A iES- ffr.) Donderdag affr.) (afffr.) antels, 6 Juli NIFTRIK T (aftr.) ir. T1VE_ üemeentebestuur, f Feuilleton, "BINNbNL \NIX 1911. en !iif abriek rij. per ons. eo kleuren. Van Week tof Week. uli a.s.uwe Ie Heeren: No. 157 49e Jaargrang. VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Ver schijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. !1 der Vrij-Liberale „De Grondwet". et 3e District, uli a. s. uwe Heeren (aftr.) r Vrij-Liberale De Grondwet". SCHOOLWEZEN. De commissie van toezicht op het lager onderwijs te Vlissingen maakt bekend, dat des namiddags van 2-4 een Openbare Les zal gegeven worden op onderstaande scholen. Maandag 10 Juli school A, (hoofd de heer Landsman.) Vrijdag 7 Juli, school B, (hoofd de heer Op den Zieke.) Maandag 10 Juli, school C, (hoofd de heer Jurry.) Donderdag 13 Juli, school D, (hoofd de heer De Vries.) Dinsdag 11 Juli, school E, (hoofd de heer Frijling.) Dinsdag 11 Juli, schoo' F, (hootd de heer Van der Slikke.) Ouders, voogden of verzorgers van leerlingen en belangstellenden worden uitgenoodigd deze lessen bij te wonen, terwijl aan hen op diezelfde uren gelegenheid wordt gegeven tot bijwonen der lessen in alle klasse, De commissie voornoemd, JOS. VAN RAALTE, Voorzitter. G. H. ViiRTHEIM, Secretaris. SCHIETOEFENINGEN. Onveiligheid Vaarwater. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van zeevarenden, I die daarbij belang kunnen hebben dat op 12 en zoo noodigop 13 juli Éi a.s. eene Schietoefening zal worden £1 j gehouden van het fort-Hoek Van Hol land dat omtrent de regeling dier schiet oefening inlichtingen zijn te bekomen ter Gemeente-Secretarie op eiken werkdag, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uren. Vlissingen, 5 Juli 1911. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. l —o 21.) maat. Zij stapten uit het rijtuig en God frey, die niet wilde, dat de koetsier zijn gesprek met Teresina zou be luisteren, betaalde hem, gaf hem bo vendien een goede fooi, en liet hem .er8 zijn nopjes wegrijden. I !„Als ik je nu nóg eens vraag mij je omstandigheden te vertellen, wil II e' ^an n°g niet doen vroeg hij haar toen het rijtuig verdwenen en een agent voorbijgeloopen was, echter niet zonder hen goed te heb- i °PSenopren. Eerst scheen het, alsof deze iets wilde zeggen, maar 1 bedacht zich klaarblijkelijk. »ln geen geval," antwoordde zij. „Vraagt mij als 't u belieft niets meer." «Wil je me dan iets beloven, Te- esina ik zal je dan geen vragen meer doen." Het bezoek van den reeds bejaar den president der Fransche republiek aan ons land is ongetwijfeld eene zaak van genoegzaam beteekenis om haar niet met stiiwijgen voorbij te gaan. Faillïères is een man volkomen doorkneed in d; politiek, maar hij betrad het staatkundig tooneel toch eerst nadat het keizerrijk reeds geval len was, want bij Napoleons val was hij nog bij de burgerlijke administratie. In 1876 werd hij afgevaardigde en na dien tijd was hij herhaaldelijk minister en minister-president, tot hem in 1906 het hoogste ambt der republiek werd opgedragen, eene waardigheid die hij in 1913 zal neer leggen, om zoo mogelijk nog eenigen tijd rust te genieten van zijn zeer lang durige werkzaamheid.Voor het nog al tijd woeligeFrankrijkzouhet wensche- lijk zijn geweest, indien de jaren Faillières niet verhinderd hadden om langer dan de gewone zeven jaren het presidentschap te vervullen, want hij is een zeer constitutio neel staatshoofd, die zich boven de partijen houdt en zijn persoon slechts laat gelden, waar het betreft zijn recht van gratie voor ter dood ver oordeelden, waarvan hij gaarne ge bruik maakt. Vandaar dan ook dat zijne verstandige en bezadigde leiding in Frankrijk algemeen gewaardeerd wordt. Het ligt nog versch in 't geheugen, wat er omging in een deel der Bel gische en Fransche pers, toen onze regeering in 1910 plannen had tot versterking der kust-verdedigings- werken. Dat was kruipen voor den Duitschen nabuur,wat ons hoogst kwa lijk genomen werd.Wij hebben trou wens ook alle reden om met Duitsch- land op goeden voet te staan want onze handelsbetrekkingen met dat iijk zijn van zeer groot gewicht maar dat wij met andere, naties desniettemin even vriendschappelijke betrekkingen wenschen te onderhouden, is nog dit jaar herhaaldelijk gebleken en blijkt ook nu weer door het bezoek van den President. Er blijkt tevens ondubbelzinnig uit, dat de Fransche regeering ons niet van dwaze plan nen beschuldigt. Het is goed dat de vriendschappelijke aandacht der vol ken nu en dan eens op elkander ge> vestigd wordt. Dit kan aan beider belangen ten goede komen, en dit blijft eene waarheid ofschoon onze handelsrelatiën met Frankrijk, met de Duissche vergeleken, nog van weinig beteekenis zijn, De nieuwe Fransche regeeiing, het ministerie Caiiiaux, heeft hare plan nen aan de Kamer medegedeeld. „Wat moet ik dan beloven „Dat je dit huis niet zult verlaten, zonder mij te laten weten, waar je heen gaat." „Goed, dat zal ik doen," antwoord de zij. „Hier is mijn adres. Bewaar het goed. Een brief of telegram komt al tijd terecht. Nu, goeden nacht, arm kind. Denk er aan dat ik je vriend ben." „Goeden nacht, en God zegene u Met deze woorden verdween zij in het huis, terwijl Godfrey, nadat hij de ligging er van goed had opge nomen, ingeval het nog eens noodig mocht blijken, voortliep naar het an dere uiteinde der straat, dan waar door hij er ingekomen was. Onder- tusschen klom Teresina, overstelpt door droefheid, de trap op naar de kamer, die zij in dat bouwvallige huis bewoonde. Zij ontsloot de deur, trad binnen en liep dwars de kamer door om een doos lucifers te zoeken, die zij wist, dat zij op den schoor steenmantel had laten staan. o— TELEFOONNUMMER 10 fibonnements-flduerfentiën op zeer uoordeelige uoortvaarden Onder anderen blijkt daaruit dat men voornemens is om krachtig tegen de herhaaldelijk voorkomende knoeierijen op te treden. Verder hoopt men ae kiesrêchthervormirg te regelen en de wet op de arbeidersverzekering op den daarvoor bestemden tijd inwer king te doen te treden. De onderhan- lingen met de spoorwegmaatschap pijen omtrent de ontslagen arbeiders zullen worden hervat. De regeering wil de maatschappijen verzoeken, aan hen die daarvoor in aanmerking kunnen komen, een pensioen toe te kennen en de anderen weder in dienst testellen; maar dan tevens voorstellen dat de maatschappijen een reglement invoeren op de rechts positie van het personeel, en nagaan welke wijzigingen in het beheer der spoorwegen zouden kunnen worden gebracht, teneinde het toezicht van den Staat te verscherpen. De Duitsche regeering heeft thans een beslissenden stap gedaan en zich gemengd in het Marokkaansche ge- warrel. Op verzoek van de Duitsche firma's die belangen hebben in het Zuiden van Marokko, en tot beveili ging van leven en goed van Duitsche onderdanen, is de kanonneerboot „Panther", die zich in de nabijheid der Zuid-Westelijke kust van het land bevond, naar Agadir gezonden en daarvan aan de mogendheden kennis gegeven, onder tnededeeling evenwel aan de Marokkaansche regeering, dat in dien maatregel geenerlei onvrien delijke bedoeling jegens Marokko ligt opgesloten. Volgens berichten uit Fransche en Spaansche bronnen zou deze panter al een sprong gedaan hebben en moeten er troepen ontscheept zijn maar de „Kölnische Zeitung" spreekt dit beslist tegen, onder medadeeling dat Duitschland voor belangrijke kapitalen is geïnteresseerd bij den mijnbouw in het achterland van Aga dir, waar veel Duitschers wonen, die uitgestrekte bezitlingen hebben. Nu, het moet gezegd worden, 't is de moeite waard, a's men verneemt dat er één een grondbezit heeft, ten grootte van een geheel vorstendom Dat is wel een beetje zwetsen want voor een vorstendom zijn geen bepaalde gren zen gesteld, In ieder geval is het de vraag, of de man er eerlijk aange komen is. Overigens schijnt het dat de hanael van Duitschland in het zuiden van Marokko in den laatsten tijd belang rijk is toegenomen maar deze toe neming blijkt niet uit de statistiek, omdat groote hoeveelheden goederen, wier in- en uitvoer op rekening van Engeland worden gesteld, feitelijk door firma's in- en uitgevoerd worden. De Fransche pers is zeer ontstemd over den loop der zaken. Heel na- HOOFDSTUK VI. Nadat Godfrey Teresina had ver laten, keerde hij naar zijn hotel te rug. Ondeiweg dacht hij er over na, wat hij doen kon, om haar te helpen. Hij twijfelde er geen oogenblik aan, of het meisje was in ernstige onge legenheid maar wat kon hij doen, nu zij alle hulp van zijn kant afwees Hij had dien dag veel ondervonden, en toen hij zijn hotel bereikte, was hij geheel op. Den nacht-portier, die hem binnenliet, scheen het op te vallen, hoe slecht hij er uitzag. „U ziet er n.et goed uit, mijnheer", zeide hij medelijdend: „kan ik mis schien iets voor u doen „Als je me een grogje kunt bezor gen, dan graag," antwoordde Godfrey, doodaf zich in een der stoelen in de gang neervlijende. „Met genoegen, mijnheer", ant woordde de portier, en verdween da delijk om het bestelde te iulen, waar mee hij spoedig terugkwam. Godfrey dronk het glas in éen tuig leeg en zeide toen, dat hij dadelijk naar bed ging- „Arme, kleine Teresina!" sprak hij tuurlijk misschien maar het is toch al te gek, dat men den stap van Duitschland dadelijk weer in verband brengt met het bezoek van president Failliè-es aan ons land. In ieder ge val wil men Duitschland verhinderen om nog andere plaatsen dan Agadir te bezetten. De „Temps" gaat zelfs zelfs zoover, dat zij aanraadt om ook een kruiser naar Agadir te zenden, om daar den „Panter" gezelschap te houden Na den goeden afloop der kronings feesten te Londen, komt de koning al dadelijk voor ee ie moeilijke be slissing te staan. De liberale pariij schijnt er een beetje op gerekend te hebben dat de Lords het hoofd in den schoot zouden leggen en zijn daarom geschrokken van hun besluit om amendementen op de veto-wet voor te stellen, die de regeering zullen nopen voor den dag te komen met hare plannen tot het benoemen van pairs. De liberalen houden intusschen vol, dat dit besluit der Lords hun eigen doodvonnis beteekent, omdat het inconstitutioneel van den koning zou zijn om den raad zijner ministers in den wind te slaan. De vraag is maar of de koning het kan doen Deed hij het, dan zou het ministirie heen gaan en zou er een conservatief bewind moeten komen, dat maar een oogenblik zou kunnen leven en dan zou Asquith immers toch weer moe ten worden geroepenwant dat nieuwe verkiezingen thans ten voor- deele der conservatieven zouden uit vallen, is ondenkbaar. Overigens wil het er bij ons niet in, dat een vorst constitutioneel han delt, die opzettelijk en met voorbe dachten rade een der Kamers omzet of, als het constitutioneel is, dan wordt het hoog tijd om eene con stitutie, die zój uit den tijd is, aan een grondige herziening te onder werpen. Het bezoek van President Failières Te half acht werd gisteren in de Burgzaal van het Koninklijk Paleis te Amsterdam het gala-diner gehouden. De tafel was versierd met witte rozen en theerozen en witte en gele aronskelken. De President was geze ten tusschen Hs. Mr. de Koningin en den Prins, terwijl tegenover hem had plaats genomen H. M. grooimeeste- resse, mevr. Hardenbroeck. Over de Koningin was gezeten de Fransche Gezant Marcehn Pellet over den Prins vice admiraal Aubert ter rechterzijde van Hare Majesteit minister de Telves en ter linkerzijde van Z. K. H. den Prins, mevr. Pellet tot zichzelf, terwijl hij zijn horloge opwond „arm kind, het is vreeselijk dat zij zóo moet lijden!" Den volgenden morgen keerde hij metden vroegtrein naarDetwich terug. Ofschoon hij slechts 24 uur weg ge weest was scheen het hem een jaar toe. „Je ziet er moe uit, Godfrey," sprak zijn moeder, toen zij samen in de gang stonden. „ik heb vannacht niet erg goed ge slapen," zeide hij, „en heb gisteren nog al veel geloopen. Dat is alles. Maak u maar niet ongerust over mij, moeder ik ben zoo sterk als een paard." Hij vertelde zijn moeder toen, dat hij Fensden had ontmoet en deze van plan was den volgenden dag bij hen te komen. „Dat is aardig," sprak zij. „Je zult wel blij zijn, hem bij je te hebben. Ik zal hem een kamer geven in den zuidelijken vleugel, dicht bij de jouwe. Het behang in die kamer is rustiger van kleur. Ik weet van ouds, hoe hij op die dingen let." „Ik geloof niet, dat hij zich veel om hetbehangzai bekommeren," zeide Godfrey lachend. „Hij verklaart, dat en minister jhr. Marees van Swinde- ren. Verder zaten als gasten aan, be halve het gevolg, de Hoofden van de Buitenlandsche Gezantschappen, de militaire en maritime attaché's, de Minister, de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, de Voorzitters van den Hoogeti Raad en van de Al- gemeene Rekenkamer, de directeur van het Kabinet van H. M. de Ko ningin, de waarn. Commissaris van de Koningin in de Provincie Noord Holland, B. J. Ferf, de Comman dant van de stelling Amsterdam, mr. v. d. Werken, baron Baud, de Fran sche Consul Generaal te Amsterdam en Rotterdam, en de commandanten der Fransche oorlogsbodems. Gedu rende het diner sprak Hare Majesteit als volgt President Falhères toe „Mijnheer de President Ik ben zeer gelukkig U in mijne hoofdstad welkom te kunnen heeten en ik dank U met warmte, dat gij de reis naar Nederland hebt willen ondernemen. Ik en mijne landgenoo- ten, wij waardeeren ten zeerste Uw beminnelijke komst. Ik zie er een onderpand in voor de goede betrek kingen, die op zoo gelukkige wijze tusschen onze twee landen bestaan en die, ik ben er van overtuigd, door uw verbiijf in mijn Vaderland, nog zullen worden Versterkt. Van het schoone Frankrijk gaat eene niet te noemen bekoring uit. Het Fransche genie heeft gestraald en straalt nog, door de wereld, en zijne kunsten en zijne letteren ontmoeten overal de juist appreciatie van hare hooge waarde. Met een levendig genoegen herin ner ik mij nog mijn vroeger verblijf te Parijs, die „lichtstad", nerinner ik mij nog, al hetgeen ik er heb bewon derd en de beminnelijke ontvangst, welke er mij was bereid, ik drink op Uwe gezondheid, mijnheer de Presi dent, en op de glorie en den voor spoed van Frankrijk." President Falhères beantwoordde Hare Majesteit als volgt „Mevrouw 1 Ik ben diep geroerd door de beminnelijkheid waarmede Uwe Majesteit mij in Hire hoofdstad en in Haar koninkrijk heeft ontvangen. Veroorloof mij er een nieuw onderpand in te zien voor de uitstekende betrek kingen die er op zoo gelukkige wijze bestaan tusschen Frankrijk en Holland, zoo terecht trotsch op zijne onafhan kelijkheid en weiks bete. Kenis iederen dag in Europa toeneemt door zijn moreelen invloed, in een gevoelen van hooge hoffelijkheid, wairaan' ik ten volle de waarde apprecieer, heeft het Uwe Majesteit behaagd een beminne lijke hulde te brengen aan de glorie en aan de schittering der Fransche letteren, alsmede aan de schitte ring onzer kunstvoortbrengselen. Uw schoon land, Mevrouw, heeft het van hij het reizen zoo moe is, dat alleen de rust van een landhuis hem weer nieuwe kracht zal geven." „Ik twijfel er niet aan," sprak de oude dame. „ik herinner mij nog best, dat, toen ik op onze huwelijksreis met je vader naar Parijs ging, de klank van het Fransch mij ai hoofdpijn be zorgde. Nu nog boor ik het nooit zonder aan dien tijd terug te denken. Maar vertel nu eens wat over Molly. Vond zij het stuk, dat je haar hebt laten zien, mooi „Prachtig,"antwoordde hij. „Zij iaat u groeten en verzocht mij u te zeggen, dat zij heel graag Zaterdag wil komen om kennis te maken met Fensden. Ik hoop maar dat al die boodschappen haar niet te veel zullen vermoeten." Zijn moeder schudde het hoofd, „Wees daar maar niet bang voor," zeide zij. „Als een meisje op het punt staat te trouwen met den man, dien zij liefheeft, is het koopen van haar uitzet haar meest geliefde arbeid. Zij zal een mooie bruid zijn, mijn jongen waardig. Meer kan ik niet zeggen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1