er
D
Bitnuoimerbesiaat uit2 bladen.
Draagt
Plouvier's
Schoenwerk.
Maandag
22 Mei
Feuilleton»
No 120
49e Jaargrang.
1911,
lei.
ïtst)
raatles
ode
ram
leiburg.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen, J TELEFOONNUMMER jo. ftbonnements-Adoertenfiën op zeer uoordeelige oooruiaarden
Consultatieliiireaiix voor Drankzuchtigen.
Brieven usfdeflofsfad.
rectie
Uer-
jiiist
ïdste.
den
aden.
el le
opgaaf van
Jureau dezer
|ke
■M.
4.40a, 4.45a,
8.20, 8.55d,
'11.40*, 11.50,
1.50d, 2.10,
b,4.10, 4.30d,
6.30a, 6.50,
8.50c, .9.05,
5.10a, 5.15a,
8.55, 9.30d,
2.—*, 12.10,
2.10, 2.30d,
10, 4.30, 4.50,
1, 6.50, Y.lOa,
F, 9.40, 10.15,
j van Vlissin-
nd werkmans-
oca 2.30 en
id werkman s-
alleen op
au de remise,
'erder dan de
eren goederen
Paul Kruger-
temiae, Keer-
eele, IJebaaUj
VL1SSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
'etters en clichés naar plaatsruimte.
Er is misschien geen eigenaardiger
werkkring, dan die, welke de schrijver
van dit artikel de eer heeft le vervullen,
namelijk die van rechtskundig advi
seur bij de journalistiek. Van dag tot
dag ontvangen de redacties tal van
brieven van hare abonné's, ter bege
leiding van vragen van allerlei aard,
die dan aan den adviseur worden
opgezonden, die ze, in het betrokken
blad, zoo kort en duidelijk en zoo
spoedig mogelijk beantwoordt. Soms
zijn die vragen zeer belangrijk en
bewijzen dat het in den dagelijkschen
omgang vaak aan licht ontbreekt,
waar het soms uitermate moeilijk, ja
onmogelijk valt, dat licht te verkrijgen.
Soms ook wil de vrager niet gekend
worden. Hij weet dat zijn zaak bij de
redactie veilig is, want naam en
woonplaats worden bij het antwoord
niet vermeld. Soms zijn de vragen
vermakelijk, maar soms ook diep
bedroevend en bloedt het hart, als
men o zoo gaarne zou willen helpen,
maar niet helpen kan.
Zoo vroeg men onlangs wat een
vrouw doen moet, als haar man aan
den drank verslaafd is en hel gezin
daaronder lijdtof dan scheiding
mogelijk is, of er iets voor de kinderen
kan worden gedaan, enz. enz. Op een
kennis van ons maakte die vraag,
toen wij haar met een bepaald doel
mededeelden, den indruk van te zijn
de noodkreet van een rampzalige
menschenziel, die zich vastklemt aan
een stroohalm en hulp zoekt in de
vragenrubriek, die juist in dergelijke
gevallen dikwijls moet teleurstellen.
Wij hebben evenwel onze bemiddeling
aangeboden om in anderen zin werk
zaam te zijn en, naar wij ons vleien,
niet zonder succes.
Gesteld dat dronkenschap op zich
zelf een middel van huwelijks-ont
binding was, gesteld dat men zoo'n
vader van zijn voogdijschap kan doen
ontzetten, wat baat dit den drankzuch
tige zelf En behoort het juist daar
om niet te doen te wezen Behooren
wij de slachtoffers van het kwaad niet
te beschouwen als een soort van
lichamelijk en maatschappelijk zieken,
die men moet trachten te genezen
de eenige weg die waarachtig aan hen
en de hunnen ten goede komt
Men begint dit meer en meer in te
zien en een gevolg daarvan is geweest,
de totstandkoming der consultatie
bureaux voor drankzuchtigen. In de
o—
53.)
Döor zijn gevoel overmeesterd,
voleindigde james Gray den zin niet
maar drukte de hand voor de oogen,
om een traan weg te pinken.
„Pardon, mijnheer als ik het ver
trouwen van uw onvergetelijke echt-
genoote niet mocht verwerven, dan
heb ik daaraan alleen schuld. Al heb
ik haar genoeg oplettendheid betoond,
dan miste ik toch de gave om dat
te doen in de vormen, die vrouWen
gaarne zien. De arme Morris verdiepte
zich te veel in "zijn boeken en ver
zuimde daardoor zich de noodzake
lijke beleefdheidsvormen in goed ge
zelschap eigen te maken."
„Dat vond ik juist prijzenswaardig.
Qe hadt een moeilijke taak, maar ge
hebt die met eere ten einde gebracht,
in het proces van Uriah James Gray
hebt ge een schitterende proef van
stad onzer inwoning is ook zulk een
bureau gevestigd, dat juist helpen wil
in de gevallen zooals wij er hier
boven een hebben geschetst. Er zitten
doctoren in, eenige particuliere drank
bestrijders, een onderwijzer, een
jurist, enz.
Bij deze gelegenheid vernamen wij,
dat er reeds zes van die bureaux in
ons land beslaan, behalve dan de in
wording zijnde. Die zes plaatsen zijn
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag,
Utrecht, Dordrecht en Breda. Een jaar
geleden was de zaak nog onbekend
en hieruit volgt dat de ervaringen nog
niet zeer groot zijnmaar toch groot
genoeg om de bijzondere aandacht op
deze hoogst nuttige en veelbelovende
zaak te vestigen.
Men schijnt bij deze consuitafie-
bureaux te verwachten dat de vrouwen
van drankzuchtige mannen zich het
eerst en het meest tot dit raadgevend
lichaam zullen wenden, en dat dan de
mannen, voor wie de vrouwen hulp
vragen, persoonlijk zullen schrijven.
In Amsterdam schijnt dit vrij we! te
gelukken. Zij hebben dan de vragen
van den dokter te beaniwoorden,
krijgen een hartelijke en bemoedigende
opwekking van een der andere leden
en worden door dezen verwezen naar
een der drankbestrijdersvereenigingen,
die zich bereid hebben verklaard om
tot het schoone doel mede te werken.
Het kan zijn nut hebben te vermelden
dat dit zijn de Nederlandsche Ver-
eeniging, de Goede Tempelieren, de
Nationale Christen-geheel-onthouders
Vereeniging, het Kruisverbond, de
Nederlandsche Christelijke geheel-
onihoudersbond en het Leger des
Heiis. Deze vereenigingen zorgen er
dan voor dat de drankzuchtige, die
zijn eigen verbetering wenscht, steun
kan vinden en zij ijveren speciaal
tegen het gebruiken van allerlei
kwakzalversmiddelen, die toch niets
baten. Drankzucht is wei een ziekte,
doch eene zeer bijzondere, waarbij
de menschelijke wil een groote rol
speelt of kan spelen. In 't algemeen
mag men veilig aannemen, dat alle
zieken genezen willen worden. Bij een
drankzuchtige is het in zooverre anders,
dat hij door zijn eigen wi! het meest
tot zijn verbetering moet bijdragen,
en deze wii juisi bij hem buitengewoon
verslapt en zwak is. Wanneer iemand,
die op een gegeven oogenblik de
welbekende onweerstaanbare zucht
naar het gebruik van alcohol verkrijgt,
zich in zijn eigen kamer wilde laten
opsluiten tot de aanval voorbij was
dan zou hij de zaak spoedig over
wonnen hebbenmaar daar is zijn
wil te zwak voor. Alles hangt dus van
het toeval af. De mogelijkheid bestaat
uw kennis en wetenschap gegeven.
Ik ben daar trotsch op, want in
zekeren zin heb ik deel aan uw
succes, daar ik het eerst uw talent
heb opgemerkt en geen moeite spaarde
om het tot ontwikkeling te doen
komen."
,,lk ben u daarvoor ten hoogste
dankbaar," antwoordde de advocaat
op een toon alsof hem die woorden
uit het hart kwamen.
„Als God gewild had, dat mijn
vrouw op het oogenblik nog leefde,
dan zou haar afkeer zeker in wel
willendheid jegens u zijn veranderd,
mijn beste MorrisMaar laten wij
de dooden laten rustenhier helpt
geen klagen meer. Mijn dierbare vrouw
heeft mij een heerlijken troost nage
laten mijn dochter, mijn geliefd
eenig kind."
Op dit oogenblik vertrok de stoom
boot van den steiger, om de reis voort
te zetten. Mijnheer Morris dronk een
tweede glas wijn en zeide toen
„Mijnheer, ik geloof niet dat er
nog een dochter te vinden zou zijn,
die om het treurig lot van hrar
ouders zooveel tranen heeft vergoten
als miss Jane; pardon, ik bedoel
dat hij op dat gegeven oogenblik zijn
drankzucht niet bevredigen kan. Mis
schien is dan een uur later de aan
drang al voorbijmaar dan begrijpt
zoo iemand zich zelf niet.
Niet altijd is de overwinning spoe
dig behaald. Er zijn voorbeelden van,
dat iemand na jaren van matigheid,
toch weer in de oude zonde verval
len is. Vaak is er ook sprake van
een geë fde neiging en dan schijnt
de moeilijkheid grooter te zijn dan
in andere gevallenmaar er zijn ook
voorbeelden van dat b. v. het zien
van de dronkenschap van een vader,
de zoons zulk een afkeer van drinken
deed krijgen, dat zij zich bij de ge
heel-onthouders aansloten. De strijd
over de vraag of dit nu weer niet
een ander uiterste is, kunnen wij
hier onaangeroerd laten. Zeker is het
onze overtuiging dat de mensch,
juist omdat hij mensch is, bij alles
en in alle omstandigheden, zich zelf
volkomen in de macht behoort te
hebben, ook zonder bepaalde belof
ten of verbintenissen tegenover an
deren aan te gaan.
Wei opmerkelijk is hef, dat de
dronkaards voor het grootste deel
mannen zijn. Misschien is dit voor
een deel te verklaren uit de om
standigheid dat zij meer buiten
's huis gaan en daarom aan meer
verleiding blootstaanmaar geheel
bevredigen kan die verklaring ons
toch niet. Er bestaan natuurlijk ook
wel gevallen van drankzucht bij de
vrouw. Voor haar is een sanatorium
te Hilversum gevestigd, dat spoedig
naar Beekbergen zal vvorden ver
plaatst. Deze worden dus zeer be
paald als zieken behandeldmis
schien omdat en ook dit is een
zeer opmerkelijk verschijnsel is
eenmaal eene vrouw aan den drank
verslaafd, zij vee! erger wordt dan
een man en met groote listigheid en
s'uwheid allerlei middelen te baat
neemt om zich drank ie verschaffen.
Het zij nogmaals gezegd dat de
vraagin hoeverre het nuttig is, dat
de strijd tegen het drankmisbruik
meer en meer wordt een strijd tegen
het gebruik van alcoholische dranken,
door ons liever niet wordt beslist.
I i 't algemeen kunnen dwangmidde
len ons niet bekoren, omdat zij den
vrijen wil uitsluiten of zijn werking
verminderen. Zoo ijvert men er bv.
voor, dat de bewoners van een
plaats het recht zullen hebben te
bepalen of zij den verkoop van al
coholische dranken in hun midden
zullen dulden (local option).
Inderdaad gelijkt dit veel pp dwang.
Men kan ook een dronkaard opslui
ten en dan staat het vast dat hij
mevrouw Von Berghaupt. Als het
een verdienste genoemd mag worden
dat ik de edelaardige jongedame in
die droevige dagen met troost en
goeden raad gesteund heb, dan zou
ik durven beweren dat ik mij jegens
haar verdienstelijk heb gemaakt."
De consul drukte den advocaat
met warmte de hand.
„Ik dank u, mijnheer Morris. Eerlijk
gezegd, gedurende mijn Robinsons-
leven op het eenzame eiland ben ik
dikwijls getroost door de gedachte,
dat ge mijn kind zoudt troosten en
beschermen. Nu, ik heb mij niet
vergist. Dank, nogmaals dank waarde
Morris 1"
„Uw dank maakt mij verlegen,
mijnheer; ik heb niets gedaan dan
mijn plicht mijn plicht jegens
een familie, aan wie ik te danken
heb wat ik ben?"
„Hoe gaat het mei mijn dochter
„Zij is zoo gelukkig als een jong
gehuwde vrouw slechts zijn kan 1'
De oogen van den consul glinster
den van vreugde.
„Wanneer hebt ge haar het laatst
gezien, mijnheer Morris?"
„Gisteren, mijnheer, aan de zijde
niel drinken zaimaar wat zal er
gebeuren indien hij in de vrije
maatschappij terugkeert
Daarom komen ons instellingen als
de cousullatiebureaux zoo gewenscht
voor. Zij gebruiken geen heele of
halve dwangmiddelen, maar laten
den mensch in volle waarde. Bren
gen zij redding, dan zal de wil van
den drankzuchtige hebben medege
werkt hij zal krachtiger en zelf
standiger zijn geworden en juist
daarom zal de nieuwe stichting hem
ten zegen zijn geweest.
CXViH.
Het vreemJelingenbezoek aan Den
Haag is elk jaar zeer aanzienlijk en
nu het badseizoen weer snel nadert
en straks Scbeveningen dus zijn groote
aantrekkingskracht weder zal doen
gelden, bereidt men zich terdege voor
om de gasten uit andere plaatsen van
't vaderland en uit andere landen waar
dig te ontvangen, want het vreemde
lingenverkeer is voor velen een aller
aardigst melkkoetje. Min is er nu ook
op bedacht geweest, de vreemdelingen
beter dan tot dusver te beschermen
t gen het straatgespuis, dat onder den
schoonen naam van wegwijzers en
gidsen het den bezoekers van de re
sidentie soms onhoudbaar lastig maakt;
de brutale opdringerigheid var. dit
soort lieden kent geen grenzen' en de
tooneeltjes, die daarvan vaak het ge
volg zijn, strekken een bij uitstek „be
schaafde" stad als onze Hofstad tot
schande. Niet zelden ontaardt hun
optreden in een verkapte, maar toch
vrij geprononceerde afdreiging, terwijl
afzetterij regel is en de tegen schan
delijk hooge betaling gepresteerde
diensten natuurlijk weinig of niets be-
teekenen. Er is over het rooversbe-
drijf van dit duistere slag van lieden
al dikwijls en ernstig geklaagd, zonder
dat het veel scheen te helpen. Geluk
kig is thans vanwege de politie een
nieuwe regeling opgemaakt inzake het
Haagsche gidswezen, bestemd om zoo
goed als dadelijk in werking te treden.
De oude bepalingen en tarieven,
welke dateeren van 1878, zijn nage
zien en geheel omgewerkt. Een der
eerste verbeteringen is wel de schei
ding tusschen bestellers, pakjesdra
gers, wegwijzers en gidsen. Vroeger
bestond er slechts één categorie, ter
wijl men nu een scheroe lijn heeft
getrokken tusschen gidsen eenerzijds
en bestellers of pakjesdragers ander
zijds.
Door de politie werden eenigen tijd
geleden alle bestellers, pakjesdragers,
van haar man, die haat zeer lief schijnt
te hebben. Naar mij toescheen," ver
volgde de advocaat langzaam terwijl
hij nauwkeurig op den consul lette,
had zij nog geen bericht ontvangen
„van de terugkomst van haar papa."
„Zeer juist, mijnheer Morris. Mijn
dochier ontving nog geenerlei bericht,
aangezien ik vreesde dat een bericht
haar in een spanning zou brengen,
die haar gezondheid zou kunnen be-
nadeelen. Het is veel beter haar voor
een feit te stellen dan haar in een
toestand van gespannen verwachting
te houden."
De advocaat werd nadenkend, waar
om de consul vroeg of hij soms zijn
inzichten niet goedkeurde.
„Neen, mijnheer volstrekt nietLaat
ik u daarvoor mijn redenen zeggen.
Ge weet, mijnheer, dat de gezondheid
van uwe dochter altijd nog al gevoe
lig was en steeds de groote voorzichtig
heid gebiedt.lk kan slechts met mijn ge
weten overeenbrengen, dat u het edele
echt vaderlijke plan ten uitvoer brengt
en haar onverwachts onder de oogen
komtik voorzie daarvan noodlottige
gevolgen. Een man, die door zijn doch
ter maandenlang als een doode be-
wegwijzers en gidsen ten politie'ou-
reele opgeroepen. Van de 84 aanwe
zigen werden toen, door middel van
een examen, 11 hunner benoemd tot
gids. Dit eximen betrof voornamelijk
eenige kennis van vreemde talen. Als
eisch werd gesteld oppervlakkige ken
nis van minstens 2 talen.
Ook het dragen van petten, platen
en andere onderscheidingsteekenen
is nu geregeld.
De bestellers dragen een metalen
plaat met volgnummer en het woord
„besteller" erop vermeid, alsmede een
leeren baud, in de Haagsche kleuren
van het opschrift „dienstman" voor
zien. Verder dienen deze bestellers
bij zich te hebben een opvouwbare
kaart, waarop in het Nederiandsch,
Fransch, Duitsch en Engelsch het
tarief staat vermdd.
De bestellers kunnen op elk punt
van de stad postvatten. Op't Binnen
hof mogen zich echter alleen de be
stellers ophouden, die daarvoor spe
ciale vergunning van den hoofdcom
missaris hebben gekregen.
Wat de gidsen betreft, deze dienen
voorzien te zijn van een ovale, wit-
metalen plaat, waarop hun nummer
en hei woord „Guide" voorkomt.
Deze metalen plaat hangt aan een
roset van zwart-geel lint. A's hoofd
deksel dragen de gidsen een blauw
lakensche uniformpet van Duitsch
model, voorzien van een band in de
Haagsche kleuren met het opschrift
„Guide" in koperen blokletters.)
De gidsen, zoowel als de bestellers
ontvangen deze onderscheidingstee
kenen vanwege de gemeente.
Zoo wordt dus vanwege de ge
meente getracht, verbetering te bren
gen in den toestand, die veel van
anarchie heeft lot nu toe. Het zal nu
vooral aankomen op streng politie
toezicht en krachtiger maatregelen
tegen de schuimers op het gebied
van vreemdelingen-exploitatie.
Ook de bona fide gidsen zullen
zelf nauwlettend moeten waken tegen
onderkruiperij en beunhazerij op hun
speciaal terrein, om het voor de
politie mogelijk te maken tegen het
immer op de loer liggende kwaad
met succes op te treden en om
het insluipen van het kwaad in hun
eigen gelederen te keeren. De ge
zindheid hiertoe schijnt wel goed te
zijn, als men in aanmerking neemt,
dat er pas een „Vereeniging van de
door Burg. en Weth. aangestelde
gidsen" is opgericht, met het doel
om het gidsenwezen te verbeteren.
Vorenstaande maatregelen zijn in
hoofdzaak het gevolg van de bemoei
ingen dier vereeniging.
Moge het resultaat der verbeterin
gen zijn, dat den vreemdelingen hun
bezoek aan Den Haag en Scheve-
ningen nog meer wordt veraange
naamd dan tot dusverre reeds het
weend is, kan 'naar niet zoo plotseling
te gemoet treden. Dat zou haar het
leven kunnen kostendaarvan zijn
voorbeelden genoeg aan te halen."
De consul verbleekte.
„Ik geloof dat ge gelijk hebt, mijn
heer Morris Ik zal mijn dochter op
mijn komst moeten voorbereiden. Ge
zult dat het best kunnen beoordeelen,
daar ge haar gisteren nog gezien hebt".
„Ik dank u voor hel vereerende
vertrouwen dat u in mijn zienswijze
stelt. Ik heb juist een dag en nacht
geen stoomboot laten voorbijgaan zon
der naar mijn weldoener te zoeken,
alleen om zulk een ontmoeting te
voorkomen. Onmiddellijk na ont
vangst van het telegram van mijn ge
machtigde begaf in mij naar mevrouw
Von Berghaupt. Toen ik gedurende
hei gesprek bemerkte, dat zij nog geen
bericht had ontvangen omtrent het ge
luk, dat haar wachtte, begreep ik dat
't uwe bedoeling zou zijn haar te ver
rassen.
(Wordt vervolgd.)