I?
Dinsdag
'14 Februari
voorraad
>N, vooris
O VI MIES
EAU DE
enz. enz
l iv. \M.
en rootle-
GAAT ea
e merken
luizen.
cobstraat 17.
oncurrentie.
nans Jr.
raugd
sem.
1911
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
jbinnenland.
TELEFOONNUMMER 10.
flfaonnerïiêRts-ftduerfenfiën op zeer uoordeelige uooru/aarden
>erij, siclt
eleveren
n uw Huis.
en bij
van prima
11, Glazen en
i, heeren- en
hotels, Bor
en Theepot-
Puddingvor-
Deksckalen,
n, Vleesch-,
n, Geëmail-
nen, Melk-
sehkominen,
Melkkannen,
len, Nikkel-
n, enz. enz.
d,
of Huis dat
worden, met
en op goeden
Bureau dezer
ger te
dering
iroken
larlijk,
i DER
ik U
ARRY
an te
dan 20
in het
en heb
alles
ek zoo
uimen
ichten.
ik zou
ren en
k niet
lij aan
:ren en
ih mee
na het
e pijn-
chting,
ninder.
I voort
sprake
ie. Ik
mijne
eeren".
veneest
nd- en
nbeien.
<&£iyz-
:t., van
ekende
COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post Ï.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÈN van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Qroote
'etters en clichés naar plaatsruimte.
De verdediging van de Schelde.
De bekende Belgische afgevaardigde
voor Antwerpen Paul Segers heeftin
de „Revue générale" een artikel aan
bovenstaand onderwerp gewijd. Indien
al Holland zoo zegt hij het on
betwistbare recht heeft om zich te
verdedigen, zoo kunnen zijn verdedi-
gings-middelen toch in geen enkel
opzicht de rechten van België aan
randen.
Dit wordt ten onrechte door den
uitnemenden polemist jonkheer Den
Beer Poortugael betwist.
Het is niet mogelijk te betwisten,
dat de Schelde deel uitmaakt van het
souvereine Hollandsche grondgebied,
zoo zegt deze, en zoolang Holland
neutraal is, heeft het de verplichting,
voortvloeiende uit een „algemeen prin
cipe", uit 't internationaal rechten uit
'[„tradaat" v?n de vredesconferentie
van 1907, om zich te verzetten tegen
den doortocht van schepen van „lede
ren" Staat, die België te hulp zou
willen komen want een Staat brengt
zich in staat van oorlog door het en
kele feit van zijn plan om hulp te
brengen aan België.
Nijs vraagthoe moet men de juri
dische situatie definiëeren Is er mede
eigendom of mede-souvereiniteit
De heer Segers geeft daarop het
volgende antwoord: Den 21 Novem
ber 1792 gaf de Nationale Conventie
haar goedkeuring aan de beslissing
van het uitvoerend bewind (het ging
speciaal over Schelde en Maas), dat
ze alléén van een rivier gebruik mocht
maken en de naburige volken zou
kunnen verhinderen hetzelfde voordeel
te genieten.
Spoedig daarop werd Holland op
zijn beurt overweldigd, en toen zes
maanden later in Mei 1795 de vrede
te Den Haag werd geteekend, ver
klaarde Frankrijk, dat de vaart op de
Schelde tot aan zee toe vrij zou zijn
voor Frankrijk zoowel als voor Hol
land. Ditzelfde vrijheids-beginsel werd
vastgelegd in het tractaat van Parijs
van 30 Mei 1814, en voorts in de
Weener siotacte van Juni 1815. Ten
slotte werd in artikel 9 van het trac
taat van 1839 de vrijheid der Schelde
bevestigd, mei deze woorden „Wat
betreft de vaart op de Schelde en
haar mondingen is overeengekomen,
dat de loodsing en bakening alsmede
de instandhouding der vaargeulen van
Antwerpen af zuilen zijn onderworpen
aan een gemeenschappelijk toezicht,
en dit toezicht zal worden uitgeoefend
door commissarissen, welke door bei
de landen benoemd zullen worden".
Aldus toont de heer Segers de ge
meenschappelijke souvereiniteit van
de Schelde aan. Daarna bespreekt hij
de vraag, in hoeverre Nederland ver
plicht is vloten op de Schelde toe te
„Ontvlucht dan met mij," riep
Ffans, terwijl zijn oogen straalden.
„Je zult nimmer berouw over dien
step gevoelen."
„O, neen," antwoordde het meisje,
„haal je zoo iets niet in het hoofd.
Ik zal nooit kunnen besluiten vader
in 't geheim te zullen verlaten
nooit. Juist nu nu hij zulke ge
vaarlijke wegen inslaat, moet ik bij
hem blijven bij hem en den
armen Koenraad."
het hoofd van laatstgenoemde
dook naast het verliefde paar op.
»Je bloemen", zeide de broeder en
reikte Marie het op den grond ge
vallen bouqet aan. Het meisje gaf
nem, in de groote vreugde van haar
liefhebbend hart, een flinken kus
ea zeide toen tot Frans„Wij ko-
mea> ook langs den weg van ge
laten van mogendheden, die België's
neutraliteit waarborgden.
Generaal Den Beer Portugael zeide
aldus een staat, die zijn vloot op de
Schelde brengt met het doel België
te hulp te komen, stelt zichzelf in staat
van oorlog. Daarom moet Holland zich
tegen zijn doorgang verzetten en wel
op grond van algemeene beginselen
en vooral ook op grond van het trac
taat van de Haagsche vredesconfe
rentie van 1907.
Ghrist.-Hist. Unie.
Op de jaarvergadering te 's Gra-
venhage gehouden, werd een voorstel
van den heer C. E. van Koetsveld
verworpen, dat bedoelde over te gaan
tot publicatie van de organisatie en
de adressen der aangesloten vereeni-
gingen.
Het hoofdbestuur verklaarde zich
bereid aan iedere provinciale orga
nisatie, die opgaven te verstrekken,
doch zij mogen die alleen gebruiken
voor de organisatie in hun kring. Het
voorstel van het hoofdbestuur Werd
aangenomen met 61—22 stemmen.
Vrijdag werd het onderwerp de
algemeene politieke toestand, op ver
zoek van het hoofdbestuur ingeleid
door dr. G. H. Wagenaar, van Rot
terdam. Blijkens het verslag in „de
Ned." herinnerde deze aan de bij
velen bestaande onzekerheid over het
antwoord op de vraag of wij goed
doen met den bestaanden toestand,
dien der coalitie,te oestendigen, terwijl
de ontevredenheid schijnt toe te ne
men over wat men acht te zijn de
onvruchtbaarheid van de coalitie-
regeering, ai doet ook de kleine a.-r.
pers vooral herhaaldelijk pogingen
om de onwrikbare vastheid der coa
litie aan te toonen.
Moeten wij zoo vraagt spr.
die bezwaren niet onder de oogen
zien, vooral waar zij de samenwer
king met Rome gelden Moet een
samenwerking met de ultramon-
taansche groepen worden bestendigd?
Moet er niet meer op worden aan
gedrongen, dat de Hervormde Kerk
haar historische plaats komt in te
nemen Predikanten van ortho
doxen huize hebben we hooren roe
pen Hoe lang nog Ook hebben
vooraanstaande mannen onder ons
bezwaar, om nog langer de verant
woordelijkheid te dragen.
Spr. deelde mede, dat te dezen
opzichte aile leden van het hoofdbe
stuur overtuigd zijn, dat aan de coa
litie ernstige bezwaren kleven, dat
zij een tijdelijk karakter draagt; dat
er met de uiterste behoedzaamheid
moet worden te werk gegaan.
Maai er wordt verschillend gedacht
over de nadeelen der coalitie, ver
schillend ook over de vraag of de
christ.-hist. de gevolgen van een
breuk op zich zouden moeten nemen.
hoorzaamheid en plicht, toch wei
waar wij zijn willen, vertrouw
daar opdat zegt mijn hart. Laten
wij naar buiten gaan in den helde
ren zonneschijn onder de boomen."
Blij te moede begaven zich die
drie nu buiten de ruïne, vermaakten
zich in de boschjes, luisterden naar
het gekweel der vogels en sleten
zoo een gelukkigen, blijden morgen.
De oude grasmaaier beschouwde
met een gemoedelijk lachje hun van
geluk stralende gezichten en zei in
zichzelf„Gelukkige jeugd
Toen de zon de middaghoogte
bereikt had en het dus omstreeks
12 uur was, drukte Frans den oude
wat geld in de hand en verwijderde
zich vervolgens met broer en zus
ter. Bij de zuilengang gekomen,
draaide hij zich nog eenmaal om en
zeide„Het is mij Marie, als blijft
in deze ruïne een stuk van ons le
vensgeluk achter."
Na een prettigen rit door het
schoóne landschap keerde het kleine
gezelschap in Southampton terug,
tafelde langen tijd onder de veranda
van éen der bij de bocht gelegen
hotels en tegen den avond, kort
Het verschil loopt feitelijk over een
punt van takliek. Men meent te moe
ten doen aan een zg. real-politiek
waarbij uit twee kwaden het kleinste
moet worden gekozen.
Spr. stelt voor zich de vraag zoo
Moeten we voortgaan een smaldeel
te vormen in de politieke coalitie,
nu de meerderheid van de christ.-
hist. afhankelijk is echter zonder dat
zij de leiding hebben, of moeten we,
zonder coalitie, enkel onze christ.
beginselen stellen als Shibboleth in
den politieken strijd
Spr. meent het laatste, maar de
groote meerderheid van het H. B.
deelt zijn gevoelen niet.
Uit het debat stippen wij aan, dat
ds. van Hoogenhuyze de coalitie anti
nationaal noemde. Zij werkt mee aan
de ontkerstening der openbare in
stellingen en graaft een breede klove
in het volk. De coalitie is bewijs van
ongeloof en van vrees wij durven
niet wagen met God alleen.
De heer Lohman legde er den na
druk op, dat de cfrist.-hist. in de
coalitie staan als zelfstandige partij
:n dus geoordeeld moeten worden
naar wat zij als partij doen. Hij ver
klaarde, dat er geen enkel feit is,
waaruit blijkt, dat de onafhankelijkheid
niet is bewaard.
Tienuren dag.
De „Standaard" vangt een driestar
aldus aan Nog steeds gaat de actie
door om een normalen werkdag van
tien uur bij de wet in te voeren, eh ge
vindt bijna niemand meer, die hiermede
niet in beginsel instemt.
We zeggen niet, dat eike bekorting
van den arbeidstijd aan het gezin en
aan de geestelijk: l afwikkeling van
de arbeiders zal tegemoet komen. Er
zijn er genoeg, die, hoenneer vrijaf
ze krijgen, te meer tijd verbeuzelen,
zoo niet verzondigen. Alles wordt
misbruikt. Evengoed de Zondag, en
toch zal niemand daarom zeggen, dat
de verzekering van Zondagsrust niet
in hooge mate gewenscht is.
Te lange arbeidsduur put physiek uit,
verdooft alle hoogere ontwikkeling,
en bederft het gezinsleven.
Toch versta men wel, dat de
algemeene stelling „Alle werk boven
de lien uur moet verboden worden",
niets dan een phrase is, en dat hei
leven, wel verre van zich tot zoo
summiere behandeling te leenen,
veeleer een ingewikkeldheid vertoont,
die halsstarig weigert zich naar zulk
een kort aangebonden regeling te
voegen.
Van bezwaren noemt het blad de
onmogelijkheid van stilliggen van
menig bedrijfverschillende zwaarte
van den arbeid verschil van kracht
bij da arbeidersvermindering van
loongebruik van den vrijen tijd.
Het blad gaat dan voortMet dit
voordat het stoomschip het anker
lichtte, kwamen de jongelieden van
den Dennenhof weder aan boord
terug. Frans verzocht om een on
derhoud. Deze liep, uiterlijk kalm
op de kade met zijn landgenoot heen
en weder en luisterde naar zijn voor
stel. De jongeman bekeek natuurlijk
alle zaken van de schoonste zijde en
meende, dat het am zijn overredings
kracht moest gelukken, het vooroor
deel te overwinnen. Veel gemakke
lijker zou het hem evenwel gevallen
zijn een reusachtige steenrots uit den
weg te ruimen.
Toen Frans ai zijn welsprekend
heid had aangewend, zeide Schreu-
der„NooitZoo gij boerenknecht
waart, zou ik niets tegen je aanne
ming als schoonzoon inbrengen, want
ook een knecht kan daarginds een
degelijk, gezeten man worden maar
een vagebond, een muzikant, een
zigeuner, kan mijn dochter niet tot
vrouw krijgen."
Tevergeefs beproefde Frans den
stijfkop van zijn dwaling te overtui
gen, doch deze lachte ongeloovig
en antwoordde „Een muzikant blijft
een muzikant 1"
alles is alzoo rekening te houden,
anders mist de maatregel zijn
uitwerking, en fopt men zich met
een schijnschoone phase. Iets wat
natuurlijk niet zeggen wil, dat men
de zaak moet laten rusten, integendeel,
het beduidt zelfs, dat men er alle
paarden voor moet spannen. Maar
het maant wel tot voorzichtigheid en
tegen overhaasting. En ook hier mist
men dan weer de bedrijfsorganisatis.
Had men een bedrijfsorganisatie voor
elk bedrijf, dan kon elk bedrijf naar
aard en bevinden zelf de zaak regelen
en zou algemeene tevredenheid het
resultaat zijn. Nu kan dit niet
Mr. H. Smeenge.
Op den len April e.k. zal het 25
jaar geleden zijn, dat de heer mr. H.
Smeenge voor de eerste maal gekozen
werd tot lid van de Tweede Kamer
en wel in herstemming destijds met
den heer tnr. P. J. G. van Diggelen.
Ineenschakelingscommissie.
In de Zaterdagmiddag te 's Graven-
hage gehouden vergadering van het
departement Zuid-Holland der ver-
eeniging van leeraren bij het Middel
baar Onderwijs, leidde de heer P.
Goedhart, leeraar H. B. S. aldaar, de
bespreking in van het rapport der
staatscommissie voor de reorganisatie
van het onderwijs (Ineei schakelings
commissie).
Na een uitvoerige inleiding resu
meerde inleider zijn bezwaren aldus
lo. Verlaging der H. B. S. met 3
jarigen cursus tot een soort M, U. L.
school. 2o. Daardoor vermindering
van het peil der handelsscholen. 3o.
Uitdrijving van de helft der tegen
woordige eind-examairindi H. B. S.
(nu circa 530) van een school van
hoogere algemeene ontwikkeling van
eene lagere en daarmee gepaard
gaande verlaging van cultuurhoogte.
4o. Uitschakeling van den 3jarigen
cursus uit het wetenschappelijk leven
der natie en daarmee gepaard gaande
uitschakeling van het platteland. 5o.
De beslissing omtrent de toekomst
van een jongen blijft op zijn 12e
jaar of Midd. of Hooger Onderwijs
(terwijl deze nu vaak pas geschiedt
na het eindexamen H. B. S. 5.) 6
De beslissing, welke studie zal
worden ter hand genomen, wordt 2
jaren vervroegd (nu bij 't eind van
het 4e jaar, dan na 't eind van het
2e jaar). 7o. Het programma der afd.
Lyceum C. eensdeels te zwaar belast
(Latijn en lijnteekenen), anderdeels te
licht (staathuishoudkunde en boek
houden.)
Spr. concludeerde op grond daar
van, dat de voorstellen der commissie
die ons dit brengen een ramp zouden
zijn voor den middenstand in den
ruimsten zin genomen en dat die
voorstellen dus onaannemelijk zijn.
Frans zag nu wei, dat hij aan een
doovemansdeur klopte en verzocht
daarom ten minste goed te vinden,
dat hij op dezelfde boot de reis naar
New-York medemaakte.
„Dat zou niet heel aangenaam
voor Marie zijn," antwoordde
Schreuder, „want ik sta haar dan
gedurende den geheelen overtocht
niet toe éen voet op het scheeps
dek te zetten."
Zoo vervloog de laatste hoop van
den jongen man. Met haat vervuld,
scheidde hij van den vader zijner
verliefde. „Toch zien wij elkander
aan de overzijde terug, Schreuder,"
riep hij dezen toornig na. „Daar
zullen wij zien, wie het 't verst brengt,
jij met je zwaren geldzak en je
trots, of ik met mijn violoncel
Schreuder lachte hoonend en liep
de scheepsplank op. De verliefde
jongelieden zonden elkander een
laatsten groet toe en riepen„Tot
wederzien."
Toen Marie in den nachtrusteloos
op het dek van de boot heen en
weer liep, die snuivend en stampend
den boeg naar de open zee wend
de, vroeg Koenraad„Ben je be-
Pensionneering Gem.-Ambtenaren.
Verschenen is het rapport, omtrent
de pensionneering van gemeente-amb
tenaren en van hunne weduwen en
weezen.
Het verslag is uitgebracht aan den
minister van binnenlandsche zaken,
door de heeren J. C. Mulder en H.
W. A. Zoot, resp. directeur en chef
van het wiskundig bureau van het
rijks-pensioen fonds. Het is gedrukt
ter landsdrukkerij en zal worden
toegezonden aan alle gemeente-be
sturen in Nederland, aan de groote
in meerdere exemplaren.
De Commissie heeft berekend dat
de kosten voor eene algeheele pen-
sionneering der gemeente-ambtenaren
en van hunne weduwen en weezen
zullen bedragen
A. Bij korting volgens de Burger
lijke Pensioenwet f 75 millioen voor
de ambtenaren, f 25 millioen voor
de bedrijven, ie zamen f 100 millioen.
B. Bij een doorloopende korting
van 2 pCt. voor eigen pensioen f 83
millioen voor de ambtenaren, f 28
millioen voor de bedrijven, te zamen
fill millioen.
C. Bij een doorloopende korting
van 3 pet.voor eigen pensioen; 72 mil
lioen voor de ambtenaren, f 24 mil
lioen voor de bedrijven, te zamen f 96
millioen.
Een doorloopende korting op het
traktement of jaarloon van 3 pet. voor
eigen pensioen is dus het goedkoopst
en moet daarom de voorkeur verdie
nen. (De rijksambtenaren storten
voor eigen pensioen de helft van
hun traktement in 4 jaar, gelijk
staande met een doorloopende korting
van 2.72 pet). Voor weduwen en
weezenpensioen moet 5 pet. betaald
worden, evenals zulks door de rijks
ambtenaren geschiedt.
De commissie stelt nog voor, om
voor de bij het in werking treden
der wet aanwezige personen een kor
ting op het eventueel toe te kennen
pensioen toe te passen, voigens een
in het rapport opgenomen schaal,
afhankelijk van den op dat tijdstip
reeds verkregen diensttijd.
De kosten zullen bedragen: f63
millioen voor de ambtenaren, f 22
millioen voor de bedrijven, te zamen
f 85 millioen. Dit kapitaal is ook te
vervangen door een jaarlijksch sub
sidie van ongeveer 3 millioen gulden.
De gemeente Zaandam heeft reeds
eenige jaren lang een pensioenregeling
voor gemeenteambtenaren, hun we
duwen en weezen. Voor de laatsten
betalen de ambtenaren een zeker per
centage van hun salaris, naar wij
vernemen 5 percent. Voor hun eigen
pensioen dragen zij niets bij.
Op grond, dat het pensioenfonds
voor weduwen en weezen tamelijk
kapitaalkrachtig is geworden vroeg
de afdeeling Zaanstreek van den
droefd
„O, neen," antwoordde ze, terwijl
zij bij haar broer bleef staan en naar
de fonkelende sterren opkeek: „lk
heb een schoonen dag beleefd, die
mijn leven nog langen tijd zal ver
helderen. Het moge gaan, zoo'twii,
nu ben ik sterk
HOOFDSTUK V.
Dagen achtereen had de stoom
boot haar verren tocht door weer
en wind afgelegd, toen de kapitein
op een avond Marie toeriep„Mor
genvroeg zien wij land I"
Hoe deden deze weinige woorden
haar aan. Den volgenden dag zou
zij een vreemd werelddeel betreden,
der. voet zetten op geheel vreemden
bodem, dan zou de wijde, wijde zee
liggen tusschen haar en haar ge
boortegrond. Zou ze Frans weder
zien Haar donker oog sloeg ze op
ten hemel, als wilde zij van daar
troost en hoop afsmeeken.
(Wordt vervolgd,)