edf Vrijdag 19 Mei No 118 >pen: ENS. ►ER. fR. Gemeentebestuur» BINNENLAND. Feuilletoü, J. C. PAAP zal fidaé 23 Mei 19H 8 uur, in hel Kof- /riendschap" aan |Vlissingen, in het irf, aan de Paar- iKalkhokstraat, no, entiaren. Lrf, aan de Slijk- root 57 centiaren. |n Erf, aan de 34, groot 1 are Crf, achter per- 10 cëntiaren. •f, aan de Lange are 74 centiaren, irf, aan de Gla- '.47, groot 1 are. Erf, aan het no. 24, groot 84 |Erf, aan de Slijk- root 1 are 4 cen- aags vóór en op 10—12 en 2—5 bn een toegangs ten kantore van s PAAP. 49e Jaargang, 1911. he Courant". ;te keuze. Voor - Walsfraaf - |om zoo spoedig treden een r van middelb. orkeur. Brieven Jvan dit blad. te dezer stede ïtst worden een ;NSCH, een ide en niet be treven brieven, ntoor", bureau kengedeelte van iet Moestuin, Be 4 kamers, logeerkamer, In waterleiding. JIEUW lieuffe vulling, j TA .ERS otergebaK VL1SSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alie Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zors- en Feestdagen, jj TELEFOONNUMMER 10. ftbonnements-Bduertentiën op zeer uoordeeiige uoortoaarden SCHIETOEFENINGEN. Onveiligheid Vaarwater. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben dat op 20 en zoo noodig ook op 27 Mei a.s. eene schietoefening zal wor den gehouden van hef fort ijmuiden dat omtrent de regeling dier schiet oefening inlichtingen zijn te bekomen ter Gemeente-Secretarie op eiken werkdag van des morgens 9 tot des namiddags 4 uur. Vlissingen, 17 Mei 1911. De Burgemeester voornoemd. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Eerste Kamer. Gisteren werd het wetsontwerp legen de zedeloosheid behandeld. De heer Van den Biesen betwistte dat dit wetsontwerp kunst en weten schap schade zou doen. Ware weten schap is wat den mensch thans en in de toekomst gelukkig maakt en zonder kunst en literatuur kan een volk desnoods leven, maar goede zeden zijn onmisbaar. En de veroor deelingen voor zedenmisdrijven nemen schrikbarend toe, terwijl spr. verder wijst op den handel in blanke sla vinnen, den vuilhandel, het werk van den N. Malth. Bond waartegen niei ge noeg kan worden opgekomen. Scherp critiseert hij vooral dezen laatsten Bond en hij brengt hulde aan den minister van justitie voor diens op treden. De heer Hovy sloot zich daarbij aan en critiseerde verder de beweringen omtrent het neo-maithusianisme enz. De heer Bloembergen zeide tot zijn groot leedwezen tegen het ontwerp te moeten stemmen, tenzij de Min. het tolalisatorverbod er uit licht. Onzede lijkheid moet gestraft, maar ook moet de persoonlijke vrijheid geëerbiedigd worden, De heer Van Weideren Rengers zal voorstemmen, maar ontwikkelde eenige bezwaren omtrent de grens van het gebied waarop de strafwet gever zich mag bewegen. Het verbod der weddenschappen zal kwaad doen aan de paardenfokkerij. De heer Van der Feitz ging met vele hier voorgedragen maatregelen mede, niet met die tegen het N, M. Die gaan spr. te ver. Ook tegen enkele andere bepalingen heeft hij bezwaren. Spr. vreesde dat het ontwerp den weg naar chantage zal openen. De heer Lucasse verdedigde het ontwerp, dat bij den heer v. Leeuwen geen algeheeie instemming vond, o. a. wat belreft pornografie en zede- looze voorstellingen, en het totali- satorverbod. Hij zal echter voor stemmen. De minister van justitie heeft ter verdediging van het wetsontwerp nog het volgende gezegd betreffende de bookmakers en den totalisator. In de Tweede Kamer is over de bookmakers niet gesproken, bijna niet over.de speelhuizen, De book makers, die 2 jaar lang wisten, dat hun bedrijf vernietigd zou worden, begonnen een actie vlak vóór de eindstemming toen aan de zaak niets meer te doen was Dat heeft de mi nister den heeren gezegd. De wet gevende macht heeft het bedrijf der bookmakers streng willen straffen. Mag de minister nu de bepaling be treffende het spet, dus ook in zake de speelhuizen enz., buiten werking stellen Men vraagt 3 jaar uitstel. De minister denkt er niet aan. Keurt de Kamer het o ttwerp goed en wordt de wet door de Koningin bekrachtigd, dan zal de minister de invoering bespoedigen, Anders zou de minister staan, zoo het mogeiijk was, in de zaak der totalisators, De minister beschouwt een tota lisator ais aanmoediging tot spel, dus ais een kwaad, doch als een gering kwaad ert daarom betreurde de mi nister het verbod, Maar daarvoor mag de minister een geheele bepaling niei buiten werking stellen. De minister mag niet terug komen op een ver loren zaak als uit den boezem der Tweede Kamer een wetsvoorstel komt, zal de minister er niet tegenover gaan staan, maar het steunen. Het wetsontwerp werd zon» der stemming aangenomen. Tweede Kamer. Gisteren werd voortgezet de behan deling van de interpellatie van den heer Troelsira betrekkelijk het ver- eenigingsrecht onder het spoorweg personeel. De minister van waterstaat beantwoordde de rede van den heer Troelstra uitvoerig. Door het ontslaan van Franken ging de directie van de Holiandsche spoorwegmaatschappij haar bevoegd heid niet te buiten en ligt in het gebeurde voor den minister, at had hij liever gezien dat Franken eerst nog eens gewaarscnuwd was, ook geen reden voor de toekomst wijzi ging te brengen Lin de betrekkelijke bevoegdheden der spoorwegdirecties want a! erkent de minister het ver- een'gingsrecht en a! meent hij dat wegens buiten dienst propaganda maken voor een vakorganisaties iemand niet mag worden benadeeld, oordeelt hij toch dat op dezen gezonden regel uitzondering verdedigbaar is, wan neer bijv. propaganda wordt gemaakt voor een "vereeniglng ais de Neder- landsche vereeniging voor spoor- en am. o 51.) Hij maakte zich dan gereed voor de reis naar Wiesbaden. Zijn gelief koosd plan wasKoert Von Berg- haupt te bewegen om zich een kogel door het hoofd te jagen, dan kon hij Jane als een achtbare weduwe naar hel huwelijksaltaar geleiden, Gelukte dit niet, dan wilde hij de echtschei ding doorzetten. Onder het inpakken van zijn koffer werd hij gestoord door een beambte, die hem een telegram bracht. Het kwam van zijn gemachtigde en was 's nachts te 1- uur uit Londen verzon den. Het lange teiegraphische bericht luidde aldus „Zoo even ontving ik uw brief met opgaaf van uw adres en ik voelde dadelijk uw wensch om dringende zaken per telegram te behandelen. Uit de laatste nummers van de „Times" zult gij wel gezien hebben, dat om streeks veertig schipbreukelingen van de „King Richard" zich gered hebben op een klein bijna ongenaakbaar ei land, eenige dagen van Sidney gele gen. Door toeval werd dit bekend en dadelijk werd een vaartuig uitgezon den, om die schipbreukelingen op te sporen. Het gelukte de bemanning van dit vaartuig, op het eiland te lan den en de schipbreukelingen veilig naar Sidney over te voeren. Dit voor val had twee maanden geleden plaats onder de geredden bevindt zich de consul sir James Gray." Bij het zien van dien naam werd de advocaat doodsbieek. Eenige oogenblikken kon hij niet voortgaan met lezen, doch hij vermande zich en las toen weder verder: „In den nacnt van de schipbreuk vond de echtgenoote van den consul den dood in de golven. Gisteren wilde de consul U een bezoek brengen. Daar u niet hier was, had ik de eer hem te begroeten en hem mede te deelen dat ge te Parijs vertoeft. Op verlangen van den con sul meld ik u, dat hij morgen het Ka - trampersooneel, die niet verdient een naam van gezonde vakorganisatie. De heer Troelstra repliceerde uit voerig; scherp critiseerde hij de houding van den minister. Diens vorderen dat de Nederlandsche ver eeniging haar standpunt zal prijsgeven beschouwde spreker als een oorlogs verklaring waarvoor, het tijdstip al zeer verkeerd is, De heer Treub achtle het een groote fout van de regeering dat niet ingegaan wordt op den wensch van het spoorwegpersoneel om het scheids gerecht beter in te richten. Minister Taima's jongste wets ontwerp. Het merkwaardig samentreffen der bijna gelijktijdige indiening van een tweetal verzekeringsontwerpen in Engeland en in Nederland, geeft aan enkele bladen aanleiding tot het maken van een vergelijking. Zoo o. a. „de Beukelaar" het chr. soc. weekblad van mr. A. R. van de Laar. Diens vergelijking vah niei uit ten gunste van minister Talma. Het hoofdverschil tusschen hem en mi nister Lloyd George wordt als volgt aangegevenhet publiekrechtelijk karakter van de Engeische regeling tegenover de privaatrechtelijke lijn, die minister Talma tracht te volgen, waar hij volgens loonklassen zeer uiteenloopende premies vraagt en daarvan de latere uitkeering afhan kelijk stelt. De last voor de arbeiders wordt drukkend geacht. Wat nu den last voor de onder nemers aangaat ook dit zij met een enkel woord genoemd u'eze is bij het Engeische ontwerp, ook wijl de Staat pensioneert en zooveel bij draagt, over het algemeen geringer dan bij ons. De werkgever heeft in den regel voor iederen arbeider f 0,15 per week te voldoen. B'j ons bedraagt dit voor de derde, vierde en vijfde loonklasse gemiddeld genomen 16 cent per arbeider. En dan heeft de ondernemer bij oris nog minstens plm. 1 pet. van het loon voor de ziekte verzekering te voldoen. Waar nu in Engeland de loon- slandaard hoog is, zullen de 15 cent per week meest nog geen 1 'U pet. van het loon bedragen, de 16 cent bij ons zijn veel eerder l'/i pet. van het loon. De 1 pet. voor de ziekte» verzekering er dan bij gerekend, heeft onze ondernemer dus ongeveer een tweemaal zoo hoog percentage van het loon te betalen als de Engeische. Daarbij bevat nu echter het ont werp van L'oyd George de ons inziens zoo zonderlinge bepaling, dat zoo de arbeider bij lager loon geen vier, doch slechts drie, twee or een stuiver heeft te betalen, de ondernemer dit ontbrekende heeft aan te vullen. Voor een arbeider, die slechts f 4 loon beurt en dus maar een stuiver be taalt, zal nu de werkgever in stee van drie stuivers zes hebben te vol doen. Deze straf op lage ioonen is wel zeer eigenaardig. Eindelijk verdient, naar het ons voorkomt, de organisatie van het Engeische ontwerp, waarbij heel de uilvoering zooveel mogelijk wordt overgelaten aan reeds bestaande ar beiders-organisaties, wel bijzonder de aandacht. Zoo hebben wij slechts enkele hoofdlijnen van verschil ietwat uit gestippeld. Ook het ontwerp Lloyd George geeft geen volkomen vrij stelling van de laagste loonen, zooals prof. Treub deze reeds sinds lang voorstond overigens is er we! eenige merkwaardige overeenkomst tusschen het ontwerp Lloyd George en de door prof. Treub ontworpen regeling en 20oals wij deze ook zeer zouden wenschen. Maar in ieder geval geeft het Engeische ontwerp, dat dan ook de ziekte-verzekering insluit, voor de lagere loonen een regeling, die zeer sterk met draag kracht rekening houdt. Vlak omge keerd als in het ontwerp-Taima. Wij behoeven wel niet meer te schrijven, dat wij noch het oniwerp- Talma noch het ontwerp-Lloyd Geor ge zouden wenschen. Ons ideaal is en blijft vrijwillige verzekering met belangrijke geheele en gedeel telijke vrijstellingen van premie. Doch de kans op dwangverzeke ring is ten onzent niet gestegen. Dat Engeland voor dwangverzekering schijnt te kiezen, trof velen, trof ook ons, zoo stegen ook ten onzent de koersen. Het nieuwe ontwerp-Talma echter, dat op de arbeiders met laag loon en groot gezin den zwaarsten last legt, voor de kleine onderne mers den druk niet in het minst verlicht, zal bij velen de liefde voor de dwangverzekering niet doen stij gen en heeft de kans op invoering verminderd. Prof. Diepenhorst riep eenmaal uit tegen het verzekering-stelsel van prof. Treub: non tali auxilio, met zulke hulpe geenszins, het zou niet onmo gelijk zijn, dat van de zijde van prof. Treub thans tegen het ontwerp-Talma een „op zulke wijze nooit" weer klonk. Én dan blijft dwangverzekering ten onzent gewisselijk nog uit. Ook de „Nieuwe Arnh. CL" maakte een vergelijking, waarbij zij tot deze conclusie k»mtEr is, naast eenig verschil, een groote overeenkomst tusschen doel en strekking der sociale verzekeringswetten door de beide ministers ingediend beide beoogen tot zekere hoogte hetzelfde, doch uit den opzet en de toepassing blijkt de waarheid van het gezegdeals twee hetzelfde doen, is het nog niet het zelfde. Toen de vrijzinnige Engeische minister zich de vraag stelde, vanwaar het geld, benoodigd voor de ouder- domspensionneering, moest komen, stond het bij hem vast, dat dit ge zocht moest worden daar waar het zich bevond en het best gemist kon wordenbij de vermogenden, de groote grond-eigenaren, de groot kapitalisten, de bezitters van groote inkomsten. De vrijzinnige zegt tot den vermogende: draag naar de mate van uw rijkdom bij ten behoeve van uw onvermogenden medëmensch. De „Christelijke" zegt tot den onvermo gende betaal ook boven de mate van uw kracht, niet alleen van uw loon, maar ook van hetgeen noodig is om u en uw gezin in 'l leven te houden. Verbetering positie officieren. Naar de „N. R. Ct." verneemt, is aan het departement van oorlog het ontwerp tot verbetering van de po sitie der officieren gereed gekomen. naai oversteekt en van Rotterdam per stoomboot den Rijn opvaart om zijn dochter te bezoeken. Mevrouw Gray zal hem later volgen, daar zij op het oogenblik ongesteld is. Het zou den consul veel genoegen doen, als u tegenwoordig waart bij het gelukkig wederzien van vader en dochter. Sir James Gray heeft ook met veel lof gesproken over uwe groote rede in het proces van den moordenaar Uriah James Gray. Verder geen nieuws. „wllkens jeffers, „Sollicitor." Behoedzaam vouwde mijnheer Mor ris het telegram dicht en borg het in zijn borstzak. Toen liep hij eenige malen heen en weer als een wanho pige. Allerlei plannen vlogen hem door het hoofd, het een al slechter dan het andere, doch eindelijk had hij zijn besluit genomen- Hij sloot zijn koffer, telde de banknoten in zijn portefeuille en schelde. Onmiddellijk kwam een bediende. „Kellrier, wees zoo goed mij dade lijk mijn rekening te brengen. Ik moet onmiddellijk op reis, maar ik kom spoedig terug. Mijn koffers laat ik hier in bewaring achter." Voorbereidend militair onderricht. Ingevolge het bepaalde in de Re geling van "net Voorbereidend Militair Onderricht, zal de aanmelding tot deelneming aan dit onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt, moeten geschieden voor den eersten Juni eerstkomende en wel a. in plaatsen waar infanterie of vesting-artillerie in garnizoen ligt bij den commandeerende officier der in fanterie of der vesting-artillerie b. in de overige plaatsen bij den burgemeester der gemeente. Bedoelde commandeerende officieren en. burgemeesters zender, voor of op 1 uli aan den inspecteur der infanterie een staat in, vermeldende onder meer welke jongelieden zich tot deelneming hebben aangemeld. Vermits nu door genoemden in specteur na ontvangst van bedoelde staten, alle verzoeken om alsnog tot het onderricht te worden toegelaten, zullen worden afgewezen, tenzij de belanghebbenden kunnen aantoonen, dat 'zij door verblijf in het buitenland of om andere redenen onschuldig zijn aan te late aanmelding, meenen we de jongelieden, die aan het voorbe reidend militair onderricht wenschen deel te nemen, dat 1 October a. s. begint, nadrukkelijk opmerkzaam te moeten maken, op de noodzakelijk heid zich daartoe voor 1 Juni a. s. aan te melden, terwijl we tevens in herinnering brengen, dat gelijke aan melding ook moet geschieden door hen, die ten vorige jare reeds aan het onderricht deelnamen. „Wenscht mylord een rijtuig Naar welk station De advocaat maakte een afwijzend gebaar met de hand en keerde zich om. Vijf minuten later was de rekening betaald en verliet de advocaat het hotel. Hij nam een huurrijtuig en reed naar een afgelegen wijk, om daar onder eenig voorwendsel vergif te koopen. Onderweg veranderde hij van plan hij reed eenigen tijd zonder doel voort en gaf den koetsier bevel om naar de Rue St. Martin te rijden hij wilde nogmaals een bezoek brengen aan professor Gispert. Doch daar kreeg hij een apotheek in het oog en nu liet hij den koetsier voor de deur daarvan stilhouden. De advocaat stapte uit en ging den winkel binnen. „Wat blieft u, mijnheer „Ge zoudt mij een groot genoegen doen, als ge mij een zeker werkend vergif wildet verkoopen, waarmee ik mijn lievelingshond zonder pijn kan dooden. Het arme dier is ziek en lijdt veel pijn." „Het spijt mij u te moeten zeggen dat wij geen vergif mogen afgeven „De Nederlandsche Dagbladpers". Dinsdag hield de Vereeniging van Uitgevers van Dagbladen„De Ne- aan een onbekend heerdit doen wij ook nooit. Ik kan u echter het adres geven van iemand, die u in dit geval van dienst kan zijn." Bij deze woorden reikte de provisor hem een fraaie adreskaart over met bevei naar het opgegeven adres te rijden. De koetsier las „Louis Toubier, kamerjager. Behan delt honden, katten en kamervogels. Rue Rivoli." Wij zullen den advocaat niet volgen bij zijn bezoek aan de inrichting van mijnheer Toubier, doch alleen ver melden wij dat hij na een halfuur in het bezit was van een poeder, dat in wijn of water kon opgelost worden en binnen drie minuten zon der pijn den dood veroorzaakte. Mijnheer Toubier ontving een flinke som gelds voor zijn poeder en hield het daarom voor plicht de voordee- ligste manier voor het gebruik op te geven. Ten slotte drong hij de advo caat eenige adreskaarten op, om die in Engeland onder zijne kennissen te verspreiden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1