?ai Schuld Ovsriuigd. Vrijdag 28 Juli Feuilleton, No 176 1911 BINNENLAND, Viissingen in 1910. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Hbonnsmanis-Aduertenfiën op zeer ooordeeiige uoorutaarden Onze Koningin te Brussel. Het galadiner ter eere van Koningin Wilhelmina en den Prins Gemaal in de groote zaal in het paleis te Brussel bestond uit 200 couverten. Behalve de Belgische vorsten en het Neder- landsche koninklijke echtpaar waren tegenwoordig de leden van het Ne- derlandsche gezantschap, de voorzitter van Kamer en Senaat, de ministers en hoogwaardigheidsbekleeders, de Belgische gezant te 's Gravenhage enz. Koning Albert zeide bij den gala maaltijd in zijn toost, dat het voor hem een waar geluk was, dat hij H. M. hartelijk en oprecht kon welkom heeten en Haar de vreugde kon be tuigen van hem en de Koningin dat hij in de hoofdstad de zoo beminde Vorstin mocht begroeten van de noor delijke naburen. De Koning zeide v.rderDe zeer gewenschte aanwezigheid van Uwe Majesteit te Brussel zal een nieuw en zeer gewaardeerd bewijs zijn van de gevoelens van vriend schap en wederkeerig vertrouwen, welke onze betrekkingen met de bevolking van Nederland kenmerken. De Belgen, die Uwe Majesteit hier toejuichen zijn bijzonder gelukkig de gelegenheid te hebben Haai van hun eerbied te getuigen en hun innige sympathie te toonen voor het Neder- landsche volk. Ik wensch oprecht, dat onze beide zoo dappere en zoo arbeidzame vol keren, zich steeds meer bewust wor den van een gemeenschappelijk stre ven en van het gemeenschapsgevoel, dat in het leven wordt geroepen door veelvuldige belangen, welke langs natuurlijken weg een toenadering tusschen hen bevorderen. De Koning voegde eraan toeWij herinneren ons gaarne en dankbaar de beminnelijke ontvangst, welke Uwe Majesteit ons bereidde en welke ons ten deel viel van de bevolking van Am sterdam. Wij durven hopen, dat onze hooge gasten een goede herinnering zullen medenemen van Hun te kort ver blijf bij ons. Mede als tolk van mijn iandgenooten,spreek ik de hartelijkste wenschen uit voor het geluk van Uwe Majesteit en de grootheid van Haar volk. U sla mij toe hierbij mijn wenschen te voegen voor het geluk van de Koningin-Moeder, den Prins der Nederlanden en Prinses Juliana op wie zoovele en zoo dierbare ver wachtingen zijn gevestigd. Ik hef mijn glas op ter eere van de Koningin der Nederlanden en Haar doorluchtige familie en op den voor spoed van Nederland. Koningin Wilhelmina antwoordde Ik ben zeer gevoelig voor de vrien delijke woorden, welke Uwe Majesteit tot mij heeft gericht en zeer erkente- 0 37.) Hij zeide eveneens schilder en een vriend van Godfrey Henderson te zijn. Hij had de vermoorde vrouw het eerst gezien en haar aan zijn vriend aanbevolen voor de schilderij, waarvan zij later de hoofdfiguur was geworden. Zij had op hem altijd den indruk gemaakt van een bedaard, fatsoenlijk meisje. Toen hem gevraagd werd, waarom zil haar ontslag had gekregen, ant woordde Theodoor, dat de reden daarvan was, dat zijn vriend, mijn heer Henderson, plotseling besloot te gaan reizen. nik meen dat u zegt „plotseling," zeide de hoofdinspecteur, die het onderzoek leidde. „Waarom besloot mynheer Henderson „plotseling" op "is te gaan lijk voor de ontvangst ons door Uwe Majesteit en het Belgische volk be reid. Ik ben in het bijzonder gelukkig dat de gezondheid van de koningin Uwe Majesteiten heeft veroorloofd ons te ontvangen en den Prins en mij in staat te stellen Hun het vriendelijke bezoek te beantwoorden, dat zij ons het vorige jaar wel wilden maken, dat bij ons een hooggeschatte herin nering liet. De uitstekende betrekkin gen, welke gelukkig Destaan tusschen beide landen en de gevoelens van vriendschap en wederkeerig vertrou wen gaan mij te zeer ter harte, dan dat ik niet innig alle middelen zou goedkeuren welke ertoe strekken kun nen deze te versterken. De voortreffelijke hoedanigheden van het Belgische volk, zijn noesie vlijt, zijn intelligentie en beschaving wekken bij mij en mijn Iandgenooten de levendigste bewondering en wij begroeten gaarne onze zuidelijke na buren als goede vrienden. De Konin gin sprak haar levendige voldoening uit zich te bevinden in de schoone en bloeiende stad Brussel en haar grooten dank voor de zoo vriende lijke ontvangst.Ik kan Uwe Majesteiten verzekeren, dat de Prins en ik er een onvergetelijke herinnering aan zullen bewaren. Ik hef mijn glas op ter eere van den Koning en de Koningin der Belgen, Hun vorstelijke familie en ik drink op het welzijn van België. Middenstandscongres. Nadat Dinsdagavond de ontvangst der deelnemers aan het 8e Midden- sfandscongres ten stadhuize te Roer mond door het gemeentebestuur had plaats gehad, nam gistermorgen de 8e algemeene vergadering, het congres voorafgaande, een aanvang waarin de voorzitter, de heer j. S. Meuwsen, de openingsrede hield. Het 8e middenstandscongres werd daarna door den bondsvoorzitter den heer Meuwsen, geopend, waarin allereerst dank werd betuigd voor de welkomstwoorden van het comilé tot organisatie van dit congres. Spreker herinnert in het kort aan hetgeen reeds door den bond werd tot stand gebracht, bijv. de plaatse lijke handelscursussen en wijdt eenige woorden aan de tot stand koming van 't Rijkslaboratorium te Leiden. Hij wil niet ontkennen dat, waar zoo dikwijls teleurstellend wordt gespro ken over het resultaat der congressen in zaken van wetgevenden aard door de desbetreffende regeeringsmannen, niet die waarde aan de congresuit spraken wordt geschonken, als ver wacht mag worden. In verband bijv. met het congres van vorig jaar is er veel teleurstelling, goede beloften werden ontvangen van den vertegen woordiger van den minister van justitie betreffende maatregelen tegen oneer- „Ik geloof niet, dat deze vraag iets met de zaak te maken heeft," sprak Theodoor. „Het was iets, dat slechts mijnheer Henderson zelf betrof." Toch geloof ik, dat u beter zoudt doen met de vraag te beantwoorden," vond de hoofdinspecteur. Fensden zweeg eenige oogenblik- ken, terwijl iedereen in spanning wachtte. „ik herhaal mijn vraag," zei de hoofdinspecteur. „Waarom werd de overledene zoo plotseling van haar werk ontslagen Nogmaals aarzelde Theodoor. God frey keek hem verbaasd aan. Waar om ging hij niet door? „Wij besloten te gaan reizen naar aanleiding van een gesprek, dat mijn beer Henderson en ik over het meisje gevoerd hadden." „Waarover liep dat gesprek?" vroeg de hoofdinspecteur. Weer aarzelde Fensden. „Had het gesprek betrekking op de overledene „Ja." o— lijke concurrentie, maar geen straf rechterlijke bepalingen werden inge diend. Maar hoopvol is de toekomst, daar de vereenigingen zelfstandig optreden om de belangen der stand- genooien te verdedigen. Spreker wees op den huidigen toestand van den bond en op den practischen zin voor „selfhelp", die den Nederl. Bond zoo kenmerkend onderscheidt van dien uit het buitenland. Na den wensch te hebben uitge sproken, dat de besprekingen er toe zullen mogen bijdragen om de onaf hankelijke en zelfstandige positie welke de middenstand in de maat schappij inneemt bevestigd zal wor den, verklaarde de voorzitter het 8e congres voor geopend. Besloten werd niet tot reorganisatie over te gaan. Kinderdag op 2 Augustus. Evenals verleden jaar, maar nu op meer uitgebreide schaal, wil het Cen- traaiGenootschap voor kinderherstel- lings- en vacahtiekolonies trachten sympathie te vinden voor behoeftige zwakke kinderen onder hen, die zelve op hun vacantiereis zijn. Het bestuur heeft aan een aan tal hotels en pensions eene cir culaire verzonden en hoopt, dat dui zenden zullen medewerken om 2 Augustus tot een blijden, nationalen kinderdag te maken. De gemeenteraad te Amsterdam heeft besloten den heer Jac. Polak, die in het IVe district als oudste in jaren tot lid van den gemeenteraad was gekozen, niet toe te laten. Er was op een der stembureaux een onregeimatigtu-d voorgevallen, welke op den uitslag van invloed kan geweest zijn. Viissingen, 27 Juli. (llif hef Gemeenteverslag). (Vervolg.) Ge ldmiddelen. Bij raadsbesluit d.d. 22 Juli 1910, goedgekeurd bij Kon. besluit, is de verordening op de heffing eener straatbelasiing gewijzigd, in dien zin, dat het heffingspercentage in plaats van elk jaar, thans om de 5 jaar wordt herzien. Het primitief kohier van de straatbelasting werd den 24 Maart 1910 door den raad vastgesteld tot een bedrag van f 21485.10 en door Gedeputeerde Staten dezer pro vincie den 8 April d.a.v. goedgekeurd. Het percentage bleef bepaald op 3 pet. Het primitief kohier werd gevólgd door 1 suppletoir kohier, tot een be drag van f 772.10. Bij den gemeente raad werden 3 reclames tegen den aanslag in de straatbelasting dienst HOOFDSTUK IX. „Uit uw tegenzin om te antwoor den maak ik op, dat u bang was, dat mijnheer Henderson iets voor haar zou gaan voelen en daarom heeft u uw invloed gebruikt om hem zoo gauw mogelijk weg te krijgen. Is mijn veronderstelling juist?'1 Weer een pauze, waarin Theodoor's gelaat hevige ontroering uitdrukte. „Zoo was het." „Weet u zeker, dat mijnheer Hen derson aan de overledene gehecht was „Ik weet het zeker." „Wist u, dat mijnheer Henderson gehoord had van haar terugkeer naar Napels „Ik wist, dat hij met haar brief wisseling hield," zeide Theodoor „maar hij heeft me niets gezegd van zijn plan om haar in N pels op te zoeken." „Als u het geweten hadt, zoudt u dan getracht hebben hem van zijn voornemen af te brengen?" „Ik weet niet, wat ik dan gedaan zou hebbenmaar het is zeer waar schijnlijk, dat ik een ontmoeting had 1910 ingebracht. Op 1 reclame werd gunstig beschikt. De beide andere reclames werden afgewezen. De opbrengst van de hondenbe lasting over het afgeloopan jaar be droeg f 1304.75 tegen f 1203.75 over 1909. In deze belasting waren aan geslagen de eigenaren van 527 luxe honden en 119 werkhonden, terwijl het aantal dezer aanslagen over 1909 respectievelijk 393 en 87 be droeg bij deze opgave zijn de aan geslagen van heele en halve jaren dooreengenomen. De belasting be draagt voor een luxe-hond t 3 en voor een werkhond f 1 's jaars. Vooreen hond in den loop des jaars verkregen, is de belasting ten volle verschuldigd, wanneer zulks in de eerste helft des jaars, en voor de helft, wanneer zulks in de laatste helft des jaars geschiedt. Geldleeningen. De gemeente was op 31 December 1910 bezwaard met de volgende schulden a. Stedelijke gevestigde Schuld. Deze spruit voort uit geldleeningen, gedaan tusschen de jaren 1650 en 1791. Volgens eene ten jare 1818 daarvan opgemaakte tabel was het gezamenlijk bedrag dier schuld f 920 337.40, rentende van 2 tot 4 percent. Op 1 Juli 1910 werd f4000 afge lost. Door uitloting en intrekking der obligatiën, is de stedelijk gevestigde schuld, oorspronkelijk groot f 897,600, thans gebracht tot een bedrag van f 544 000. b. Geldleening ad f400 000, rente 3 pet. Deze leening werd aangegaan in 1888, bij raadsbesluit van 2 Juli. Op 31 December 1910 was deze. leening pro resto nog groot f 246 000. c. Geldleening ad f 78000, rente 3Vs pet. Deze geldleening werd aan gegaan in 1899, krachtens raadsbe sluit van 31 Mei 1908. Op 31 December 1910 was deze leening pro resto nog groot f61500. d. Geldleening ad f75000, rente 4 pc'. Deze geldleening werd aange gaan in 1900, krachtens raadsbesluit van 13 Augustus 1900 Op 31 December 1910 was deze leening pro resto nog groot 1 58.500. e. Geldleening ad f 19.000, rente 4 pet. Deze geldleening werd aange gaan in 1903, krachtens raadsbesluit van 8 Mei 1903. Op 31 December 1910 was deze leening pro resto nog groot f 12,000. f. Geldleening ad f200.000, rente 31/, pet. Deze geldleening werd aan gegaan in 1906, krachtens raadsbe sluit van 17 Augustus 1906. Op 31 December 1910 was deze lee ning pro resto nog groot f 194.000. g. Geldleening ad f400.000 rente 4 pch Deze geldleening werd aan gegaan in 1908, krachtens raadsbe sluit van 28 Juni 1907. verhinderd." „Wanneer hoorde u dat de over ledene in Engeland terug was?" „Toen mijnheer Henderson het mij vertelde bij mijn aankomst te Det wich." „U was natuurlijk zeer verbaasd te hooien, dat hij haar ontmoet had „ja," antwoordde Theodoor. „Heeft uer hem iets over gezegd „Ik heb hem gewaarschuwd tegen de dwaasheid zich in een nieuwe verwikkeling met haar te begeven, vooral nu hij over tien dagen zou gaan trouwen." „U zegt een nieuwe verwikkeling met haar Bedoelt u daarmee, dat er vroeger een verwikkeling geweest was Weer wachtte Theodoor even voor hij antwoordde. „Ik trek het woord „nieuwe" in. Ik heb het zoo niet bedoeld. Ik heb er mijnheer Henderson alleen maar op gewezen, dat zijn meisje het misschien niet prettig zou vinden dat men hem na middernacht door de straten van Londen had zien rij den met een Italiaansch meisje, dat vroeger zijn model was geweest." Op 31 December 1910 was deze lee ning pro resto nog groot f 388,000. h. Geldleening f 2600, rente 4 pet. Deze geldleening werd oorspronkelijk door de gemeenten Viissingen en Koudekerke krachtens raadsbesluit van 2 October 1891 en 22 Januari 1892, ieder voor de helft aangegaan tot verbetering van den Koudekerk- schen Straatweg en is door de ge meente Viissingen aanvaard krach tens raadsbesluit van 1 Februari 1907. Op 31 December 1910 was deze lee ning pro resto nog groot f 400. i. Qeldleening ad f 5200, rente 4 pet. Deze geldleening werd oor spronkelijk door de gemeenten Viis singen en Koudekerke krachtens raadsbesluit van 30 Augustus 1905, ieder voor de helft aangegaan tot na dere veroetering van den Koudekerk- schen straatweg en is door de ge meente Viissingen aanvaard krach tens raadsbesluit van 1 Februari 1907. Op 31 December 1910 was deze leening, na de aflossing op dien da tum pro resto nog groot f 2200. De navolgende tijdelijke geldlee ningen, aangegaan door de gemeente Viissingen, waren op 31 December 1910 nog niet afgelost lo. Tijdelijke geldleening ad f 18.000, ter voorziening in de koslei van het verbouwen van de Burger Avond school en van school D, aangegaan bij raadsbesluit dd. 7 September 1909. 2o. Tijdelijke geldleening ad f 59.000 voor het stichten van een gebouw voor de Hoogere Burger school en het aanschaffen van meu belen, natuurkundige instrumenten, chemicaliën enz. (ad f 27.000) en voor den aanleg van straten in de zgn. Zoute Vest met bijkomende werken (ad f 32.000), aangegaan bij raadsbe sluit dd. 11 December 1908. 3-, Tijdelijke geldleening ad f 18.200 ter voorziening in de kosten van buitengewone werken, aangegaan bij raadsbesluit dd. 24 Maart 1910. 4o. Tijdelijke geldleening ad f 176.600, ter voorziening in de kos ten van het met zand ophoogen van de zgn. Zoute Vest en voor den aan koop van gronden, aangegaan bij raadsbesluit dd. 22 Juli 1910. 5o. Tijdelijke geldleening ad f 38 000 ter voorziening in de kosten van den bouw van eene nieuwe school C, aangegaan bij raadsbesluit dd. 25 November 1910. Gemeente-eigendommen -werken en inrichtingen. Het rioolstelsel blijft aan de ver wachtingen beantwoorden en de aan vragen voor aansluitingen aan deze riolen tot afvoer van fiecaliën, huis- en hemelwater ten behoeve van par ticuliere terreinen en gebouwen, ko men geleidelijk in. Behalve eenige afsluitschuiven in „Goede hemelzeide Godfrey tot zichzelf, „is dit nu de man, dien ik vertrouwd heb, en die zich jarenlang mijn vriend heeft genoemd Toen ze zoover gekomen waren, richtte de hoofdinspecteur het woord tot de jury en gaf zijn voornemen te kennen, het verhoor te verdagen tot den aanstaanden Woensdagmorgen elf uur. Hij had daarvoor gegronde re denen om tot zoolang te wachten, zeide hij. Het Hof ging daarop uit elkaar, en even daarna stond God frey op straat met mijnheer Codey aan den eenen, en zijn aanstaanden schoonvader aan den anderen kant. Theodoor Fensden wachtte hen op het trottoir op en, zoodra zij naar buiten kwamen, ging hij naar hen loe met een gezicht, dat nog de spo ren droeg van hevige ontroering. „Godfrey", begon hij met stok kende stem, „na alles, wat zij uit me geperst hebben, weet ik bijna niet, wat ik tegen je zeggen moet." „Je hebt al meer dan genoeg ge zegd," zeide Godfrey koel. Toen wendde hij zich tot de anderen en ging vooit„Kom heeren, laten wij een rijtuig nemen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1