I».
Stels,
10 Mei
CS-
toen.
Gemeentebestuur.
Feuilleton,
de
ne
ir-
ïd-
ste
)it
IG.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
No 115
49e Jaargang,
1911
rij
m
•lie
ftijcl van I
ietsje
.ER, Wage-
:'3g
aat.
VLIS
Dinsdag
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÉN van 5—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeifde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
'etters en clichés naar plaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
Hbonnsments-Bdoertentiln. op zeer uoordeeiige ooortoaarden
SCHIETOEFENINGEN.
Onveiligheid Vaarwater.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van zeevarenden,
die hierbij belang kunnen hebben
dat in de maand Mei 1911 de na
volgende schietoefeningen zullen wor
den gehouden, als van het fort Pam
pus, Zuiderzee, op 17 en zoo noodig
ook op 18 Mei a.s.van het fort Hoek
van Holland on 16 en zoo noodig ook
op 17 Mei a.s.;
dat omtrent de regeling dier schiet
oefeningen inlichtingen zijn te beko
men ter Gemeente-Secretarie op eiken
werkdag van des morgens 9 tot des
namiddags 4 uur.
Vlissingen, 15 Mei 1911.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
"BTnnsnland;
Het fort bij Vlissingen.
In een rapport, aangeboden aan de
afdeeling voor zee en koloniaal recht
van de conferentie der jonge balie te
Brussel, hebben de advocaten Georges
Brigode en Maurice Ducame, de
Scheldekwestie onderworpen aan een
critisch onderzoek in het licht van
het internationaal recht en de trac-
taten. in deze studie, die voorafgegaan
wordt door eene inleiding van den
heer Léon Hennebicq, president der
genoemde conferentie, stellen de
rapporteurs met opzet alle nationale
belangen-vragen of militaire gezichts
punten ter zijde,om tot een zuiver juri
dische conclusie te kunnen geraken
en tot onpartijdige oplossing dezer
belangrijke kwestie.
De hier behandelde critiek is blij
kens de vele aanhalingen en bron
vermeldingen een voortbrengsel van
veelomvattend onderzoek, dat als
documentatie van waarde mag heeten
voor in dit werk weergegeven op
vattingen over de kwestie. De slotsom
waartoe de schrijvers van deze
brochure geraakten, is in hoofdzaak
erkenning van de souvereiniteit van
Nederland over de Beneden-Schelde
en verwerping van het denkbeeld
eener gemeenschappelijke zeggings
macht van België en ons land over
dat deel van dien stroom. Evenwel
zien de rapporteurs na kennisneming
der betreffende fractaten een erf
dienstbaarheid rusten op den Schel-
demond ten behoeve van den zeehandel
van België, een servituut van uitweg,
waarvan het gebruik in oorlogstijd naar
hun oordeel geregeld zou behooren
te worden door een overleg tusschen
de twee meest belanghebbende staten.
(„N. R. Ct.")
O—
48.)
Het treinpersoneel kent deze trek
vogels van de overzijde van het Ka
naal; het is met hun luimen en eigen
aardigheden bekend en ziet hen niet
ongaarne.
De sneltrein stond gereed, de con
ducteurs drentelden heen en weer en
beantwoordden telkens weder de
vraag, wanneer de trein zou vertrekken.
Ook mijnheer Morris ging naar een
der conducteurs.
„Mijnheer," zeide hij tot den be
?mbte, „ik ben zeer vermoeid en zou
in mijn coupé gaarne tot Parijs willen
s'apen."
Bij dit echt Engelsch verzoek ver-
kok de beambte geen spier van zijn
gelaat, maar maakte een beleefde
I buiging.
„IV zou ii daarom willen verzoeken
Svcurtinje de ie*s voor mijn cchtge-
De Bakkerswet.
De Zeeuwsche Bakkersbond heeft
zijn grieven tegen het nader gewijzigd
ontwerp-Bakkerswet voor minister
Talma gepubliceerd.
in de eerste plaats legt de bond er
den nadruk op, dat de bakkerijen in
Zeeland hoofdzakelijk behooren tot
bet klein- en middenbedrijf, terwijl
de meeste gemengde zijn. De eige
naars van deze gemengde bakkerijen
wier debiet niet voornamelijk in brood-
omzet bestaat, maar voor wie bereiding
van beschuit, koek of banket hoofd
zaak is, komen in een zeer ongunstige
conditie tegenover hun concurrenten,
die geen brood bakken, d.iar voor
deze laatsten de arbeidsduur niet be
perkt zal worden.
Een ernstig bezwaar beslaat bij den
bond ook tegen art. 12 van het ontwerp,
waardoor in de kleine bedrijven,
waarin de patroon alleen of metéen,
twee of drie gezellen werkt, al het
werk in ongeveer 10 uren moet wor
den verricht.
Dit is volgens den bond
voor Zeeland een onoverkomelijk be
zwaar geacht.
Toegegeven wordt, dat in vele bak
kersbedrijven, dagen, zells tijden in
het jaar voorkomen, dat al het werk
vrij gemakkelijk in 10 uur kan worden
vervuld. Maar toch is dit iang niet in
alle bakkerijen het geval. In de bak
kerijen waar veel beschuit gebakken
wordt, is het zelfs in gewone omstan
digheden onmogelijk orn in 10 uur
klaar te komen, en het gevolg daarvan
is, dat de klanten niet op tijd bediend
kunnen worden.
Ook acht de bond 15 dagen in het
jaar, waarop langer gewerkt mag wor
den, te gering in getal, volgens hem
moest dit getal 40 zijn, met het oog
op de drukke dagen tegen Paschen
en Pinksteren en in de maanden No
vember en December.
Het verbod van nachtarbeid is voor
den bond onaannemelijk met het oog
op de marktdagen, voor welke dagen
aan café's en melksalons altijd vroeg
moet geleverd worden; in ieder geval
zou een uifzondering hoogst noodza
kelijk zijn.
Vooral in plaatsen als Wemeldinge
en Hansweert, waar schepen dikwijls
voorraad voor een paar dagen inne
men, zoude de schade uit het verbod
van nachtarbeid voor bakkers en het
ongerief dat er voor de schippers uit
voortvloeit, moeilijk te berekenen zijn.
De bond verklaart, dat het door bet
bakkerscomilé gepubliceerde ontwerp
van wet voor de Zeeuwsche bakke
rijen, op een enkele uitzondering na,
evenmin aannemelijk is, vooral met
het oog op de daarin voorgestelde
regeling en beperking van den ar
beidsduur in verband met den nacht
arbeid. In het grootbedrijf is het laatst
genoemde regel, bij de leden van den
noote te zorgen. Zij zit in de wacht
kamer eerste klasse op het vertrek
van den trein te wachten. Opdat zij
mij niet stoort, wenschte ik wel dat
zij in twijfel was of ik meereis of niet."
De advocaat nam twee goudstukken
uit zijn beurs en duwde die der. con
ducteur in de hand.
„Als dit geld niet voldoende is voor
alle uitgaven ter verzorging van mijn
vrouw gedurende de reis, dan hebt
ge slechts te spreken. In Wiesenburg
laat ge haar een kop heete melk bren
gen en daarbij gebraden kastanjes,
wijndruiven en beschuit. In Chalons
moet haar thee gebracht worden. Doe
nu een coupé voor mij open, knip
mijn kaartje en iaat mij verder met
rustik ben zeer vermoeid en wensch
te slapen. Zeg niet aan mijn vrouw
dat ik in den trein ben."
Een oogenblik later zat de advocaat
op de zachte kussens van een coupé
eerste klasse, waarvan de gordijntjes
dicht waren. Hij dacht aan Jane
Gray.
„Nu behoort zij aan mij", mompelde
hij. „Zij gaat met mij naar Parijs
nooit laat ik haar meer van mijn zijde.
Ai haar wensohén zullen'vervuld wor
bond niet, maar zij hebben in dit op
zicht meer vrijheid noodig dan in het
ontwerp van den minister gelaten
wordt.
Tot de groote financieele opofferin
gen, waarvan het B. C. zelf zegt, dat
de door hen voorgestelde regeling
hen noodzaken zou, zijn de kleine en
middenbedrijven niet in staat.
Hef bezoek van President Fallières.
Men meldt uit Parijs, dat, behou
dens nadere wijzigingen, welke nog
zouden kunnen voortspruiten uit be
zwaren in verband met onvoldoenden
diepgang van het vaarwater, het
voornemen bestaat het Fransche
eskader, dat in begin Juli den Pre
sident der Fransctie Republiek, den
heer Faillières, naar Amsterdam zal
overbrengen, saam te s'elien uit de
pantserschepen „Edgard Quinet" en
„La Marseiilaise", benevens twee
toipedobooten.
Christ, historischen
en verplichte verzekering.
Aan een aitikel in „de Standaard,"
over het ontwerp-Talma in zake
ouderöoms- en invalidileiis-verzeke-
ring, waarvan het blad zegt, dat het
„eindelijk, vee!, veel te laat" is in
gekomen, onlleenen wij het volgende,
aangaande de houding der Christ.-
historische partij tegenover de ver
plichte verzekering.
Omtrent de medewerking van de
christ.-historische fractie te dezer
zake was, vóór 1901 ten einde liep,
„eenige zekerheid" verkregen. Gelijk
men toch weet, heeft dr. Kuyper tiet
in juni van dat jaar ontworpen re-
geeringsprogram aan de diie partijen
der rechterzijde medegedeeld, en
wederkeerig mededeeling verzocht,
of een kabinet, met zu'.k een program
optredende, op den steun van de
drie partijen zou kunnen rekenen.
Had deze raadpleging tot refuus ge
leid, zoo zou uiteraard van kabinets
formatie moeten zijn afgezien. Uit
den loop der zaken mag alzoo wor
den afgeleid, dat, al bestonden er
enkele bezwaren, die toch niet tot
openbaring van zulk een verschil
over de hoofdbeginselen heeft ge
leid, waardoor saamwerking zou zijn
uitgesloten geweest. Integendeel, de
saamwerking tusschen de chr.-hist.
Kamerclub en het kabinet-Kuyper is
soms eigenaardig, maar toch in
hoofdzaak steeds uitnemend geweest.
Zij 't dus al, dat ook thans op dit
terrein zich divergentiën voordoen,
en juist het verplicht karakter van
dit ontwerp sympathieën dreigt te
vervreemden, hieruit volgt nog in het
minst niet, dat daarom deze club
zoo 't hard tegen hard liep, het ont
werp zou willen doen vallen, en het
kabinet ten doode zou doemen. Er
den, behalve dien eenen naar Koert
Von Berghaupt terug te keerendat
is onmogelijk. Hij is nu gestraft, om
dat hij de hand naar Jane Gray durf
de uitstrekken. Jane zal hem vergeten
en erkennen dat haar geluk alleen aan
mijn borst te vinden is. Nooit zal ik
haar éen minuut verbitteren met een
verwijt over dat huwelijk. Ik heb je
alles vergeven, Jane."
Mijnheer Morris nam haar poitret
uit zijn portefeuille, staarde het ge-
ruimen ran en drukte er toen een kus
op. Hij gevoelde volstrekt geen gewe
tenswroeging, maar integendeel tevre
denheid en zelfvoldoening over het
geen hij verricht hadhij hoopte
dat Jane zich ook spoedig in het ge
beurde zou schikken.
Hij leunde met het hoofd in de
kussens en trachtte in te slap;n;
hij was met zichzelf en met de wereld
tevreden immers hij had alle geschil
len in zijn voordeel beëindigd en zijn
tegenstander daarbij niet meer bena
deeld dan hoog noodzükelijk was.
Toen de klok op het perron het
teeken gaf dat de trein over een'paar
minuten zou vertrekken, richtte de ad
vocaat zich uit de kussens op, schoof
zijn zeer wel gevallen denkbaar, dat
men tot het laatste toe voor zijn eigen
inzicht opkomt, en toch ten leste
zwicht voor een niet uit den weg te
ruimen noodzakelijkheid.
Patrimonium
en het Ghr. Nat. Vakverbond.
In de vergadering van het bonds-
bestuur van „Patrimonium" met het
bestuur van het Chr. Nationaal Vak
verbond, die te Utrecht gehouden
werd, is na eene breedvoerige be
spreking de volgende resolutie aan
genomen
De besturen van het Nederl. Werk
liedenverbond Patrimonium en het
Chr. Nationaal Vakverbond, overwe
gende de moeilijkheden, die in de
laatste jaren een krachtige ontwikke
ling van de Chr. vakbeweging tegen
gehouden hebben gelet op de nood
zake ijkheid der uitbreiding van de
Christelijke vakbeweging in ons va
derland van oordeel, dat de ernst
der tijden samenwerking van aile
christelijke arbeiders ook in de
vakorganisatie noodzakelijk maakt;
besluiten de propaganda voor de
Chr. vakorganisatie krachtig te be
vorderen door aile Chr. arbeiders op
te wekken zich aaneen te sluisen in
de vakorganisatie, met vrijheid voos
de verschillende organisaties omtrent
den grondslag, dien zij ais uitvloei
sel van hunne Chr. belijdenis meenen
te moeten aannemen, mits deze
grondslag de handhaving van het
Chr. beginsel en mitsdien de ver
werping van den klassenstrijd waar
borgt, en spreken uit, dat deze or
ganisaties zich behooren aan te slui
ten bij het Chr. Nat. Vakverbond.
Hoemoepathisch Ziekenhuis.
De bouw van het homoepaiisch
ziekenhuis te Utrecht is verzekerd,
daar het kapitaal, dat voor 1 Mei
aanwezig moest zijn om de toege
zegde schenking van f 100.000 te
verwerven, gevonden is. Er zijn
echter nog altijd verdere fondsen
noodig, om de stichting aan het doel
te doen beantwoorden.
Vlissingen, 15 Mei.
De reis van het Duitsche
Keizerspaar.
Op den vastgestelden tijd, te 10 uur
11 minuten, kwam gisterenmorgen
hier ue extra-trein aan, waarmede het
Duitsche Keizerspaar, vergezeld van
hun dochter, Prinses Victoria Louise,
van Berlijn waren gekomen op de
doorreis naar de Engeische hoofdstad
tot bijwoning van de onthulling van
het standbeeld voor Koningin Vic
toria.
De trein, waarop twee keizerlijke
vlaggen waren geplaatst, werd bege
het gordijntje ter zijde en tikte den
conducteur, die juist op de treeplank
voorbijging. De beambte opende het
portier.
„Mijnheer, heeft mijn vrouw u een
telegram afgegeven voor zij instapte
„Neen, mylord."
„Dan moet ik het doen Er is haast
bij. Wacht u een oogenblik!"
Snel haalde mijnheer Morris zijn
notitieboekje te voorschijn, scheurde
er een blaadje uit en schreet een tele
gram aan prof. Frangois Gispert te
Pariis, waarin hij den beroemden
psychiater de aankomst van zijn vrouw
tegen den volgenden dag meldde. Het
blaadje aan den conducteur toerei
kende, zelde hij
„lk hoop dat mijn vrouw wel is
„Zij nam zoo even plaats in haar
coupé en ik geloof dat zij geheel
wel is
„Dank u spaar geen moeite of kos
ten om haar de reis zoo aangenaam
mogelijk te maken. Wil u de kosten
van het telegram voorschieten
„Om u te dienen, mylord
De conducteur sloot het portier en
snelde heen om het telegram naar het
telegraafbureau te brengen. Twee mi
leid door de heeren Eekhout, kapitein
der marechaussee en verder door
enkele hoofdambtenaren der Staats
spoorwegen, nl. de heeren C. Wal
raven, inspecteur der exploitatie Ver
maas, hoofdingenieur van tractie en
Elsman, hoofdopzichter-machinist.
Op het perron waren verskillende au
toriteiten aanwezig, o.a. vice-admiraal
Ellis, oud-minister van marine en ad
judant in buitengewonen dienst van
H. M. de Koningin, die den keizer
namens H. M. complimenteerdede
burgemeester, de heer jhr. mr. A. A.
Van Doorn van Koudekerke de Duit
sche consul, de heer A. E. Dudok van
Heel, de procureur-generaal, fungee-
rend directeur van politie mr. Reitsma
uit 's Gravenhage de garnizoens
commandant, luitenant-kolonil P. A.
T. Zanino met zijn adjudantde com
mandant van Hr. Ms. „Bever", de
luitenant ter zee le klasse de Haas;
de commandant van de „Hohenzol-
lern", de hoofdingenieur van den rijks
waterstaat in Zeeland, de heer Ramaer
en de directeur van de maatschappij
Zeeland", de heer T. H. de Meester.
Verder waren op het perron nog
de commandant van de rijksveld-
wacht, de heer Van Trotsenburg,
de luitenant der maréchaussee, de
heer Piekema, en de fungeerend com
missaris van politie, de heer W. F.
van Meerendonk.
Nadat de vorstelijke personen met
het talrijk gevolg waren uitgestapt
en door de aanwezige autoriteiten
begroet, begaf men zieh, terwijl de
Keizer zich met den commandant van
de „Hohenzollern" onderhield, door
de vorstelijke wachtkamer, die evenals
het perron, de hal en de ponton, door
de goede zorgen van de heeren Van
Eeden, te Middelburg en van Glad
beek, bloemist te Breda, keurig met
draperieën, wapens, planten en
frissche bloemen versierd was, naar
de Zuidelijke ponton, waaraan het
jacht gemeerd lag.
De Keizer droeg de kleine ad-
miraaistenue, terwijl de Keizerin was
gekleed in het lichtblauw met een
hoed met struisveer en de Prinses
in het zwart met een grijzen hoed
met lila bloemen.
Op de ponton werd aan de Keize
rin door mevrouw Zanino en aan
de Prinses door mej. A. Dudok van
Heel een bouquet aangeboden, waar
voor beiden hartelijk dankten, terwijl
zij zich geruimen tijd met de ge
noemde dames onderhielden.
Hierop begaven de Keizerin en haar
dochter, gevolgd door den Keizer,
zich aan boord van bet jacht, waarop
dadelijk de Keizerlijke standaard werd
geheschen, terwijl de bemanning
joelde en de op de reede liggende
kruiser „Koenigsbergen" de gebrui
kelijke saluutschoten loste.
De zich onder de hal en op de
nuten later was de sneltrein in be
weging.
De dienstvaardige conducteur deed
zijn best om de voorgewende vrouw
van den advocaat naar behooren te
verzorgen. Zonder eenig kwaad ver
moeden nam zij dankbaar de attenties
van den beambte aan.
Eerst toen de trein in gang was
gevoelde zij zich beklemd, ongerust,
doch haar gedachten snelden haar
vooruit naar haar beminden Koert.
Alles wat zij tot dusver geleden
had, kon haar vertrouwen op hem
niet aan het wankelen brengen.
De ongelukkige vrouw had slechts
éen gedachte zij wilde hem vergif
fenis schenken. Zij had slechts éen
streven: zij wilde zijn hart weer voor
haar winnen.
Gedurende de reis zorgde de con
ducteur goed voor haar. Aan elk sta
tion had hij een of ander, waarmede
hij de alleenreizende dame genoegen
meende te doen.
(Wordt vervolgd.)