Zaterdag 3 Juni No 130 49e Jaargang 1911. Gemeentebestuur. Feuilleton. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. VAH DEN UI DP SEN TAI. VLISSINCSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VÉLDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. TELEFOONNUMMER 10. fibonnemsnts-flduertenfiin op zeer ooordeelige uoortwaarden BEKENDMAKING. Kiezerslijst. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter kennis van belangheb benden dat ten raadhuize (griffie) verkrijgbaar zijn gesteld tegen betaling van f l per exemplaar afdrukken van de kiezerslijst 1911/1912, zooals daarin zijn veranderd de gemeentelijke kiesdistricten tengevolge besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland dd. 11 Mei 1911 no. 140, 3e afdeeling (Provinciaal blad no. 50). en dat zij, die zich reeds eene kiezerslijst 1911/1912 hebben aange schaft deze kosteloos kunnen ruilen. Vlissingen, 2 Juni 1911. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, W1TTEVEEN. PERSONEELE BELASTING. Afkondiging van het kohier der Personeele Belasting no. 5, dienst 1911. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aan den Rijksontvanger is gezon den het executoir verklaarde kohier wegens de Personeele Belasting no. 5, dienstjaar 1911 de daarop voorkomende belasting schuldigen worden uilgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden tijd aan te zuiveren, ook ter voorko ming van vervolgingen en herinnert; dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden ingediend, terwijl de aangiften ter bekoming van ontheffing, ingeval van verhuizing, moeten worden gedaan bij den Directeur der directe belastingen in wiens directie de aanslag is vast gesteld, binnen zes weken, na het verlaten van het perceel. Er is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 2 juni 1911. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BINNENLAND» Eerste Kamer. Blijkens het afdeelingsverslag be treffende het wetsontwerp tot wijzi ging der Arbeidswet, openbaarde zich in de eerste plaats verschil van ge voelen met betrekking tot den omvang van het wetsvoorstel. Bij een alge- meene herziening had de regeering het „verrichten van arbeid" in zijnen ganschen omvang kunnen regelen, terwijl nu wederom de werkzaamhe den in land-, tuin- en boschbouw in verhouding uitgeschakeld blijven. Andere leden achtten de strekking _o—- 63.) „Zou u mij een dienst willen be wijzen heer professor?" De professor stelde reeds veel meer vertrouwen in Koerthij was ter stond bereid tot eiken gevraagden dienst. „Dan verzoek ik u een telegram van mij door een bediende naar het telegraafkantoor te laten brengen." Intusschen haalde hij zijn notitieboek je te voorschijn, scheurde er een blaad je uit en schreef daarop het volgende telegram aan Wambold „Ik verzoek u den advocaat Morris onmiddellijk te laten gevangennemen, waar en wanneer ge hem aantreft. Zonder verwijl keer ik met mijn vrouw terug." Tegelijk met den professor verliet Koert de kamer, om de noodige stap pen te gaan doen bij den Duitschen van het wetsontwerp te ruim. Zij keurden het af, dat de minister, in plaats zich er toe te bepalen tot de taak, om de wet in overeenstemming te brengen met de bepalingen der Berner Conventie, nieuwe belangrijke bepalingen heelt ingeiascht, welke door de voorschriften dier conventie niet werden geëischf. Eenige leden opperden bezwaren tegen 's ministers beginselen ten op zichte van arbeidsbescherming. De voorgestelde bepalingen voor zoover de gehuwde vrouw daarbij is betrokken/werden door enkele leden niet, door anderen wel wenschelijk geacht. Hulde aan minister mr. E. R. H. Regout. Het was Woensdag vijf en twintig jaar geleden, dat mr. E. R. H. Regout, onze tegenwoordige minister van justitie, te Amsterdam promoveerde op proefschrift over „Het stelsel van beheer van den faillieten boedel". Sedert was de heer Regout achter eenvolgens advocaat te Maastricht, ambtenaar van het O. M. bij het kan'ongerecht te Roermond, substi tuut officier te Roermond, lid der Tweede Kamer en eindelijk minister. Was het gegaan volgens zijn eigen verlangen, de dag zou geheel onop gemerkt zijn voorbijgegaan, doch personen, die den heer Regout gedu rende de verschillende perioden van zijn ambtelijke carrière hadden leeren kennen en waardeeren, meenden, dat waar het een persoon gold als deze bewindsman, dit niet aldus mocht geschieden. De eerste bloemenhulde, welke mr. Regout op zijn herinne- ringsdag ontving een hulde, die hem zeker bijzonder aangenaam moet geweest zijn was van zijn oud promotor, het tegenwoordige lid van den Raad van State, mr. T. M. C. Asser. Een prachtige bloemenmand van eenige vrienden en vereerders volgde. Deze zelfde heeren, die ge- zaïneiijk in den namiddag bij den minister aan zijn woning hun opwacii- ting gingen maken, warenmr. A. P. L. Neiissen, oud minister, ambts voorganger van den jubilaris mr. Fentener van Vlissingen, lid van den Hoogen Raad;.mr. B. Ort en mr. R. B. Ledeboer, beiden advocaat gen. in hetzelfde hooge rechterlijke colle ge de Eerste Kamerleden mr. C. A. H. Barge, E. van der Kun en dr. P. J. F. Vermeulen; het lid der Tweede Kamer jhr. 1. B. D. van den Berch van Heemstede en de vice president van het Haagsche gerechtshof mr. B. J. A. Sterck. (Mr. J. N. L. van Ijssei- steyn, kantonrechter te Oirschot, die ais stadgenoot en bijzondere vriend van den minister gewenscht had aan de gebrachte hulde deel te nemen, kon wegens bijzondere redenen niet ambassadeur. Na het telegram aan een bediende te hebben gegeven, was de professor zoo vriendelijk Koert naar het hotel van den Duitschen ambassadeur te vergezellen. Tot groote verbazing van Koert bleef de professor in het portaal van het prachtige gebouw stilstaan en zeide „De inhoud van uw telegram, vol gens hetwelk u den advocaat wil laten gevangennemen en het feit, dat ge u wilt ligitimeeren als Duitsch-officier zijn wel voldoende om mijn beden kingen te laten vallen, ik heb uw eerewoord en dat is afdoende. Van uit de ambassade zou deze zaak in de couranten kunnen komen. Ik wensch dit tot eiken prijs te voorkomen en daarom verzoek ik u met mij terug te keeren. Reis nog heden met uw vrouw in alle stilte naar Duitschland terug. Ziedaar mijn verzoek Dankbaar drukte Koert den profes sor de hand en keerde met hem naar Jane terug. Na de verpleegkosten van zijn vrouw betaald te hebben, vertrok hij onmiddellijk met zijp weergevon den kleinood naar Duitschland. persoonlijk tegenwoordig zijn.j De heer Neiissen voerde namens de aan wezigen het woord en bracht in warme en hartelijke bewoordingen den minister aller gelukwenschen over. („Tijd.") De Ziekteverzekering. De Haagsche correspondent van het „H Jbl," schrijftVermoedelijk zal de behandeling der vraagpunten be treffende de Ziekteverzekering toch nog zonder groote ongelukken voor minister Talma afloopen. Er zal waar schijnlijk een compromis worden ge troffen tusschen den minister en de rechterzijde, waarbij eerstgenoemde toegeeft op het belangrijke punt van de particuliere fondsen, een kleine concessie doet op 't stuk van den ge neeskundigen dienst en de Radenwet loslaat, maar zóo, dat daarmede niets wordt geprejudiceerd ten opzichte van een aigemeene regeling van deze quaestie voor heel het terrein van den arbeid. De rechterzijde schijnt er veel prijs op te stellen om het ontwerp invali- diteits- en ouderdomsverzekering vóór 1913 binnen te halen en wil ue kans daarop niet vrijwel verspelen door den minister, die dit ontwerp indien de, ten val te brengen. Mititiewet. Naar wij uit goede bron vernemen, zal de Memorie van Antwoord be treffende de Militiewet waarschijnlijk vóór het einde der volgende'week de Kamer bereiken. In de regeling van het blijvend ge deelte zal een zoodanige wijziging worden voorgesteld dat het opkomen voor dien dienst, na reeds mei groot verlof te zijn geweest, niet meer zal voorkomen. („N. R. Ct.") Positieverbetering der officieren. Het wetsontwerp betreffende de positieverbetering der officieren, dat ongeveer 10 dagen geleden bij den Raad van Defensie is ingekomen, zal binnen enkele dagen aan het depar tement van oorlog worden terugge zonden. J. J. Th. Evers, f Te 's-Gravenhage is op 76-jarigen ouderdom overleden de heer J.J.Th. Evers, oud-directeur der directe be lastingen te Middelburg, ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Mr. T. M. G. Asser. De president der Fransche Repu bliek heeft zijn goedkeuring gehecht aan de benoeming van mr. T. M. C. Asser tot buiienlandsch lid van de Academie des Sciences Morales et Politiques, een der vijf Academiën XV. De consul en de advocaat waren te Bibrich in een hotel gegaan. Se dert zij daar waren was de advocaat zoo zenuwachtig, dat hij het bijna niet kon verbergen. De consul had drie kamers genomen, waarvan éen bestemd was tot slaapkamer voor den advocaat. Terwijl de consul toezag bij het binnenbrengen van zijn koffers, was mijnheer Morris in zijn kamer en ver viel daar in een mijmering. „Het is hard, zulk een man te moe ten opofferen," mompelde hij. „Kan Janc dat ooit verantwoorden Wat heeft zij al een ellende over mij en haarzelve gebrachtOp welke wegen ben ik om haar gekomenMaar toch zal ik de zaak ten einde brengen en nooit zal Jane een klacht van mijne lippen hooren De oogen van den raadselachtigen man werden vochtig. Daar hoorde hij in het aangrenzend vertrek den consul nadereneen oogenblik later stond hij bij den advocaat. „Wat scheelt er aan, mijnheer Mor ris?" vroeg Sir James op deelne waaruit het Institut de France be staat. Deze benoeming kan ais een bij zondere onderscheiding worden aan gemerkt, omdat het aantal buiten landsche leden dezer Academie niet grooter dan acht mag zijn. De andere buitenlandsche leden dier Academie zijn thans de oud-President der Ver- eenigde Staten Roosevelt, de voor malige minister President in Italië Luzzatti, de Belgische Minister van Staat, Beernaert, Lord Reay (mr. D. J. baron Mackay), de Engelsche am bassadeur te Washington Sir James Bryce en de voormalige minister president in Mexico, Limantour. Dat het niet alleen de dames zijn, die uit ijdeiheid vaak jonger willen heeten, dan zij zijn, vertelt ons het volgende geval. De vorige week zou voor den Burgerlijken stand in Vrie- zenveen een paartje in ondertrouw worden opgenomen hij was volgens zijn opgave 37 jaar, en zij ook zoo ongeveer. Maar ook uit de geboorte akte bleek, zooals de ambtenaar mededeelde, dat hij geboren was in 1863.... Een eenvoudig rekensomme tje bracht toen de maagd tot de ont dekking, dat haar aanstaande bruide gom 10 jaar ouder was dan hij ge zegd had. Dit deed haar zoo smar telijk aan, dat zij verklaarde niet in ondertrouw te willen worden opge nomen zij moest zich eerst nog eens bedenken, zei ze, en ongelijk had ze niet. Misschien heeft dat verschil van 10 jaartjes haar minder gehin derd dan het feit, dat zij was bedro gen, en 't is zeker niet kwaad, dat zij eerst nog eens onderzoekt, wat die 47jarige minnaar voor iemand is. In een dorp in den omtrek van Zutphen zoo verhaalt de „Z. Ct." was een weduwnaar getrouwd, die ook aanmerkelijk ouder was dan de bruid hij was 62, zij circa 40, maar hier had ieder zijn leeftijd eerlijk opgebiecht, tenminste hei tegendeel meldt het blad niet. Verleden week werd de bruiloft gevierd en lustig werd gedanst. Niet echter door den bruigom, die al wat stram in zijn beenen is geworden, maar daarom gunde hij zijn bruidje, die nog vlug ter been is, wel een dansje, en zij maakte een walsje met een der jon gere bruiloftsgasten. Daar was geen geluk bij het dansende paar kwam te vallen. De bruigom vond dat heel ongepast en hij zei dat tegen zijn vrouw. Groote verontwaardiging on der de gasten, welke zich zoozeer uitte, dat de bruigom het hazenpad koos. Nu was het genoeg geweest, zou men zeggen, maar de jeugdige danser, die zoo ongelukkig met het bruidje kwam te vailen, had er blijk menden toon,, toen hij de vochtige oogen van den advocaat bemerkte. „Neem mij niet kwalijk, mijn heer antwoordde Morris en veegde de tranen weg. „Ik ben wat al te ge voelig ik dacht aan den benarden toestand, waarin u op dat eenzame eiland verkeerd heeft. Ook stelde ik mij het treurig einde van uw ge achte echtgenoote voor en dacht aan het gelukkige oogenblik dat vader en dochter elkander zullen weder zien. Duid mij deze tranen niet ten kwade, Sirik beloof u, dat ik niet meer zooveel zwakheid zal toonen!" „Wei, mijnheer Morris, die tranen doen u eer aan; ge behoeft u daar over volstrekt niet te schamen." „Sir, het proces Gray heeft mijn zenuwen zwaar geschokt; en er zal een lange tijd moeten verloopen, voordat die weer geheel normaal zul len zijn. Ik heb een der geneesheeren van Parijs geraadpleegd en van hem een poeder ontvangen, dat mij veel dienst bewijst. Voor de groote week heid van mijn gemoed is echter geen geneesmiddel." „Houdt die weekheid van gemoed in waarde mijnheer Morris en laat de baar het zijne nog niet van hij ging den vluchtenden bruidegom achterop en gaf hem zoo'n duchtig pak slaag, dat de man den volgenden dag onher kenbaar was. Geen prettige tractatie op den bruiloftsdag Verstandiger ware het geweest, als de bruiloftsgasten dat vuurtje dadelijk hadden gesmoord Niet alle vuur moet branden Of glimmen blijven, dat staat vast 't /fijn dikwijls wijm handen, Waarmee men haar den doofpot tast. Wees haastig om te smoren, Waar 'fc minste twistvuur wordt gestrooid, Geen vonkje blijve er gloren - Maar 't vuur der liefde, doof dat nooit Dichter Beeis sprak hier een goed, welmeenend woord. Wanneer allen die gezindheid toonden en als vrede stichter optraden, waar hun dat mo gelijk was, zou veel wee er. onheii daardoor voorkomen worden. Wij hopen, dat vermeid echtpaar, in liefde vereend, veie jaren zij aan zij mag gaan. De gouden bruiloft zullen zij te zamen wel niet vieren, maar op het zilveren is voor hen nog kans. De Engeischen, die het veel te sober vinden om er alleen een koperen, een zilveren of gouden bruiloft op na te houden en van meening zijn, dat je nooit te veel gelegenheid kunt maken voor vroolijkheid en jool, hebben thans voor gelukkige echte lingen uitgevonden Een jaar getrouwdde katoenen bruiloft. Drie jaar getrouwd de le deten bruiloft. Vijf jaargetrouwd: de houten bruiloft. Tien jaar ge trouwd: de tinnen bruiloft. Twaalf jaar getrouwdde zijden bruiloft. Vijftien jaar getrouwd de kristallen bruiloft. Twinlig jaar getrouwd: de blauwporseleinen bruiloft. Vijf en twintig jaar getrouwd: de zilveren bruilof'. Dertig jaar getrouwd de paarlen bruiloft. Veertig jaar ge trouwd de robijnen bruiloft. Vijftig jaar getrouwdde gouden bruiloft. Zestig jaar getrouwdde platina bruiloft. Zeventig jaar getrouwdde diamanten bruiloft Vijf en zeventig jaar getrouwdde radium bruiloft. Als 't huwelijk nog langer duurt, moeten er bovenaardsche substantiëa te pas komen. Aan een onzer bladen werd dezer dagen toegezonden het afschrift van een manuscript uit de 18c eeuw, een bruiloftsgedichtje, dat wij curiositeitshalve hier laten volgen Ter Zilveren Bruilofte van den heer Adriaan de Ruyter en mejuf frouw Neeltje Uijttenbroek, gevierd op Schiegenoegen den len van Hooi maand 1778. Gelukkig huwelijk dat. vijl* en twintig jaar en Zijn frisschen stand behoudt, en ted're liefde [voedt, Op brave telgen roemt, en, in een overvloed Van zoete vruchten, een schat van zegen mag [vergaêren I is zulk een huwelijk u, mijn Vrienden! weder- [vaaren, geneesheeren maar voor uw zenuwen zorgen. Ik begrijp dat het proces Gray bij u diepen indruk heeft achtergela ten dat deed het trouwens bij ieder een. in dat proces hebt ge onver gankelijke lauweren behaaldde schaduwzijde der menschelijke natuur werd nog nooit zoo in het licht ge steld als in het proces Gray heeft plaats gehad." „Het zou mij veel genoegen doen, mijnheer, als u niet meer over deze zaak sprak. Daarin zijn dingen voor gekomen, die mij nog aangrijpen als ik er aan denk. Laat mij liever over u spreken; ik meen opgemerkt te hebben dat uwe zenuwen zeer ge prikkeld zijn." „Misschien hebt ge daar wel gelijk in. ja, mijn zenuwen zijn wel wat aangedaan, is verlang zoo hartelijk naar mijn kind maar ik gevoel mij overigens nogal wel." „De gewoonte van op mijzelven acht te geven in mijn lij Jen heeft mij tot een scherpziend opmerker van het lijden mijner medemenschen gemaakt," (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1