intoor Eerste Blad Draagt Plouvier's Schoenwerk. 29 Mei Maandag 'ER t< Geedercn. Bit nuimerbestsai oit2 bladen. Feuilleton. No 125 49e Jaargang. 1911. De nieuwe bepalingen omtrent de belting van het Successierecht. Brieven uit deflofsfad. ~cxix7~ 311. VLISSINGSCHE COURANT te geven. uiizen groot. 970 c.A. oor werkplaata. Tl. 90 cA. rd De Rnyter, bev. ren, closetinrichting. [etinrichting. Eerste fc, closet-inrichting :ons, gas- eQ water- raer, aleoof, aehter- met afget. kamertje, jpuwd. ïlstand, winkel, 2 alcoven hho!r. Boven flinke b. n. o. aken en bijkeuken Irs, keuken, ktlder, ivoorkamer, alcool, Ja luelit. voorkamer, alcoof, net 2 slaapkamers. praat, t. Are 8ö cA. beneden kelder, Ui-, olosetinriehting •ven twee kamers plafond). Balcons bev. 3 voork., al- Sohterk., zijkamer, :tc., bijzonder sterk 'shuis, bevattende laapkamers, flinke vie winkel, alcoof, 2 middenkamers. |urprijs f360 p. j i er, alcoof, achter- ikt voor alle zaken pd in het eentram i aan het Kantoor zeiven verhuurd jde courtage ver- de Staatsloten Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regei meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagsüjkSj uifgssonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fsbonnements-flduertenitiën op seer uoordeeiigs uoorutaarden In den laatsten tijd hebben wij weinig gelegenheid gehad om onze lezers op de hoogte te houden der zaken van wetgeving, om de eenvou dige reden, dat er heel weinig wetlen tot stand kwamen, waarbij het volks belang meer direct betrokken was, of waarvan de kennis over het algemeen gewenscht was. Trouwens, wij behoo- ren ook niet onder hen die alle heil van een dik Staatsblad kunnen verwachten. Dit neemt intusschen niet weg, dat er ook nuttige en noodzakelijke wetten zijn en ook onderwerpen die van tijd tot tijd werkelijk herziening behoeven. Eenige van die wetten zijn in den laatsten tijd tot stand gekomen en zullen nu binnen betrekkelijk korten lijd achtereenvolgens in werking Iredenarbeidswet, trekhondenwet, visscherijwet, successiewet, enz. Het is niet te ontkennen dat vele der hierop betrekking hebbende be palingen inderdaad van groot gewicht zijn en dat eenige kennis ervan in hei algemeen belang wei noodzakelijk kan worden geacht, hoewel het te betreu ren is, dat er meestal zulk een lange tijd verloopt tusschen het tot stand komen en de wezenlijke inwerking treding eener wet, zoodat het tegen woordig eigenlijk overbodig is om op pas ingediende nieuwe wetsontwerpen de aandacht te vestigen. Wij willen dan nu aanvangen met nieuwe bepalingen omtrent de behing der rechten van successie, welke met 1 Januari 1912 in werking zullen treden en dezer dagen door de Eerste Kamer werden goedgekeurd. Waarschijnlijk is het overbodig te zeggen, dat het successierecht èene belasting is, en wei eene zoogenaamde indirecte belastingdat wil zeggen dat zij niet onmiddellijk van den persoon, naar vaste kohieren of aan slagen, op bepaalde lijden geheven wordt. Het wordt alleen geheven van de waarde van hetgeen geërfd wordt door het overlijden van een ingezetene van het Rijkdus op ongeregelde lijden en bij een bepaalde gelegenheid. De opbrengst dezer belasting is van groote beteekenis, maar zij zou, mits grondig hervormd, veel aanzienlijker bale voor de schatkist kunnen ople veren. Het is hier de plaats niet om 58.) Zoo iets had ik niet verwacht. «En toch is dat nog het beste, j"at de arme Koert kan doen. Ik ge- waarlijk, dat hij aan hare zijde geluk en vrede zal vinden. Ten slotte hij zich hebben moeten dood- Weten en dan zou ik aan zijn graf gestaan hebben met het bewustzijn bijna alles mijn schuld was. O, wertik ben je dankbaar voor je uit. Wij zullen elkander eenmaal Wederzien en dan zal je mij bekennen W je gelukkig bent." Wambold geraakte in een vrooiijke "emminghij vouwde den brief "Icht, stak hem in den zak en liep "euriënd in de kamer heen en weer. «Koert verwerpt hier een goede Ppsitie," zeide Von Wambold bij !ich zelf, „maar anderen verwierpen veel meer. Een flink man zooals daaromtrent in beschouwingen te treden. Genoeg zij het te zeggen, dat de nieuwe bepalingen, met behoud in hoofdzaak van het bestaande, alleen ten doel hebben eenige ver sterking van 's lands middelen. Ver moedelijk zal de hoogere opbrengst ongeveer een en een hall milüoen per jaar beloopen. Intusschen bevat de nieuwe wet toch wel eenige bepaFngen, die als wezenlijke veranderingen moeten worden beschouwd. Wij willen daar mede hier aanvangen. Tot dusver werden op de successie rechten een zeker aanfa! opcenten geheven; namelijk 38. Die b.v. f 1. moest betalen, betaalde feitelijk f 1.38. Opcenten zijn eigenlijk buitengewone heffingen, in tijd van nood tijdelijk opgelegddoch wanneer ze er een maal zijn, kunnen ze gewoonlijk niet meer gemist worden. Zóo is het ook met de 38 opcenten op de successie rechten, die sinds tal van jaren gehe ven worden, leder jaar worden ze weer bij de zoogenaamde middelenwet voorgesteld en daarom is het veel verstandiger, om ze maar bij de gewone belasting, c'ie er dus voor goed mee vethoogd wordt, in te lijven. Maar nu was bij de successiewet nog een bijzondere belasting inge voerd, die wel eenigszins hetzelfde karakter had, maar toch weer anders werkte. Wij bedoelen het recht van .overgang. Wij hebben eigenlijk twee soorten van overgangsrecht, in de eerste plaats een overgangsrecht dat wordt geheven van onroerende zaken, die nagelaten worden door iemand die geen ingezetene van het Rijk is. Wanneer b. v. een Beig, in België wonende, in Zeeland of Brabant vast goed bezit, zooals vaak voorkomt, en hij sterft, dan moeten zijne erfgenamen overgangsrecht betalen, omdat die goederen anders voortdurend nage noeg geheel aan belastingheffing zouden ontsnappen. Dit overgangs recht nu blijft gehandhaafd. Later is daarbij gekomen het recht van overgang van effecten en rente- gevende vorderingen, nagelaten door een ingezetene ran het Rijk. Dit recht drukt afzonderlijk en dus behalve bet successierecht, hetwelk van de geheele nalatenschap be<aald wordt, op de waarde van zekere bepaalde zaken, welke geacht worden gedurende het leven van den erflater aan gewone belastingheffingen ontsnapt te zijn. De bedoeling is, dat de schatkist dan bij het overlijden in eens neemt, wat zij gedurende het leven van de waarde van andere zaken meermalen of op verschillende wijzen genoten heeft. Koert zal ook in de nieuwe wereld zijn carrière, wel maken. God zij met je, edele vriend De opgewektheid van Von Wam bold hield aan. Hij liet zich koffie en brood en eieren brengen en at en dronk met smaak. Toen ging hij net park in en wandelde een flink eind. Eerst tegen negen uur begon hij er aan te denken, naar de villa van Koert terug te keeren. Het rijtuig, dat hem den vorigen dag naar het hotel gebracht had, was onmiddellijk teruggekeerdhet eenige rijtuig was in den nacht met Koert naar de stad vertrokken en nog niet terug, zoodat Erik in ver legenheid was hoe hij weer goed en wel te Wiesbaden zou komeii. Hij was reeds van plan de reis te voet te doen, toen een huurrijtuig uit de stad een nieuwen logeergast bracht Gelukkig nam de koetsier dadelijk de terugreis aan met mijnheer Von Wam bold als retour-vracht. Toen hij in den namiddag op de villa kwam zonder Koert, mee te brengen, werd hij door de dames met vragen bestormd. Mevrouw Von Berghaupt vreesde Er waren verschillende redenen om dit recht niet langer afzonderlijk te heffen, maar het om zoo ie zeggen met het successierecht te vereenzel vigen. Als bijzondere belasting op een deel van het roerend vermogen had dit overgangsrecht eigenlijk geen reden van bestaan meer, sedert de bijzondere lasten die op onroerende goederen belangrijk zijn verminderd, door de verlaging der mutaiierech- ten (verkoop en anderen overgang van onroerend goed) en door de vermindering der grondbelasting van de ongebouwde eigendommen, en toen het zoogenaamde kapitaal in portefeuille (effecten en dergelijke vorderingen) door de verhooging van het zegelrecht op effecten zwaarder werd getroffen. Dit alles daargelaten was het toch noodzakelijk om de beide rechten, die van successie en van overgang tot een te versmelten, omdat, voor het eerst, het beginsel der progressie op het successierecht zal worden toegepast; want de heffing van het recht van overgang is om zijn hier boven geschetste werking, onver- eenigbaar met het beginselmeer belasting bij hoogere draagkracht. Zooals bekend is, onderscheiden wij tusschen proportioneele en pro gressieve belastingheffing. In het eer ste geval betaalt ieder naar evenre digheid van zijn inkomen of van het geen door de belasting getroffen wordt. A en B b.v., die respectieve lijk een inkomen hebben van f 1000 en f 2000, belalen in de verhouding van 1 tot 2. Volgens het progressieve stelsel betaalt A nu meer dan B., omdat de draagkracht van Bgrooter is, en daarom'moet hij niet alleen in evenredigheid, maar ook betrekkelijk meer dan A betalen. Progressie be- teekent opklimming. Het percentage van belasting klimt geleidelijk. In het algemeen is hei progressieve stelsel volstrekt niet zonder beden king, omdat het gebouwd is op een begrip van weelde, dat niet geheel strookt met de werkelijkheidin ieder geval kan ten aanzien van het successierecht, de progressie zonder eenig bezwaar worden toegepast en dus de belasting zwaarder worden gemaakt naar gelang van het op klimmende cijfer der verkregen erf- deelen. De gewone bezwaren missen hier allen grond. Wij zullen dit punt hier nu niet nader uitwerken; maar, nevens de beschouwing van de verdere nieuwe bepalingen der wet, in het licht stel Ien op welke wijze zij het progres sieve stelsel uitwerkt. reeds dat haar zoon zwaar ziek was geworden en verklaarde dat zij hem zou gaan verplegen. In de kamer waar jane het liefst was, nam Von Wambold plaats op een stoelhij keek een poos in het rond, om al de gemaakte veranderingen te beschouwen en zeide ioen „Al dat werk is te vergeefs gedaan Alle dames keken verschrikt op. „Wat is er gebeurd Mijnheer Von Wambold, om Gods wil, spreek 1 Zeg het ons 1" „Hij deed iels dat niemand kon voorzien, maar dat mijn volkomen goedkeuring wegdraagt. Koert ging naar Parijs naar zijn vrouw „O, mijn Goddat is niet moge lijk 1" riep mevrouw Von Berghaupt uit. Dat kon Koert zichzelven en zijn familie niet aandoen. Hij de echtge noot van eene Jane Gray!" en als een wanhopige wrong zij de handen. „Uit naam van mijn vriend vraag ik u daarom vergiffenis. Hij keert niet met zijn vrouw naar Duitschland te rug, maar gaat zich in Amerika ves tigen. Koert moest óf zich doodschie ten, omdat het leven een voortdurende kwelling zou zijn, óf hij moest tot zijn Men geeft het publiek wat te slik ken 1 Ik bedoel het letterlijk. Als de menschen wisten, wat ze zooal in hun maag doen verdwijnen, dan zouden ze nog wel eens onlekkere oogenblikken hebben. Een sterk staal tje daarvan is pas voor 't Haagsche kantongerecht aan het licht gekomen. Dr. Filippo verklaarde, dat hij, zoo lang hij directeur van een keurings dienst was, nog nooit zoo'n schade lijke vervalsching van levensmiddelen had gezien. 't Betrof een nieuw spijsvet, „reu- seline", dat ten opzichte van reuzel dezelfde rol speelt als margarine met betrekking tot boter. Bij verschei dene winkeliers werden pakjes aan getroffen, ongeopend, maar éen was de anderen vóór geweest, had uit een pakje een ons of wat verkocht en was nu 't kind van de rekening. De „reuseline" bleek te bestaan uit 8 j vet en 2/s parafine. 't Was een gelukkig toeval, zei dr. Filippo, dat men er zoo gauw bij is geweest, anders zouden de nadeeiige gevolgen niet zijn uitgebleven. Dai de winkelier niet wist dat 't goedje zoo sieent was, zooals hij zich ook verontschuldigde, nam de directeur van den keuringsdienst hem niet kwalijk, maar wel dat hij niet geproefd had wat hij in zijn winkel verkoopt. Dan had hij bemerkt dat „reuseline" petroieumachiig smaakt en was hij bij den directeur gekomen. Voor zijn nonchalance kreeg hij dus de bekeuring. Daarvoor werd ook f 10 subs. 5 d. geëischt door het O. M. dat de goede trouw van beklaagde aannam. Het goedje werd in den Haag geleverd .door een Roüerdamsch grossier, die 't betrok van een vet- smelter daar ter stede. Dr. Fillipo heeft zich dadelijk met zijn collega in de Maasstad in verbinding gesteld, en de zaak is nu in handen van den officier van justitie aldaar. Zooals men ziet, trachten geweten- looze ondernemers den kleynen luyden gem; en en gevaarlijk bocht letterlijk in de maag te stoppen,en dat niet eens zoo heel goedkoop want het leelijke goedje kostte 8 cents per ons of 75 cents per kilo, wat volgens de des kundigen meer dan goed betaald is. De moraal van het geval is dat opnieuw blijkt dat „goedkoop duur koop" is en dat men niet voorzichtig genoeg kan zijn wat eten en drinken betreft. Een niet overbodige moraal in een stad als 't Haagje, waar zoo- vrouw gaan en met haar hun gemeen schappelijk lot dragen. Hij koos het laatste en ik geloof dat wij alle reden hebben om daarover tevreden te zijn Von Wambold haalde bij deze woorden Koerts afscheidsbrief te voorschijn en overhandigde dien aan mevrouw Von Berghaupt, „Wat zal mijnheer Morris van deze wending der zaak zeggen 1" vraagde mevrouw Von Reidersdorf in de hoog ste verbazing. „Ik wil de verdienste van dien heer niet miskennen, maar van dit oogen- blik af zai hij met achting moeten spreken over de vrouw mijns vriends of hij zal met mij te doen krijgen" zei Von Wamboid op fermen toon. XIV. Onmiddellijk na zijn huwelijk had Koert Von Berghaupt het vermogen zijner vrouw grootendeeis bij een so- lied bankier te Frankfort gedeponeerd. Hij vervoegde zich bij den bankier om eenige financieeie zaken te rege len en toog toen naar het station, om met den nachttrein naar Parijs te ver trekken. Bagage had hij bijna niet. Zijn gemoed was tot rust gekomen velen meer geld en aandacht besteden aan mooie kleederen dan aan degelijk voedsel. Over de schouwburgkwestie, die zooveel monden en pennen in bewe ging heeft gebracht, heb ik indertijd uitvoerig verteld. Er schijnt nu aan de plannen voor nieuwen schouw- burgbouw behoorlijk te worden ge werkt, zoodat we kans hebben dat de kwestie toch nog eenmaal opgelost zal worden. In afwachting van dat heuglijk feit, moet gezorgd worden dat de bestaande schouwburg bruik baar blijft, want anders zou men heelemaal zonder zitten. De lezer zal zich herinneren, dat de bestaande schouwburg aan het Korte Voorhout jarenlang heeft dienst gedaan als een soort proefkonijn op 't gebied der maairegelen tegen brandgevaar, net zoolang tot de deskundige autoriteiten tot de sensationeele ontdekking kwa men, dat het brandgevaar juist in dezen schouwburg zóo enorm is, dat hij geen dag en geen uur langer mocht worden bespeeld, wilde men niet voor het eventueele verlies van misschien honderden menschen- levens verantwoordelijk worden. Waar op de raad besloot, dat men die verantwoordeiij kheid dragen zou, doch niet voor langer dan éen speelseizoen, welke termijn echter later, op aan dringen van geïnteresseerden bij den schouwburg, werd verlengd tot twee seizoenen. En terwijl de schouwburg, die officieel zoo uiterst gevaarlijk heet te zijn, kalm verder bespeeld werd, deden B. en W. een onderzoek instellen om na te gaan, welke maat regelen alsnog zouden zijn te nemen tot vermindering van het gevaar voor en bij brand in den Schouwburg. Als resultaat van dat onderzoek hebben B. en W. den Gemeenteraad voorgesteld om te besluiten tot ont ruiming van het schouwburggebouw door den tot nu toe inwonende di recteur en concierge tot het weg breken van een aantal plaatsen, het aanbrengen van voetlatten ter ver vanging van voetkussens in de stalles en het verwijderen van een aantal loge en galerijdeuren, te vervangen door portières, het verbeteren van een trap tegenover het middentus- schenpad 4e rang, het wegbreken van de 2 zijtrappen achter dien rang en van schotwerk aldaar en het maken van 2 nieuwe trappen naar den 3den rang en van 2 nieuwe zijtrappen, en het aanbrengen van kaarslichten in lantaarns met rood glas boven de nooduitgangen. Ter bestrijding van de schadeloos stelling aan den heer Van Bijlevelt en voor de kosten vanjbovengtnoem- de maatregelen vragen B. en W. den gemeenteraad een krediet van f 6300. Als dat zoo doorgaat, ziet men spoedig in onzen schouwburg geen ongeduldig wachtte hij op het vertrek van den gereedstaanden sneltrein. Terwijl hij op het perron heen en weer wandelde, werd hij door een conducteur aangesproken. „Goeden avond, mijnheer Von Berghaupt 1" Een beetje ontstemd, dat hij in zijn burgerkleeding herkend was, keerde Koert zich om en keek den man op lettend aan. „Ahaals ik mij niet vergis zie ik den gewezen sergeant Bertel voor mij." „Om u te dienen mijnheer! Toen ik het regiment verliet, kreeg ik een aanstelling als conducteur. Wegens mijne kennis van de Fransche taai werd ik op de lijn Frankfort—Parijs geplaatst. Het bevait mij hier goed." „Dat doet me plezier, Bertel 1 Een goed soldaat is ook een goed be ambte, dat is genoeg bekend, ik ga ook eens naar Parijsis dit uw trein „Ja mijnheer, dat treft goed, ik zal u de reis zoo aangenaam mogelijk maken. Wij hebben nog een half uur tijd voor de trein vertrekt. Zal ik voor uw bagage gaan zorgen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1