f STBOQE Donderdag 29 Juni DAALDERS I CACAO. enschen Gemeentebestuur, Feuilleton, bij parti ng, pro- erplichf. dkantoor j bij A. 6, Mid- No 151 49e Jaargang. 1911. Van Week tot Week. Tan Mi Ovartuifd. BINNENLAND, 15, der 4% benevens de PIËN dier !ee- 62, 78, 91, en 220, zijn albaar te Vlir- C. W1BAUT y bij de heeren LINQEN. 'et Bestuur. ï'j ibeetd van I erktewordt or mannen borst- rs, gij kunt weer te- slechts I ïe'n, dat in oegere le- te geven. sterSancta millioenen hmalijders inke per- ooi n, ren- 1 te Delft, I geruimen heid leed, :enuwach- veel last den" zeide tte 's mor- 's avonds, de Abdij- I lat dit zulk ddel voor was, ging irvan over. jop, die ik nder, heb- ;enezen. DEN BAND g n 230 gram I f2.- en 1. AKKER, Vlissin- ST, Lepel bij Gebr. Iburg bij Vlasmarkt j .TE Co, F. DIELE- straat 105 CEVAALI oij L. PIE drogisten I leken. Augustus een verken. Te be- blad. der agd, een een- rde Kamer nheden gedu- juli t. m. half t toelichtingen worden franco 103, aan het che Courant," VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Bbonnements-fidoertantiën op zeer ooordeeiige uoorioaarden BEKENDMAKING. Candidaatstelling voor het lidmaat schap van den Gemeenteraad. De Burgemeester van \Ilissingen gelet op art. 53 der kieswet en art. 10 der gemeentewet maakt bekend dat de opgaven van candidaten voor het lidmaatschap van den Ge meenteraad, den 27 Juni j.l. bij hem ingediend, alsmede de door hem van de candidaatstelling opgemaakte pro- cessenverbaai, van af heden op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift ver krijgbaar gesteld zijn. Vlissingen, 28 Juni 1911. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Na beëindiging van den proeftijd is thans in Portugal de republiek uit geroepen, dat wil zeggen, de demo cratische republiek is voor goed aan genomen als regeeringsvorm, met af schaffing der monarchie en verbanning voor altijd van het huis Braganza. Of de feiten der historie hiermede voortdurend in overeenstemming zul len zijn, is natuurlijk eene andeie vraag. Het hangt er eenvoudig van af of de Portugeezen afstand kunnen doen van het politieke zedenbederf, of de knoeierijen, het begunstigen van vriendjes enz. zullen ophouden. Een democratische republiek, waarin het volk wat te zeggen heeft, kan geacht worden in dit opzicht meer kans te hebben dan eene aristocratische, zooals b. v. de republiek der Vereenigde Ne derlanden was maar overigens was in die republiek het zedenbederf lang niet zoo groot als in menige demo cratische van lateren tijd. We willen er het beste van hopen. In den aanvalligen leef lijd van 3 maan den en 17 dagen is het Fransche mini sterie gevailen. Het was een weinig roemlooze dood. Er werd in de Kamer eene interpellatie behandeld over het opperbevelhebberschap in tijd van oor- log.De vroegere minister van oorlog had in den Senaat verklaard dat in tijd van oorlog de leiding der krijgsope raties in handen der regeering be hoorde te blijven. Dit was de oorzaak der interpellatie en de tegenwoordige minister, de opvo ger van Berteaux, verklaarde dat in de regeling van het opperbevelhebberschap, waarin reeds lang is voorzien en die beantwoordt aan de behoefte, niets is veranderd. De vroegere verklaring was slechts een persoonlijke meening van Berteaux. 16.) Zij had de teugels verloren en de bruine galioppeerde nu naar links in de richting van een klein bosch Gelukkig was het veld, waar zij over draafden, grootmaar de bruine liep zoo hard, dat hij het spoed g had overgestoken. Toen liep hij langs den kant van het bosch en begon aan den anderen kant den heuvel af te dalen. Daarna verdween hij geheel uit het gezicht. Toen Godfrey het hoogste punt der helling had bereikt durfde hij nauwelijks om zich heen te zienmaar toen hij rondkeek, be merkte hij, dat het paard zijn oor- spronkelijken loop had veranderd en nu een scherpen hoek maakte, alsof hij het spoor, dat de honden nog steeds volgden, wou bereiken. In een oogwenk overzag Godfrey den toe GEEN CACAO SMAAKT I ZOO KRACHTIG ALS De regeering wenschte dat de Kamer zich daarbij uitdrukkelijk zou neer leggen, maar zij deed het niet en daarop is de bom gebarsten. Men is het er vrij algemeen over eens, dat de stemming als voorwend sel is gebruikt. Het ministerie had geen kracht van handelen, geen levens vatbaarheid hoegenaamd en wat thans gebeurd is had te avond of te morgen toch moeten gebeuren. De Turksche regeering heeft nog vooitdurend de handen vol met de oproerige elementen in haar uitgestrekt gebied. Nu weer hebben, in Arabië, de opstandelingen met een groote troepenmacht de voorhoede van den pacha Mahomed Ali, die met vier bataljons buiten de stad Geezan kam peerde, aangevallen. De insumaaten moeten, als 't waar is, een heele slag voor Turkije, duizend soldaten gedood en vijf honderd gewond hebben, meestal door degenstooten, zoodat de Turksche troepen zich genoodzaakt zagen, in wanorde naar Geezar. te vluchten. Zij werden eerst achtervolgd, maar later trokken de opstandelingen zich terug met een buit van vier ka nonnen, twee maxims, twee duizend geweren en de noodige ammunitie. Het loopt hier nog eens heelemaal mis. En wat nu de Aibaneesche opstand betreft, hoewel deze geheel geëindigd heet te zijn en het geregelde en ge organiseerde verzet der stammen aan ook wel schijnt te zijn gebroktn, wordt er toch wel degelijk nog gevochten niet sommige onverzoenlijken. Men gelooft dat deze hatsten heimelijk door Montenegro worden gesteund De mogendheden hebben door hunne gezanten in Cettingje, koning Nikita van Montenegro doen verzoe ken om al het zijne in hei werk te stellen, opdat de vrede in Albanië hersteld worde maar de koning moet heel weinig lust gevoelen om pressie Stand en zag, dat het dier onbewust recht op een grooten kalkput toeliep en dat als er dadelijk niet iets werd gedaan om het te beletten, niets be rijdster noch paard van een vreese- lijken dood kon redden. „De hemel geve, dat ik haar kan redden I" riep hij uit. HOOFDSTUK V. Nadat hij den waren stand van zaken had begrepen, was Godfrey voor een oogenblik stijf van schrik Bestond er eenige mogelijkheid, dat hij het dier van den kalkput kon afhouden Ais hij dat niet kon, was het met mejuffrouw Devereux gedaan Met het angstzweet op zijn voorhoofd zag hij het meisje, dat hij liefhad op het dolle dier den heuvel afren ren. Hij zag, dat zij alle krachten inspande om hem tot staan te bren gen maar zelfs op dien afstand kon hij zien, dat zij er niet in slaagde, Een oogenbiik iater was het beest weer van richting veranderd en rende op een heg toe. Hij nam zijn sprong te laag, en het natuurlijk gevolg was dat hij met zijn pooten de heg raakte en neerstorttetoen waren paard en te oefenen op de Aibaneesche vriend jes. Ook wil hij de Aibaneesche vluchtelingen niet gelasten om zijn gebied te verlaten. Hij beweert na melijk dat de door de Turken afge legde beloften van edelmoedigheid jegens terugkeerende vluchtelingen, trouweloos geschonden zijn. Turkije zal dus nog wel eenigen ijd een goed deel der troepen in dit gebied noodig hebben, en waar in Jemen, waar nu die groole ramp is voorgevallen, veertig duizend man liggen, is het te hopen dat men van verdere verwikkelingen verschoond zal blijven, want anders zou het er wel eens treurig kunnen gaan uitzien. Aan de oostelijke grens van Mon tenegro moeten de Turken hun macht zelfs versterkt hebben, en daar de Malissoren wijziging hebben verzocht van de voorwaarden voor de aan terugkeerende uitgewekenen ie ver kenen amnestie, en dit verzoek ^door den Turkschen opperbevelhebber is geweigerd, zou eene hervatting der vijandelijkheden geenszins tot de on mogelijkheden behooren. in de Marokkaarische zaken is het tijdelijk kalm. Evenwei blijven inde peis voortdurend berienten de ronde doen over heigeen de Spanjaarden wel en niet in Marokko zullen doen. Men wil dat de Spaansche officieren, die zich niet altijd om het gevoeien der regeering bekreunen, plan heb ben om weer een zekere plaats, genaamd Wezzan, te bezetten en dat in zoodanig geval de bewoners dier plaats plan hebben om zich tot het uiterste te verdedigen en de Fran sche vlag zullen hijsch,;n. 't Is ook best mogelijk, dat de Mooren het er op toeleggen om oneenigheid te bren gen tusschen Franschen en Spanjaar den. Dit is juist iets voor hen. Uit Engeland, van waar thans in hoofdzaak slechts tijdingen over de kroning komen, die wij hier met stilzwijgen kunnen voorbijgaan en waaraan Pieler Spa niet deelneemt komen weer berichten van strijd tusschen de unionisten en de regee ring. Er het ft een zeer belangrijke conferentie plaats gehad tusschen de leiders der unionisten van beide Hui zen. Men besloot om de regeering, door de kracht van hun meerder heid in net Hoogerhnis, te nopen tot het aannemen van amendementen op de pariementswet. Daarbij wordt be paald dat deze wet niet toepasselijk zal zijn op dè constitutioneele ver anderingen, zooals b.v. de home rule (lersch zelfbestuur). Het is zeker dat deze amendemen ten door het Lagerhuis verworpen zullen worden en dan zullen de unionistische lords doorzetten. Er za) berijdster beide verdwenen. In doods angst over wat hij vinden zou, gal ioppeerde Godfrey naar de plaats des onheils, sprong over het hek, dat hel veld van het aangrenzende scheidde en keek om zich heen. Het paard lag op den grond uitgestrekt en bij den eersten oogopslag zag hij, dat zijn nek gebroken was. In de droge sloot onder de heg ontdekte hij een zwarte gestalte. Hij sprong van zijn paard en naderde haar. In angst en beven lichtte hij haar hoofd op en ondersteun de het mei zijn arm. Een lichte zucht ontsnapte aan haar lippen. „Gelukkig zij leeft," mompelde hij in zichz df, en toen legde hij haar weer zachtjes op den rand van de sloot neer. Hij trok zijn jas uit en rolde die op, legde deze onder haar hoofd en ging er toen op uit om water te zoeken. Toen hij wal vond schepte hij zijn hoed vol, ging terug en wasch- te er haar voorhoofd en slapen mee. Na een poosje opende zij baar oogen en keek hem aan. „Ik voel ine nu beter," antwoordde zij op zijn vraag. „Waar is mijn paard?" „Dicht bij u," zeide hij en naar dan stilstand ontstaan in de werk zaamheden der beide Huizen, waar door de regeeering genoodzaakt zou zijn om voor den dag te koinen met hare plannen, wat betreft de benoe ming van nieuwe pairs. Uit het bovenstaande zou dus kun nen worden afgeleid, dat de Schaak partij nog niet aan haar einde is. Bezoek president Fallières aan 's Gravenhage. Bij de aankomst en het vertrek van president Fallières te 's Gravenhage zal opgesteld zijn een eerewacht met muziek van de jagers op het perron van het Staatsspoorstation en van de grenadiers voor het Kon. Paleis. Zoowel op den weg van het station naar het paleis als bij den terugkeer naar Amsterdam, wordt het rij'uig van den president begeleid door een eere-escorte van huzaren. Aan de taptoe zullen 16 muziekkorpsen deel nemen, benevens tamboers, trompet ters, hoornblazers en pijpers. „De „Marseillaise" zal worden ge speeld, gevolgd door het oude „Wil helmus". Verder zullen de muziek korpsen den president begroeten mei twee marschen, getiteld „Sambre et Meuse" en „Marche des drapeatix". Absenteïsme. De Haagsche correspondent van de „Stand." schrijft: In verband met een in de linksciie pers circuleerend staatje over het absenteïsme van de rechterzijde der Tweede Kamer, vestig ik de aandacht er op, dat ten deze met statistische cijfers zeer weinig bewezen kan worden. Wie eenigermaie de Kamer kent, weet namelijk, dat verschillende in Den Haag wonende leden en er wonen noga! eenige linksche leden in de Residentie de gewoonte hebben om 's morgens even de presentielijst te teekenen en dan onmiddellijk weer te verdwijnen voor tien geheelen duur der vergade ring, terwijl anderen tegen het slui tingsuur komen om nog gauw even hun naam te teekenen. Maar nu ieder, die maar z'n naam gezet heeft op de presentielijst, al heeft hij de vergade ring verder ook heelemaal niet bij gewoond, in de bedoelde statistiek is meegeteld als aanwezig, missen de cijfers dier statistiek alle bewijzende kracht en is het onmogelijk op grond dier cijfers met goed recht de linker zijde ten aanzien van het bijwonen der vergaderingen boven de rechter zijde te stellen. Militaire berichten. Bij Kon. besluit is bepaald, dat een militair, beneden den rang van officier, zijn eigen paard gaande, nam hij zijn veldflesch uit den halster en vulde het bekertje met sherry. „Drink dit eens," zeide hij„het zal u goed doen." De wijn wekte haar levensgeesten weer wat op en na korten lijd was zij zoover hersteld, dat zij op kon zitten en met hem kon beraadslagen. „Ik ben nu weer beter," zei zij, „maar hoe moet ik thuis komen Arme papaWat zal hij wanhopig zijn, als hij hoort dat het paard op hol is geslagen. Nu het paard dood is, zal ik wel moeten loopen." „Dat gebeurt niet," antwoordde Godfrey op beslissenden toon. „ik zal u in den zadel beuren en dan moet u probeeren mijn paard te bereiden. Als er een dorp in de buurt is, kunt u daar blijven, tot er een rijtuig ven het kasteel komt om u te halen." „Daar ik getoond heb niet in staat te zijn voor mezelf te zorgen, zal ik u wel moeten gehoorzamen," ant woordde zij met iets vart haar oude geestkracht. „Maar wat zullen wij met dat arme dier doen „Ik zal wel voor hem zorgen, zoo dra ik u goed bezorgd weet," zeide tot de landweer behoorende, die een kleeding- of uitrustingstuk, een voor werp van wapening, van ledergoed, van paardeiuig, van nachtleger of van kazerneering of eenig ander rijksgoed door schuld, nalatigheid of gebrek aan zorg, vervreemdt, verliest, zoek of onbruikbaar maakt, verwaarloost of beschadigt wanneer hij zich onder de wapenen bevindt, of, zoo hij met groot verlof van zijn compagnie afwezig is, zoodra hij onder de wa penen komt aan een inhouding op de soldij onderworpen wordt ten be drage van de helft van zijn soldij. Voor den kolonialen dienst is het contingent suppietietroepen over de jaren 1911 en 1912 vastgesteld on- derscheidelijk op 3144 en 1820 man. De nieuwe tariefwet. Fabrikanten en importeurs van nader te noemen scheepsartikelen hebben aan de Tweede Kamer een adies gezonden, waarbij zij hun in stemming betuigen met de bepaling in het voorgestelde tarief van invoer rechten, waai bij deelen van vaartuigen vrij ten invoer zullen worden toege laten. Waar het in den vreemde ge bouwde schip aan geenerlei rechten bij den invoer is onderworpen, eischt h. i. de billijkheid de Nederlandsche bouwmeesters niet te bezwaren en waar dezelfde eisch ook geldt voor de uitrusting van het schip, nemen zij aan dat een ruime interpretatie van art. 16 in de bedoeling zal lig gen en ook artikelen van uitrusting onder dezelfde gunstige bepaling zullen vallen. Ondertusschen heeft de ondervin ding geleerd, dat de tussc'nenhandel, die gedwongen is eerst de geïmpor teerde goederen op magazijn te nemen, om die later aan verschillende schepen te leveren, niet de voordeelen geniet, die toch ook hem toekomt en wel omdat niet direct bij invoer de be stemming kan worden aangetoond. Air. vestigen er echter de aandacht op, dat van esschen roeiriemen, eiken mastbanden en metalen blokken en onderdeGen daarvan voor scheeps- gebruik bij laden of lossen van zee schepen, niel vasistaat onder welken tariefpost zij behooren, zoodat er kans bestaat, dat zij door interpretatie onder verhoogde belasting zullen val len. Waar adr. voor alle leveringen aan schepen moeten concurreeren met de prijzen in de andere havens genoteerd, zou bij rechten van 10 toi 12 pet. alle handel voor hen zijn buitengesloten. Daarom dringen zij aan op vrije toelating van alles wat tot de scheeps uitrusting behoort, in ieder geval op een dusdanige verlaging der voorge stelde rechten, dat niet iedere mede dinging voor hen onmogelijk worde. hij en toen hielp hij haar in den za del. De eerste honderd meter liepen zij bijna zwijgend voort. Zij was de eerste die dit stilzwijgen verbrak. „Mijnheer Henderson," zeide zij, op hem neerziende, „ik moet u mijn ver ontschuldigingen maken. Ik ben on langs heel onbeleefd tegen u geweest en, toen u vanmorgen zeide, dat mijn nieuw paard u niet beviel, heb ik u uitgelachen. De feiten hebben bewe zen, dat u gelijk hadt. Wilt u me vergeven „Ik heb u niets te vergeven," ant woordde hij, „maar u weet niet hoe zenuwachtig ik van morgen was, toen ik zag, hoe dat ellendige beest te keer ging." „Waarom maakte u zich toch zoo bezorgd over mij vroeg zij, maar niet op haar gewonen beslisten toon, Hier was de gelegenheid, waarop hij zooiang had gewacht. Hij voelde, dat hij er dadelijk gebruik van moest maken. „Omdat ik je liefheb," antwoordde hij „je moest gevoeld hebben, dat ik van je gehouden heb vanaf liet eerste oogenblik dat ik je zag, Molly." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1