aer lakken 7u léiii iiiifi io voorr Zaterdag nfabriek ij 'I® Juni Feuilleton» festi No 135 jsten. y Pakjes. Hoeden. I IKKEN. goederen. «arming Ier ons. jvende ïgelsehe nd met Verschijn* dagelijks., uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, ftbonnements-ftduerfenfiën op zeer ooordeelige ooonoaarden BINNENLAND, 49e Jaargang. 1911. wordt daarom Ir. 11, Vlissinp. JTM. van kwaliteit 31 jaar oud, in 't bezit van je gelegenheid nen met jonge dezen weg in jonge Dame -m na weder- 't huwelijk te rtret opzenden singsche Cou- Itrikte geheim- iriek f 0,40 0,45 1,50 0,13. 0,15. VLISSINGSCHE COURAINT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote 'etters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. Kon. bezoek aan Amsterdam. Tegen 4 uur Woensdagmiddag werd het om het Paleis en op hel Damrak ontzaglijk vol. Reeds op dat uur had de politie ruim baan gemaakt en aan weerszijden van den weg, dien straks de Koninklijke Famiie zou nemen, stond een groote men- schenhaag de komst van de Prinses te verbeiden. Ruim kwartover vijven weerklonken uit de verte saluutschoten eener laadbatterij van de artillerie die ten teeken, dat de Koninklijke trein het grondgebied van Amsterdam had bereikt, herhaalde malen vuur gaf. Even later werden ook van van de „Jacob van Heemskerck" de saluut schoten gelost en werd het sein ge geven, dat de trein het station naderde. Toen werden de deuren van den Koninklijken wachtsalon geopend en schreed Koningin Wilhelmina, van haar Gemaal vergezeld, het perron op, gevolgd door het geheele gevolg en de vertegenwoordigers der Hol- landsche Spoor, De kleine Prinses, in een keurig wit kleedje en met een luiltje rozen in de hand, bevond zich voor een der portierramen en wuifde haar ouders toe. Daarop leidde treule Van der Poll Haar haar naar het portier en tilde de verpleegster mej. Marting de prinses naar buiten. Eén allerhar telijkste begroeting volgde. H. M. de Koningin liep terstond op de kleine Prinses loe en omhelsde haar. Ook de Prins boog zich naar zijn dochter- terlje toe en kuste Prinses Juliana zooals ook de Koningin dat had ge daan. De kleine Prinses stapte nu alleraardigst op het gevolg toe, boog eenige malen naar het juichend pu bliek op het perron, boog vervolgens naar verschillende dignitarissen in het gevolg en wandelde aan de hand der Koningin naar den wachtsalon, om even later, gezeten fusschen haar Koninklijke Ouders, naar het Paleis le rijden. Een daverend gejuich kondigde aan dat de Koninklijke familie het stationsgebouw verlaten had. Zuster Mariing tilt het Prinsesje in het rijtuig en tusschen haar beide ouders wordt het kindje neergezet. Het rijtuig rijdt de overdekte ingang uit en luider, steeds luider wordt het gejubel. Prinsesje kijkt vriendelijk lachend op, en haar moeder beduidt haar, dat ze wuiven moet. Vroolijk zwaait ze dan met haar handje, terwijl het rijtuig stapvoets over het Stationsplein en een gedeelte van het Damrak gaat. De menschen willen zoo graag dade lijk achter het rijtuig mee ze kunnen hun Prinsesje niet genoeg zien, maar de politie is onvermurwbaar. i.) HOOFDSTUK 1. „Ik heb nog nooit iemand gezien, die zoo goed als jij die kleine, uit- heemsche restaurants kan opsnorren," zei Godfrey Henderson tegen zijn vriend, Theodoor Fensden, terwijl zij Oxford street verlieten en een van de nauwe hoofdstraten in de buurt van Soho insloegen. „Ik kan me niet begrijpen, waarom je je zooveel moeite geeft en bovendien je spijsvertering zoo onherstelbaar veel kwaad doet. Er zijn gelegenheden genoeg, waar je een gebraden ribbetje of runderlapje Runt krijgen, in een fatsoenlijk gedeelte van Londen." Zijn metgezel lachte. „Sla maar door, vriend, sla maar door", zeide hij, een wolk sigaretten- Gisterenmorgen om negen uur is de Koningin met het Prinsesje uil gereden, vergezeld door den burge meester en gevolgd door een hof rijtuig met freule Van der Poll en zuster Mariens. De Koningin was in wit linnen costuum en droeg een zwart en wit gegarneerden hoed van steek- model. Het prinsesje had een witgebor- duurde jurk aan en een Engelschen babyhoed op. Hei gezelschap reed naar het Vondelpark en hetPrinses- setuintje. Bij de Huishoudschool stonden de kinderen geschaard. Men slapte uit en wandelde naar het bekende bruggetje, met de zwa nen, die door Prinses Juliana werden gevoerd. De Koningin vertrok om tien uur, daar zij om half elf parti culiere audiëntie moest houden. Het prinsesje met zuster Martens zijn tot elf uur gebleven. Tegen half drie is H. M. naar Arti en Amicitiae gereden, waarvan de ingang prachtig met planten en bloe men versierd was, en vervolgens naar het Centraalstation, ten einde de Koningin-Moeder af te halen, die te 2,54 aankwam. Om zes uur heefteen diner plaats voor de Commiss irissen der Koningin, de kamerheeren in bui tengewonen dienst enz. Een paar keer werd tijdens de audiëntie het Prinsesje aan den lin kervleugel van het paleis aan het tal rijk geestdriftig publiek vertoond. Bij de aankomst van H. M. de Koningin Moeder aan het centraal station, werd H.M. op het perron be groet door den burgemeester van Amsterdam, de heeren Kaiff enNier- strasz ais vertegenwoordigers van den Raad van Administratie van de H. ij. S. M. en voorts de adjudanten, luit.-gen. Van Heutz en gen.-maj. Boellaard. Na een korte begroeting waarbij de Koningin-Moeder aile aanwezige dames en heeren van de hofhouding de hand drukte, werd plaats genomen in de gereed staande rijtuigen en on middellijk naar het paleis gereden. Bij aankomst aldaar verschenen de beide Koninginnen en de Prins op het balcon, toegejuicht door de menigte. Militiewet. Aan de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het ontwerp militiewet is het volgende ontleend Het eerste hoofdpunt, inliet afdee- lingsverslag behandeld, "beirof het militair beleid van het kabinet. Eerst beantwoordt de regeering het verwijt, dat de uitgave van 4V, ton, die werd terleend om 't blijvend gedeelte als nog op de vereischte sterkte te kun nen brengen, een nuttelooze geldver- verspillingen zou geweest zijn. Wat betreft de houding der regee- damp uitblazend. „Wat de beschul diging betreft die je tegen me inbrengt, wil ik je verklaren, dat ik graag in de kleine restaurants in dit gedeelte van de stad rondsnuffel, om de een voudige reden, dat ik er menschen ontmoet, die me van nut zijn in mijn werk, en me bovendien stof geven ter overdenking." De grootste van de twee liet een minachtend gebrom booren. „Sa menzweerders zijn het zonder uitzon dering," antwoordde hij. Op een goe den dag zul je misschien met een van hen beginnen te redeneeren, en een messteek tusschen je ribben zal het eind zijn." „Misschien wel," antwoordde Fens den, zijn smalle schouders optrekkend, „dat in elk geval liever, dan een leven van gevoellooze, Britsche verwaand heid. Hoe jij het met je weinigje dich terlijke geaardheid aanlegt om te schilderen zooals je doet, is iets dat ik met geen mogelijkheid kan be grijpen." En ja, wat Fensden zei, was de werkelijke waarheid. Godfrey Hender son, een veelbelovend, jong schilder, beantwoordde in geenen deeie aan de ring met betrekking tot het kusfont- werp, ontkent deze beslist, daarom trent geen vaste lijn te hebben gevolgd. Zoowel verbetering van ievende strijd krachten als van de defensie derzee- gaien hebben haar aandacht. Ten aanzien der betere saiarieering van het officierskorps, hoopt de regeering dat de weldra in te dienen voorstei len een gunstig onthaal zuïien hebben. Resumeerende zegt de regeering, dat zij zich zalf van den aanvang van haar optreden af is gelijk gebleven'. Bij de verdediging der hoofdbegin selen doei de regeering uitkomen, dat zij beoogt consolidatie der in 1901 aangenomen hoofdbeginselen en dat zij daarnaast wii verschaffen verbetering der oefeningsvoorwaarden en uit den weg wil ruimen de sinds 1901 ge bleken bezwaren. Daardoor is noodig dat de oefening der 8 maanders over d.n geheelen duur van het oefenings- tijdperk ongestoord verlooptdaarom militaire werkers. Vervolgens moeten de 4 maanders vervallen wegens on toereikende geoefendheid. Ten derde rnoet de kaderplicht worden uitge strekt ook tot de toekomstige offi cieren en ten vierde moest evenais in de eerste jaren onder de wet van 1901 hel geval wasvoldaan worden aan den eiscb, steeds een voldoende macht soldaten in dienst te hebben. De totale diensttijd van de inge- deelden bij de bereden wapens is nader van 6 op 8 jaar gebracht. Uit breiding der herhalingsoefeningen wordt niet noodig geachtslechts zijn ze tot één herhaling verplicht. On trent het advies van den Raad van Defensie stelt de regeering zich op het standpunt, dat het college geheel zelfstandig oordeelt. De regeering, beantwoordt achter eenvolgens de gemaakte opmerkingen betrekkelijk het contingent, den dienst tijd, afschaffing der loting, eerste oefening, zeemilitie, opkomst in twee ploegen, organisatie, blij vend gedeelte, keuring en andere. In het ontwerp is opgenomen vrijstelling op ruime schaal van kostwinners en behouden is die van broederdienst. De grondslag van het ontwerp is uitbreiding te geven aan den kring van dienstplich tigen om langs dien weg te geraken tot vermindering van druk van ieder, die in den dienstplicht betrokken wordt. Afgaande op de haar ten dienste staande gegevens, vertrouwt de re geering dat het aantal voor inlijving beschikbaar gesielden grooter zal zijn dan het voorgestelde contingent en de loting heeft geen andere strekking dan om uit de, na vrijsteiling, uit sluiting ett keuring voor inlijving be schikbaar gebleven ingeschrevenen hen aan te wijzen, die tot voliailig- making van het te leveren aantal door de gemeenten zullen ingelijfd worden. voorstelling, die men zich gewoonlijk van een schilder maakt. Oppervlakkig beschouwd, zou men hem voor een jeugdig landjonker heb ben aangezien, en maar enkelen zou den hebben geraden, dat het grootste deel van zijn leven werd "doorge bracht voor een schildersezel, met pa let en penseel in de hand. Hij was een volle zes voet lang, breedgeschouderd en gespierdhij had een prettig, open gezicht, dat iemand terstond doet gevoelen, dat de eigenaar te vertrouwen is. Theodoor Fensden, zijn meigezel, was een man van geheet anderen stempel. Hij was ruim een decimeter kleiner, tenger gebouwd en op het eerste zou men denken, dat hij een bijzonder zenuwachtig en zwak gestel bezat. Ook zijn kleeding was geheel verschillend van die van zijn vriend. Zijn smaak verried een voorliefde voor fiuweelen jassenzijn dassen trokken gewoonlijk de opmerkzaam heid door de opzichtige kleuren hij droeg hei haar langer dan de gewoonte is en zijn gezicht prijkte met een klei nen netten baard en snor. Evenals Henderson was hij kunstenaar. Zijne Uit een indeelingspian blijkt, dat de reg. rekent op wielrijders-compag- niën en mitrailleur-afdeelingen. Ook voor een luchtvaariafdeeling zal de tijd komen. Ds infanterie op oorlogs sterkte, zal bedragen 80.431 man. De contingentsaandeelen der overige wapens en korpsen zijn zoo gesteld dat de oorlogssterkte het organiek aantal miliciens overtreft. Van een aanvaarding van het z.g. Zwitsersche stelsel kan geen sprake zijn. Voorts zijn de eischen van voorgeoefendheid omschreven. De minister van oorlog wil verder niet alleen het Ve bataljon, maar ook het Vie reeds in vredestijd oprichten. Hij overweegt een reorga nisatie van infanterie en artillerie om te komen tot een betere bevelvoering over de regimenten en betere bevor deringskansen van officieren. Vervol gens worden mededeelingen gedaan over kader-opieiding en kaderplicht, verlofsofficieren, positieverbetering van onderofficieren. Nader wordt uit geweid over de militaire werkers, een der hoofdbeginselen van het wetsont werp, dat in hoofdtaak de oefenings voorwaarden wil verbeteren. Hun aan tal voor infanterie is 1340, voor on bereden artillerie 160. Van het blijvend gedeelte zegt de regeering dat bij een eersten oetentijd van 81/, maand de wet daarmee staat of valt. Eenige veranderingen zijn echter alsnog aangebracht. Van het blijvend gedeelte ad 4000 man zullen er pm. 3500 uit infanterie en pin. 500 uit vesting-artillerie worden genomen. Aan jaarlijks terugkeereride uitgaven zal meer noodig zijn f 1.222.000. Daar komt bij voor verhooging van de sterkte van het blijvend gedeelte f 168.000 en voor meerdere kosten van groote oefeningen f 40.000. Daar gaat vanaf f 140.000 voor mindere organisatiekosten. De uitgaven in eens als gevolg van de nieuwe wet zullen een bedrag vorderen van f 350,000. VAN OEN HAK OF OEN UI Wij leven in de verlichte 20e eeuw en in het verlichte Europa Ja ja! Wili ge een bewijs ervan? De aviateur Wijnmalen, de man, wiens naam de iaatste maanden op aller iippen was, omdat hij, in letterlijken zin dan, zoo stout zich verheft boven ai zijn medebewoners van dit onder- maansche, was laatst zijn talisman kwijtgeraakt De man was hierover ten zeerste ontstemd en wilde niet de lucht in, aleer het ding, terecht was. Eerst tegen den avond kreeg hij het weer en toen ging hij dade lijk met zijn Heidevogel omhoog, 10 minuten lang, en wekte door zijn stoute bewegingen de bewondering der toeschouwers. Wijnmalen was gerust, want zijn talisman behoedde hem voor gevaar. Och armeWie schilderijen evenwel, vrij aardig in hun soort, doch zonder vaste omtrek ken en met vage kleuren, misten alle diep gevoel. Ook maakte hij verzen en er waren enkele menschen, die zeiden, dat hij niet oprecht was, dat zijn schilderijen niets te beteekenen hadden en een flauwe nabootsing waren van die van de groote meesters, en hem slechts dienden om naam te maken. Toen zij aan het eind van de straat gekomen waren, die zij hadden door- geloopen onder het voeren van het reeds meegedeelde gesprek, hielden zij stil voor den ingang van een klein restaurant. Eén blik was genoeg om te zien, dat het een van die vreemde gelegenheden was, die Henderson een oogenblik te voren zoo bespot had. Zij traden binnen en keken rond. De kamer, waarin zij zich bevonden, was lang en §mal, en bevatte ongeveer tien a twaalf tafeltjes waarvan er drie of vier reeds bezet waren. De muren waren versierd met schilderijen van Duitsche schilders. De eigenaar, een klein, dik blond kerehje, met kool zwart haaf en oogen, en een geel achiig vel, dat glom ais de marmer, n zou toch zulk een kleinheid, zulk een erbarmelijk bijgeloof nog in onzen tijd bij een ontwikkeld mensch ver wachten in Frankrijk, in aile opzichten een modern land,'t land der „verlichting" en der „beschaving", kan men daar entegen ook allerlei teekenen van de generatie ontmoeten. Zoo heeft men er iets op gevonden om 't succes van een nieuwe opera of van iets anders !e verzekeren. Er zijn men schen, die zich daarvoor beschikbaar stellen, aangestelde „klappers" en „sissers" dus, voor wie in Parijs het volgende tarief is vastgesteld Voor vroolijk gelach wordt 5 francs betaaid, voor schaterend 10 francs uitbundig gelach, vermengd met harts tochtelijke uitroepen, kost 20 francs, handgeklap, hetwelk met gesis moet ontvangen, maar daarna, herhaald en versterkt, da overwinning ot 't gesis betalen moet, 30 francs, langdurig gejuich 50 fr. enz. enz. Waar blijft, als men zoo voortgaat ten slotïe alle waarheid en echtheid Wijst dat niet bij alle „beschaving", op ontwrichting en ontbinding Ook overeenkomsten voor bi.rondere gele genheden, met levering van extra- bewondsring of ontembare geestdrift kunnen te Parijs worden afgesloten. Er zijn in Frankrijk neer verschijn selen van ontaarding. Als zoodanig wordt vaak genoemd de geringe toe neming der bevolking. Een schitte rend voorbeeld daartegenover meldden de bladen dezer dagen van een boer die zijn 30ste kind liet doopen. De man is voor de derde maal getrouwd, heeft 17 zoons en 13 dochters; nog 22 van zijn kinderen zijn in leven en irij hoopt (sicop nog meer kinderen en natuurlijk kleinkinderen. Die zegen zal hem we! door niemand worden misgund. Zoo ziet men alweer, dat er ver schil van levensopvatting iswat de éen ean kruis acht, roemt de ander als een zegen. Gelukkig hij, die filosoof genoeg is om van alle dingen de lichtzijde te kunnen vinden. Zoo'n filosoof was de Parijsche bedelaar, die dagelijks strompelende op een paar houten beenen, met zijn orgeltje de straten doortrok. Een heer, die hem iederen dag zag passeeren, was begaan met zijn schijnbaar zoo droevig lot. Hij sprak den armen kerel aan en beklaagde hem. Maar hoe vergiste hij zich „Mijnheer", sprak de man, „die wan- deiing met mijn orgeltje is bijna een uitspanning voor me. Het instrument geeft me niet alleen voldoende te eten, maar ik geniet zelf dagelijks de mooiste muziek en zie louter vroolijke gezichten om mij heen, want een mopje muziek wekt altijd op. Qij kijkt medelijdend naar mijn beenen? Omdat ze van hout zijn? Wel, bladen van zijn tafeltje, kwam naar voren om hen te verwelkomen. Op zijn verzoek gingen zij zitten en be stelden wat zij verlangden. „Hoe je hier plezier kunt hebben, begrijp ik niet," herhaalde Henderson bijna boos terwijl hij om zich heen zag. „Heb je me hier voor de aardigheid gebracht van avond, of heb je het gedaan met een bepaald doei Hij keek over de tafel naar zijn vriend, alsof hij gaarne op dit punt zekerheid zou willen hebben, voor hij verder sprak. „En als ik nu eens een doel had antwoordde de ander, „als ik je nu eens een dienst wou bewijzen, en door je te vragen hier te komen, je in je werk zou kunnen helpen?' „In dat geval," antwoordde Hen derson, „zou ik zeggen, dat het heel vriendelijk van je is, maar dat je een eigenaardige manier hebt gekozen om het te doen. Hoe een eenvoudig itali- aansch restaurant in Soho me van nut kan zijn in het werk, dat ik on derhanden heb, begrijp ik niet." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1