8 April No. 84 49e Jaargang. 1911. Zaterdag binnenland. SS1NGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgeveis Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÈN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnements-ftduerfentiën op zeer uoordeelige voorwaarden Het bezoek van pres. Failières. De „Figaro" brengt in herinne ring, dat het voorgenomen bezoek van president Failières aan Koningin Wilheimina het eersle officieele be zoek zal zijn, dat het hoofd van de Fransche republiek aan onze Konin gin brengt, en dat, volgens het ge bruik, dit bezoek door Koningin Wilheimina even officieel zal worden beantwoord. Het blad beschouwt de ultnoodi- ging als een bewijs van de gevoelens van sympathie der Nederlandsche regeering aan Frankrijk, en vraagt in dit verband, of een „rapport" in het Militair Weekblad, waarin tot de onuitvoerbaarheid der versterkingen Ie Vlissingen wordt geconcludeerd, door haar is geïnspireerd. In het bedoelde artikel wordt betoogd, dat de grondgesteldheid van Walcheren den bouw van forten, die aan de moderne eischen moeten voldoen, niet toelaat; en dat de ligging van het eiland het onmogelijk zou maken de versterkingen te masqueeren voor een uit zee naderenden vijand, aan wiens vuur zij voortdurend zouden zijn blootgesteld. De Tariefwet. Het „Handelsblad" zegt, dal bij de meelrechten ook het politieke element om den hoek komt kijkenBrood is het hoofdvoedsel juist van den stede ling die links stemt En dus heet het, dat een invoerrecht op meel de meelprijzen niet zal verhoogen en minister Kolkman legt een recht op dat volksvoedsel. Maar meel voor veevoeder, dat de boeren die kerke lijke afgevaardigden kiezen, noodig hebben, zou wel in prijs stijgen door een recht op mee). En het voedsel voor het vee zal niet belast worden. het «Wanneer alle tnenscnen hem be spotten en vervolgden, zou ik hem v°or hunne oogen met mijn sluier overdekken, hem aan mijn hart druk ken, waar niemand hem aan mij ont- 'hkken zal." Na een poos vervolgde Z'F „Mevrouw Von Reidersdorf heeft eerst de verandering bij Koert bernerkt, en zij kreeg den indruk, dat Jij een ongelukkig speler moest zijn. 0 God, al heeft hij ook alles vorlo- 'en, ik wil met hem gaan bedelen, 'Is ik zijn liefde slechts behoud Wambold liet zich op een stoel Jeer en leunde met het hoofd op de "and. „Ge maakt u stellig zonder goede redenen ongerust, mevrouw 'a vVP.Pt h!J ii liof P>n i \c fcpn hem ^eet, hij heeft u lief, en ik ken genoeg om te kunnen verzeke- um vc rtumiwu vvi re"i dat die liefde niet eensklaps Za' verdwijnen. Dat Koert iets op zijn Wij hebben er steeds op gewezen hoe de rechten voortdurend den be langenstrijd van verschillende bedrij ven en industriën ook op politiek terrein zal brengen. Hier is wel met een merkwaardig cynisme naar ver schillende maat voor verschillende rangen der Nederlandsche belasting betalers gezorgd. De vorming van een pensioenfonds uit het tariefgeld is slechts dan ecu bizondere wijze van boekingDit spreekt sterker wanneer men daarbij bedenkt, dat de zekerheid of dit geld inderdaad voor de sociale verzekerin gen beschikbaar is, niet of althans zeer weinig vermeerderd wordt door deze wijze van boeking, maar uit sluitend door de vraag of voor de verzekeringswetten de merkwaardig sterk klimmende uitgaven wij wijzen op de aanhangige militaire wetten door inkomsten uit andere bronnen dan het tarief bestreden zullen kunnen worden. Daarvoor moet de regeering kunnen zorgen. Kan zij dat niet, dan heeft zij, wil zij verant woordelijk financieele politiek voeren, deze inkomsten noodig. Kan zij het wei, dat is het een droevig bewijs van zwakte en van minderwaardigé politieke reclamezucht, om die in- kosten juist in het bijzonder voor de uitvoering der vermeend populaire verzekeringswetten te bestemmen. Pest op Java, Bij het departement van koloniën is ontvangen het volgende nadere telegram van den Gouverneur Gene raal van Nederlandsen Indlë cl.d. 6 dezer, betreffende pest-gevallen op Java co daartegen genomen maat regelen „Gister vier gevallen, drie dooden. Veie koortsgevallen in dezelfde streek worden onderzocht. Verscheidene ba rakken zijn gereed, ook voor de af zondering van de families van pest lijders. De stemming onder de be volking is goed." Bakkerswet- De Haagsche correspondent van „de Tel." meldt Naar ik verneem, is hetafdeelings onderzoek van het gewijzigd ontwerp Bakkerswet over het algemeen niet ongunstig voor minister Taima ge weest. Wat de regeling van den ar beidsduur betreft was er zelfs een sterke groep leden van oordeel, dat de minister nog niet ver genoeg ging. Het is vrij zeker, dat het ont werp door de Kam :r zal worden aan genomen. Besmettelijke ziekten. Blijkens het voorioopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wetsont werp tot nadere wijziging en aan- hart zou hebben, dat geen vrouw hem vergeeft, dat hem aan de ver achting der wereld prijs geeft, daar van is de mogelijkheid uitgesloten. Het vermoeden van mevrouw Von Reidersdorf, dat Koert een heimelijk speler zou zijn, verdient niet, dat er een oogenblik bij wordt stilgestaan, want ik weet het best, hoeveei af keer hij heeft van den hartstocht van het spel. De verandering, die bij mijn vriend heeft plaatsgegrepen, heb ik zelf opgemerkt, en met bezorgdheid vraag ik mijzelven af, wat hem in dien toestand gebracht kan hebben." „Wij hadden hier gisteren een ge zelschap van dames. Gelukkig en te vreden was Koert bij ons. Op eens werd hij door den oppasser geroe pen, omdat er een heer was geko men om hem te spreken." Vragend keek Von Wamboid me vrouw Von Berghaupt aan. „Wie was die heer „Koert weigerde mij zijn naam te noemen. Tevergeefs heb ik hem op mijn knieën gesmeekt. Moet dat mij niet ongerust maken Ik ben er zelfs toe overgegaan den oppasser te on dervragen, maar hij gaf slechts ont- vuliing der wet van 4 Dec. 1872 houdende voorzieningen tegen be smettelijke ziekten, hadden verschil lende leden groot bezwaar tegen dit wetsontwerp, terwijl het bij vele anderen instemming en verdediging vond. Tot dezen behoorden in de eerste plaats de principieeie tegen standers der inenting, onder wie intusschen velen van oordeel waren, dat het ontwerp niet ver genoeg gaat, maar ook voorstanders der vaccinatie die meenden met dit wetsontwerp, dat uitsluitend bedoelt aan medische bezwaren tegemoet te komen, te kun nen rnedegaan. De voorstanders der vaccinatie die met leedwezen van dit w. o. hadden kennis genomen, zagen,in het ont werp een begin gemaakt niet de slooping van het heilzame inentings- insti'tuut, waaraan zij met erkentelijk heid toeschreven de vermindering, de bijna algeheele verdwijning der pok ziekte. Deze leden konden niet overzien tot welke betreurenswaardige gevolgen deze eerste stap, met dit ontwerp gedaan, zou leiden Binnen korten tijd, zoo vreesden zij, zal aan andere bezwaren worden toegegeven, hetgeen tot wetswijzigingen en rege lingen van veel verdere strekking zal voeren. Ook betwistten verschillende leden, dat het gebiedend noodzakelijk is aar, de bezwaren van zuiver medischen gard, thans aan de orde gesteld, aan dacht te schenken. De bekend ge worden gevailen, waarin, inenting ongelukkige gevolgen na zich sleepte, waren daarvoor niet talrijk genoeg en een beroep op die gevallen gaat niet eens aitija op, wip vesiai niet kan worden bewezen, dat de vacci natie, niet de verwaatioozing van de vereischte voorzorgen, bij deze kunst bewerking van nadeeligen invloed op de gezondheid der gevaccineerde kinderen is geweest. De leden hier aan het woord achiten derhalve afwijking van het bestaande stelsel niet voldoende gemoliveerd. Hoezeer geneigd om bezwaren van anderen te eerbiedigen, aarzelden zij de regeering op deze eerste schrede, moge deze bescheiden heeten, te vol gen. Sommigen wezen er op aal zon der wetswijziging aan hei bezwaar, dat de vaccinatie in enkele gevallen gevaarlijk is, zeer we! kan worden tegemoet gekomen. Immers kan in die weinig voorkomende gevallen afzon derlijk onderwijs oplossing brengen. Eenmaal aangenomen dat niet gevac cineerde kinderen gevaar opleveren in den omgang met ingeente, wordt door het ontwerp het belang der gemeen schap aan dat van enkelen opgeofferd. Afzonderlijk onderw.js voor niet- ingeënte kinderen lost ce moeilijkheid in bevredigenden zin cp. Het oprich ten van bijzondere te subsidieeren wijkende antwoorden. Ik kwam hier door tot de overtuiging, dat Koert hem streng verbodai had iets te zeggen over den vreemdeling, wiens naamkaartje hij binnengebracht had." Het bedrukte vooriomen van den oppasser had Erik reeds bemerkt; dadelijk besloot hij nu den man te dwingen eenige ophedering te geven omtrent den geheimzhnigen vreem deling. „De kerel zal mij alfes opbiechten," sprak Erik opstaanreik ken de middelen wel, om :ulke lieden de tong los te maken. 11< ben overtuigd, dat het geheele geieim van Koert zal blijken niets on het lijf te hebben." „O, ik wist het mijnheer Von Wambold, dat gij ore troosten raad zoudt brengen „ik zal zoolang lier biijven tot Koert terugkeert, aiders zou ik er misschien niet van kunnen slapen. Wees zoo goed mj een oogenblik te verontschuldigenik wil oogen- blikkelijk den oppaser in verhoor nemen." Erik verliet de kaner en ging naar den stal. Zooals hi verwacht had, scholen voor deze kinderen zou h. i. hierbij wellicht uitkomst kunnen geven. Ook zij, die principieel zoo al niet beslist tegen vaccinatiedwang gekant waren, wenschten waar dit ontwerp slechts beoogt een feitelijk bezwaar van art. 17 der wet, houdende voor zieningen tegen besmettelijke ziekten, uit den weg te ruimen en in begin- selbezwaren niet treedt, zich te ont houden van wijdloopige beschouwin gen omtrent het geoorloofde en de wenschelijkheid der inenting. Met in stemming hadden zij van dit w. o. kennis genomen, toejuichend dat van regeeringswege wordt erkend, dat in enting kwade gevoigen kan hebben. Terwijl eenigen meenden voors hands met dit wetsvoorstel genoegen te kunnen nemen, betreurden anderen echter zeer, dat de minister er tegen op beeft gezien dieper op het vraag stuk in te gaan, en dat door hein niet eene oplossing aan de hand is gedaan, waarbij de vrijstelling van inenting niet afhankelijk wordt gesteld van den gezondheidstoestand van het kind maar volledige vrijheid ten deze aan de ouders wordt voorbe houden. Gewezen werd er o. a. op, dat in het buitenland de inenting ook op wetenschappelijke gronden wordt be streden. isoieering werd door verschillende tegenstanders der inenting als een afdoende maatregel bepleit om ver breiding der pokzieke te voorkomen. Het door sommige leden aan de hand gedane middel om kinderen, tegen wier vaccinatie bezwaar bestaat afzonderlijk onderwijs te doen genie ten, werd door Üe verdedigers van het w.o. weinig doeltreffend en aller minst bevredigend geacht. Een aaniai leden, hoewel voorstan ders der inenting, zouden toch gaarne aan dit ontwerp hun stem geven, omdat zij deze concessie aan de tegenstanders der vaccinatie meenden te moeten doen. Sommigen achtten echter de in het wetsontwerp opgenomen bepalingen en waarborgen tegen verbreiding der ziekte niet alleszins afdoende. Toelating van het kind in de school na éénmaal de inenting zonder goed gevoia te hebben ondergaan, vond bij hen geen instemming. Verscheidene leden konden ook niet goedkeuren, dat de ingevolge art. 17b afgegeven verklaring van twee geneeskundigen gedurende drie jaren van kracht blijft. Zij drongen aan op verkorting van dezen termijn tot éen jaar. Ook ten aanzien van andere bepa lingen werd op verscherping aange drongen, terwijl anderzijds verzachting der voorschriften op sommige punten werd verdedigd. Enkele leden opperden het denk- trof hij daar den oppasser aan, die met zijn paard bezig was. „Kom eens hier I" riep hij. „Om u te dienen, luitenant i" ant woordde de man en plaatste zich in militaire houding voor den officier. Je moet me duidelijk en zonder uitvluchten antwoorden op mijn vra gen Wie was de vreemde heer, wiens naamkaartje jij gisteren aan je meester bracht Een schaduw van vrees vloog over het geiaat van den oppasser. „Ik kende hem niet." Von Wambolds geiaat werd rood van toorn, want hij zag het den op passer aan, dat hij loog. „Jc had zijn naamkaartje in de hand en dat hebt ge stellig gelezen je moet zijn naam dus weten. Zoek geen uitvluchten Al heeft hij je ook verboden er over te spreken, tegenover mij behoef je niet te zwijgen „Er is mij niet verboden te spre ken, luitenantmaar ik heb mij niet veroorloofd het kaartje te lezen." „Goed, dan zal je toch wei weten hoe die heer gekleed was „Hij was in burgerkleeding." „Droeg hij een baard Had hij beeld aan eene staats- of enquête commissie op te dragen een onder zoek in te stellen, ten einde tot de finitieve oplossing van het vaccinatie vraagstuk te geraken. Vele anderen verklaarden zich tegen dit denkbeeld. Van verschillende zijden bleek men er mede ingenomen, dat in dit ont werp het vraagstuk zuiver medisch wordt behandeld, ten gevolge waarvan eeue goede oplossing van die moei lijkheden, welke het sterkst worden gevoeld, kan word ;n verkregen. Middenstandsbond. Door het dagelijksch bestuur van den Middenstandsbond is tegen heden te Utrecht eene spoedvergadering van het hoofdbestuur uitgeschreven, ter bespreking van maatregelen in zake het ingediende wetsontwerp op de invoerrechten, door het dagelijksch bestuur van den bond voor te stellen. Vlissingen, 7 April. Een Propaganda=avond. Tamelijk groot was het aantal da mes en heeren, dat opgekomen was naar de propaganda-avond van den Nederlandschen Bond voor Vrouwen kiesrecht, welke gisteren gehouden werd in de kleine zaal van het Con certgebouw aan de Emmastraat. De bijeenkomst werd geopend door mejuffrouw M. Steverding uit Arnhem, die allen welkom heette en hoopte dat de thans betoonde belangstelling van blijvenden aard zal zijn. Daarna zette deze spreekster het doe! van den Bond uiteen en deed uitkomen dat ieder, die vrouwenkiesrecht voorstaat, hetzij beperkt of onbeperkt hetzij al of niet in vereeniging met verkiesbaarheid of het laatste alieen, !id van den Bond kan worden. Het doel van den Bond is onder meer de vrouw te ontwikkelen. Het moet niet zijn zooals het in een oud kinderliedje heet, jongens bij jongens en meisjes bij meisjes, maar mannen en vrouwen moeten in deze samenwerken. Ook wees spr. erop, dat politiek aan den Bond vreemd is en ieder, van welke politieke richting hij of zij ook is, lid kan zijn. De Bond is tegen gewelddaden, en wil daarom langs geleidelijken weg tot zijn doel geraken. Spr. haalde hierna een deel van een rede van mevrouw Lulofs aan, waaruit nog duidelijker blijkt, dat de Bond geen revoiu ie maar siechfs een evo lutie wil. De vrouw moet niet komen te staan boven den man, maar naast dezen. Nadat mevrouw C. Rompel—Koop man uit Dordrecht het zoo aandoen lijke „Een lied van de Zee" van He- zwart haar of blond „Dat weet ik niet meer, luite nant \'on Wambold begreep, dat er nieis uit den man te krijgen was. De gedachte, dat Koert strenge be velen kon gegeven hebben, die de oppasser scheen op te volgen, dwong hem achting af, hoezeer de houding van dien man hem hinderde. Hij drong niet verder aan en liet den man loopen. Koert moest spoedig terugkeerendaardoor zou hij (Erik) betere gelegenheid krijgen om den sluier af te rukken, die dat geheim zinnige bedekte. Bij zijn terugkeer in huis kwam mevrouw Von Berg haupt hem teeds tegemoet. „Heeft de oppasser u iets mede gedeeld, mijnheer Von Wambold Wie was de vreemde Wambold haalde de schouders op. „Er is niets uit den man te krijgen ik ben overtuigd, dat Koert hem strenge bevelen heeft gegeven." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1