Tu Siill Onrtaigi 20 Juli Donderdag Feuilleton» No 169 BINNENLAND. 49e Jaargang. 1911. VLISS1NGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, intgasonderd op Zen- en Feestdagen. Van Week fof Week. Het optreden van de Spanjaarden in en om Alkassar is in 't geheel niet naar den zin van Sultan Moulai-Hafid, van Marokko. Hij vreest daarvan een gevaarlijke opwinding onder de stam men van Gharb. Vandaar dat hij troe pen naar Alkassar zond. Intusschen had Spanje weer 200 tirailleurs en vier kanonnen te Larasj aan land gezet en de Fransche zaak gelastigde te Madrid kreeg de opdracht zijner regeering om over dit uitdagend optreden ophelderingen te vragen. Telkens komen nog nieuwe Spaansche troepen aan en te Alkassar wordt, blijkbaar om Frankrijk onaangenaam te zijn, nog altijd op zonderlinge wijze tegen Fransche onderdanen opgetreden en zijn bv. weer bedienden van den Franschen consul gevangen genomen en naar het Spaansche kamp gebracht. Wat van dit ailes de oorzaak is en waar het moet heenleiden, is overigens vrij duister. Aangenaam is het intusschen dat de onderhandelingen tusschen Frank rijk en Duitschland omtrent de Ma- rokkaansche zaken goed opschieten en een zeer vredelievend verloop heb ben. De besprekingen worden geregeld voortgezet en het schijnt dat er sprake is van zekere aan Duitschland toe te kennen vergoedingendat zal dan zeker moeten zijn voor het zich ont houden van gewapend optreden tot bescherming der belangen van Duit- sclie onderdanen en van de econo mische voordeelen, die de Duitschers door onthouding in de Marokkaansche zaken zouden kunnen derven, in ieder geval behoeft voor een ernstig conflict geen zorg meer te bestaan. Van Albanië kan men gerust zeggen dat alle hens er aan dek is. Te Talona, een kustplaats waar het tot dusver rustig was gebleven, is de bevolking 31.) Hij zette er even zijn lippen aan. Bi] had zich den laatsten tijd al min der wel gevoeld, verklaarde hij, en deze droevige gebeurtenis, voorafge- p?/"1 door eenige andere verdriete lijkheden, was hem te machtig geweest. ..Het is een verschrikkelijke dag Sjeest," zeide Godfrey, „en een slecht begin van je bezoek te Det- wich. Je wilt nu misschien liefst wat rusten voor je de anderen .opzoekt ..Ja, dat doe ik liever," zeide Theo- ooor en hij ging naar zijn kamer, ter wijl Godfrey en zijn aanstaanden schoonvader naar binnen gingen en de zaak zoo goed zij konden aan de dames uillegden, die in de eetzaal nun terugkomst zaten af te wachten al het geduld, waarover zij kon den beschikken. nu ook opgestaan en heeft aan de Turksche overheid enkele eischen ge steld, onder vreeselijke bedreigingen wanneer die niet ingewilligd mochten worden. De regeering zond er een torpedojager heen, tot bescherming zoogenaamd van de buitenlandsche vertegenwoordigers. Ais aanstokers worden aangeduid zekere hoogge plaatste Albaneezen, dia deels in Konstanlinopel, deels in Montenegro -erblijven en uit hun veilig hoekje de bevolking opruien. De Malissoren bv. moeten hoegenaamd geen benul hebben van hetgeen zelfbestuur eigen lijk is. Feitelijk is die eiseh gesteld door enkelen, die vroeger in sommige districten onbeperkt heerschten en door de nieuwe Turksche grondwet in hun macht werden gekort. De koning van Montenegro wordl beschuldigd van het voortzetten van een dubbelzinnige politiek, thans onder het mom van vriendschap met Turkije, zooals zou Blijken uit een toespraak door hem gehouden tot de hoofden der Malissoren. Daar de gelegenheid thans schoon is om Turkije aangenaam te zijn, begint in Macedonië hel bendewezen ook weer het hoofd op te steken. In Kossowo, Kenpruln en Stroemitza zijn tal van Bulgaarsche benden ver schenen. De hoofden trachten de bevolking tegen de Turksche over heden op te ruien en daar het land onbloot is van troepen, kan na tuurlijk niet met voldoende gezag tegen hen worden opgetreden. De overeenkomst, in 1905 gesloten tusschen Engeland en Japan, is thans voorden tijd van tien jaren hernieuwd. Zij bevat de bepaling dat in sommige gevallen beide landen elkander te hulp zuilen komen, wanneer een hunner in oorlog geraakt, en wel ter verdediging van zijn gebiedsbe- langenter bevestiging en handha ving van den vrede in Oost-Azië en Engelsch-lndië ter handhaving van de gemeenschappelijke belangen van alle mogenheden in China, met be houd van de onafhankelijkheid en de onschendbaarheid van het Chineesche rijk en het beginsel van gelijkheid in handel en nijverheid voor alle naties in China; eindelijk ter hand having van de gebiedsrechten der twee partijen in Oost-Azië en En- gelsch Indië en verdediging van hunne bijzondere belangen in die streken. De nieuwe overeenkomst vult die van 1905 in zooverre aan, dat de twee landen scheidsrechterlijke ver dragen met andere landen mogen aangaan, zonder elkaar in gevaar voor oorlog te brengen. Hoewel de meeste bladen in En geland met de hernieuwing van het traclaat zijn ingenomen, wordt, niet geheel ten onrechie, toch ook wel „Beste Godfrey," sprak mevrouw Henderson, hem bij zijn binnenkomst haastig tegemoet gaande, „je begrijpt wei, hoe wij allen deelen in je leed. Het is een afschuwelijke gewaarwor dingben je er in geslaagd iets na ders te weten te komen „Ik gelooi van wel," zeide Godfrey, die voor een nieuwe verklaring terug schrikte „ik zal dat alles later wel eens uitleggen. Laat het u voor het oogenblik voldoende zijn te weten, dat er in Londen een ontzettende moord is gepleegd en dat de moor denaar, die wist, dat ik een goed vriend voor het slachtoffer had wil len zijn, me een afschuwelijke poets gespeeld heeft. U kunt wel nagaan, dat het geval mij meer getroffen heeft, dan ik zeggen kan en ik weet zeker, dat u mij ter wille zult zijn, als ik u verzoek voor het oogenblik liever over deze zaak te zwijgen. „Ik geloof ook, dat het beter is," zeide mijnheer Devereux. „Wij heb ben de politie de zaak in handen gegeven en ik ben er zeker van, dat Griffin zal doen wat hij kan, om Godfrey zoo weinig mogelijk last van het geval le bezorgen." TELEFOONNUMMER 10. fibonnemesits-ftdaerfenfiëti op zeer uoordeelige voorwaarden kritiek uitgeoefend, zoo zegt de „Daily News", dat het vorige verdrag steeds meer verzet in Engeland vond. „Misschien, zegt dit blad, dat het nieuwe meer in de gunst komtmaar dit zal hiervan afhangen, dai da twee landen het beter nakomen, dan het vorige, vooral ten opzichte van China". De Engelsche politiek, om in China Japan te steunen, is volgens dit blad slecht geweest. Engeland heeft ver keerd gedaan door China aan Japan op te offeren en dat is de reden waarom het in Oost Azië Amerika tegen zich gekregen heeft. De minister van buitenlandsche zaken in Portugal heeft nog weer eens de verklaring afgelegd, dat er eene overeenkomst bestaat tusschen Spanje en Portugal over de samen zweerders, die zich in het grensge bied ophouden. Deze overeenkomst is door de Spaan sche miliiaire autoriteit op een loffe lijke wijze nageleefd. De oude lichtingen van militairen in Portugal zijn opgeroepen, om mogelijke relaties van de uitgeweken samenzweerders en de koningsgezinde elementen, die in Portugal zijn ge bleven, te voorkomen. De erkenning der republiek door enkele mogendheden laat zich intus schen nog steeds wachten. Vooral verbaast nun er zich over, dat de Engelsche regeering daarmede nog steeds talmt. De ex-koning Manuel zit in Engeland en zijne be zoldigde agenten kuipen tegen de jonge republiek- Dit maakt de hou ding van Engeland geheel en al on verklaarbaar en men begrijpt niet, hoe een minister van buitenlandsche zaken van een liberaal bestuurden staat, zulk een toestand kan laten voortduren. De Engelsche vetowet is nu door het Hoogerhuis artikelsgewijze in derde lezing afgehandeld. 20 Juli wordt over de wet gestemd en daar ze door de lords belangrijk gewijzigd is, zullen zij haar in dezen gewijzig den vorm wel aannemen. Is dit geschied, dan gaat de wet den 24 dezer terug naar het huis der gemeenten. Verwacht wordt dan dat, op voor stel van minister Asquith, dit huis al de voorgestelde er. ieeds door de iords aangenomen wijzigingen en bloc zal verwerpen, er elders korte wetten mee makende. Voor den koning wordt hei dan kiezen of deelen. Eerste Kamerverkiezingen. Aangezien de heer Westerdijk zijn benoeming tot lid der Eerste Kamer Godfrey voelde hoe een handje in de zijne werd gelegd. „Het spijt me zoo voor je," fluis terde Molly. „Maar waar is mijnheel Fensden vroeg mevrouw Henderson. „De schok was voor hem te sterk," antwoordde mijnheer Devereux. „Hij zeide tegen Godfrey, dat hij liever naar zijn ka mer wilde gaan, om wat te rusten. Ik heb je vriend nooit eerder gezien Godfrey, maar hij lijkt mij niet heel sterk toe." „Dat vrees ik ook," antwoordde de ander er, hierbij bleef het. Een kwartier later kondigde mijn heer Devereux aan, dat hij van plan was naar huis terug te keeren en, toen zijn rijtuig voor stond, nam hij Godfrey apart. „Houdt goeden moed," sprak hij, „het za! niet lang du*en of de man, die de misdaad begaan heeft, wordt gevat en dan zal het arme meisje ge wroken worden." Daarop reed de goedhartige oude heer weg. Na zijn vertrek trad God frey het huis binnen en ging naar boven om te hooren, hoe het Fens den ging. Eenjgszins tot zijn verwon voor Groningen niet heeft aangeno men, hebben de Provinciale Staten van Groningen gisteren tot lid der Eerste Kamer gekozen den heer G. Zijlma, oud lid der Tweede Kamer, met 25 van de 39 stemmen. Koninklijk bezoek aan Utrecht. Naar het „U, D." verneemt zullen H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden Donderdag 3 Augustus in den voormiddag van uit Soestdijk te Utrecht aankomen, aan zitten aan een door den gemeente raad aan te bieden déjeuner en voor den avond de stad weder veriaten. In het tweede kwartaal zijn met de stoomschepen van den Rotterdam- schen Lloyd 204 militairen uit Oost- Indië in Nederland teruggekeerd. Van hen behoorden 90 onderofficieren en minderen tot het Nederlandsche ieger 42 tot de koloniale reserve en 44 verlieten met gagement of pensioen en 28 met paspoort het leger. 30 militairen verkregen een gage ment van f 100 tot f 260 's jaarsvan de 14 onderofficieren en minderen, die werden gepensioneerd, verkregen de adjudanten onderofficier van f546 tot f 626 de sergeanten-majoor van f351 tot f536; de sergeanten van f 486 tot f 586, en de soldaten van f275 tot f342 's jaars. De laagste gratificatie bedroeg f 60, de hoogste f620. Ingevolge het tegenwoordige pen- sioenregelement bedraagt het pensioen voor den onder-luitenant f 1200 voor den sergeant f 436 tol f 586 voor den korporaal f 330 tot f 430 en voor den soldaat f 275 tot f 370 's jaars. Monument-Glement van Maasdijk. Hedenmiddag is op de mooi gelegen begraafplaats „Moscowa" te Arnhem een monument onthuld op het graf van den 27 Aug. 1910 te Arnhem bij een vliegproef omgekomen vliegenier Cle ment Van Maasdijk. Het monument is een bronzen buste, gemodelleerd door Aug. Falise, op steenen voetstuk. Na mens het comité voor de plaatsing heeft de heer H. Lamsvelt het woord gevoerd. Hij herinnerde aan de droeve gebeurtenis, die verleden jaar op Warnsborn plaats vond en maakte dankbaar gewag van de gitten, die van zoo vele zijden voor het monu ment inkwamen. Door een der fami lieleden werd het monument aanvaard en dank betuigd voor deze daad van piëteit. Op het graf werden eenige kransen neergelegd. De gemeenteraad te Goor is „om", in dien zin dat hij weer anti-socia listisch is en van de 11 leden er thans 5 sociaal-democraten zijn. dering vond hij hem zoo op het oog alweer geheel de oude. „Ik begrijp niet hoe ik me zoo dwaas heb kunnen gedragen," zeide Theodoor, opstaande van de sofa, waarop hij gelegen had. „Ik val an ders gewoonlijk niet gauw flauw. Ver geef het me maar." „Er valt niets te vergeven," sprak Godfrey. Terwijl hij dit zeide, werd de bel voor het eten geluid, en nadat hij Fensden gevraagd had, of hij beneden wilde komen of zijn middagmaal bo ven wenschte te gebruiken, en op de eerste vraag een bevestigend antwoord had ontvangen, verliet Godfrey hem en liep de gang door naar zijn ka mer. Aldaar aangekomen, liep hij naar het andere eind en bleef staan voor de origineele schets van zijn beroemde schilderij,,Een vrouw uit het volk." Het was slechts een studie en gaf alleen de ruwe omtrekken maar wat er ook aan ontbrak, het was in ieder geval een sprekende gelijkenis met de ongelukkige Teresina. „Te moeten denken, dat dat schoone gelaat nu koud en levenloos is," sprak hij tot zichzelf, „en dat de ellende- Onze jantjes. In een artikel in„The Naval andMili- taryRecord "van 12 [uli j.l. komt in een artikel, getiteld „Internationaal Fleet- men", en geschreven naar aanleiding van de revue te Spithead, o.a. het navolgende voor „Zonder twijfel waren zij, die het netste voorkomen hadden zoowel wat betreft de snit der kleeding, ais de wijze waarop die gedragen werd, de Hollanders. De onderofficieren, met zwart gouden galons op de mou wen en andere onderscheidingsteeke nen, vielen zeer op, en de korte jas, die zij droegen (een kleedingstuk, dat voor de onderofficieren onzer eigen vloot werd afgeschaft) verleende een bijzonder net voorkomen. De manschappen, gekleed in zee- mansunilorm, dragen, evenals andere zeelieden van het vasteland, het baaitje, dat tot kort geleden ook het groot tenue onzer matrozen was, maar dat nu eveneens is afgeschaft, en hoewel het zeker eenige moeite kost, dit klee dingstuk in de beperkte ruimte op een oorlogsschip in goeden siaat te hou den, hebben manschappen, die hierin gekleed zijn, een voorkomen, dat de serge kiel of de serge trui niet kan verleenen. Het voorkomen onder Hollanders werd verder nog daardoor verhoogd, dat de matrozenkraag aan de voor zijde met wit is afgezet, wat een bij zonder goeden indruk maakt. Sommige der vertegenwoordigde naties waren wat slordig gekleed en waar dit viel op te merken, scheen het gepaard te gaan met een minder streng in acht genomen discipline het maakte inderdaad den indruk, dat de best gekleede manschappen be hoorden tot de landen, die de hoogste discipline in hun zeemacht handhaven' En ten slotte„De indruk gewekt bij hen, die zich er op toelegden het karakter, gedrag en houding van de bemanningen der vreemde oorlogs schepen na te gaan die alle aan wal vertegenwoordigd waren, was hoogst gunstig. Allen schenen zich er op toe te leg gen, een goeden indruk k maken, en zich zoo te gedragen als tot eer van hun land kon strekken, en volgens de meening van ieder, die tot 'oor- deelen bevoegd was, werd dit doe! door de gasten onzer naties geheel bereikt, zoodat luister werd bijgezet aan de belangwekkende gebeurtenis, waaraan zij kwamen deelnemen, en de eerste vioolrevue van koning Geor ge V er des te opmerkelijker om werd". Vlissingen, 19 Juli. De gisteren gehouden herstemming voor leden van den gemeenteraad ling, die haar vermoord heeft, nog vrij rondloopt. De hemel geve, dat het me gelukken moge, hem aan het gerecht over te leveren." Voor hij zich begon te kleeden, zette hij zich aan zijn schrijftafel en schreef den brief waarin hij medeeldf, bij de lijkschouwing tegenwoordig te zullen zijn en alle ophelderingen te veistrekken, die hij geven kon. Niet voordat hij den brief geschreven en verzegeld had voelde hij, dat hij een klein gedeelte van zijn verplichtingen jegens den doode had vervuld. Hij schreef ook aan zijn advocaat, deed hem verslag van het voorgevallene, er tevens bijvoegende dat hij Maan dag voor het onderzoek bij hem zou aanloopen, om alles met hem te be spreken. Daarna schelde hij zijn bediende en beval hem de brieven nog dien- zeifdïn avond naar de bus te brengen. Vervolgens begon h$ zich met een bezwaard hart te kleeden. Hij dacht er aan, hoe hij zich van het eerste oogenblik af op dit diner verheugd had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1