intels,
JET
lakken
Ui Overtuigd.
Maandag
31 Jul
ES-
eid,
Gemeentebestuur*
NGEN.
f 0,13.
0,15.
Feuilleton,
No 178
49e Jaargrsng.
1911.
w
Bij deze Courant behoor! een Bijvoegsel
i kleuren.
i 0,40
- 0,45
1,50
Nabetrachting m het Koninklijk bezoek.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 56.
ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks,, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Fsbonnemenfs-Aduerfenfiën op zeer ooordeelige uooru/aarden
maat.
c is vast
frambozen
[Kwast.
1 deel Kwast
LOOIS.
ïis
ordeefigste
este van alle
.dere knot is
and gedepo-
k. Verkrijg-
ikeliers.
d. Zich aan te
es Bains, Vlis-
dlamypark 20,
riek
evende
Ingelsehe
tend met
BEKENDMAKING.
Aangifte van nieuwe leerlingen voor
de openbare lagere scholen.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
brengen ter kennis van belangheb
bende ouders of voogden, die hunne
kinderen of pupillen met den nieuwen
cursus (aanvangende 21 Aug. e.k.)
wenschen toegelaten te zien toteene
der openbare lagere scholen in deze
gemeente,
dat van af Vrijdag 21 Juli tot en
met Vrijdag 4 Augustus e.k. uitslui
tend ter gemeente-secretarie (Griffie)
iederen werkdag van des voormiddags
9 tot 12 uren, gelegenheid tot aangifte
van nieuwe leerlingen voor die scho
len gegeven wordt;
en dat ingeschreven kunnen worden
alle kinderen, die op het tijdstip der
toelating den zesjarigen leeftijd zullen
hebben bereikt en bovendien voor de
scholen C (Groenewoud,) D (Groote
Markt) en E (Wagenaarstraat), zij die
vóor21 Februari 1912 zes jaar worden.
Hun die in het bezit van een trouw
boekje zijn wordt verzocht dit bij de
aangifte mede te brengen.
Vlissingen, den 13 Juli 1911.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
j. H. DOMMISSE, L. S.
Het naburige België, eens zoo
nauw met ons vereenigd, trekt weer
in bijzondere mate ook onze aan-
dacht, naar aanleiding van het korte
en juist geëindigde bezoek van onze
geëerbiedigde Koningin aan het Bel
gische vorstenpaar. Onze Koningin
brengt slechts zelden een bezoek over
de grenzen. Dit kan ons niet verlei
den om, op het voetspoor van an
deren, aan dergelijke bezoeken eene
bijzondere beteekenis te hechten. Dat
ook vorsten kennis maken of de ken
nis onderhouden met hen, die in ge
lijken rang op de wereld zijn ge
plaatst, komt ons toch zoo natuurlijk
voor. Daarom zijn wij toch geens
zins blind voor de wenscheüjkheid
dat beide landen, die in enkele op
zichten gelijke belangen hebben en
waarvan de bevolking een druk ver
keer met elkander onderhouden, in
vrede en vriendschap naast elkander
leven. Dit te bevorderen, is een groot
belang op zich zelf, dat door weder-
zijdsche bezoeken der gekroonde
hoofden zeer zeker kan worden
behartigd.
Intusschen is het steeds onze over
tuiging dat het daarbij behoort te
—O—
39.)
«Dat doet er niets toe," antwoord
de de advocaat kalm. ,;Het is voor
be tegenpartij voldoende, dat u haar
baar heeft ontmoet. Toen is u naar
Engeland gegaan, en, nadat u eeni-
gen tijd buiten hadt gewoond, raakte
u verloofd met de dochter van mijn-
neer Devereux, die hier tegenwoordig
's- Het Italiaansche meisje was in-
ussehen ook weer in Engeland te
rug. Waarom? Natuurlijk om bij u
fi zijn. U zoekt haar echter niet op.
,.'s zij ongelukkig. Wat reden
neeit ztj daarvoor? Dat u op het
L aat te gnan trouwen."
win da' zi'n lou!er vermoedens,"
Godfrey. „En het is een feit,
z'j zelf ook getrouwd was."
Uzelf?" Wiendaarom niet met
blijven en dat het verschil in natuur
lijke gesteldheid tusschen beide
volken nimmer uit het oog mag wor
den verloren.
Het gebeurde met de Vlamingen,
ter gelegenheid van het koninklijk
bezoek, heeft dit naar onze meening
weer duidelijk in hef licht gesteld.
Evenals Oostenrijk, verkeert België
in den altijd zeer moeilijken toestand
van een land, welks bevolking op
taalgebied in twee groote deelen is
gesplitst. Die deelen voeren te dier
zake sinds lang een hevigen strijd
met elkander, een strijd, die nu weer
oorzaak is geweest dat een deel der
bevolking, zich veronachtzaamd ge
voelende op het gebied der taal, zich
onthield van deelneming aan de hulde,
onze vorstin bewezen.
Zeker kunnen wij dat betreuren en
het kan ons verbazen dat, gedurende
de oorlogen der republiek, niet ge
streefd is naar een uitbreiding van
ons grondgebied over de Vlaamsch
sprekende deelen der Zuidelijke Ne
derlanden. Het verschil in politieke
en godsdienstige overtuiging was
daarvan waarschijnlijk de oorzaak;
maar zeker is het dat, in zoodanig
geval, een meer natuurlijke toestand
zou zijn ingetreden, die ook aan de
Vlamingen en hun taal ten goede
zou zijn gekomen. Ds Vlaamsche taal
zou dan een Nederlandsche taal ge
worden zijn, maar langs geheel
natuurlijken weg en niet door die
kunstmiddelen, waarvan de Vlamin
gen zich in lateren tijd hebben be
diend om zich een eigen taai ié
verzekeren.
Overigens blijft België ook voor
ons een hoogst merkwaardig land,
waarbij echkr vooral niet uit het
oog mag worden verloren dat, indien
beiden op den duur vereenigd waren
geweest, het Belgisch element het
Hollandsche sinds lang overvleugeld
zou hebben en hoe zou ons, Hol
landers, dat gesmaakt hebben
Het bewijs voor evengenoenide
stelling is zonder eenige moeiie te
leveren. Nederland is bijna drie
duizend vierkante kilometers grooter
dan België en toch heeft onze buur
staat een belangrijk steiker bevolking.
België is het dichtst bevolkte land
van de wereld. Terwijl in ons land
156 personen wonen op eiken vier
kanten kilometer, is dat cijfer voor
België 234. Hiervoor bestaat een
zeer natuurlijke reden die de schaal
waarschijnlijk altijd in or.s nadeel
zal doen overslaan; want België
is veel meer dan Nederland een land
van industrie geen wonder, waar
onze buren zulk een rijkdom van
grondstoffen in den bodem hebben.
Het ligt voor de hand dat België
zich in nog veel sterker mate zou
ontwikkeld hebben, wanneer het op
het wereldtooneei een andere rol had
„Lieve heme!, man," zeide God
frey van zijn stoel opspringend, „u
wilt toch niet zeggen, dat u gelooft,
dat ik met haar getrouwd was
„Ik geloof niets," antwoordde de
advocaat, nog altijd met dezelfde
kalmte. „Maar u zult opmerken, dat
de tegenpartij het meer dan waar
schijnlijk zal vinden. Laat mi] nu
voortgaan met mijn verhaal. Ik zeide,
dat zij ongelukkig was, omdat u op
hét punt stond te trouwen.
Dat is niet meer dan natuurlijk.
Toen is u in Londen gekomen, naar
de comedie geweest, en na afloop
daarvan heeft u haar, geheel toeval
lig, na middernacht in de Strand
ontmoet. Te middernacht, en bij toe
val Iet daar eens opLijkt het
waarschijnlijk, dat die ontmoeting
werkelijk toevallig was Zoudt u een
jury daarvan kunnen overtuigen Ik
twijfel er aan. Laat ons echter voort
gaan. Het meisje heeft zorgen en u
brengt haar in een rijtuig thuis. De
politieagent en de koetsier zullen u
als denzelfden persoon herkennen,
dien zij 's avonds zagen en aange
zien u zegt, dat er niemand in de
straat was, toen u afscheid van haar
vervuld. Het land heeft een zeer
treurige geschiedenis of, zoo men het
anders wil uitdrukken, bijna geen
geschiedenis. Toen de zuidelijke
Nederlanden, die in zulk een bloeien-
den toestand verkeerden, onder het
gezag van Spanje terugkeerden en,
grootendeels uit een oogpunt van
godsdienstig belang,, den strijd opga
ven, begonnen die ireurige tijden,
waarin zij telkens het tooneel van
strijd en onrust waren.
Toen Noord-Nederiand zich uit de
Spaansche heerschappij had losge-
vochten en het zuiden aan Spanje
bleef, kende het een korte poos van
Tust onder Isabella, de dochter van
Filips II en haar gemaal den aarts
hertog Aibrecht. Toen kwam het weer
terug aan Spanje, om altijd de slagen
op te vangen in de oorlogen, die dit
land met Frankrijk en de Nederlanden
voerde. Gedeelten ervan werden door
Frankrijk veroverd. Later kwam het
land aan Oostenrijk, naderhand weer
aan Frankrijk en vervolgens weer aan
de Oostenrijkers, wier tirannie een
algemeen verzet in het leven riep. Ze
werden uit het lai d gejaagd, maar
keerden er weer terug. Toen volgde
de Fransche óverheersching en einde
lijk de vereeniging met Nederland,
die groote misstap van het Weener-
congres, die nog ongeveer een halve
eeuw zijn treurigen invloed zou doen
gevoelen.
Totaal gemis aan staatkundige
vrijheid, volkomen afwezigheid van
zelfstandige volksontwikkeling, kerke
lijke óverheersching, waren van een
en ander het natuurlijk gevolg en
doen ons er over verbaasd staan dat
België thans reeds die mate van
ontwikkeling heeft bereikt, waarop het
tegenwoordig bogen kan.
Wij mogen ons echter niet ontvein
zen, dat die ontwikkeling in hoofd
zaak een industrieeie is. De staats-
en maatschappelijke instellingen kun
nen zeer zeker nog ni:t bij de onze
vergeleken worden, in kunst en
letteren staat het land niet zeer hoog.
Vari de moreele ontwikkeling van
het volk, die ten deele met zijn oor
sprong samenhangt, maar voor een
veel grooter deel een gevolg is van
zijn lotgevallen, doen wij beter te
zwijgen.
Toch zijn wij wel overtuigd dat
voor dit land nog een schoone toe
komst is weggelegdmaar niet in
de allernaaste tijden. De langdurige
geestelijke óverheersching en de strijd
tusschen kapitaal en atbeid in de
zich reusachtig ontwikkeld hebbende
industrie, voorspellen een tijd van
triomf voor vrijdenkers en sociaal
democraten. Het kan nauwlijks anders,
waar het land bezig is zich te ont
worstelen aan den overheerschenden
invloed van het conservatisme en
het clericalisme. Maar dat zal slechts
nam, zal niemand onder eede kunnen
verklaren, dat u niet met haar naar
binnen zijt gegaan. Nu vraag ik u,
mijnheer Henderson, deze feiten on
der de oogen te zien en mij dan, als
weldenkend mensch te zeggen, of
't u zal verwonderen als het publiek
u verdenKt?"
„Zooals u de zaak voorstelt, niet,"
sprak Godfrey. „Maar het kan toch
zeker wel bewezen worden, dat ik er
niet meer mee te maken heb gehad,
dan ik gezegd heb."
„Juist, dat is precies wat wij moe
ten doen. Maar ik wil u eerlijk zeg
gen, dat ik wel geloof, dat het ont
zettend veel moeite zai kosten. U
moet er aan denken, dat wij, behalve
uw eigen getuigenis, niets hebben om
onze redeneering op te bouwen. De
twee grootste punten in uw voordeel
zijn de feiten, dat u in Detvvich was,
toen het kistje van Euston werd af
gezonden en dat u onmogelijk de
misdaad begaan kunt hebben in den
tijd tusschen het oogenblik, waarop
de agent u in Burfort Street gezien
had en dat, toen u aan uw hotel
aankwam. Wat wij moeten doen is,
den persoon opzoeken, die de kist in
een tijdperk, een noodzakelijk tijd
perk van overgang en van zuivering
wezen. Hoe meer het volk zal leeren
te staan in de vrijheid, hoe meer het
zal toenemen in verstandelijke ont
wikkeling, hoe meer het de ware van
de vaische vrijheid zai leeren onder
scheiden, hoe meer dit veranderen
zal. Van gezond verstand en van
aanleg is het Belgische volk geens
zins ontbloot en ook dat versterkt
ons toekomstvertrouwen.
Nogmaals willen wij er op wijzen
dat beide landen, België en Neder
land, er als 't ware op aangewezen
zijn om in vrede en vriendschap
naast elkander voort te leven, zonder
te willen terugkeeren tot een afge
daan verleden, dat vol leering is.
Maar dit'neemt niet weg, dat er wel
gemeenschappelijke belangen zijn,die
ook wel gemeenschappelijk, tot beider
meerder welzijn, kunnen worden be
hartigd. De Belgische koning heeft
den wensch uitgedrukt, dat beide
volken zich meer en meer bewust
zuilen worden van hunne gemeen
schappelijke aspiraties en een soli
dariteit, geschapen door veelvuldige
belangen, welke hen op natuurlijke
wijze tot elkander brengen. Van die
gemeenschappelijke aspiraties, voor
zoover ze niet van louter stoffelijken
aard zijn, kan, meenen wij, eerst in
later tijd ernstig sprake zijnwant
de taaleenheid van Vlamingen en
Hollanders is slechts een zaak van
gebrekkige sympathie, die bovendien
slechts een deel van het volk omvat
maar aan een aanwezig zijn van
natuurlijke belangen geiooven wij
wel en daarom stemmen wij ten
slotte van harte in met de woorden
onzer geëerde vorstin, waarbij zij te
kennen gaf dat de uitstekende rela
ties, die gelukkigerwijze tusschen
beide lauden bestaan en de weder-
zijdsche gevoelens van vriendschap
en vertrouwen, Haar te zeer ter harte
gaan, dan dat niet alie middelen,
welke ten doel hebben die te ver
sterken, Hare warme goedkeuring
zouden wegdragen.
Dat door deze woorden de ware
richting is aangewezen, hiervan
houden wij ons ten volle overtuigd.
Brieven uit deflofsfad.
CXXVlÏL
Den Haag heeft zich, in betrekke
lijk weinig jaren, enorm uitgebreid
ik bedoel niet de gemeente, maar de
eigenlijke stad, het aaneensluitende
huizen-complex. Over 'i algemeen is
men bij die uitbreiding niet ongeluk
kig geweest, al valt er natuurlijk op
meer dan één straat of plein en vooral
op meer dan één gebouw wel wat af
te dingen, in vergelijking echter met
Londen heeft afgegeven en ons ver
zekeren van het getuigenis van den
portier. Keert u intusschen maar naar
Deiwich terug en verlaat het geen
oogenblik, voordat u van mij gehoord
heeft."
„Nog een vraag, mijnheer Codey.
Voor wij verder gaan, zou ik graag
wilien, dat u me ronduit zeide of u
in uw hart gelooft, dat ik schuldig
of onschuldig ben."
„Ik geloof het laatste," zeide de
advocaat, „en u kunt er vast op aan,
dat iK beproeven zal uw onschuld te
bewijzen."
HOOFDSTUK X.
Het zou moeilijk zijn zich een el
lendiger thuiskomt voor te stellen
dan die van Godfrey, na de gebeur
tenissen, in het vorige hoofdstuk
beschreven. Zij hadden een rijtuig
genomen van het kantoor van den
advocaat naar Euston Station en ge
durende den rit zinspeelden zij geen
van beiden op het onderhoud, dat zij
juist met Codey gevoerd hadden.
Niet voor zij in de coupé zaten en
de trein in beweging was, werd het
stilzwijgen verbroken.
de gruwelijke voorbeelden van wan
smaak op het gebied der bouwkunde,
waaraan wij ons eiders ruimschoots
hebben geërgerd, mag men over den
smaak van de Haagsche bouwers
vrijwel tevreden zijn. De nieuwe ge
deelten van Den Haag bieden tal van
woningen voor lieden van uit-
eenloopende financieeie-draagkracht
waar achter een aangenaam uiter
lijk een moderne, op het gemak van
den bewoner berekende inrichting
schuil!. Men vindt er geheele blokken
en vele aileens'aande villa's, die een
zeer prettigen indruk maken op het
oog van den voorbijganger en voor
den goeden smaak van den bouw
meester pleiten.
Hetgeen, in tegenstelling met de
oude stad, vooral opvalt, dat is de
ruime bouw, de breedte van straten
en pleinen. Welk een verschil bijv.
met de overdrukke Spui-, de Veene
en de Vlamingstraat, om er maar eens
enkele van de voornaamste uit de
oude stad te noemen, maken de
breede straten in het uitgebreide
Duinoord-kwartier, in de Brzuiden-
houtwijk en elders, „'t Lijkt wel",
hoorde ik een oud en ouderwetsch
man, die naast mij in de Iram zat,
zeggen, ,,'t lijkt wel of de grond
tegenwoordig geen waarde meer
heeft".
't Gemeentebestuur schijnt echter
met de groote stadsuitbreiding der
latere jaren nog niet tevreden te zijn
er hangen tenminste belangrijke an
nexatieplannen in de lucht, 't Is geen
kleinigheid Voorburg moet er aan
geioovenvan Rijswijk wordt het
grootste stuk ingepalmd en de rest
krijgen Hof van Delft en Vrijenban
Stompwijk en Wassenaar moeten
een flink stuk missen en ook van
Loosduinen wor3t een ferme moot af
gesneden, gelijk ook reeds vroeger is
geschied. Altijd ais op die groote
plannen de wettelijke sanctie kan wor
den verkregen,hetgeen zeer de vraag is.
En waarin wil het Haagsche ge
meentebestuur aldus voor slok-op
spelen Dit schijnt ten nauwste
verband te houden met de belasting-
politiek der gemeente men vreest
n.l. dat tengevolge van die politiek
vele ingezetenen de wijk zullen nemen
naar de aangrenzende gemeenten,
waar thans reeds velen wonen, die
zich behalve met belasting-
betalen feitelijk onder de Hagenaars
rekenen.
De kwestie is niet zoo eenvoudig
als zij er uitziet. Er is inderdaad iets
onbillijks in gelegen, dat velen, en
vooral vele welgesteiden, ruimschoots
medegenieten van de voordeelen,
welke een groote stad als Den Haag
aanbiedt, terwijl zij zich onttrekken
aan de lasten, welke daaraan verbon
den zijn en deze lasten doen dragen
door hen, die niet in de gelegenheid
„Mijnheer Devereux," sprak God
frey, „ik weet niet hoe ik u moet
danken voor de vtiendelijkheid, die
u mij betoond heeft, door mij van
daag ter zijde te staan. Geloof me,
ik ben er zeer gevoelig voor."
„Spreek er niet van," antwoordde
de waardige oude heer„wat de zaak
zelf betreft, het is een ongelukkig
misverstand, dat den beste van ons
getroffen kon hebben. Ik wenschte
alleen maar, dat ik dien ellendigen
Fensden eens zeggen kon, hoe ik
over hem denk."
„Laat ons niet over hem spreken,"
zeide Godfrey. „Zijn eigen gevoelens
zullen al straf genoeg voor hem zijn-
Een ding echter is er, waarover ik u
moet spreken, voor wij verder gaan."
„En dat is?"
„Het betreft mijn huwelijk," ant
woordde Godfrey;" „ik vrees dat hei
een harde slag voor de arme Molly
zal zijn, maar voordat het bewezen
is, dat de beschuldiging, die onge
twijfeld tegen mij zal worden inge
bracht, valsch is, moet zij niet meer
aan mij denken."
(Wordt vervolgd.)
k