t No 69 49e Jaargang. 1911 Woensdag- "binnenland. Feuilleton, COURANT prijs per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij de Uitgevers Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÉNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend, Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Bbonnements-Bduertenfiën op zeer uoordeeiigs ooortvaarden Nieuwe Abonné's, uitge zonderd by weKelijksche be taling, ontvangen de dagelijks verschijnende „VLISSING- SCHE COURANT" koste- loos tot 1 April. Eerste Kamer. De Eerste Kamer der Stater.-Gene- raal is ter openbare vergadering bij eengeroepen tegen Maandag 3 April, des avonds te 873 uur. De Bookmakerskantoren. In de „Stand." komt een artikel voor over de bookmakerskantoren, waarvan vermoedelijk dr. Kuyper de auteur is. Wij nemen het artikel in zijn geheel over, teneinde onze lezers er mede op de hoogle te stellen, hoe men in anti rev. kringen denkt over de actie welk gevoerd wordt tot behoud dezer kantoren en om te do:n zien dat van die zijde allerminst steun voor deze beweging is te ver wachten. Het anti rev. hoofdorgaan dan schrijft Zeelands drie meest bekende steden Vlissingen, Middelburg en Goes,boden de laatste dagen geen verheffend schouwspel aan. Althans niet, zoo we te rade gaan met de officieele levensuiting dezer drie steden in verband met het Bookmakersbedrijf. Het Bookmakersbedrijf mist elk zedelijk karakter, èn in zich zelf èn in verband met de Engelsche wet. In zichzelf dient het niet anders dan het dobbelen om geld, en ten op zichte van de Engelsche wet poogt het de zedelijke bedoeling van de wel te verijdelen, door vlak over zee mogelijk te maken, wat in Engeland zelf verboden is. De hierdoor in het leven geroepen internationale verhouding krenkte de eere van ons land. en zeer terecht bedoelde de „Wet tegen de zede loosheid", aan dit bedrijf een einde te maken. Alleen maar, dat Bookmakersbedrijf was voor deze drie steden een gel delijk fortuintje. Er werden millioenen door dit Bookmakers gilde verdobbeld Het aantal kantoren van dit bedrijf was legio. De heefen van die kantoren leefden op hoogen voet. Zqo ging de huishuur omhoog, ze verteerden heel wat, en zoowel de stedelijke belangen als de winkelzaken bloeiden hierdoor. Verhuizen nu die lairijke Bookmakers, gelijk men zegt, straks naar Noorwegen, dan komen er heel wat huizen leeg, dunt de opbrengst der gemeentebelastingen, en verliezen de winkels heel wat klanten. 3.) „Het verheugt mij u te kunnen zeg gen, dat er nog een laatste spanne 'ijds over is, die, naar ik hoop, vol doende zijn zal om de gevoelens van roiss Janes hart tot klaarheid te bren gen. Nog heden reis ik wegens ge wichtige zaken naar Londen en bin nen weinige weken keer ik weer naar hier terug. Ik hoop dat ge in dien lijd alle voorbereidselen zult maken voor het groote feest onzer ver loving." Toen mijnheer Morris afscheid had genomen, wierp Jane zich weenend nan de borst van haar tante. „'k ben bang voor mijnheer Mor- hs. Hoe kan ik zijn vrouw worden V wie bevrijdt mij van hem En de redding was nabij. Nauwe- i'lks een half uur later verscheen ■wert Von Berghaupt met zijn vriend Er werd in deze drie sleden geld uit zonde geslagen. En nu zag men de colleges van Burgemeesters en Wethouders en zelfs een gemeenteraad bij de Staten- Generaal in verzet komen en om behoud van hun geldelijk voordeel bedelen. Geen hooger zedelijke maat staf werd aangelegd. Men was alleen op zijn geldelijk voordeel bedacht. Hét zedelijk element werd brutaalweg aan het geldelijk voordeel opgeofferd. Gelukkig, dat slechts een klein deel der bevolking deze actie gesteund heeft. Geheel de actie stond zedelijk te laag om aller instemming te kunnen winnen. Daarbij kwam men te laat, en gaf juist daardoor aan heel zijn actie een nog ongunstiger beteekenis. Meer dan aan iets, ziet men ook weer aan deze zedelijk weinig-ver heffende actie, hoe demoraliseerend op alle manier steeds hét dobbelen werkt, en we mogen er den afge vaardigde van Middelburg, den heer Blum, geluk mee wenschen, dat hij, toen de verzoeking ook tot hem kwam, voor die verzoeking niet bezweek. Ons leger. De „N. R. Ct." wijdt een artikel aan het oordeel van den raad van defensie over ons leger. Dit oordeel is, naar men weet, vernietigend. Oorzaak van het diep verval van ons leger is de tegen woordige miiitiewet. De verkorting van den eerste-oefeningsduur tot 87a maand, de instelling van de vier- maanders en van het voorbereidend onderricht, de inkrimping van het blijvend gedeelte, dat alles, bekroond door de invoering van het tweeploe- genstelsel, heeft de ontwrichting van ons geheele weerstelsel veroorzaakt. Verschillen wij nu ook al schrijf! de „N. Rolt. Ct." in menigerlei opzicht zeer bepaald van meening met den raad, zoowel over den toe stand van ons leger als over de mid delen tot verbetering, met de door dit college aan ons veldleger gestelde eischen gaan wij vrijwel geheel ac- coord. 's Raads gedachtengang voert als van zelf in de richting van reactie tegen de evolutie van ons regeer- stelsel gedurende de laatste tien jaren. De duur van den eerste- oeteningstijd moet wederom worden verlengd en deze eisch geldt als zoo gewichtig, dat zelfs een der beide gedachte herhalingsoefeningen zou kunnen vervallen en in het leger bijgevolg met een enkele zou kunnen worden volstaan. Voor de cayalerie zou zelfs de driejarige eerste-oefe- ning a J'instar van andere landen moeten worden ingesteld. Daarmee kan de „N. R. Ct." zich geheel ver eenigen. Lijnrecht tegenover deze opvattin Wambold, en als echte soldaten, ook in de liefde, gingen zij recht op hun dóe! af. Van de oprechtheid zijner gevoe lens overtuigd, verklaarde Koert zijn liefde aan miss jane op een manier, die aan anderen tot voorbeeld mocht strekken. Onuitsprekelijk gelukkig viel zij Koert om den hals, maar toen zag zij in gedachten mijnheer Morris ais een dreigende spookgestalte voor zich staan. In stilte werd de verloving van het jonge paar gevierd en een be koorlijke villa aangekocht en nauwe lijks vier weken later waren. Koert en Jane in den echt verbonden. „Nu," vroeg Wambold zijn vriend eenige dagen na het huwelijk, „hoe staat het met de verwachte ongeluk ken Oefent je kwaad gesternte nog zijn nadeeligen invloed uit „Zulk een groot geluk, als ik met mijn vrouw smaak, mag men niet ongestraft genieten. Maar er mag ge beuren wat wil, ik zal mij flink hou den. Mijn goed en bloed voor mijn geluk en voor mijn vrouw 1" Nog altijd was mijnheer Morris niet te Wiesbaden teruggekeerd Jane gen staat het door de regeering in het voorstel tot wijziging van de mi iitiewet belichaamde stelsel, dat beoogt om door volksopvoeding op den duur te kunnen komen tot eene algemeene verkorting van den dienst tijd. Wel wordt erkend, dat in die richting door de instelling van een beperkt getal viermaanders te ver zou zijn gegaan, doch tevens wordt een belangrijke stap in de ingeslagen richting voorwaarts gedaan door het openen van de mogelijkheid, om bin nen afzienbaren tijd voor een onbe perkt deel onzer infanterie-miliciens met eene eerste-oefening van zes maanden te kunnen volstaan. Ken merkend tegenover het door den raad ingenomen standpunt is dan ook de meening der regeering, dat de betere oefeningsvoor waarden, door de nieuwe wet te verschaffen, de gelegenheid zullen bieden in 87$ maand aan den soldaat een graad van geoefendheid te verzekeren, die „werkelijk goed" mag heeten en die den vereischten waarborg zal geven, dat ook de man schappen, die in verscheidene jaren niet anders dan voor herhalingso fe- ningen onder de wapenen zijn ge weest, bij mobilisatie nog voldoende berekend zullen blijken voor hunne taak. Waar z't hier het verschil tusschen defensieraad en regeering Wij ge- looven zegt het blad dat de grooie voordeeien van een eerste-oefe- ningstijd van 12 maanden ook door de regeering ten volle zullen worden gewaardeerd doch zij heeft meer dan de raad rekening ie houden met den langdurigen strijd, die over deze quaes- tie reeds vroeger is gestreden. Inder daad zou hetopni.uw aanbinden van dien strijd het tot stand komen van de allerwegen noodig geoordeelde verbeteringen van de miiitiewet van 1901 ten zeerste twijfelachtig, zoo niet volslagen onmogelijk maken. Werkelijk zou hier dan ook de over tuiging moeten worden bijgebracht van bewijzen kan natuurlijk geen sprake zijn, dat de ingrijpende ver beteringen, die het oeteningsstelsel bij de infanterie heeft te ondergaan, niet in staat zouden zijn ons hoofd wapen uit haar tijdelijk verval op te heffen. Het advies van den raad heeft ons die overtuiging niet gebracht. Wij gelooven integendeel ten deze aan de mogelijkheid „geoefende en voor den oorlog geschikte afdeelingen" bij den tegenwoordigen oefeningsduur te vor men, mits... de toewijding aan het legerbelang en het zelfvertrouwen in alle lagen van het volk slechts tot hoogere ontwikkeling komen. Beiden zullen helaas door de pu blicatie van dit document een gevoe- ligen knak krijgen, nu tegenover de wereid het leger ongeschikt is ver klaard voor elke ernstige taak. en haar tante noemden zelfs zijn naam nief in tegenwoordigheid van Koert. En toch moest de gevreesde man in kennis gesteld worden met de groote gebeurtenissen, die hadden plaats gegrepen. Na rijp overleg be sloot mevrouw Gray zelf naar Lon den te reizen, om den advocaat be kend te maken met de dingen, die niet meer te veranderen waren. Zij wilde hem een moederlijke troosteres zijn en hoopte hem op deze wijze met het gebeurde te verzoenen. Hoe weinig kende zij mijnheer Morris hij was de man niet om een enkel oogenblik van Jane's hand af te zien of zijn dreigementen te vergeten nu niet en nooit II. Koert Von Berghaupt zat met zijne jonge vrouw in het door weelderige wijngaardranken omgeven priëel. Van daar had men een heerlijk uitzicht op den Rijn. Het jonge paar zag el kander aan met blikken vol liefde die beloofden eeuwig te zullen duren. Koert was dien dag naar Frankfort geweest, om een gewichtige geldzaak te regelen. Hef betrof een groote Wij zullen het na de tastbare over drijving in 's raads oordeel, die zoowel in deze gevolgtrekking als reeds hier voor in het licht treedt, met de ver schrikkingen van het advies niet a! te nauw nemen, doch niettemin de on verbiddelijke gestrengheid waardeeren, waarmede op den ernst der leger- vraagstukken in het advies de aandacht wordt gevestigd. G. W. baron van Dadsm. t Te Dalfsen, op den Huize den Aalshorst, is Zondag op ruim 70 jarigen leeftijd overleden mr. G. W. baron van Dedem, oud-lid der Tweede Kamer. Baron Van Dedem werd teDaifsen geboren, promoveerde in 1866 aan de universiteit te Leiden tot doctor in de beide rechten. Hij werd achter eenvolgens benoemd in 1874 tot griffier bij het kantongerecht te Vol- lenhove, en in 1875 tot kantonrechter te Wageningen, Van 1876 tot 1884 was baron Van Dedem lid van de Provinciale Staten van Overijsel en van 1888 tot 1895 lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Eist. Van 1889 tot 1895 was baron Van Dedem lid van de Provinciale Staten van Gelderland. K. Ph. Kempers. f ln den ouderdom van 78 jaren is te 's Gravenhage overleden, de gepens. generaal-majoor K. Pn. Kem pers, oud-commandant der derde divisie van het veldleger. De thans ontslapen oud-opper- officier, werd na volbrachte studie aan de Kon. Mil. Academie, in 1851, benoemd tot tweede-luitenant bij een der infanterie regimenten. Als le-Iuitenant en ook in den kapiteinsrang, behoorde hij o.a. eenige jaren tot het regiment grenadiers en jagers. Als majoor werd de heer Kempers in 1878 benoemd tot directeur der Normaal Schietschool. Het daarop volgende jaar werd hij bevorderd tot overste en in 1885 volgde zijn benoeming tot kolonel-commandant van het le regiment infanterie. Na gedurende vier jaren het bevel over dat regiment te hebben gevoerd, werd de heer Kempers benoemd tot generaal majoor en commandant der 3e divisie. In 1891 verliet hij den militairen dienst met pensioen. Debietrecht op tabak. De Kamer van Arbeid voor de tabaksindustrie te Rotterdam heeft een adres gezonden aan de Tweede Ka mer de- Staten-Generaal, waarin te kennen gegeven wordl, dat indien het wetsontwerp tot heffing van een debietrecht op tabak tot wet zal worden verheven, daardoor onmo som uit de huwelijksgift zijner vrouw, die in soliede staatspapieren moest belegd worden. Jane klaagde juist, dat in zijne afwezigheid de uren haar zoo lang gevallen waren. Met een kus sloot hij haar den mond en wees toen op een stoom boot, die de rivier opvoer. Het dek van de trotsche boot was met tal rijke reizigers bezet. Bij den aanblik van dat vaartuig werden de trekken der jonge vrouw droevig. Zij hield de hand voor de oogen en schreide. „Waarom schrei je, best vrouwtje „Laat me maar schreien, Koert dat doet me goed. Als ik een schip zie, met zooveel passagiers aan dek, schrei ik altijd. Het is nauwelijks vier jaar geleden, dat ik mijn ouders aan boord van de „King Richard" vergezelde. Ik zal nooit vergeten, hoe vroolijk de passagiers op het dek heen en weer wandelden. Allen spraken van een gelukkige reis naar Nieuw-Zceland, zooals de „King Rt- chard" er reeds een en twintig gemaakt had. O, Koert, van al die vroolijke menschen Keerde niemand terug zij rusten alien op den bodem der zee gelijk veel nadeel, schade en bemoei lijking zal worden toegebracht aan den tabakshandel, zoowel als de industrie. Voorts geeft de genoemde Kamer als haar meening te kennen, dat voorts naar het deskundig inzicht der Kamer allen, die in eenigerlei betrekking staan tot het tabaksvak in Nederland, dus zoowel fabrikanten als werklie den, winkeliers en andere tussch.en- personen, door het heffen van een debietrecht op tabak ernstig zullen worden getroffen, terwijl daarenboven alle verbruikers van tabak, in welken vorm ook, indirect belast worden met een cijns op het vrijwel schadelooze en goedkoope genotsmiddel, dat thans in het tabaksverbruik voor ons ge heele volk is gelegen. Ten slotte spreekt zij de vrees uit, dat de geheele tabaksnijverheid door dit wetsontwerp wordt bedreigd en zij het zich ook tot taak acht, ervoor te waken, dat haar bloeiende industrie niet te gronde wordt gericht, althans zeer gedrepesseerd worde, wijl zij daaruit o. a. ook verwacht verslech tering der arbeidsverhouding. Om deze redenen acht zij zich geroepen, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, ernstig te adviseeren het wetsontwerp tot heffing van een debietrecht op tabak, niet aan te nemen, in het belang van de Neder- landsche tabaksindustrie en -handel; in het belang van alle daarbij ge- interesseerden en in het belang van alle consumenten beslist van de hand te wijzen. Gebed in den Raad. In den Gron'ngschen Raad is een niet onbelangrijk debat gevoerd over een paar amendementen van den heer A. Zijlstra, die voorgesteld had, de vergadering met gebed te openen en voor te schrijven, dat de leden staande het woord zouden voeren. Het laatste amendement verdedigde de voorstelier vooral op grond van de slechte acoustiek in de raadzaal, het eerste verdedigde hij op dezen grond, dat elke overheid, ook de stedelijke, te erkennen heeft, dat zij van Godswege in haar ambt is ge steld en dit ook moet belijden in haar openbare vergadering. De burgemeester verklaarde' dat hij den diepsten eerbied had voor iedere ernstige godsdienstige over tuiging en ook voor het gebed, dat opwelt uit ten vroom en geioovig gemoed, maar, zeide hijmen bidde slechts gezamenlijk waar eensgezind heid in godsdienstig denken en ge voelen wordt gevonden, in de kerk, in de binnenkamer, maar niet in den raad. Daar is die eenstemmigheid niet te verwachten. Bovendien, meende spr., zal het niet mogelijk zijn, een gebsdsformule te ontwerpen, die een ieder bevre- Koert sloot zijn snikkende vrouw in zijn armen en trachtte haar te troosten. Toen verjocht hij, dat zij hem recht veel zou verteilen van haar ouders, en van harte voldeed zij aan dien wensch. Zij droogde haar tranen en begon „Papa heeft zich jegens den En- gelschen handel zeer verdienstelijk gemaakt. Hij was consul en bezat groote landerijen in Nieuw-Zeeland. Zooals mijn tante je reeds verteld heeft, werd ik in de kolonie geboren en kwam eerst met mijn zevende jaar in Londen, om bij haar een zorgvuldige opvoeding te krijgen. Weinige dagen na mijn aankomst stierf mijn oom, mijn vaders oudste broe der. Tante zegt nu nog dat ik haar een groote troost was in die moeie- lijke tijden. Toen ik veertien jaar oud was, kwamen mijn ouders n aar Lon den, om tegenwoordig te zijn bij mijn opneming als lid der kerk. O, Koert, wat heerlijke dagen waren dat, na zoo langen tijd van mijn ouders gescheiden te zijn geweest (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1