26 Juli Woensdag' Feuilïeton. No 174 49e Jaargang. 1911 VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÉNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts fweemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks., uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. BINNENLAND, De Koninklijke familie ie Soestdijk. Te Soestdijk was het Zondag buitengewoon druk. Van heinde en ver kwamen honderden bezoekers in de hoop de Koningin of Prinses Ju liana te zien. Ondanks de felle Juli- hiite stonden de bezoekers uren ach tereen geduldig te wachten voor het groote hek. Tegen 5 uur kwam H. M. de Koningin met Prinses Juliana in het ponnywagentje aanrijden. Vlug trippelde de blinkende zwarte ponny langs de paden van den voortuin en bleef bij het groote bloemperk in het midden van den tuin staan. De Ko ningin, die zelf gemend had, stapte uit en tilde [uliana uit het wagentje. Vlug liep de kleine naar het hek, bleef op enkele meiers van het hek staan en maakte voor de talrijke toe schouwers een buiging. Een gejuich steeg uit de dichte rijen bezoekers op. De vriendelijke attentie van de Koninklijke Moeder werd op zeer hoogen prijs gesteld. Partijvorming. in een artikel over Parlijvorming schrijft „de Stand." o.a. „Doel van de actie van de stembus is, samen zulk een meerderheid in de Kamer te brengen, die 's Lands belang in oveenstemming met onze overtuiging behartigen zal. Slagen we er in om die meerderheid te win nen, dan moet er een Kabinet op treden, dat wel zijn eigen program stelt, maar om 't te kunnen stellen, rekening zal moeten houden met het compromis in elke parlij en met het compronis der partijen onderling. Zulk een Kabinet moet weten waarop het rekenen kan, en het moet zich niet kunnen voordoen, dat, zoo het Kabinet komt met een voorstel tot verplichte verzekering, een deel van de leden der partijen, die het Kabinet sieunen, viak tegenover de regeering gaat staan, en met de oppositie haar in de minderheid brengt. Op zulk een voet ware noch Kabinetsformatie noch Bewindvoering mogelijk. Geen Staatsman van betee- kenis zou zich laten vinden om de formatie van zulk een Kabinet op zich te nemen. En was er al een onbe zonnen politicus die het er op waagde, dan zou ook hier gebeuren wat zoo telkens in Frankrijk aan een Kabinet overkomt, t.w. dat het slechts komt om te gaan, en slechts optreedt om te verdwijnengelijk nu onlangs weer het Kabinet Monis. Men mag van een Kabinet, welks optreden men zelfs toejuicht, niet vergen dat het zich hieraan blootstelt. Het volgen van zulk een gedragslijn ontneemt alle rust aan de wederzijdsche verhoudin gen, houdt de ministers en de Ka- ïa Si Ömiuigd. 35.) -o— „Denk er vooral aan niets te ver- zwijgendaarna zal ik wel weten, noe te moeten handelen." Aldus aangemoedigd, stak Godfrey van wal en verhaalde opnieuw de geschiedenis, die de lezers reeds zoo oort M- nnen' adv°caat luisterde aeuuidig toe, maakte onderwijl een Paar aanteekeningen op een vel pa- Pier en deed, toen het verhaal geëin- gd was, enkele meer of minder on bescheiden vragen. ri *gt. dat u dadelijk na uw on- tmi I - me® overledene naar uw hotel zijt teruggekeerd jre*"nmtödellijk"t antwoordde God- een rijtuig genomen een Cifn zeic'e Godfrey„het was koude avond en ik dacht, dat merleden voortdurend in zeer beden kelijke spanning, en biedt aan de tegenpartij alle kans en gelegenheid, om gedurig, als het Kabinet af za! treden, een spaak in het wiel te steken. Toen in Maart 1908 het tegenwoor dig Kabinet optrad wist ieder dat minister Talma voor verplichte ver zekering was, en dat alzoo het Kabi net, door hem de portefeuille van landbouw, handel en nijverheid toe te vertrouwen, met hem voor dit be ginsel gekozen had. Wie het daarmee nu niet eens was, zoo oneens, dat hij 't zijn plicht achtte zich hiertegen te moeten verzetten, had bij de stembus van 1909 moeten spreken. Innerlijke contradictie daarentegen schuilt er in, om, gelijk nu geschied is, bij de stembus zulk een Kabinet te steunen, en dan toch, als het aan de sociale wetten toekomt, te zeggen ik stem tegen. Dat kan en mag op een onder geschikt punt, maar het kan niet en het mag niet op wat hoofdpunt van het optreden van het Kabinet was, en als zijn to be or not to be door vriend en vijand werd geëerbiedigd. Er is geen land ter wereld, en er is geen partij, waar ook, die er an ders over denkt. Men moge er niet steeds in slagen, om zoo goed aan eengesloten op te treden, en vandaar kan het voorkomen en komt het voor, dat zich moeilijkheden voordoen. Maar in beginsel aarzelt geen enkele parlij, in welk land ook, toe te stem men, dat zoo en niet anders de poli tieke regel is, dien men heeft te volgen. In ons land daarentegen is het opkomen voor dezen regel nood zakelijk, en zal dit noodzakelijk blij ven, zooiaag de chrislelijk-historische partij niet alleen feitelijk tegen dezen regel zondigt, maar zelfs principieel een standpunt poogt te verdedigen, dat haar tot verwerping van dezen regel recht zou geven. Prov. Statenverkiezingen. Bij de gisteren te Utrecht gehou den herstemming voor de verkiezing van een 1 d der Provinciale S'aten werden uitgebracht 5275 geldige stemmen. Gekozen is de heer mr. W. A. van Zijst (lib.), met 3178 stemmen, tegen 2097 op den heer F. W. Swane (R. K.). -o* c* Staatscommissie voor leger toestanden. De staatscommissie voor de leger toestanden heeft reeds aan verschil lende garnizoenen een bezoek ge bracht. Naar de „Tel." vernam, wer den deze bezoeken van te voren niet altijd aangekondigd, teneinde een zuiveren indruk van den toestand te verkrijgen. Van militaire zijde werd nog aan genoemd blad medegedeeld, dat het optreden der commissie daardoor bij de wandeling me goed zou doen." „Maar u is in een rijtuig naar het huis gereden „Ja, en toen heb ik het dadelijk teruggezonden." „Dat treft ongelukkig. Denkt u, dat de koetsier u herkennen zou „Waarschijnlijk wel", zeide God frey. „Toen u hem betaalde, stond u natuurlijk dicht onder de lantaarn met het licht vlak op uw gezicht?" „Best mogelijk, want de lantaarn staat recht tegenover de deur; maar ik heb er niet op gelet". „Neen, maar u begrijpt, dat ik deze dingen moet weten", zeide de advo caat. „En wat heeft u gedaan, toen u in uw hotel terug was?" „Ik heb een grogje besteld en, toen ik het had opgedronken, ben ik naar bed gegaan. Toen hij alles wist, wat hij weten wilde, spraken zij af, dat mijnheer Codey de lijkschouwing en het on derzoek zou bijwonen en als God frey's advocaat den loop der zaak zou gadeslaan. Daarna verlieten zij het kantoor. In hét hotel, waar zij iets gingen TELEFOONNUMMER 10. Hbonnemeiifs-fyuertêntiën op zeer ooordeelige uoorioaarden enkele commandanten ontstemming heeft verwekt. Het kwam voor, dat een aantal leden der commissie, zon der voorafgaande kennisgeving, een kazerne binnentraden en onderge schikte militairen begonnen te onder vragen. Dit moet in officierskringen misnoegen hebben doen ontstaan. Vlisaingen, 25 Juli. n in 1910- (Uif hef Gemeenteverslag). Bevolking. Op 31 December 1909 bedroeg de werkelijke bevolking der gemeente 21363 zielen, nl. 10469 mannen en 10894 vrouwen. Door geboorte ver meerderde in dat jaar de bevolking met 570, door vestiging met 1254, totaal dus 1824, door sterfte ver minderde zij daarentegen met 210 eri door vertrek met 1387, totaal dus 1597. Het verschil tusschen de geheele vermeerdering en vermindering toij- eengeteld geeft 227, zoodat op 31 Dec. 1910 de bevolking bedroeg 21590 zielen, nl. 10613 mannen en 10977 vrouwen. Hieronder zijn be grepen 129 mannen en 54 vrouwen behoorende tot de landmacht en 21 mannen behoorende tot de zeemacht. Geboren werden in deze gemeente, als behoorende tot hare werkelijke bevolking, 570 kinderen, waarvan 287 van het mannelijk en 283 van het vrouwelijk geslacht. Bovendien werden elders geboren 3 kinderen, te weten 1 van het mannelijk en 2 van het vrouwelijk geslacht, behoo rende tot de werkelijke bevolking dezer gemeenteterwijl alhier 1 kind van het mannelijk geslacht werd ge boren, behoorende tot de bevolking eener andere gemeente. Het aantal geborenen, zonder de levenloos aan- gegevenen bedroeg alzoo 571—568 3 minder dan in 1909. Onder de ge borenen zijn begrepen6 van net mannelijk en 9 van het vrouwelijk gesjacht, te zamen 15 die buiten hu welijk zijn geboren. Tweelmggeboorte kwam in het afgeioopen jaar 8 maal voor, waarvan 4 kinderen behoorden tot het mannelijk (onder welke 1 levenloos aangegevene van het vrou welijk geslacht) en 12 tot hei vrou welijk geslacht. De sterfte in de gemeente (onver schillig waar de overledenen woon plaats hadden) zonder de levenloos aangegevenen, bedroeg 104 mannen en 104 vrouwen, totaal 208, alzoo 46 minder dan in 1909. Verdeeld naar den burgerlijken staat zijn in deze gemeente overleden, behoorende tot hare werkelijke bevolking ongehuw- den 49 mannen en 44 vrouwen, ge huwden 36 en 28, weduwnaars en weduwen 11 en 31, gescheiden van gebruiken, kwamen zij al spoedig tot de ontdekking, dat de moord het eenige onderwerp van het gesprek was. Tot overmaat van ramp ont moetten zij er enkele kennissen en toen dezen zich herinnerden dal de overleden vrouw zijn model was ge weest, werd Godfrey van alle kanten over haar ondervraagd. Eindelijk werd dit hem zoo ondragelijk, dat hij mijn heer Devereux voorstelde wat in net park te gaan wandelen, totdat het tijd zou zijn voor het onderzoek. Toen zij bij het gebouw kwamen, waar dat zou plaats hebben, zagen zij, dat een groote menigte zich er voor had verzameld. Slechts met moeite en niet dan nadat zij de re den van nun komst hadden verklaard, konden zij zich toegang verschaffen. Fensden wachtte hen op; hij zag er nog bleek en angstig uit. Mijnheer Codey, de advocau, was er ook, en leek nog scherpzinniger dan straks op zijn kantoor. „De nieuwsgierigheid van het pu bliek is een vreemd iets", zeide de laatste, de volgepropte zaal rond ziende. „Waarschijnlijk zijn er in deze ruimte niet meer dan vijf personen, echt 1, totaal 97 mannen en 103 vrou wen. Bovendien overleden elders, behoorende tot de werkelijke bevol king dezer gemeente ongehuwden 1 man en 5 vrouwen, gehuwden 2 en 1, weduwnaars en weduwen 1 en 0, 'totaal 4 mannen en 6 vrouwen. In deze gemeente overleden, behoorende tot de bevolking eener andere ge meente ongehuwden 4 mannen en 0 vrouwen, gehuwden 2 en 0, weduw naars en weduwen 1 en 0, totaal 7 mannen en 1 vrouw. Het getal voltrokken huwelijken bedroeg 138, verdeeld naar den bur gelijken staat als volgtjonkmans en jongedochters 129, jonkmans en weduwen 3, jonkmans en gescheiden vrouwen 1, weduwnaars en jonge dochters 3, weduwnaars en weduwen 2, totaal 138, alzoo 13 meer dan in 1909. Bij die huwelijken hadden 2 erkenningen plaats, en wel van 1 mannelijk en 1 vrouwelijk kind, ter wijl 13 akten van erkenningen wer den opgemaakt. Er werden 4 vonnis sen van echtscheiding ingeschreven. Op 31 December 1900 bestond de bevolking uit 18993 personen, op 31 December 1910 21590 personen, dus in 10 jaar een vermeerdering van 2597 personen of ruim 13.5 pet. De hierna volgende staat geeft een overzicht van den loop der bevolking gedurende de laatste 25 jaar. Jaren. Mannen. Vrouwen. Totaal. 1886 5949 6056 12005 1887 6257 6308 12565 1888 6382 6411 12193 1889 6784 6793 13541 1890 6685 6949 13634 1891 6937 7146 14083 1892 7209 7378 14587 1893 7513 7706 15219 1894 7667 7917 15584 1895 8067 8323 16390 1896 8428 8710 17138 1897 8804 9042 17846 1898 9048 9324 18372 1899 9265 9632 18897 1900 9290 9703 18993 1901 9329 9835 19227 1902 9435 9901 19336 1903 9340 9799 19139 1904 9658 10065 19723 1905 9788 10215 20003 1906 9957 10300 20257 1907 10157 10584 20741 1908 10390 10818 21208 1909 10469 10894 21363 1910 10613 10977 21590 In het afgtloopen jaar werden door tusschenkomst van den burgemeester 16 Nationaliteitsbewijzen aangeyraaga aan den Commissaris der Koningin i.i de provincie Zeeland. De opbrengst van de leges van den Burgerlijken Stand bedroeg over 1910 f 482,80, tegen f 587.70 over 1909. De oporengst van de leges ter Secretarie bedroeg over 1910 f 124 65, tegen f 159.85 over 1909. die het slachtoffer ooit gezien hebben en toch verdringen zij zich hier alsof hun leven er van afhangt, als zij een woord missen van wat er over naar gezegd wordt" Op dat oogenblik kwam een be ambte naar voren, die Godfrey iets in het oor fluisterde. Deze volgde hem onmiddellijk de kamer uit. Toert hij terugkwam, was hij zeer bleek en zichtbaar ontdaan. Toen kwam de lijkschouwer bin nen, een statig, welgedaan heer, en ging zitten daarna werden de werk zaamheden officieel geopend. De eerste getuige, die werd opge roepen, was de eigenaar van net huis, waarin de overledene had ge woond. Hij gaf den naam op, waar onder zij in het huis bekend was ge weest, zeide, dat men haar voor een schilüer's model had gehouden en dat zij, voor zoover hij wist, een be daard en fatsoenlijk meisje geweest was. Zij had tenminste altijd prompt op den dag haar huur betaald, nij had het lijk nerkend als dat van zijn huurster. Hij herinnerde zich niet, dat zij, zoolang als ze bij hem was ge- weesi, oou een bezoeker had ont- Verkiezingen. De lijst 1910 1911 bedoeld in art. 8 der kieswet is den 22 Maart 1910 voorloopig vastgesteld en werd den 15 AÏei daaraanvolgende van kracht. Hat daarop voorkomend aantal kiezers bedroeg voora. Leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal 2818, b. Leden van de Provinciale Staten 2798, c. Leden van den Gemeenteraad 2696. Voor de Tweede Kamer verdeeld als volgt: krachtens art. la (belasting) 2629, art. lb lo (bewoning van éen huis) 25, art. lb lo (bewoning van twee huizen) art. lb 2o (éene dienst betrekking) 130, art. lb 2o (rwee dienstbetrekkingen) 5, art. lb 3o (spaarbank) 11, art. lb 4o (examenj 18. Totaal 2818. Bij de kiezers voor den Gemeen teraad steunde bij 2572 personen het kiesrecht op art. la en bij 124 op art. lb, beide in verband met art. 7 der kieswet. Verdeeld over de ver schillende kiesdistricten bedroeg het aantal kiezers voor den Gemeente raad: in kiesdistrict 1 1165, in kies district li 652, in kiesdistrict 111 879. Totaal 2696. Ten vorigen jare bedroeg het aantal kiezers: voor de Tweede Kamer 2791, voor de Provinciale Sialen 2758, voor den Gemeente- taad 2618. Gemeenteraad, In de samenstelling van den ge meenteraad had in 1910 geen veran dering plaats. De heer J. W. Jacobze deelde in het laatst van het jaar mede dat hij met ingang van 1 Januari 1911 zijn ontslag nam als lid van den gemeen teraad. Den heer W. L. Winkelman werd ter viering van diens 25 jarig jubileum als lid van den gemeenteraad door dit college een feestmaaltijd aangeboden. (Wordt vervolgd.) De Viissingsche uliegiveek. Het is wel te bejammeren dat de vliegweek geen drukker bezoek ten deel valt. Trouwens ria het scnaarsche be zoek op Zondag, was het niet te ver wachten, dat het veel zal toenemen. Gisteren werden op den eersten rang nog al wat belangstellenden aan getroffen, maar op de overige rangen was het al bijzonder poover. Wij konden in ons vorig nummer nog melden dat jan van Bussel om haif zes was opgestegen en wegens rukwinden na 2 minuten weder daalde. De bipian Sommer van Adrian Mulder was reeds te vijt uur buiten den hangar gereden. De motor werd beproefd, waarbij de padvinders we der goede diensten bewezen, door het toestel tegen te houden. Er haperde eenter iets aan den motor, althans Mulder kon de schroef niet voldoende vangen zij had zich feitelijk geheel afgezonderd en had bijna nooit met iemand gesproken. Hij wist niet, dat zij ooit oneven had gekregen en, voor zoover hij wist, bezat zij geen en- keien vriend in Londen. De volgende getuige was de Duit- scne senrijnwerker, die den moord net eerst ontdekt had. Hij legde ge tuigenis af door middel van een tolk. In antwoord op een vraag van een noofd-inspecteur van politie, die den commissaris verving, verzekerde hij, dat hij nooit een woord met de over ledene had gewisseld, omdat hij geen Engelsen of Itahaansch, en zij geen Dmtsch kende. Hij had haar op den öewusten avond nooren uitgaan en kort na middernacht hooren thuisko men. Of zij iemand bij zien Had, kon nij niet -eggen. Hij legde ook ge tuigenis af omtrent de ligging van het lijk toen zij de deur openoraken en omtrent het geheimzinnige feit, dat de handen ontbraken. De volgende getuige was de ge posteerde agent, dien de huiseigenaar Dinnengeroepen had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1