Vrijdag 12 Mei No 112 49e Jaargang. 1911. BINNENLAND. Feuilleton, VLISSIINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden L3Q. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÊN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnemenis-Bdvertentiën op zeer uoordeeüge uoortvaarden Een zware taak. Met de indiening van het ontwerp eener wet op de ouderdoms- en Invaliditeitsverzekering heeft in zeke ren zin de regeering nu haren plicht gedaan. Voor de verdere vervulling der zware taak, die zij op zich nam, zal zij op de trouwe medewerking van het Parlement een beroep moeten doen. Denkt men hier alleen slechts aan de militiewet, die de weerbaarheid van ons volk zal moeten herstellen en aan de Tariefwet en het driestel der Sociale Verzekeringswetten, die de bestaanszekerheid van breede kringen des volks zullen medebrengen, dan is dat reeds voldoende om van den eerbiedwaardigen omvang dier taak, die op afdoening wacht, eenig denkbeeld te geven. Nu spreken wij hier niet van tal rijke andere onderwerpen, die de aandacht zeer verdienen en ook zullen vinden. Indien voor de afwerking dezer reuzetaak niet bij voortduring zeer ernstig wordt gearbeid, en niet veel zelfbeperking worde betracht in de besprekingen, dan zal de tijd, die nog rest, niet toereikend zijn. Het spreekt van zelf, dat de meeste steun voor de regeering zal moeten komen van de zijde der regeerings- partijen en zeer gaarne zullen wij zien, dat zij con amore in deze moeilijke tweejarige periode, die voor de deur staat, met onze Christelijke regeering samenwerken. („Maasbode") De Militiewet, Melding makende van het ook door ons opgenomen bericht van de „Stan daard", dat er van een openbare be handelingder Militiewet in dit zittings jaar wel niet veel meer zal komen, schrijft „Land en Volk" De regeering blijft in militaire zaken zich zelf volkomen gelijk. Eersl wer den onder de leuze van bezuiniging hervormingen aangebracht die geen bezuiniging opleverden maar wel het leger hielpen desorganiseeren. Ver volgens moest het land a la minute worden gered door de ontworpen kustverdediging. Daarna bedacht men, dat hierbij toch weer geen haast was, en dat een nieuwe militiewet moest voorgaan. Wat inderhaast was bedorven moest inderhaast worden hersteld. Uit re- geeringskringen kwam het bericht, dat het aan de regeering niet zou liggen, zoo niet nog in de maand Juni de Tweede Kamer de militiewet zou hebben afgewerkt. „Colijn werkt vlug" hij wist tevoren dat hij het antwoord op een voorloopig verslag, dat hij nog 45.) Hij deelde daarin mede dat zijn gezondheidstoestand bedenkelijk was en dat hij zich op bevel van den dok ter van alle beroepsbezigheden moest onthouden. Hij had den raad gekregen verandering van lucht te zoeken en was daarom voornemens naar Frank rijk te gaan en wel naar Parijs. Waar schijnlijk zou hij daarom zijn volgen den brief uit die stad dateeren, enz. De tweede brief was bestemd voor Koert. Kort en bondig schreef hij daar in, dat hij wegens dringende zaken te Londen zijn reis geen minuutlan ger kon uitstellen. Aan het slot van dit beknopte schrijven drukte hij den wensch uit, dat de heer Von Berg- haupt een vriendelijk aandenken aan hem mocht behouden enz. Een derden brief richtte hij aan jane Gray. Hij ham van haar afscheid niet kende binnen veertien dagen zou hebben ingediend. Voor ingewijden stond vast, dat deze beweringen niets anders waren dan humbug, blague. Nu moet achteraf de indruk worden gevestigd, alsof deze beweringen ernst konden zijn geweest. Daartoe wordt in de officieuse pers een bericht afgeschoten, bestemd om eigen stoep jes schoon te vegen en de schuld van de vertraging te werpen op de commissie van rapporteurs en de Kamer. De schijver steekt dan den draak met het bericht en vervolgt, dat deze loop van zaken had kunnen worden voor speld, voordat men den snelheidshum bug in de wereld bracht. Dat dit verhaaltje thans wordt opgedischt, bewijst alleen hoezeer men met de middelen tot dekking van zijn ma noeuvres verlegen zit. Indien de conclusie van den „Stan- daard-"correspondent juist is zullen wij ons daarin verheugen. Het over haast doordrijven van deze wet kan alleen worden bevorderd door snel- werkers, die de vérstrekkende be- teekenis er van niet doorzien. Vrijheid van arbeid. Het „Huisgezin" schreef over dit onderwerp het navolgende Bij de behandeling der bakkerswet komt natuurlijk de kwestie van de vrijheid van arbeid terug, door mr. Loeff bij de arbeidswet ter sprake gebracht. De vraag, of niet alleen het doen verrichten van arbeid onder zekere omstandigheden, maar ook het verrichten van arbeid zelf verboden en dus strafbaar moet zijn. Wie zegt het arbeiden zelf kan nooit verboden en nooit strafbaar gesteld worden, snijdt daarmee het verbod van nacht arbeid voor de patroons af. Als de vrijheid tot arbeiden nooit kan wor den ingepeikt, staat het den bakkers patroon vrij, alle uren van den dag en van den nacht te arbeiden. En als hem dit vrijstaar, hoe wil men dan bij afschaffing of beperking van den nachtarbeid, arbeid binnen de „verboden" uren beletten Belet men allen arbeid, dan tast men de arbeidsvrijheid van den pa troon aan. Belet men allen arbeid niet, dan zal het uiterst moeilijk, zoo niet onuitvoerbaar zijn, te controleeren of de arbeid door den patroon, die werken mag, dan wel door den ge zel, die niet mag werken, is verricht. Is de vrijheid tot werken een onaan tastbaar iets, dan kan men ook nooit komen tot wettelijke winkelsluiting en moet men zich bepalen tot een regeling van den arbeidsduur van het personeel, wat in zijn gevolgen bevoorrechting schept voor een be paalde categorie winkels, evenals het wegvallen van het patroonsverbod voor eeuwig. Uit de weinige regelen sprak geen zweem van bitterheid of wrok. Hij wenschte haar geluk en zegen op haar verderen levensweg en vroeg vergiffenis als hij haar soms ooit gekrenkt mocht hebben. Thans legde hij de pen neder en zat een poos te peinzen. Op eens stond hij op, opende een grooten koffer en nam daaruit een fraaie bro chure. Het boekje was niet meer of minder dan het prospectus van het particuliere krankzinnigengesticht van professor Francois Gispert, in de Rue St. Martin, te Parijs. Aan dezen pro fessor schreef Morris den vierden brief luidende Den hooggeleerden heer Prof. Dr. Francois Gispert, Parijs. „Hoogedele Heer! „De toestand van mijn teergeliefde vrouw, geboren Jane Gray uit Londen, brengt mij in de treurige noodzakelijk heid, haar eenigen tijd ter behandeling in uw beroemd gesticht te plaatsen. Tevergeefs heb ik elders genezing ge zocht voor het lijden van mijn geliefde vrouw. In haar gekrenkt gemoed heeft zich een nieuw idéé fixe geworteld, den eenen bakker boven den anderen bevoordeelt. Zooveel blijkt wel uit hetgeen wij boven schreven, dat de kwestie, door mr. Loeff in het debat gebracht, er een is van verre strek king en bij het voortschrijden der sociale wetgeving herhaaldelijk aan de orde zal komen. In de „Tijd" vestigt iemand op dit stukje bijzonder de aandacht „omdat de quaestie van de arbeids vrijheid er zoo beknopt, zakelijk en helder in wordt voorgesteld. Dat zij bij de behandeling der bakkerswet terugkeert en zelfs in een geheel nieuwe phase, waardoor ook het arbeidsverbod tot gezellen en knechts zou worden uitgebreid, behoeft nu ook „Het Huisgezin" niet te verwon deren. Niet geheel juist schijnt het ons, te zeggen, dat zij door mr. Loeff in het debat is gebracht. Zij was er en is er en beheerscht het geheele wetsvoorstel zoo goed ais de voor steden tot verplichte winkelsluiting. Het ware struisvogelpolitiek dit niet in te zien. De zaak staat zuiver zoo, dat men den arbeid strafbaar wil stellen omdat een patroon of win kelier, die alleen en zonder hulp zijn zaak drijft, als men hem de vrijheid laa', bevoordeeld zou worden boven anderen. Bij „voortschrijdende sociale wetgeving" zal men daarvan inder daad de allerwonderlijkste consequen ties zien. Zoo zal bv. bij een wettelijke re geling van den arbeid van dienst boden, de huisvrouw, die er geen kan houden, natuurlijk bevoordeeld worden geacht boven haar arme iotgenoote, die er een heel stel van heeft. En al mocht de sociale wetgeving voorloopig nog niet zoover voort schrijden, dan komen toch allicht andere „patroons", aan de beurt bv. apothekers, notarissen, advocaten, redacteuren enz. enz., die nog in de bevoorrechte positie verkeeren, dat ze geen personeel hebben ter assis- tenl'ie in hun zaak. Ja, de quaestie heeft wel „een verre strekking", maar dat is toch heusch de schuld niet van mr. Loeff. Pest op Java. Een regeeringsteiegram d.d. Dins dag betreffende pestgevallen op Java luidt ais volgt In de afdeeling Malang kwamen gisteren (8 Mei) vijfentwintig gevallen voor, waaronder een geval van long- pest en elf dooden. Onder de pest lijders van eirgisteren (7 Mei) was er éen lijdende aan longpes', van de lijders van vorige dagen zijn er nog vijf overleden. Vier koortsgevallen op eergisteren bieken pest te zijn, waarvan éen gevat van longpest. Van het district Senggoeroeh is geen rap port ontvangen. Te Kediri geen nieuwe waaraan zij zich met al het vuur van haar levendig temperament vasthecht. Op eens gelooft zij nu gehuwd te zijn met een Duitschen officier, zij veraf schuwt mij, enz. Naar ik hoop, zal het mij gelukken, mijn dierbare echtgenoote op zachte manier naar Parijs te brengen. Zoodra mogelijk vertrek ik van hier. Verdere tijdingen volgen per telegram." „Met verschuldigde hoogachting, „F. Morris, advocaat, „Londen." Toen hij dezen brief gereed had, maakte hij toebereidselen voor de reis naar Parijs. XI. Bij het lezen van den kalm gestel den afscheidsbrief van mijnheer Mor ris gevoelde Jane medelijd n met den advocaat. Zij zag in zijn onderwerping met zijn lot iets groots. Na eenig peinzen meende de fijngevoelige jonge vrouw dat hij haar een gord voorbeeld wilde geven,om zich ook in haar lot te schikken. Zij dacht aan Koert. Mocht zij van hem afzien Kon zij dat doen Neen, nooitluidde het antwoord in haar binnenste. Al is Koert in den gevallen. 'Het bloedonderzoek van een verdacht sterfgeval op 5 dezer toonde pest aan. Te Soerabaja geen nieuwe gevallen. Drie koortslijders zijn in quarantaine gesteld. Van 21 tot 30 April zijn opgegeven drie-en negentig koortsgevallen, waarvan dertig .der lijders overleden zijn. Te Pasoeroean zijn na 30 April geen nieuwe pestgevallen, evenmin ver dachte gevallen voorgekomen. Legaten. Op gezag van de „Ned," hebben wij dezer dagen melding gemaakt van een groot legaat, door nu wijlen ds. Coeverden Adriani vermaakt aan de Vrije Universiteit. Nader verneemt genoemd blad, dat diens geheele na latenschap aan verschillende Chr. Stichtingen en ZendingsGenoolschap- pen is vermaakt. Dat aan de Vrije Universiteit is een der grootste van de reeks. Het gedrukte testament zal binnen eenige dagen openbaar wor den gemaakt. Da heer G. P. iuman Jr., dezer dagen te Zeist overleden, heeft naar dé „Ned." meldt, een bedrag van f 100,000 totaal vermaakt aan diverse Chr. instellingen, Zendingsvereeni- gen e. d. Ned. Roode Kruis. Tusschen het hoofdcomité van het Nederl. Roode Kruis en de Nederl. vereeniging van Roode Kruishonden is eene regeling getroffen betreffende hunne onderlinge verhouding, waarbij laatstgenoemde vereeniging recht streeks staat onder het hoofdcomité en zich verbindt ten allen tijde hare honden ter beschikking te steilen van het hoofdcomité. Een nieuwe schouwburg. De heer J. London, architect te Haarlem, zal te Amsterdam in een goede buurt in opdracht van Stoei en Spree een groot, modern theater gebouw optrekken, waar tooneel-, muziek-en opera-uitvoeringen kunnen gegeven worden door ieder gezel schap, al blijft dat van Stoel en Spree er aan verbonden. De heer F. S'oel is alleen beheerder en exploitant, Het gebouw zal een oppervlakte be slaan van pl.m. 3000 vierk. meter de zaal 2000 personen kunnen bevatten. Het tooneel wordt 20 meter diep bij 14 meter breed. Het orkest kan 50 muzikanten bevatten. De tee- keningen zijn reeds gereed. Viissingen, II Mei. „De Schelde" In de gisteren gehouden algemeene aandeelhoudersvergadering van de Kon. Maatschappij „de Schelde" diepsten zedelijken afgrond gevallen, dan zal ik tot hem afdalen om hem te troosten, te redden, hem weder op te richten maar hem verlaten, neen, dat nooit. De jonge vrouw dacht er over, of zij den advocaat na hetgeen er tus schen hen was voorgevallen zou ant woorden op zijn afscheidsbrief. Ja, zij zou hem een brief zenden en daarin uiteenzetten hoe zij haar heiiige ver plichtingen jegens haar echtgenoot opvatte. Nauwelijks had zij echter de pen in de hand genomen, of zij verviel in zwaarmoedige gedachten en iiet de pen rusten. De oppasser had haar al les medegedeeld wat de advocaat ge zegd had, toen hij bij haar toegelaten wenschte te worden. Zij bleef kalm, toen zij vernam dat de advocaat beweerd had dat Koert te Parijs vertoefde. Misschien omdat zij aan alles twijfelde wat mijnheer Morris haar zeide of liet zeggen. Nu dacht zij weer aan die bewering. Een Duitsch officier te Parijs Dat scheen haar iets onmogelijks. Maar had Koert haar dan niet geleerd, aan het onmogelijke te gelooven alhier, werd het 35e jaarverslag uit gebracht, waaraan het volgende is ontleend In den aanvang van het jaar had de maatschappij met groote slapte te kampen en niet dan met veel moeite en dan nog tegen slecht ioonende prijzen gelukte het de directie eenige opdrachten te bekomen. Gelukkig kwam hierin spoedig verandering en werden aan de maat schappij verschillende werken ter uitvoering opgedtagen, waardoor het jaar eindigde in groote bedrijvigheid in alle afdeeiingen. Als gevolg hier van konden tal van werklieden, die in het begin van het jaar bedankt werden, weder worden aangenomen. Het gemiddeld aantal werklieden bedroeg 1349. De onderhandelingen met de re geering betreffende uitbreiding en wijzigingen van het Erfpachtcontract zijn thans in een stadium, dat spoe dige beëindiging mag worden tege moet gezien. Afgeleverd werdenEen stalen vrachtstoomschip „Sophie li" aan den heer N. Haas te Rotterdam. Complete machine-installaiiën voor de stoomschepen „Bandoeng" en „Tji- taroen". (De beide torpedojagers „Wolf' en „Fret" waren op het einde van het jaar ongeveer gereej, doch werden eerst begin 1911 aïgeleverd.) In het geheel werden afgeleverd plm. 6,950 tonnen waterverplaatsing schepen, plm. 6.600 Indicateur Paar denkrachten machine-insiailatiën, en 19 afzonderlijke stoomketels met een gezamenlijk verwarmend oppervlak van plm. 19.000 vierkante voet. Bovendien werden belangrijke re- paratien aan schepen en werktuigen uitgevoerd. Op 1 Januari 1911 bedroeg de waarde der nog niet afgeleverde or ders plm. f 4.500.000, terwijl in 1911 tol hedën voor een bedrag van plm. i 1.000.000 aan nieuwe orders werd geboekt. De rekening van gebouwen, ge timmerten en vaste inrichtingen werd vermeerderd door uitbreiding met f 31.930.92, terwijl ze door afschrij ving verminderde met f 126.695.53. De waarde van het bouwterrein, opl |anuari 1910 bedragende f 70.570.93, verminderde met opbrengst terreinen en zand voor f8393, zoodat zij thans bedraagt f 62.227.43. De grond der maatschappij val lende buiten den erfpacht, vertegen woordigde op 1 Januari 1910 eene waarde van f 54.000. Dit bedrag vermeerderde door aankoop van hui zen, verbetering van terreinen, spoor- aanleg enz. met f 25,688,745, terwijl op 31 December 1910 werd afge schreven f 21.688.74, zoodat de waarde op 1 Januari 1911 bedroeg f 58.000. Daar kwam de kamernier binnen en zeide dat de jonkvrouw Von Lau- terer haar wenschte te spreken. „De dame wacht in de voorkamer mevrouw." Jane kleurde vluchtig toen zij dit hoorde. Zij trad voor den spiegel, om haar toilet na te zien, en zeide toen „lk heb het voorkomen van een treurende vrouw, maar ik heb geen reden om mijn droefenis voor de men- schen te verbergen, en allerminst voor de bloedverwanten van Koert. Laat de jonkvrouw binnenkomen." Staande ontving Jane de boodschap pen van den advocaat. Met een zwaar moedig pijnlijk glimlachje naderde zij de jongedame en wilde haar de hand geven, maar deze vermeed met zichtbaren angst de hand van jane aan te raken. Zij gruwde er blijkbaar van. de hand van de dochter eens moorde naars aan te raken. Als een schoone zondares stond zij nu voor de jonk vrouw von Louterer. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1