No 109
49e Jaargang.
Dinsdag
9 Mei
BINNENLAND,
Feuiileim
1911
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op 2ott- en Feestdagen,
ftbonrsemenfs-ftduerfenfiën op zeer uoordeelige ooorioaarden
VLiSSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENTIÊN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote
'etters en clichés naar Dlaatsruimte.
TELEFOONNUMMER 10.
Koninklijk bezoek Amsterdam.
De chef van het Militaire Huis
en de grootmeester van het Huis
van Hare Majesteit de Koningin
maken bekend dat Hare Majesteit
de Koningin in het paleis te Amster
dam audiëntie zal verleenen
Op Dinsdag 6 juni des namiddags
te 2 uuraan de heeren officieren
en militaire autoriteitendes namid
dags te 4 u. 30 m. aan de navolgende
civiele autoriteiten de leden van het
consulaire corps, de Commissarisen
der Koningin, gewestelijk besturen,
burgemeesters en gemeentelijke be
sturen.
Op Woensdag 7 Juni des voor
middags ten 10 u. 30 m. aan de
overige civiele autoriteiten en aan
de rijks-, gemeentelijke- en kerke
lijke commissiën des namiddags te
1 u. 30 m. aan de particuliere com
missiën.
Op Donderdag 8 Juni des voor
middags te 10 u. 30 m. aan parti
culieren. De lijsten, welke vanaf
Maandag 8 Mei ter inschrijving voor
deze audiënties ten paleize te Am
sterdam zullen gereed liggen, zullen
worden gesloten op Woensdag 24
Mei, des namiddags te 4 uur.
De Koningin naar België.
De „Etoile" deelt mede, dat het
bezoek van Koningin Wilhelmina
aan het Belgisch Hof beslist zal
plaats hebben in de tweede helft van
de maand Juli.
Ontwerp-Miiitiewet.
De Haagsche correspondent van de
„Standaard" schrijft
In aansluiting aan wat „de Rott."
reeds meldde inzake de openbare be
handeling van de ontwerp-militiewet
in de Tweede Kamer, verneem ik van
goed ingelichte zijde, dat, naar alle
waarschijnlijkheid, het voorloopig ver
slag eerst 25 Mei of iets later verschij
nen zal. Dit schijnt voor een deel
daarin zijn oorzaak te vinden, dat men
in de commissie van rapporteurs niet
eenstemmig was over de noodzake
lijkheid om den arbeid der commissie
zoo snel ten einde te doen loopen als
mogelijk geweest ware, indien men
zich de moeite getroost had om er
speciaal voor van elders over te komen.
Dat die eenstemmigheid ontbrak wordt
daardoor verklaard, dat men sterk in
twijfel trok, of resp. onmogelijk
achtte, dat het wetsontwerp voor
de zomervacantie in openbare behan
deling zou kunnen komen. Ik verneem
verder, dat in het voorloopig verslag
zeer veel vragen voorkomen zullen,
die hetzij ze al of niet belangrijk
zijn in ieder geval, naai men ver
42.)
Eene fijne glimlach speelde om de
lippen van den advocaat.
„Mijnheer Von Berghaupt, blijkbaar
gaat dit beweren uit van de valsche
onderstelling dat de dochter van Ja
mes Gray zooveel gevoel van eigen
waarde bezit, dat zij den man niet
wil volgen, die haar den rug toekeert.
Het spijt mij zeer, dat ik u uit dien
waan moet helpen. Mevrouw Von
Berghaupt heeft al reeds in eigen per
soon en zonder geleide naar u ge
zocht en is besloten haar man overa!
te volgen. Door vragen en zoeken
vond zij mijn woning. Is het dan niet
zeer waarschijnlijk, dat zij te eeniger
tijd uw verblijf aihier uitvindt
„Zij maakt mij waanzinnig", mom
pelde Koert.
„Laten wij nu eens aannemen dat
de dochter van James Gray u hier
wacht, een tijdroovende opstelling
van de memorie van antwoord zullen
veroorzaken, zoodat deze wei niet zoo
spoedig gereed zal zijn, als men in
normale omstandigheden van den
snelwerkenden minister van oorlog
zou kunnen verwachten. Neemt men
nu daarbij nog in aanmerking, dat,
naar mij verzekerd wordt, de Kamer
heel weinig geneigd is om een goed
deel van hare zomervacantie op te
offeren, dan kan men zelf nagaan, hoe
de kansen voor een spoedige open
bare behandeling thans staan.
Het eedsvraagstuk.
De memorie van antwoord is ver
schenen nopens het wetsontwerp tot
voorziening in de bestaande onze
kerheid ten aanzien van den vorm,
waarin eeden, beloften en bevesti
gingen moeien worden afgelegd.
Na een toelichting van het arrest
van den Hoogen Raad van 23 Mei
1910 betoogt de minister van justitie,
dat het ontwerp het karakter van
een noodwet moest hebben, en dat
het in de gegeven omstandigheden
niet geoorloofd was verder te gaan
dan deze drie punten het vaststellen
van een eedsformulier voor hen, die
niet tot eenig kerkgenootschap be-
hooren, het geven van een regeling
omtrent de eedsverplichting voor
zoodanige getuigen en het vaststellen
van een eedsformuiier voor hen, die
wel tot eenig kerkgenootschap be-
hooren.
Overweging van het voorloopig
verslag heeft echter den minister de
overtuiging geschonken, dat onge
wijzigde handhaving van het ontwerp
niet bevorderlijk kan zijn aan de
spoedige totstandkoming van de
meest dringend noodige voorziening
ten aanzien van het hoofdpunt, n.l.
de vaststelling van hel formulier van
den eed. Om deze reden wordt thans
een gewijzigd ontwerp van wet aan
geboden waarin niet voorkomt al
'datgene wat in het oorspronkelijk
wetsontwerp was opgenomen omtrent
de eedsverplichting. Dientengevolge
is ook in de considerans een wij
ziging aangebracht.
Debietrecht op tabak.
De Kamer van Koophandel te Nij
megen heeft besloten een adres te
zenden aan de Tweede Kamer, ver
zoekende 't ontwerp van we! tot
heffing van een debietrecht op tabak
niet aan te nemen.
In het adres wordt aangevoerd,
dat: deze wet in strijd zal zijn met
de belangen, zoowel van frabrikanten
van tabak en sigaren als van handel-
drijvenden in deze fabrikatende
groote bloei, waarin deze tak van
nijverheid en handel hier te lande
verkeert, door deze wet in gevaar zal
worden gebracht; de uitvoer van
ontmoet, misschien in het bijzijn van
andere personen, en denken wij ver
der dat ge haar terugwijst, zouden
dan alle gasten van het hotel, niet
wetende hoe de zaken staan, geen
partij kiezen voor de schoone vrouw
En zou de. zaak dan niet in het ge-
heele land bekend worden Zouden
dan in alle standen van de maatschap
pij geen lieden te vinden zijn die voor
en tegen u partij kozen De couran
ten zouden zelfs verplicht zijn er
over te schrijven en een schandaal
veroorzaken, waarvan de gevolgen
niet te overzien zijn."
Koert stapte een poos zwijgend
naast den advocaat voort. Opeens
bleef hij staan en vroeg als in ver
twijfeling
„Zijn er geen middelen om zulk
een noodlottige gebeurtenis te voor
komen Ge haalt de schouders op,
mijnheer? Bedenk toch wat er voor
mij op het spel staatGesteld da'de
buitenwereld de feiten vernam en ten
langen laatste de zuivere waarheid
kende, dan zou men mij en mijn fa
milie beklagen mijn eer zou niet ge
schonden zijn, als men tot de ervaring
komt, dat ik die vrouw den rug had
tabaksfabrikaten door deze wet zeer
zal worden belemmerdde nauwge
zette toepassing harer voorschriften
voor den eerlijken fabrikant en han
delaar onoverkomelijke bezwaren zal
opleveren die voorschriften tot grove
overtredingen aanleiding zullen geven,
zeer (en nadeele van' den eeriijKen
fabrikant en handelaar veie der in
deze wet opgenomen bepalingen
onuitvoerbaar zullen blijken voor tal
van kleinhandelaren, aan wie elk
begrip van administratie vreemd is
de beiangen der schatkist niet op
wegen tegen de door deze wet te
veroorzaken nadeelen aan het groot
aantal kleinhandelaren, die tengevolge
van deze wet zich genoodzaakt zul
len zien den verkoop van tabaksfa
brikaten te staken, daar zij zich niet
in staat zullen achten, haar voor
schriften na te komen.
Militaire berichten.
Naar het „N. v. d. D." verneemt,
is de officierspromotie dit jaar niet
deze maand, doch in de maand Juli
te wachten.
De minister van oorlog heeft be
paald dat zoodra mogelijk na aan
komst bij de korpsen van het wapen
der infanterie uit de viermaanders,
bij voorkeur uit de niet voorgeoefen-
den, dit jaar per bataljon infanterie
6 miliciens tot ziekendrager moeten
worden opgeleid. Op 1 Juli zullen
deze miliciens bij de hospitaai-com-
pagniën worden overgeplaatst en wel
zoodanig dat de manschappen, af
komstig van de 1ste, 2de, 3de en 4de
divisie worden overgeplaatst respec-
tieveiijk bij de 4de, 2de, 3de en 1ste
hospitaal-compagnie.
Beperking der vaccinatie.
De minister van binneniandsche
zaken betoogt in de memorie van
antwoord nopens de voorgestelde
wijziging van de wet, houdende
voorzieningen tegen besmettelijke
ziekten, dat het gebiedend noodza
kelijk was om aan de bezwaren van
zuiver medischsn aard tegen de ver
plichte vaccinatie aandacht te schen
ken. Indien de overheid een dwang,
zij het ook iangs indirecten weg, als
ten deze bestaat, aan de burgers
opleg', is het haar plicht bedacht te
zijn op ondervanging van ernsiige
bezwaren, die sommigen aan den
lijve kunnen ondervinden tengevolge
van dien dwang. H :t bestaan van de
hier bedoelde bezwaren kan voor den
minister niet twijfelachtig meer zijn
na de reeds in de memorie van toe
lichting vermelde erkenning van den
centralen gezondheidsraad, dat som
mige ziekelijke aandoeningen en
stoornissen het uitstellen van de
vaccinatie beslist noodzakelijk Kun
nen maken. Naarmate die gevallen
toegekeerd, zoodra ik wist wie zij
was; en toch, ondanks alles zou ik
onmogelijk zijn geworden nog erger
dan wanneer ik voor God en de
menschen mijn eer met voeten had
getreden."
„Ik begrijp u volkomen mijnheer
Ondanks alles zoudt ge toch de man
zijn, die eenmaal met de schoone
jane Gray gehuwd was. Ge zoudt
misschien nog vele jaren na uw dood
de hoofdpersoon van allerlei avon
tuurlijke verhalen zijn en zelfs gedu
rende uw leven zou de fantaisie u tot
den he'd van menig verdichtsel ma
ken. Weldra zou men op straat de
droevige ballade zingen van den Duit-
schen officier, de schoone vrouw en
den moordenaar."
„Houdt op, mijnheer Morrisge
zoudt mij tot razernij brengen 1"
„Pardon ik no^m de dingen slechts
bij hun naam, zooals zij voor het
grijpen zijn. Doch ik stelde u het ge
vaar in zijn vollen omvang voor
oogen, omdat het iro„d,g was voor ik
u een middel kon aanwijzen om dit ge
vaar te ontkomen. Mevrouw Von Rei-
dersdorf, een verstandige dame, heeft
het eerst de noodzakelijkheid inge
inderdaad minder in aantal zullen
blijken te zijn, zullen de gevolgen
van het wetsontwerp beperkter en
zullen daarmede de in het verslag
ontwikkelde bezwaren tegen het ont
werp van geringer beteekenis worden.
Pestgevallen op Java.
Bij het departement van kojoniën
is ontvangen het volgende telegram
van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch Indië, dd. 6 dezer, be
treffende pestgevallen op Java
„Afdeeling MalangZaterdag zes
tien gevallen, waaronder twee long-
pest, zeven dooden. Van de pestlijders
van vorige dagen overleden er nog
negen, waaronder een longpest. Te
Keciiri geen gevallen. Te Sitoebondo
een verdacht geval, dat vrij zeker
pest is. De patiënt is herstellende.
Dr. De Vogel is derwaarts geweest
en heeft maatregelen genomen."
Militairen en Wedstrijden.
Door den minister van oorlog is,
met intrekking van de vroegere daar
omtrent gegeven meer gunstige bepa
lingen, het volgende medegedeeld ten
opzichte van deelneming door mili
tairen aan wedstrijden in partij (open
lucht) spelen enz.
Het houden van onderlinge kleinere
wedstrijden in partijspelen in het leger
zal in het vervolg beperkt moeten
blijven tot eenzelfde garnizoen. De
commandeerende officieren ter plaatse
kunnen zich ten deze onderling ver
slaan wenken met betrekking tot die
wedstrijden en de regeling daarvan
wensch ik niet te geven. Alleen aril
ik nog opmerken dat, aihoewel de
bedoelde wedstrijden, als regei, wei
buiten de diensturen zullen vallen, ik
er geen bezwaar tegen heb, dat daar
voor een enkele maai een of meer
oefenirigsuren gebruikt worden.
Tegen deelneming aan wedstrijden
buiten het leger heb ik geen overwe
gende bedenkingen, mits deze niet
gepaaid ga met eene speciale africh
ting daartoe, geen jacht dus op wed
strijdsucces en voorts op voorwaar
den, dat ook in het algemeen de be
langen van den dienst niet geschaad
worden.
Ten aanzien van het verleenen der
vergunning tot deelneming aan die
wedstrijden kan overigens eenige vrij
gevigheid betracht worden, indien zij
althans niet meer dan hoogstens drie
dagen (reizen inbegrepen) in beslag
nemen, welke tijdsduur voor even-
tueele deelneming aan wedstrijden in
het marcheeren voor niet meer dan
eenmaal, tot 4 dagen verlengd zou
kunnen worden.
Aan zg. behendigheidswedstrijden
mag door het leger niet meer worden
deelgenomen. Ik acht die wedstrijden
oefeningsvertoon, hetwelk op wedstrij
zien om de dochter van James Gray
naar het buitenland, naar Parijs te
laten reizen."
„Dat zal zij nooit doen
„Juist, zoo denk ik er ook over,
maar dat moet ons niet weerhouden,
om althans een poging te doen om
haar naar het buitenland te laten ver
trekken. Laten wij niet vergeten, dat
op een vrouw geen rekening is te
maken. Nu is mevrouw Von Reiders-
dorf van meening dat uw vrouw on
middellijk naar Parijs zou vertrekken,
als men haar in den waan kon bren-:
gen dat gij, mijnheer Von Berghaupt,
in de Franscite hoofdstad vertoeft.
Het zou daarom geraden zijn, dat ge
in een vertrouwelijk briefje aan
iemand van uw familie mededeelt,
dat ge te Parijs verblijf houdt. Dit
briefje zou dan door welwillende me
dewerking van mevrouw Von Reiders-
dorf in handen van uw vrouw gespeeld
worden. Als men in aanmerking neemt
hoe de jonge vrouw met koortsachtigen
ijver naar haar man zoekt, dan kan
men verzekerd zijn dat zij in allerijl
naar Parijs zal vertrekken."
„Als mevrouw Von Reidersdorf
geen zedelijk bezwaar maakt om mij
den buiten het leger niet tehuis be
hoort. Het vorenstaande geldt ook van
wedstrijdnummers ais zadelren, snel
aanspannen van geschut, alarm-oefe
ningen enz.
Wil men soortgelijke oefeningswed
strijden in het leger houden, dan heb
ik daartegen uit den aard der zaak
geen bezwaar. Ook hier moeten der
gelijke wedstrijden echter beperkt
blijven tot het garnizoen.
Het bezoeken van Schouwburgen.
in den „Wachter", het gerefor
meerde weekblad, behandelt N. J. E.
de vraag, of het „belijders des Heeren"
geoorloofd is de komedie te bezoeken.
In vroeger dagen was dat geen vraag.
Zoolang schrijver heugt werd er onder
hen aan geen komediebezoek gedacht
maar nu is dat anders geworden. Er
zijn er, die het gaan naar den
schouwburg verdedigen. Immers moet
ook de kunst, die daar wordt ver
toond, aan Gods koninkrijk dienstbaar
worden gemaakt. De schrijver is het
met die redeneering niet eens.
„Het is toch wel ernstig de vraag
zegt hij - of alles wat kunst
heet moet blijven bestaan en worden
gechristend. Er is ook een zakken-
roilerskunst, ook een goochelkunst.
Moeten deze nu christelijk worden
gemaakt Of moeten zij worden
vernietigd Gods woord laat ons
daarover in Oud en Nieuw Testament
niet in het onzekere, en op grond
van dat woord, laat het Avondmaals-
formulier het evenmin.
„Nu is het waar dat Gods woord
niet van de komedie spreekt, wat
ook niet kon, waar zij in dien tijd
dat de Bijbel werd beschreven niet
bestond, zooals wij haar nu kennen.
Doch gerust kunnen wij haar onder
de ijdele kunsten rekenen die onder
de heidenen bestonden en waarvan
de boeken waarin zij werden geleerd
door de bekende Efeziërs werden
verbrand. Belijdende hunne zonden
hebben zij die daad verricht en mis
schien er niet aan gedacht om die
kunstschatten, zoo min als hun geid
te sparen.
„Is de komedie nu eene kunst die
aan Chrisius moet worden gewijd
ik meen het tegendeel. Waar wij in
den Heere Jezus Christus de vol
maakte Schoonheid, de heilvolle
Waarheid en de eeuwige Werkelijk
heid bezitten, hebben wij geene be
hoefte aan nabootsing, schijn en
misleiding. Laat de komedie dus
verdwijnen."
Vlissingen, 8 Mei.
Onder de nummers van het pro
gram, dat gisteravond in het gebouw
„Cosmopolitain" werd vertoond, wa
ren weer zeer mooie en interessante,
onder welke laatste vooral de „Wor-
dezen stap aan te raden, dan durf ik
ook wel mijn bedenkingen ter zijde
te zetten."
„Pardon, op dit punt moet ik de
achtenswaardige dame in bescherming
nemen. Zij heeft een zwaren strijd
gestreden met haar zedelijke bezwa
ren, maar ze eindelijk overwonnen,
omdat ze overwoog aan welk een
zware misdaad de dochter van James
Gray zich schuldig maakte door haar
sluw doorgezet huwelijk en hoe haar
verblijf in uwe omgeving een voort
durend gevaar voor u oplevert".
„Maak mevrouw Von Reidersdorf
mijn complimenten. Hier moet't doel
de middelen heiligen, 't Kan nauwe
lijks een verkeerde handeling ge
noemd worden, als men Jane dupeert.
Ik wil daarom zoo'n briefje voor u
schrijven. Maar waarom viel de keus
van mevrouw Von Reidersdorf op
Parijs
„Om mij genoegen te doen. Ik wees
haar er op, dat het voor mij pijnlijk
zou zijn, die vrouw te Londen, in
mijn nabijheid ie hebben."
(Wordt vervolgd.)