f?
1
Vrijdag
31 Maart
No, 77
49e Jaargang,
1911,
oeden
E.
Feuilleton.
HAAG.
0
fibonnements-fldwerfentiën op zeer ooordeslige uoorwaarden
jjINNENLANP.
sf d@r
;nd
itilleerd
KVA AH
0
0©0©0©Q
ruit of korting.
ndeling.
ermijnen.
uwbaar.
cel ijk.
ken.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post L5G.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÉNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote
'etters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen,
TELEFOONNUMMER 10.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer zal behalve de
tegen Woensdagmiddag 5 April vast
gestelde vergadering voor de eind
stemming over het ontwerp tot wij
ziging der arbeidswet, ook op
Dinsdagnamiddag 4 April, te halftwee
nog een korte openbare zitting houden
in verband met een voorstel van de
centrale sectie om nog eenige kleine
wetsontwerpen te behandelen.
Den 6den April is de voorzitter
der Kamer, graaf Van Bylandt, voor
nemens, zich voor eenigen tijd naar
het buitenland te begeven.
De subsidieering der Openbare
Leeszalen.
Dezer dagen bevatte „de Maasbo
de" het ook door ons overgeno
men bericht dat de minister van
binnenlandsche zaken zich in een
schrijven gericht had tot de besturen
van openbare leeszalen, die voor
een subsidie uit 's Rijks kas in aan
merking wenschen ie somen.
De eischen, waaraan, volgens,
de Maasbode" moest voldaan worden
om voor subsidie in aanmerking te
komen, werden in dit kabinels schrij
ven heel wat scherper geformuleerd
dan bij de schriftelijke en mondelinge
toelichting van den desbetreffenden
subsidiepost op de begrooting van
binnenlandsche zaken voor 1911 het
geval was.
Echter bleek aan de „N. Ct." bij
in informatie ter bevoegder plaatse,
dat „de Maasbode" omtrent dit toch
zeer belangrijk onderwep verre van
juist was ingelicht.
Dat er van het departement van
binnenlandsche zaken een schrijven
is uitgegaan omtrent de openbare
leeszalen is juist, doch deze niet
voor publiciteit bestemde missive
was niet gericht aan de besturen der
openbare leeszalen. En wat 't voor
naamste is, de inhoud is volstrekt
niet gelijk „de Maasbode" berichtte.
Het schrijven is feitelijk een beves
tiging en nadere omschrijving van
hetgeen bij de behandeling der be
grooting zoowel schriftelijk als mon
deling door den minister is mede
gedeeld omtrent de eischen voor
subsidieering. De missive gaat dan
ook parallel met de bekende eischen
aan de openbare leeszalen te stellen
omtrent welke eischen reeds vroeger
overleg plaats had met de vereeniging
voor openbare leeszalen in Nederland.
Om slechts enkele punten te rele-
veeren,voor de propagandistische lec,
tuur geldt de eisch, dat eenzijdigheid
vermeden moet wordende toegang
zal geweigerd moeten worden aan
personen beneden de 18 jaar, tenzij
door ouders of voogden toestemming
Op weg naar de villa ontmoette
2ii den oppasser, die een goede fooi
van mijnheer Morris had gekregen,
mits hij de aanwezigheid van den
advocaat voor de dames geheim
Weid. Zij riep den jonkman en ver-
'angde dat hij haar naar de kamer
'an zijn heer zou brengen. Hij bracht
de dame tot aan de deur en keerde
'oen naar zijne bezigheden terug
Met een vroolijken lach Irad mevrouw
"°n Reidersdorf binnen.
Zij had verwacht twee heeren aan
te heffen, en was dus wel wat ver
Wonderd toen zij Koert alleen aan
"e tafel vond zittengeheel in
Wachten verzonken staarde hij op
de documenten, die mijnheer Morris
ter inzage had achtergelaten. Hij was
j°° in de lectuur verdiept, dat hij de
'egenwoordigheid der barones eerst
is gegeven. Wat de andere punten
betreft, noch ten aanzien van de
romanlectuur, noch ten aanzien van
de dagbladlectuur zijn de eischen als
door „de Maasbode" geformuleerd,
doch geheel overeenkomstig de ver
klaring bij de begrooting door den
minister schriftelijk en mondeling
gegeven.
Ten slotte kan de „N. O." nog
mededeelen, dat bedoeld schrijven
in zooverre een voorloopig karakter
draagt, dat welda een definitieve
regeling, op gelijken grondslag, te
verwachten is. Daarna zal blijkens
mededeeling van den minister, het
desbetreffende Koninklijk besluit ver
schijnen.
Traktementsverbetering officieren.
De hoefijzer-correspondent van het
Hbld". meldt:
Dezer dagen bevatte „de Avond
post" een bericht omtrent de plannen
van minister Colijn betreffende de
traktements verbetering voor officieren
volgens hetwelk die plannen eigenlijk
ongeveer zouden neerkomen op wat
minister Cool had voorgesteld. Immers
de traktementsverbetering zou worden
losgemaakt van de pensioensverbete
ring en voor deze laatste zou een
vierde van het bedrag der trakte-
mentsverhoogingen worden gereser
veerd. Daar dit nu was wat de heer
Coiijn als Kamerlid verkeerd had
geacht, leek het mij ongelooflijk, dat
hij het als minister toch zou voorstellen.
Bij informatie is mij dan ook
gebleken, dat het bericht lang niet
geheel juist is.
De minister splitst de noodig ge
achte pensioenverbetering in tweëen.
De algemeene verhooging van pensi
oenen, waarbij ook marine zou zijn
betrokken, zal later komen. Afgeschei
den daarvan echter is een belangrijke
vervroeging van den pensioensleeflijd
en pensioensverhooging ontworpen
voor kapiteins en hoofdofficieren van
infanterie en artillerie, met daaraan
verbonden landweerplichf. Deze maat
regel, die buiten verband met marine
kan worden genomen, zal, naar men
verwacht, het dubbele vooideel
opleveren van een snellere promotie
bij de genoemde wapens en van
aanvulling van het tekort van officiers-
kader bij de landweer. De traktements-
verbetering, waarvan het bedrag on
geveer gelijk zal wezen aan het door
minister Cool beoogde, zal aan deze
laatste pensioensregeling worden
vastgekoppeld en het is dus slechts
de meer algemeene pensioensherzie
ning, die los daarvan later zal volgen.
Overigens wordt ook door minis
ter Colijn een vierde gedeelte van
de traktementsverbetering gereser
veerd voor de pensioensverhooging
terwijl het eindcijfer voor zijn plan
nen in deze ongeveer overeen zal
bemerkte, toen hij door haar werd
aangesproken.
„Mijnheer Von Berghaupt, ik kom
hier om u mede te deelen, dat de
dames haar goed humeur beginnen
te verliezen, ik kon het niet langer
aanzien, hoe uw lief vrouwtje ver
teert van verlangen naar haar man,
en kwam daarom u eens herinneren
dat ge een vrouw hebt, voor het ge
val ge dat vergeten mocht hebben."
Bij deze laatste woorden dreigde
zij schertsend met den vinger, maar
het volgende oogenblik liet zij haar
hand zakken en trad verschrikt te
rug. Koert was opgestaan en leunde
met de rechterhand op de schrijfta
fel. Zijn gelaat was bleek, zijn oogen
glinsterden op eene ongewone ma
nier en schenen den vrijen blik der
dame niet te kunnen verdragen.
„Hij ziet er uit als een speler, die
zoo pas zijn haven en goed ver
speeld heeft," dacht de barones en
keek daarbij onderzoekend in de ka-:
mer rond.
„Ik wilde mij juist bij de dames
laten verontschuldigen," sprak hij
met inspanning. „Ik heb hier iets te
doen, dat geep uitstel lijden kan. U
komen met het door hem als Kamer
lid genoemde bedrag van 1 rnillioen
gulden.
De traktementsverbetering met
daaraan verbonden pensioensverhoo
ging zal vermoedelijk nog in dit
zittingsjaar bij de Tweede Kamer
inkomen.
Rijkspostspaarbank.
In verband met het bepaalde bij
de wet wordt openbaar gemaakt dat
op de Spaarbankboekjes aan het
einde der Maand januari 1911 ten
name van de inleggers ingeschreven
was f 161.105.891.651V2Gedurende
Februari meer ingelegd dan terugbe
taald f 327.323 54l/2 zoodat het tegoed
op spaarbankboekjes op ultimo
Februari 1911 bedroeg f 161.433.215.20
Aantal spaarbankboekjes in omloop
op ultimo Januari 191.1 1.517.519.
Aantal spaarbankboekjes in omloop
op ultimo Februari 1911 1.522.362.
Aankoop van Nationale Schuld.
Nominaal bedrag der voor inleggers
aangekochte inschrijvingen 'f6100
Tot ulto Januari 1911 was aangekocht
voor een bedrag van f 3 883.900.
Te zamen f 3.890.000, waarvan in to
taal op de betrekkelijke boekjes werd
afgeschreven f 3.531.631.27.
Staatsschuldüoekjes. Op ultimo
Februari 1911 was ingeschreven een
nominaal saldo van f 14 560 350.
Aantal Staatsschuldboekjes in om
loop op ultimo Februari 1911 16.190.
Bezit van 3 pCt. Nationale Schuld.
Op ultimo Februari 1911 bezat de
Rijkspostspaarbank aan inschrijvingen
op het Grootboek der 3 pCt. Nationale
Schuld nominaal 143.260.050, aan
certificaten van dito inschrijvingen
f 152.000, aan3pCt. obligatiën f 50 000.
De minister van oorlog heeft bepaald
dat besmette kleeding van militairen
die wegens besmette geslachts- en
huidziekten of tuberculose den dienst
verlaten, moet vernietigd worden.
Terzake moet in eik geval overleg
gepleegd worden met den chef van
den militairen geneeskundigen dienst
in het garnizoen, om te bepalen, welke
kleedingstukken van een zoodanig
militair afkomstig, als besmetting zijn
te beschouwen.
Vlissingen, 30 Maart.
De RooKmaKersKantoren.
Door de commissie welke hier
gevormd is tot behoud der book
makerskantoren, is het volgende adres
verzonden
Aan
de Eerste Kamer der Staten -Generaal
's-Gravenhage.
Oeven met verschuldigden eerbied
te kennen: J. O. van Niflrik Jr.,
wethouder der gemeente Vlissingen,
zoudt mij zeer verplichten, mevrouw,
als u mij wilde verontschuldigen. Op
een anderen keer zal ik beter aan
mijne verplichtingen voldoen."
„Hij is geheel van streek," mom
pelde de barones, terwijl zij hem
een schrede naderde. „Wilt ge dan
niet tenminste de onrust van uw
lief vrouwtje tot bedaren brengen
Gij zijt zeer ontsteld, mijnheer Von
Berghaupt, het zou goed voor u zijn,
als ge eens in de vrije lucht gingt
Zwaarmoedig streek Koert met de
hand langs het voorhoofd. „Ik hoop
spoedig mijn bezigheden verricht te
hebben, ik
„Mijnheer Von Berghaupt, ge zijt
niet wel," viel de barones in ik zal
uwe vrouw zenden. Mijn God, hoe
is het mogelijk, dat u in dien korten
tijd zoo geheel veranderen kan
Zij keerde zich om en naderde de
deur. Daar kwam haar Koerts vrouw
vol angst te gemoet. Zij was haar
gevolgd, omdat haar hart plotseling
doorangstige gevoelens was bestormd
die zij niet tot bedaren had kunnen
brengen.
„Maak u niet beangst, mijn waar
de," fluisterde de barones haar toe
M. Geelhoed, lid van den gemeen
teraad van Vlissingen, Fr. Timmer
man, koopman, W. N. Rottier, lid
van den gemeenteraad van Vlissingen,
'os. van Raalte, lid van den gemeen
teraad van Vlissingen, P. J. Siegers,
lid van Gedeputeerde Staten van
Zeeland, allen wonende te Vlissingen;
dat bij een desbetreffende vraag
van den heer Roodhuijzen in de
Tweede Kamer gebleken is, dat het
de bedoeling van den minister van
ustitie is om het bookmakersbedrijf
te doen vallen onder art. XI van de
wet tegen de zedeloosheid
dat adressanten met groot 'eed
wezen hebben moeten ontwaren, dat
Zijne Excellentie de minister van
justitie, evenmin als de leden der
Tweede Kamer, ingelicht waren om
trent de finantieele nadeelige ge
volgen zoo voor het rijk ais voor de
gemeenten en hare inwoners, bij het
verjagen der bookmakers
dat door ons in verband daatmede
vertoogen zijn gericht tot de Tweede
Kamer, waarvan afschriften hierbij
gaan
dat echter de behandeling van de
wet in de Tweede Kamer toen reeds
ie ver gevorderd was om nog
ingrijpende veranderingen aan te
brengen
dat wij ons daarom met het
volgende tot uwe Hooge Vergadering
wenden
in Engeland heerscht mier dan in
eenig ander land groote belangstelling
voor sport, voor harddraverijen, wed
strijden enz. enz.
In verband daarmede worden wed
denschappen aangegaan, waaraan
deelnemen menschen uit alle klassen
van de maatschappij.
De menschen die als tusschen-
personen bij die weddenschappen
dienst doen, heeten turf-agents of
bookmakers. Zuik wedden is in En
geland volkomen wettelijk, het wordt
door de Tattersall geregeld.
Er bestonden echter overdrijvingen,
voornamelijk in het leven geroepen
door de z.g.n. „weishers", die de
werklieden trachtten over te halen
lot het aangaan van weddenschappen
en die daardoor bij de lagere klassen
de hartstocht voor het hazardspel
aanmoedigden, zeer ten nadeele van
de arbeidersgezinnen.
De Engelsche regeering heeft toen
een besluit genomen, vast gelegd in
de „gaming-act" van 1845, waarbij
verboden werd te wedden tegen
contant-geld, buiten de terreinen,
waarop de races, wedstrijden enz
plaats hadden. Het wedden op ere-
diet is ook thans nog geoorloofd.
Door deze „gaming-act" werd inder
daad een einde gemaakt aan het
bedrijf der „weishers", maar boven
dien werden de gewone turf-agents
zeer bemoeilijkt in hun bedrijf. Deze
„uw man schijnt een beetje onpas
selijk te zijn geworden."
Een oogopslag zeide haar meer
dan duizende woorden. Met open
armen snelde zij naar haar man.
„Koert, Koertwat ben je bleek"
riep zij.
Mevrouw Von Reidersdorf sloot
haastig de deur en ging in.gedachten
verzonken naar den tuin, waar zij
zich bij de andere dames voegde.
„Ach, had ik toch den lindeboom
niet uitgetrokken," fluisterde zij.
IV.
Erik Von Wambold was zooeven
van een vermoeiende exercitie thuis
gekomen en lag in losgeknoopte uni
form op de sofa met een sigarette
in den mond. Voor hem op de tafel
stond een glas wijn met water, waar
van hij bij tusschenpoozen een ver-
frisschenden dronk nam.
De oppasser was in de kamer
daarnaast bezig de laarzen en sporen
van zijn heer te poetsen. De vensters
stonden open en gaven dus vrijen
toegang aan de heerlijke buitenlucht.
Opeens hoorde Erik voetstappen na
deren. Het scheen wel of de komende
vestigden toen kantoren op het vas
teland en verschillende dier kantoren
bestaan sedert een twintigtal jaren
te Vlissingen, te Middelburg en te
Goes. De politie heeft streng het
oog op die kantoren gehouden en
al'een dezulken toegelaten waarom
trent gunstige rapporten inkwamen.
Deze kantoren hebben in de Zeeuw-
che steden sedert hun zetel gehad,
zij voldeden aan hunne verplichtingen
tegenover het publiek en de autori
teiten, zij betaalden hunne klerken
ruim, de eigenaars leefden op flinken
voet, droegen belangrijk bij in de
gemeentelijke belastingen, gaven
flinke bestellingen aan de nering
doenden, verhoogden dus de maat
schappelijke welvaart. Weliswaar
kwamen er op bedoelde kantoren nu
en dan diefstallen van het personeel
voor, maar zulks is ook menigmaal
het geval op effectenkantoren, ban
kierskantoren en notariskantoren.
Alleen en dit is naar onze
meening van het grootste belang
deze kantoren deden nooit zaken in
Nederland, konden dus niet aanmoe
digen in Nederland de hartstocht van
het spel, zooals b.v. wel wordt ge
daan door de staatsloterij en door het
beursspel.
Nu plotseling zullen die kantoren
worden verboden, de bookmakers,
waarvan velen groote huizen bezitten
of groote huizen in huur hebben,
worden uitgedreven zonder dat de
wet zelfs een overgangstermijn toe
laat. Wat dit wil zeggen voor onze
gemeente, is in de verste verte niet
te benaderen. Alleen kunnen wij
enkele direct te overziene gevolgen
noemen. Ie. Een groot aantal kan
toorbedienden zal broodeloos zijn, 2e.
een groot aantal huizen zal leeg
komen te staan, 3e. aan nieuwe hui
zen zal in jaren geen behoefte zijn,
4e. eene groote werkeloosheid zal
uitbreken onder de werklieden in het
bouwbedrijf, 5e. de gemeente zal in
jaren geen bouwgrond meer verkoo-
pen en als een gevolg daarvan zal
de gemeentelijke belasting buitenmate
stijgen, immers de gemeente verkocht
in 1906 voor f 98,861, in 1907
f 35,009, in 1908 f 40,280, in 1909
f 69,510 en in 1910 f 97,609.
De hoofdelijke omslag bedraagt
pl. m. f 100,000, houdt nu de ver
koop van bouwgrond op, dan zal de
hoofdelijke omslag zeer aanmerkelijk
moeten worden verhoogd, wat zeer
zwaar zal drukken, omdat de 74
bookmakers, die te Vlissingen zijn
gevestigd, met hun heir van klei ken
en bedienden, de stad zuilen hebben
veriaten of broodeloos zullen zijn,
evenals vele timmerlieden, metselaars,
smeden enz., te,wijl de neringdoen
den achteruit zullen gaan in hun
bedrijf.
De invloed van het vertrek van de
persoon niet wel waszijn stap was
langzaam en sleepend. De reeds half
geopende deur werd verder geopend
en Koert stond op den drempel.
Ir, hem was moeielijk den flinken
officier te herkennen. Zijn houding
was vervallen. Hij was in grijze bur-
gerkleeding, die zeer goea harmoni
eerde met zijn bleeke gelaatskleur.
Erik sprong verschrikt op.
„jongen," riep hij uit, „je ziet er
uit als graaf Hansen, toen hij door
zijn geliefde vergiftigd was."
Koert gevoelde hoe passend deze
vergelijking was. De woorden van
mijnheer Morris waren vergif, scherp
vergif.
„|e hebt gelijk, vriend," antwoord
de Koert met een zwakken glim
lach „ik voel dat ik niet in orde
ben een zware verkoudheid geloof
ik. Van nacht was ik heel onpasse
lijk en heb mijn vrouw veei moeite
bezorgd, ik kwam hier naar Mainz,
om mij eens door onzen dokter te
laten onderzoeken. Wees zoo goed,
Erik, en laat mij een flesch wijn
brengen om weer in mijn ouden luim
te komen."
(Wordt vervolgd.)