?aa Schuld Overtuigd. Dinsdag 27 Juni No 149 49e Jaargang. 1911. loten caken ÈsT Feuilleton, HDEL idc t voor lussen Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op 2on~ en Feestdagen. BINNENLAND. 14.) TELEFOONNUMMER 10. fibounemenfs-fldüerfenfiën op zeer ooordeelige uooru/aarden f, koopen. eren, dat het enst, dat er ÏT GELUK. ie', banden of herstellers. el niet aan 5RDAM. VlISSINCSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Nieuwe Ahonné's, uitge zonderd bij wekelijksche be taling, ontvangen de dagelijks verschijnende „VLISSING- SCHE COURANT" koste loos tot 1 Juli. H. M. de Koningin naar België. Als tegenspraak van Belgische be richten, dat de Koningin eerst in Augustus over zee via Ostende naar Brussel zou komen, wordt van be trouwbare zijde medegedeeld, dat het vertrek voor het bezoek aan bet Bel gische Hof bepaald blijft tegen 26 Juli. Het bezoek van president Fallières. Officieel is omtrent het bezoek van president Fallières aan de Resi dentie bepaald, dat een déjeuner ge geven wordt in het Koninklijk Pa leis. Daarna rijtoer en bezoek aan het Museum-Mesdag concours hip- pique op Houtrustmatinée in het Kurhaus te Scheveningen ontvangst door den gemeenteraad in de zalen van het Kurhausreceptie van de Fransche kolonie door president Fal lières in het gezantschapsgebouw diner ten hovemilitaire taptoe. Om 11 uur terug naar Amsterdam. De Koningin-Moeder komt 6 Juli den heer Fallières te Amsterdam ont vangen en daarna deelnemen aan het dejeuner, dat de President aan boord van de „Edgar Quinet" geeft. Congres voor Gemeentebedrijven. Op den tweeden dag van het Con gres, uitgeschreven door de Ned. Vereeniging voor Gemeentebelangen, was aan de orde de vraag„In hoe verre is de gemeente geschikt, hare medewerking te verleenen bij de uit voering van Sociale wetgeving Praeadviseurs waren mr. J. A. N. Patijn, referendaris aan het departe ment van landbouw, nijverheid en lmndel, mr. V. H. Rutgers, advocaat en procureur te Hilversum en F. M Wibaut, lid van den Amsterdarnschen gemeenteraad. Het debat werd geopend door den heer Boeser, secretaris van Loosdui nen, die in de praeadviezen een juiste omlijving miste van het begrip „so ciale wetgeving", waaronder hij ver staatsteun van de economisch zwakken in den bestaansstrijd tegen over de economisch sterken. Breidt men het begrip uit, dan komt men tot socialiseerende wetgeving. Spr. acht de gemeente op het gebied dei- sociale wetgeving geschikt tot uitvoe ring, doch ongeschikt tot aanvullend optreden, zooals de heer Wibaut wil. Vooral de kleine gemeenten zijn daar toe ongeschikt. O— Wat kon hij dus beter doen dan met den trein van 10.18 van Detwich te vertrekken, en naar de hoofdstad te sporen? Zijn moeder en zuster maakten geen enkele opmerking maar wenschten hem eene prettige reis. Toen zij echter alleen waren, wendde mevrouw Henderson zich tot haar dochter. „Arme jonger.," zeide zij, „ik had nooit gedacht, dat hij het zoo ernstig zou opvatten. Hij is werkelijk ziek van verliefdheid." Waarop haar dochter eenigszins raadselachtig antwoordde „Ik zou wel eens willen weten, wat zij van plan is." Ondanks het vuur dat Godfrey aan den dag had gelegd om de kennis making met zijn vriend, James Brad ford, te hernieuwen, scheen de ont De heer Wesseling, var, den Fede ratieven Bond van Gemeentewerklie den te Amsterdam, achtte de gemeente ais publiekrechtelijk lichaam voor de uitvoering van sociale wetgeving ge schikt. Hoe grooter de kracht der arbeiders, hoe beter de regelingen zullen zijn die zij zal maken. De heer Kempers, burgemeester van Harderwijk, achtte ook medewerking aan de uitvoering der sociale wetge ving op het terrein der gemeenten liggend. Ten aanzien van kleine ge meenten kan samenwerking veel ver beteren. Ook kleine gemeenten moeten verplicht worden, een uitbreidingsplan vast te stellen, waarbij gelet dient op goede verbindingen tusschen de ver schillende gemeenten. Ook hier dienen „streek"-belangen te worden erkend en bevorderd door onderlinge samen werking der gemeenten. De heer Musquetier, burgemeester van Schipluiden, bestreed de opvatting van den heer Patijn dat burgemeesters niet de aangewezen personen zijn om een onderzoek naar een ongeval in te stellen en dat de slechte uit voering van Arbeids-, Veiligheids- en Hinderwetten is toe te schrijven aan het gering sociaal besef der burge meesters. De heer Meijs, burgemeester van Middelharnis, was tegen he! opleggen van dwang aan de gemeenten. Dwang past niet in onze Staatsregeling. Bij de uitvoering van de woningwet hebben de gemeentebesturen rekening te houden met plaatselijke omstan digheden. De heer Kemders ondersteunde het denkbeeld van financiëelen steun, maar verwierp niet het beginsel van dwang. De heer De Vulder van Noorden schaarde zich aan de zijde van den heer Wibaut en wilde reeds nu de uitvoering van de sociale wetten aan de gemeentebesturen opgedragen zien. De voorzitter, de heer s' Jacob, achtte 't het beginsel der gemeente wet, de zuivere uitvoering van wetten aan de gemeentebesturen in de eerste plaats, op te dragen. Hij schetste de gevaren, (waar de gemeentewet alle gemeenten over éen kam scheert) welke aan een aanvullings-bevoegd- heid der gemeentebesturen zouden verbonden zijn. Als er in de maatschappelijke ver houdingen niet wordt ingegrepen, moet de Rijkswetgever dit doen en de uitvoering in cngeren zin overlaten aan de gemeentebesturen. Het gevaar, dat spr. ziet in het ingrijpen door de gemeente in sociale verhoudingen gaat verder dan de gemeente zelve ls ingrijpen noodig, dan moet de Rijkswetgever dat doen voor allege meenten gelijk. Slechts in uiterste noodzakelijkheid moeten de gemeenten aanvullend optreden. Maar als het Rijk voorschriften geeft, is 't ook verplicht de gemeenten finantieel te steunen. De heeren mr. Rutgers en Wibaut lichtten daarna hunne preadviezen nader toe. Na verder debat werd, onder luid toegejuichte dankbetuiging, de ver gadering gesloten. Bond van Vrije Liberalen. Te Utrecht is Zaterdag de alge- meene vergadering van dezen Bond gehouden, onder voorzitterschap van den heer mr. M. Tydeman Jr., die in zijne openingstoespraak een overzicht gaf van de gebeurtenissen in het af- geloopen jaar, en eene uiteenzetting van de verhouding der Vrije Liberalen, zoowel tegenover de regeeringsmeer- derheid als tegenover de andere par tijen. Sprekers hoofdbezwaar legen beider streven is, dat hunne politiek de per soonlijke vrijheid aanrandt en alles van bovenaf wil tegelen. De Vrije Liberalen zegt spreker ontkennen geenszins het bestaan van strijdige belangen in de maat schappij, maar achten 't juist de taak van den staat deze te verzoenen, het verband te leggen. Daarom streven zij naar een juist samenstel van grond wettige instellingen, naar onpartijdige rechtsvorming. Mede bevorderlijk daarvoor, ja on misbaar, is de deelneming door alie kringen der bevolking de wetgeving moet den invloed van het geheele volk ondergaan, in beginsel is dus de uitbreiding, die het kiesrecht onder gaan heeft, waardoor de kiesbevoegd heid zelfs aan den hutbewoner op het platteland is gebracht, een heilzame. Nieuwe regelingen van het kiesrecht kunnen slechts ir. deze lijn voortgaan, zijn van technischen aard en raken geen nieuwe beginsel-kwesties. Een snelle uitbreiding moge aan vankelijk gevaar voor wanverhoudin gen medebrengen, maar dit tast het beginsel niet aan. Een deei der kiezers moge door onrijpheid en averechtsche leiding het algemeen belang achter stellen, dat kan zich niet bestendigen. Op den duur kunnen de socialistische dwaalieeringen geen vat op de me nigte hebben, mits zij door voorldu rende voorlichting tot het inzicht wordt gebracht, dat de maatschappelijke strijd zal blijven bestaan, maar dat daarboven de staat moet staan, die door de verwezenlijking van een rechtstoestand het maatschappelijk drijven en leven samen bindt, overeind houdt, vooruit brengt. Naar onze beginselen kan dit slecbis geschieden door een wetgeving die berust op de erkenning van de waarde van de individu de ontwikkeling van zijn verantwoordelijkheidsgevoel aan gekweekt door het waarborgen van de grootste mate van vrijheid voor zijn moeting hem niet zooveel pleizier te doen, als men, de gedane moeite in aanmerking genomen, had mogen ver wachten. „Nog nooit in mijn leven heb ik iemand zoo zien veranderen," zei James Bradford later, toen Godfrey de club had verlaten. „Onder het koffiedrinken zat hij steeds op zijn stoel heen en weer te draaien en keek op zijn minst tweemaal in de vijf minuten op zijn horloge. Die erfenis schijnt hem geen goed te hebben ge daan. Het is jammer, want vroeger was hij zoo'n aardige jongen." Nadat hij de club had verlaten, nam Godfrey een rijtuig naar Bond- Street en meer dan een uur liep hij die deftige straat op en neer. Toen nam hij een ander rijtuig en reed naar Euston, waar hij op zijn minst drie kwartier doorbiacht met de verschil lende treinen die het station in en uit rijden te inspecteeren, met de boeken van een boekenstelletje te bekijken en de reizigers, die hem naderden aan te staren. Zooals iedereen, die in de buurt woont, weet, is er maar één goede middagtrein, die te Det wich stopt; vandaar dat hij juist op dat uur naar het station ging. Toen de tijd van vertrek van dien lrein na derde werd hij hoe langer hoe zenuw achtiger en toen de trein eindelijk het station binnen stoomde, was zijn on rust treurig om aan te zien. Hij stelde zich vlak bij een boekenstalletje op en keek iedere dame, die hem naderde, onderzoekend aan. Eindelijk kreeg hij twee gedaanten in het oog, die op haar gemak over net perron liepen en een ledige coupé zochten. De eene was mevrouw Devereux, lang, grijs, haar gezellin behoeft zeker niet be schreven te worden. Terwijl hij naar haar keek, viel het Godfrey op, dat hij nog nooit in zijn leven zoo'n lief gezicht en figuurtje had gezien. Hij raapte al zijn moed bijeen om het plan, dat hij in zijn hoofd had, uit te voeren, liep het perron over, draaide zich toen om liep terug langs d.n trein en keek onder het voorbijloopen in alle cou- pé's, tot hij die, waarin de twee da mes gezeten waren, had bereikt. Toen nam hij zijn hoed af met een gezicht, alsof hij meer dan verbaasd was hen daar te zien. „Hoe gaat het u, mevrouw Deve- geestelijk en economisch bestaan. Het is het liberale beginsel, dat telkens als maatstaf zal moeten aangelegd worden. Dit alles wordt in Nederland nu bedreigd. Daarvoor pal te staan is onze plicht. Mijn openingswoord aldus eindigde de spreker is dit maal een strijdkreet Aan de orde kwam daarna het rap port v an de commissie tot het instellen van een onderzoek naar de werking van het Belgische stelsel van ouder domsvoorziening. De conclusies van het rapport wer den in de vergadering door den 'neer Millard toegelicht. De voorzitter stelde namens de commissie van advies voor, dit punt in een volgende vergadering opnieuw te behandelen en tot een beslissing te brengen, weik voorstel aangenomen werd. Hierna was aan de orde de motie, door de commissie van advies voor gesteld naar aanleiding van een motie der afdeeling Amsterdam van den Bond, verzoekende dat in deze verga dering de vraag zou worden behan deld of de Bond de voorwaarde waar aan het beginselprogram de üitoreiding van kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer bindt, zou prijsgeven en zich bij de beweging voor algemeen kies recht zou aansluiten. De motie van de commissie van advies luidde De algemeene verga dering van den Bond van Vrije Libe ralen, gehouden te Utrecht den 24an Juni 1911, spreekt ais haar gevoelen uit lo. dat voorstellen tot vervanging van de bestaande kiesrechtregeling door een niet-aUributieve regeling met uitsluitingen waarvan de omvang in het beginselprogram van den Band is aangeduid niet behoeven te worden afgewezendat bij Grond wetsherziening het streven van den Bond gericht moet blijven op verster king van den invloed der Eerste Ka mer op de wetgeving, en op al hetgeen overigens kan strekken tot vermeer dering van de waarborgen voor de, als eerste eisch van staatsbeleid, door den Bond steeds op den voorgrond geplaatste onpartijdige behartiging der onderscheidene volksbelangen naar male van hun beteekenis voor de ge meenschap. 2o. dat een gezamenlijke slembus-actie van ue vrijzinnige groe pen, onder de leuze Grondwetsher ziening om te komen tot invoering van algemeen kiesrecht, niet tot ver betering van den politieken toestand zal leiden en derhalve geen aanbeve ling verdient. De motie der commissie van advies werd ongewijzigd aangenomen met 28 tegen 8 stemmen tegen de afdee- lingen Amsterdam, Enschedé en Gro ningen. reux?" sprak hij. „Wat een onver wachte ontmoeting!" Nadat hij de jongste der beide dames had begroet, vroeg hij, of hij zoover met hen mee mocht reizen. „Heel graag, zelfs," antwoordde mevrouw Devereux. „Mo'iy en ik hebben ons van vanmorgen vroeg af met elkaar's gezelschap tevreden moeten stellen. Maar hoe komt het, dat u vandaag niet op de jacht zijt, mijnheer Henderson. „Een oude kennis van me is pas uit Amerika teruggekomen," sprak Godfrey, „en vroeg me hem eens te bezoeken. Anders zou ik er natuurlijk op uit zijn gegaan." Of Molly deze verklaring voor goede munt opnam, of niet, valt niet te zeg gen. Eén ding was duidelijkbij deze bijzondere gelegenheid was zij vast besloten niet vriendelijk tegen den jongen man te zijn en toen hij trachtte een gesprek met haar aan te knoopen antwoordde zij hem kortaf en trok zich achter haar courant terug. Waar om zij hem zoo behandelde valt on mogelijk te zeggen, maar het was duidelijk, dat zij over het een of an der gekrenkt was. Het gevolg was Oranjebond van Orde. Zatprdag werd te Utrecht de al gemeene vergadering gehouden van den „Oranjebond van Orde". Uit het jaarverslag over 1910 bleek, dat de plannen tot het stichten van een nationale bankinstelling goede vorderingen maken. De liquidatie der stichtingen Hof en Hattemsche veld en Ons Huis had tot resultaat, dat met inbegrip van het saldo der voorschotkas, ad f 248.19 en f 1000 opbrengst van Ons Huis met inboedel, sloot de l'quida- tierekening met een batig saldo van f 1686,88'A- Hetbondsbestuur besloot ook de stichting het Peelerveld on der Assen aan de bewoners in ei gendom af te staan. De liquidatie der stichting is echter nog in gang. Het bestuur besloot tot oprichting van eene .Centurie voor Heideont- ginning", welk plan echter nog niet kon worden uitgevoerd daar het be- noodigde kapitaal nog niet bijeen gebracht was. Eveneens besloot het bestuur 25 H.A. heidegrond onder Gasselte en ergens anders in Drenthe een heele zandverstuiving aan te koopen. De bondscontribut ën daalden van f 1912,50 in 1909 tot f 1817,25 in 1910. Aan giften werd f 131,30 ont vangen, w.o. f 11 voor „Onze kleine Bode." Dit orgaan kostte in 1910 f547,8673 en bracht aan giften, abonnementen enadvertentiën slechts f72 op. De „Kwartgulden-Vereeniging voor Heideontginning" steunde den bond met f6106,06 tegen f 5776,667s in 1909. Aan de 4 bondsontginningen werd in 1910 19214,51 besteed, be nevens f547,61 aan belastingen, ren ten, enz. Slechts een bedrag van f334,19 uit vooropbrengsten werd daarvan terugontvangen. Voorts wordt uitvoerig gewag ge maakt van de verschillende bonds- stichtingen. Het jaarverslag, benevens de rekening en verantwoording over 1910 werden goedgekeurd. Een Paleis voor Volksvlijt. Te Rotterdam heeft zich een voor- loopig comité gevormd tot 't oprichten van een „Paleis voor Volksvlijt", al daar, hetwelk zal bestaan uit een eigen bondsgebouw, met vergader-, concert bal-, tooneel- en leeszalen, rolschaat- senbanen, kegelbanen, gymnastiek- en turnlokalen, enz. Het comité is voor nemens eene naamlooze vennootschap te vestigen, gevormd uit verschillende teRotterdam bestaande vereeniging en, van onderscheiden strekking of rich ting. De bedoeling is het nominaal bedrag der aandeelen zoodanig te stellen, dat deze binnen ieders bereik kunnen val len. dat Godfrey zich ongeveer het aller ellendigste mensch gevoelde.daterdien dag gevonden kon worden. Toen zij te Detwich waren aangekomen, ge leidde hij de beide dames naar het rijtuig en nam afscheid van hen. Toen klom hij op den bok van zijn eigen dogkar, en joeg het paard in zoo'n draf door de straat, dat, als hij niet algemeen bekend was geweest, hij zeker in aanraking met de overheid zou zijn gekomen. „En hoe heb je het gehad op je reis vroeg zijn moeder, terwijl zij hem bij zijn thuiskomst begroette. „Heel goed," antwoordde hij, of schoon zijn gelaat deze bewering lo genstrafte. „En zou je graag weer in Londen gaan wonen vroeg Kitiy ondeu gend. „'k vind Londen een van de af schuwelijkste plaatsen der wereld," antwoordde hij kortaf. „Heb je nog bekenden gezien inde stad vtoeg zijn moeder. „Een massa menschen, die me geen lot kunnen schelen," antwoordde hij. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1