Vu Wi Owiiigi Dit nunuaerbesSf at uit2 bladen. 3 Juli Maandag üemeentebestuur, Feuilleton. 1911, De nieuwe regeling der vissciierijsn. Brtoenuif dejiofsïad, No. 154. 49e Jaargang. VLISSINCSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.S0. Afzonderlijke nummers S cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. TELEFOONNUMMER .10 ftbonnernenfs-flduertenfiin op steer uoordeeiige yoortvaarden NATIONALE MILITIE. Oproeping van verlofgangers tot den werkelijken dienst. De Burgemeester van Vlissingen Gezien de circulaire van den Com missaris der Koningin in dit gewest van den 22 Maart 1911, A no. 1202 3e afdeeiing M. Roept bij dezen op tol den wer kelijken dienst: de ondervolgende in deze gemeente wonende verlofgangers van de lichtingen 1908 en 1909, van hei regiment genietroepen VERBEEK CHR1STIAANMAAR- TENSE JAN POULU3 NONNEKES LIEVEN, lotelingen der gemeente Vlis singen lichting 1908, dag en plaats van opkomst 10 Juli 1911 legerplaats bij Zeist. Van het korps torpedisten SMIT JOHANNES PIETER ;WILLEM- SE FRANC1SCUS, lotelingen der gemeente Vlissingen lichling 1909, dag en plaats van opkomst 24 Juli 1911 fort de Ruijter. Van het 9de regiment infanterieLEEFLANO CONSTANT FREDER1K WILLEM, loteling der gemeente Rotterdam lich ting 1909, dag en plaats van opkomst 81 juli 1911 Utrecht. Gelast: de voormelde verlofgangers zich, te dien einde voorzien van hun klee ding en voorwerpen van uitrusting, alsmede van hun voor vertrek afge- teekenden verlofpas elk op den voor hem bepaalden datum voor des na middags te 4 uur, in bovenvermelde plaatsen van opkomst rechtstreeks bij hun korps aan te melden. Zij zullen zich op den dag voor de opkomst bepaald met het eerste ver trekkende openbaar middel van ver sneld vervoer van hunne woonplaats naar de plaats van opkomst moeten begeven, en geeft kennisdat voor het geval zij door ziekte of andere redenen buiten staat mochten zijn om op le komen, zij daatvan kunnen doen blijken,door op den dag voor de opkomst bepaald een op ongezegeld papier geschreven geneeskundig ge tuigschrift of een ander bewijs of verklaring ter gemeente secretarie, bureau militie, over te leggen, zullende de zieken die niet op den bepaalden tijd onder de wapen komen, te dezer zake niet voor diligent worden ge houden, maar verplicht zijn, zich na hunne herstelling bij hun korps te vervoegen, teneinde daarbij in den wapenhandel te worden geoefend, „lk ben er zeker van, dat ik met ai je vrienden goed zal kunnen op schieten", antwoordde zij. „Mijnheer Fensden in 't bijzonder, boezemt me veel belangstelling in. Ik heb onlangs een bundel gedichten van hem gelezen. Ze waren zeer eigenaardig gebonden en heel vreemd door hemzelf geïllu streerd." t „Het was zeker een oorspronkelijk idee van hem. En hoe vond je zijn gedichten „Nu, om je de waarheid te zeggen, en ik weet wei, dat je er niet boos om zult worden, moet ik bekennen, dat ik er niet veel van begrepen heb. Het scheen mij alles zoo verward, too geheel anders dan Tennyson, teats of Shelly." „Dat ben ik volkomen met je eens," wordende zij, voor zooveel noodig, er op gewezen, dat zoo zij in gebreke blijven aan deze oproeping te voldoen zij volgens art. 133 der mililievvet 1901 als deserteur zullen worden behandeld. Vlissingen, 29 Juni 1911. De burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. PUBLICATIE. T ram wegen. Burg. en Weth. van Vlissingen gezien een schrijven van Gede puteerde Staten van Zeeland d.d. 23 Juni 1911 no. 106, 2e afdeeüng brengen ter kennis van belang hebbenden da! door de Naamlooze Vennootschap Stoomtram Walcheren aan het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland vergunning is gevraagd voor het uitbreiden van hare tramlijnen in deze gemeente door den aanleg van een wisselspoor in de Paul Krugerstraat dat de daartoe betrekkelijke stuk ken gedurende veer'ien dagen na heden ter inzage voor belangheb benden ter gemeente secretarie zijn nedergelegd dat de onderhoudsplichtigen van daarbij beirokken wegen of voetpaden gedurende den tijd der nederlegging van de betrekkelijke stukken, in de gelegenheid worden gesteld om even- tueele bezwaren tegen het verleenen der gevraagde vergunning schriftelijk in te brengen. Vlissingen, 30 Juni 1911. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. i. Reeds in hei jaar 1908 werden de nieuwste wettelijke bepalingen vast gesteld tot regeling der visscherijen. Tot dusver had men altijd voortge sukkeld met de gebrekkige en ver ouderde voorschriften der wet op de jacht en visscherij. Wat de jacht be treft, dit onderwerp is niet van drin genden aard, maar mei de visscherij was het ren geheel ander geval. Hier toch is sprake van een der voor naamste voedingsmiddelen van ons tand en van een belangrijken tak van nationale industrie. Talloos waren vooral de klachten over de zooge naamde moordvisscherijen, waaron der men verslaat het uitroeien of'hi thans zeer aanzienlijk verminderen van sommige vischsoorien, door hei verhinderen of tegengaan van een behoorlijke voortteling, Door de wet van 1908 hebben wij rsu eene goede regeling gekregen of liever, niet zoo zeer door de wet zelve, want die zei Godfrey. „Fensden is erg knap, te knap voor mij, vrees ik. Ik weet wel, dat enkele letterkundigen met zijn werk dwepen, maar ik voor mij houd van wat minder woorden en wal meer warm gevoel." Op den Woensdagmorgen, volgende op het hierboven medegedeelde ge sprek, vertrokken Molly en haar moe der naar Londen, waar de eerste zou worden toevertrouwd aan de teedere zorgen van Madame Delamaine, een costumière en haar helpster. Ze zou den drie dagen wegblijven en Vrij dagavond terug komen en hadden afgesproken, dat als een kleine ver goeding voor haar afwezigheid, God frey hen Donderdag in de stad zou bezoeken en hen naar de comedie vergezellen. Ingevolge die afspraak, bracht de ochtendtrein hem naar de hoofdsiad. Hij iiad het genoegen met den dokter samen te reizen en nu deze niet door zijn vrouw gehinderd werd, zette hij zijn denkbeelden uiteen over allerlei zaken en in het bijzonder besprak hij de politieke gebeurtenis sen. Dientengevolge, zooals Godfrey later zelf bekende, bracht hij twee zoo vervelende uren door als hij geeft slechts de hoofdlijnen aan; maar door de wet in verband met de besluiten, tot uitvoering der wet genomen en waarvan sommige eerst in de laatste dagen verschenen zijn. Zaterdag 1 juli iöl 1 is nu ten slotte de geheele regeling in werking ge treden en velen hebben dus belang bij eene kennisneming van de be ginselen en voornaamste bepalingen ervan, die wij daarom voor onze lezers willen schetsen. Hierbij moeten wij in de eerste plaats opmerken, dat de totnogtoe beslaande afzonderlijke regeling der zeevisscherijen en de op de vissche rijen betrekking hebbende bepalingen der jachtwet, thans zijn ingetrokken en de nieuwe regeling zoowel de zeevisscherijen omvat als de kust- en de binnenvisscherij. De ee'Ste afdeeiing heeft alleen betrekking op het visschen buiten de zoogenaamde territoriale wateren, dat wil zeggen buiten de strook van de zee, langs de kust, die geacht wordt tot ons grondgebied te be- hooren. Deze strook is breed 3 zee mijlen. Tot dezen tak der industrie behoort ook de haringvangst, die voor ons van het allerhoogste be lang is. Daarom zijn bij koninklijk besluit bepalingen vastgesteld be treffende de voorwaarden waaronder, en de wijze waarop van staalswege gelegenheid wordt gegeven om ge kaakte haring, van de Nederlandsche visscherijen afkomstig te doen keuren. De kustvisscherij omvat het vis schen binnen de genoemde territoriale wateren, dus langs de kust, alsmede in de zeegaten, de open havens, den Dollart, de Lauwerzee; de Wadden zee, de Zuiderzee en de Zuid-Hol landsche en Zeeuwsche stroomen. Voor deze kustvisscherij moet men vooitaan voorzien zijn van een con sent, dat op schriftelijke aanvraag tegen betaling van 50 cents wordt uitgereikt door den waterschout, bij gebreke of verhindering van dezen door den commissaris van politie en bij gebreke of verhindering ook van dezen door den burgemeester in de gemeente waar de aanvrager woont of, wanneer de visscherij met een vaartuig wordt uitgeoefend, waar het vaartuig tehuis behoort. Zulk een consent is geldig voor 2 jaar, namelijk tot 31 December van het jaar volgende op het jaar van afgifte. Voor het visschen met den hengel of met zetlijnen is geen consent noo dig. Onder de benaming hengel is echter niet mede begrepen loop- of sleephengel en peur. Dit geldt in het algemeen en dus ook voor de binnen visscherij. Voor de visscherij in het algemeen, geldt ook het volgende Ieder beding, b. v. bij verkoop, waarbij het vischrecht van den eigen hoopte nooit weer te zullen doorleven. Bij zijn aankomst te Londen bracht hij een bezoek aan zijn kleermaker en bestelde zijn trouwcostuum daar na ging hij naar een bekende firma in Regent Street, waar hij een trouw ring uitzocht. Van Regent Streed reed hij naar zijn club om te ontbijten. Het was ai laat, maar dat was minder, want hij voelde, dat hij zijn morgen goed besteed had. Toen hij de eet zaal binnentrad, keek hij rond naar een leeg tafeltje. Hij had er reeds een gevonden en wilde er heen loopen, toen een bekende stem achter hem zeide „Kom hier zitten, Godfrey." Hij keerde zich om en stond tegen over niemand minder dan Theodoor Fensden. „Wel, beste kerel, dat is een ver rassing," zei hij, terwijl zij eikaar de hand schudden. „1* dacht, dat je nog in Parijs was. Hoelang ben je al in Londen „Ik ben net van morgen hier geko men," antwoordde Tncuuoor. „Ik heb genoeg van reizen en wil nu een kalm leven gaan leiden." „En heb je nog al plezier gehad „Dat gaat nog al," antwoordde dom van het water wordt afgeschei den, is nietig. Zoodanige afzonderlijke vischrechten werden vroeger echter wel gevestigd en komen dus thans ook nog voor; doch waar zij voor komen, kunnen zij altijd worden af gekocht, zelfs al ware hei tegendeel uitdrukkelijk overeengekomen. Het visschen in een water, waarvan een ander de rechthebbende op het vischrecht is, is verboden als men niet voorzien is van eene schriftelijke ver gunning van dien rechthebbende en deze vergunningen kunnen voor niet langer dan drie jaren worden gegeven. Dit geldt intusschen niet voor hem die vischt in gezelschap van den recht hebbende of van den houder der ver gunning, wanneer in de vergunning zelve de bevoegdheid is uitgedrukt, om personen, welke zich in gezelschap van den vergunninghouder bevinden te laten medevisschen. Het visschen in waler waarvan de Staat de rechthebbende is, is ook niet verboden. Het behoeft geen betoog, dat de binnenvisscherij ook van zeer groote beteekenis moet geacht worden en dat bij de regeling daarvan het groote publiek het meeste belang heeft. Natuurlijk verstaan wij onder bin nenvisscherij het visschen in alle wa ter, tot daar waar de kustvisscherij een aanvang neemt. Voor deze binnenvisscherij nu, is thans eene akte noodig, die van wege den Commissaris der Koningin wordt uitgereikt en geldig is telkens van f Juli tot 30 Juni. Er zijn drie soorten van zoodanige akten 1groote vischakten, tot het visschen met alle geoorloofde vischtuigen. Zij kosten f 2 50. 2. kleine vischakten, tot het visschen met één vischtuig. Deze kosten f 1. 3. Hengelakten, die f 0.50 kosten. De hengelakten zijn alleen maar noodig, als men vischt met meer dan één hengel. Op de geoorloofde en ongeoorloofde vischtuigen komen wij in het vervolg dezer schets terug CXXIV. Onlangs ontving ik een hartelijk schrijven van een verren neef, die een eerzaam en geestdriftig burger van een afgelegen provincie-stadje is. Hij kondigde mij zijn bezoek aan en vroeg me, of ik loch vooral met hem naar Scheveningen wilde gaan. „Want zoa schreef hij ik houd zoo dol veel van de zee, van het strand en de duinen, maar van de zee vooral. Het is al jaren geleden, dat ik haar gezien heb, waarde neef, en ikhun- Theodoor. „Ik heb een massa men- schen ontmoet, die ik nooit weer hoop te zien, en ik zou haast zeggen, dat ik alle afschuwelijke vreemde spijzen, die de kookkunst opdischt, heb geproefd, ik denk er over een nieuwen reisgids uit te geven, geti teld „Het Vademecum van den toe rist" of „Waar men niet heen moet gaan in Europa." Iri aanmerking genomen, dat hij de lange vacantie, die hij had kunnen nemen, aan Godfrey's edelmoedigheid te danken had, sprak uit deze woor den niet veel dankbaarheid, maar Godfrey maakte geen aanmerking. Hij was zelf te gelukkig en te blij zijn vriend weer te zien om zich gekrenkt te gevoelen. Hij merkte op, dat The- odoor's kleeding nog meer den kun stenaar verried dan vroeger. Zijn haar was een graadje langer, en zijn das een tikje grooter, hij droeg haar in een strik met wapperende einden. „En hoe gaat het met de aanstaande mevrouw Henderson vroeg hij luch tig. „Je begrijpt wel, dat ik brand van verlangen kennis met haar te maken." „Dat zal Zaterdag gebeuren," ant ker naar het weerzien. Het zal een feestdag voor mij zijn". Onder aan den brief stond het gebruikelijke P. S.„Als nicht niet te veel last van haar kiespijn heeft, komt ze óók mee". Dit P. S. werkte wel eenigszins op mij als een wolkschaduw op een zomerlandschap. Ik had slechts een vage herinnering van de corpulente wederhelft van mijn neef, doch vol doende om te vreezen dat haar ge zelschap het Scheveningsche dagje nu niet juist aangenamer zou maken. Ik troostte mij echter m t een sigaar en de stichtelijke overweging, dat men voor zijn naaste ook eens iets over moet hebben en dat de in de ge heele familie beroemde chronische kiespijn van nicht Cato haar (en mij) ook ditmaal wel niet in de steek zou laten, Doch toen ik op den grooten dag des morgens tijdig aan't station was, bleek al spoedig dat mijn hoop ijdel was geweest, want nauwelijks had ik het trouwhartige burgermansgelaat van neef in 't vizier gekregen of ik ontwaarde aan zijn arm het korte en ronde lichaam van nicht, geheel in zwaite zijde gepakt en naar boven afgesloten door een oolijk kapothoedje, waarop onschuld-blauwe vergeet mij nietjes stonden te hoofd schudden van verontwaardiging over zooveel wereldsche drukte om hen heen. Het paffige gelaat van nicht was opmerkelijk onsymmetrisch't had rechts ongeveer den dubbelen omvang van links vóór wij nog de electrische tram bereikt hadden, was mij de oorzaak van dit verschijnsel verklaard door gruwelijke verhalen van jarenlange kiespijn-ellende. „Maar vandaag schikte het nogal". (Helaas, dacht ik, waarom juist vandaag In de tram trok het vrij zonderlinge uiterlijk van nicht de algemeene op merkzaamheid, en neef verhoogde de publieke belangstelling nog door zijn luide en enthousiaste uitroepen over de zee. Mijn voorstel om maar dade lijk naar Scheveningen te gaan, vond onverdeelde instemming. „Wat heb-ie nou an De Haag?" zei nicht op een toon alsof ze de residentie even precies op 'n duimpje kende als haar provinciestadje. De menschen in de tram glimlachten en ik glimlachte mee, hoewel niet ge heel van harte. Toen wij overstapten in de Sche veningsche tram, viel mijn oog op een „karabies" van eerbiedwaardige» ouderdom en omvang, dien nicht tot nu toe achter formidabele rokken vracht had verborgen gehouden. „Bagage?" vroeg ik, niet zonder een bedenkelijken blik op den „kar- bies". Als eenig antwoord maakte nicht duidelijke eetbewegingen met de vrije woordde Godfrey, „want ik hoop dat je dan bij ons zult komen „Heel graag," zeide Fensden. „Een goed landhuis zal een heerlijkheid zijn na al de hotels, waarin ik den laatsten tijd verblijf heb gehouden. Ik heb nooit geweten, hoezeer ik mijn Engeische broeders minachtte, voor dat ik hun in buitenlandsche hotels aantrof." De spottende glimlach op zijn ge laat, toen hij deze woorden sprak, deed niet aangenaam aan. „En nu je weer thuis bent, ga je zeker weer je oude gewoonte her vatten en alle achterbuurten afloopen om vreemde restaurants op te snor ren zei Godfrey lachend. „Herin ner je je nog hoe en waar je Tere- sina hebben ontmoet?" „Volkomen," antwoordde Theodoor kortaf, en toen gaf hij aan het gesprek een andere wending door Godfrey te vragen hoelang hij in de staf dacht te blijven. „Ik ga morgenochtend terug," was het antwoord. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1