terwijl hij naar de huizen van den overkant zag. „Er zijn geen gordijnen voor dit raam, zoodat men van daar uit in deze ka mer kan zien. Ik vermoed, da{, als zij aan de overzijde iets gezien of gehoord hadden, zij er ai lang mee voor den dag zouden zijn gekomen. Toch is het wel de moeite waard dat eens te onderzoeken. Straks zal ik daar even heengaan en navraag doen." Terwijl hij zoo sprak, sprong hij plotseling naar voren en, uit het raam leunend, keek hij over de pannen in de goot daaronder. Een eindje van een sigarette was net even zichtbaar. „Dat is mijn goed gesternte," zeide hij verheugd. „Als de een of andere verslaggever of nieuwtjes-jager het niet weggeworpen heeft, wat niet waarschijnlijk is, ben ik toch nog op het goede spoor. Wie kan hier een sigarette gerookt hebben Voor alle dingen moet ik ze eens bekijken." Toen hij de kamer inkwam, had hij zijn wandelstok op de tafel in het midden der kamer gelegd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1