Eerste Blad Draagt Phaser's Schoenwerk. Maandag 13 Februari DitnummBriiestiiatuit21iladea. Gemeentebestuur^ Feuilleton, No, 37 49e Jaargang. 1911 nieuw Hollandsche en buitenlandsche zindelijkheid. Brieven uit de Hofstad. VLISSIINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Bbonnements-ftdoertentiën op zeer uoordeeligs uoorioaarden SCHOOLWEZEN. De Plaatselijke commissie van toe zicht op het lager onderwijs maakt bekend, dat de Openbare Lessen aan de gemeentescholen A Hoofd de heer LANDSMAN b OP DEN ZIEKE en F VAN DER SL1KKE zullen gehouden worden Maandag 13 Februari 1911 2—4 uur n.m. Ouders, voogden of verzorgers van leerlingen en belangstellenden wor den uitgenoodigd deze lessen bij te wonen. De Commissie voornoemd JOS.VAN RAALTE, Voorzitter. G. H. VüRTHEIM, Secretaris. Nu en dan eens te wijzen op voorschriften, die aan nieuwheid eene genoegzame belangrijkheid pa ren om meer algemeen bekend te zijn, is zeker hoogst wenschelijk. On langs schreven wij uit dat oogpunt iets over de zoogenaamde padvinders beweging. Titans weer trof onze aan dacht een artikel van een Haagsche vrouwelijke arts in het Tijdschrift voor Sociale Hygiëne. Dergelijke tijd schriften komen betrekkelijk weinigen in handen en de inhoud ervan blijft aan de meesten totaal onbekend, hetgeen zeker zeer te betreuren is. Mej. Deutmann, dit is de naam van de genoemde arts, heeft het over de Hollandsche zindelijkheid. Dit is een zeer aantrekkelijk onderwerp. Vooral de oud-Hollandsche zindelijk heid was vrij algemeen bekend en is nog altijd btroemd. Wij hebben over die oud-Hollandsche zindelijkheid heel veel gelezen en dat heeft den indruk bij ons gevestigd, dat zij voora! werd opgemerkt door zekere vreem delingen, die in hun eigen land niet aan te veel zindelijkheid gewoon wa ren, of ook wel door Hollanders, die uit het buitenland terugkeerden en dan ondervonden dat het hier toch wat netter toeging dan in den vreemde. Toch werd met de Hollandsche zin delijkheid ook wel eens gespot, om dat zij blijkbaar bestond in het ge bruiken van ontzaglijk groote hoe veelheden water, om de huizen en de straten te reinigen en in het Het was het meisje als was zij hier geheel buiten de wereld wat zou zij gaarne daar onder die breedgetakte linden zich een verblijfplaats hebben gekozen, om, afgescheiden van de bewoonde wereld, haar leven te ge nieten met hem. Deze laatste gedachte vervulde haar hart met weemoed het kwam haar voor als breidde zich een grauwe sluier uit over de lachende wereld. »Hij is voor je verloren", zeide zij zacht, „want hij liet den brief van de barones onbeantwoord. Verban hem dus uit het hart", zoo dacht ze verder, »en denk aan een nieuwedoch zij kon niet. Een geheimzinnige, een niet te verbreken band, hield haar zinnen gevangen en in haar hart liet zich luide een stem voor hem hooren en tooverde haar een gelukkige toe voorbeeidig doen blinken en glimmen van dat respectabel getal koperen ketels, pannen, emmers en wat dies meer zij, die de trots waren der echte Hollandsche huisvrouw, doch, bij de weinige kennis, die toen om trent de werking der metalen ver spreid was, waarschijnlijk aan een zeer groot aantal menschen het leven of de gezondheid hebben gekost. En dit brengt ons nu juist op het punt waar we wilden wezen. Aan zindelijkheid voor het oog deed men heel veelmaar van het verwijderen of voorkomen van onreinheid, in dien zin, dal niet alleen het oog er door wordt bekoord, maar ook ge zondheid en ieven er door bevorderd en beveiligd worden, daarvan had men geen begrip en kon het, bij den lagen stand der wetenschap, ook niet hebben. Toch blijft de oud-Hollandsche zindelijkheid prijzenswaardig en na volgenswaardig. Uit minder zindelijke kopjes of glazen, of van minder zin delijke borden zou men iemand niet hebben laten eten of drinken. Ook op de bedden was men zeer zindelijk en op de vloeren niet minder. Stof was een gruwel. In dat alles is veel te leeren voor ons die, met een goede dosis weten schap toegerust en met oneindig beter hulpmiddelen, o zoo zindelijk konden zijn, als we het maar wilden. Wij konden den zin voor het uitwen dig bekoorlijke zoo goed vereenigen met de toepassing der regelen voor de werkelijke, de inwendige reinheid maar het maakt op ons wel eens den indruk dat, ofschoon het volk beter dan voorheen is onderwezen, ook op het gebied der gezondheids leer, de toepassing van bedoelde re gelen niet alleen veel te wenschen overlaat, maar ook de uitwendige, de oud-Hollandsche reinheid, ver waarloosd wordt. Daartoe werken verschillende oor zaken mede. Wij verkeeren veel in het buitenland. Mej. Deutmann zegt, dat in het buitenland haast geen burger- of heerenhuis meer gebouwd wordt zoi der badkamer. Dal is uit stekend, -sis men er ten minste ge bruik van maaktmaar de onzinde lijkheid te verdrijven, schijnt zoo'n badkamer toch niet te kunnen beter gezegd de algemecr.e zin voor rein heid heeft daar niet veel mee te maken. Als een Hollandsche reiziger naar het buitenland gaat, dan bezoekt hij b.v. de kantoren. Hij wordt zeer jo viaal ontvangen. Mijnheer haalt ter stond flesch en glazen, veegt de zeer stoffige glazen met zijn mouw of een vuilen doek af en laat zijn bezoeker komst aan zijn zijde voor oogen. Op gaande in haar schoonen droom, sloot zij haar oogen. Hoe vreemd Plotseling kwam het haar voor, dat op grooten afstand iemand haar naam riep, en zij meende er zijn stem in te herkennen. Onmo gelijk Zij keek op en schudde heftig het hoofd; inderdaad, zij moest wel zeer levendig gedroomd hebben. Maar neen dezelfde stem riep opnieuw kon ze zoo droomen, terwijl het hel der dag was Zij boog zich over den muur en keek naar beneden, in de ruime hal, waar zij, behalve den ouden man, die in de schaduw bezig was met het aanzetten van zijn zeis, nie mand bemerkte. Het was haar plot seling, alsof zij zich in de ruïne niet meer veilig gevoelde, waarop zij door Koenraad gevolgd zich langs de trap omhoog spoedde. Juist bereikte ze een ruimte, die tot de sacristie behoorde, en die door ge kleurde ruiten mat verlicht werd, toen ze op de zandsfeenen vloertegels luid- klinkende schreden hoorde. Een jonge man, wiens hoofd gedekt was door een stroohoed met breeden rand en wiens gelaat was omlijst door een drinken. Gaat deze in zijn hotel eten, dan ontdikt hij dingen, die hem in het begin een allerzonderlingst gevoel doer, krijgen. Inspecteert hij zijn slaapkamer wat al te nauwkeurig, dan is het al evenzoo gesteld, enz. enz. Maar wanneer da reiziger dat eenige maien ondervonden heeft, ach dan begint hij er ook alweer aan te gewennen en stelt thuis ook minder hooge eischen. Behalve het drukke verkeer met het buitenland, Komt de geheel veranderde levenswijze in aan merking. Ais juffrouw Deutmann zegt, dat het gebrek aan teinheidszin te schril uitkomt naast den uiteriijken pronk, waarmee men zich gaarne tooit en den glans en de netheid onzer gebouwen, straten, waters enz. Maar zou het eene juist niet een gevolg van het andere wezen. Juist onze geheel veranderde levenswijze, onze tooi, ons uitgaan, onze weelde, moeten noodwendig ten gevolge heb ben, dat we voor het inwendig reine minder gevoelen en minder geld voor kunnen uitgeven en er, veel minder tijd aan kunnen besteden. Onze schrijfster heeft het in hoofd zaak over de reinheid op eigen lichaam. Men zou, meent zij, hier te lande beter doen, zich desnoods wat minder mooi te kieeden en het daar door vrijkomende geld te gebruiken om zich een badkamer-te laten in richten. Nu zijn ook wij groote vrienden van badkamer?, maar de schrijfster houde ons de opmerking ten goede, dat men heel goed zindelijk kan we zen zonder badkamer, als men het maar ernstig wil. Het zou al heel ongelukkig wezen, wanneer zoo velen die zich geen badkamer kunnen ver oorloven, daarom onzindelijk zouden moeten wezen. Die geen badkamer heeft, behoeft nog geen watervrees te hebben en wanneer de moeder hare kinderen aan de kennismaking met het water gewent, dan zullen ze later waarschijnlijk niet zoo lui en onverschillig zijn voor lichamelijke reinheid. De schrijfster geeft onze onderwij zers een tik op de vingers, die ons niet heel onbillijk voorkomt. Zij meent dat de onderwijzer reinheid niet rangschikt onder de maatschappelijke deugden en het kind niet opvoedt in de deugd, den plicht der zindelijk heid op eigen lichaam. Zooals gezegd, dit komt ons niet billijk voor. Ons althans zijn gevallen in overvloed bekend, waarin de on derwijzer wei degelijk over dergelijke dingen handelde en ook zeer nauw keurig lette oo de zindelijkheid der handen en andere lichaamsdeelen. baard, kwam uit het versfgelegen gedeelte te voorschijn en breidde zijn armen naar haar uit. Het meisje ont stelde bij de verschijning van den vreetndeiing; hulpzoekend keek ze naar Koenraad om, toen nogmaals haar naam geroepen werd. De klank trof haar als een donderslaghet was zijn stem. Een luide kreet ontsnapte haar, terwijl zij de laaiste treden van de trap afholde en in de armen van haar Frans terecht kwam. Het verwondert ons niet, dat het hierop eensklaps stil werd in de door hooge muren ingesloten, half verlichte ruimte. Alleen de gouden lichtstralen, die door de ronde vensters vielen, omhulden het verliefde paar. De oogen van het meisje vulden zich met tranen waardoor een zon nige, warme blik schemerde, die dui delijk openbaarde, dat dit oogenblik haar vervulde met jubelenden dank. Frans drukte Marie in zijn armen, als wilde hij haar niet weder loslaten, terwijl zijn lippen kussen drukten op haar goudglanzend haar, haar voor hoofd, haar helder roode lippen. „Je hield me voor trouweloos zeide na een poos de jonge man Maar wij kennen ook gevallen van moeders, die gruwelijk verontwaar digd waren, dat meester de kinderen naar huis stuurde, om zich eerst eventjes behoorlijk te reinigen. Zooals gezegd, wij zijn geen te genstanders van ue badkamerhet tegendeel is waar. Toch staat het vast, dat ook de badkamer alweer min of meer de weelde van ons leven verhoogt en wij zijn overtuigd, dat niets meer geschikt is om de alge- meene en persoonlijke zindelijkheid te verhoogen, dan het algemeen vol gen van een meer eenvoudige, min kostbare en meer huiselijke levens wijze. Dit vooropgesteld, kunnen wij de lezing van dergelijke geschriften als van mej. Deutmann wel aanbevelen. Hoe meer over het onderwerp gelezen en geschreven wordt, hoe beter maar dan mag het geschrevene vooral niet eenzijdig of onbillijk wezen en daarvan is, dunkt ons, het opstel der schrijfster niet geheel vrij te pleiten. CIV. Er is aanleiding te over om u weer eens te schrijven over de in heel den lande en misschien ook wel hier en daar buitenslands beruchte Haagsche (en Schevening- sche) speelhuizen. Het tooneel in dit treurspel is plotseling weer heele- rnaal veranderd. Hoe dat komt Het Haagsche gerechtshof heeft vernietigd het vonnis van den President derRecht- bank in de zaak van de eigenaars van het perceel Harstenhoekweg te Scheveningen tegen den Staat der Nederlanden tot opheffing van de politieposten voor hun perceel waar door de toegang tot dat perceel werd onmogelijk gemaakt. Door den Presidmt der Rechtbank was, zooals mijn lezers zich zullen herinneren,de verwijdering der politie agenten gelast. De Staat was van dat vonnis in hooger beroep gegaan en thans ver klaarde het Hof de eischers niet- ontvankelijk in hun vordering tot wegneming der politieposten. Ik meen, u de voornaamste over wegingen van het Hof niet te moeten onthouden; de kwestie is waarlijk belangrijk genoeg. De eerste g.ief van den Staattegenhet vonnis van den president was dat ZEA. ten onrechte heeft beslist dat het niet noodig is, dat de dagvaarding de onrechtmatigheid van de hande lingen van de politie stelde, omdat de zacht, terwijl zijn blikken, die van zijn geliefde ontmoetten. „O, spreek niet geen enkel woord", antwoordde ze, „je zou mijn schoonsten droom verstoren. Mijn hart jubelt van zaligheid.4 Toen Koenraad op de onderste tre de van de trap verscheen, meende hij in de halfverlichte ruimte een met tooverglans omhulde beeldengroep voor zich te zienzachtjes vroeg hijMarie, ben je daar Ja, ze was daar en antwoordde „Zie, dat is schooner verhaal, Frans, dan je me ooit verteld heb. Zeg mij alleen nog door welk toeval ben je hier „Het toeval is niet zoo groot, als het schijnt," verzekerde Frans. „Ik ontving den brief van de barones eerst na mijn terugkeer uit Holland, waarheen ik met een muziekgezel schap gereisd was. Dadelijk was ik besloten, je naar Amerika te volgen en reisde naar mijn geboorteplaats. Den dag, nadat jelui den Dennenhof verlieten, kwam ik daar aan, vernam van de barones, dat jelui den weg over Bremen genomen hadden, be rekende, dat ik je nog in Southamp- vordering niet strekte tot schadeloos stelling wegens de handelingen, terwijl integendeel volgens den Staat de vordering slechts zou kunnen worden toegewezen als die handelin gen onrechtmatig waren. Het Hof was van oordeel dat de gestelde handelingen inderdaad on rechtmatig moeten zijn en dat dus de vraag is of in de handelingen van de politie onder de omstandig heden, zooals die in de dagvaarding zijn opgenomen, werkelijk ligt opge sloten een aantasten van het eigen domsrechtvan het perceel en een sto ren in het rustig bezit van dien eigen dom. Te dien aanzien overwoog verder het Hof dat bij aantasting van het eigendomsrecht er moet zijn een storen, een hinderen in het gebruik dat men als eigenaar var. het goed maakt, en nu vindt men in de dag vaarding niets van een zoodanig hinderen of storen, daar in de dag vaarding niet is gesteld dat de per sonen, die het huis van de eischers wilden ingaan en door de politie werden tegengehouden, aan hen, eischers, een bezoek kwamen brengen en evenmin is in de dagvaarding gesteld, dat de eischers dat huis be zigden om daarin met de bezoekers zich te wijden aan om winst en verlies loopend spel, in weik be lemmeren van het bezoeken en spe len de president der Rechtbank zag een storing, een hinderen in het ge bruik van het perceel. In hetgeen bij dagvaarding wordt gesteld ligt niet een verstoren vas het gebruik dat de eischers van hun huis maakten en dus krenkten de handelingen van de politie niet hun eigendomsrecht, noch hinderden hen die handelingen in hel voile genot van hun huis. Aldus brengen de gestelde feiten niet mede krenken van het eigendoms recht van de eischers, en waar dus geen krenking in een aangewezen recht van de eischers is gesteld, heeft de Staat terecht beweerd dat uit de gestelde handelingen van de politie niet voortvloeit dat zij waren onrecht matig. Ook de procureur-generaal bij het Hof,had, zij het op andere gronden,ge concludeerd tot vernietiging van het vonnis van den President der Recht bank. Ik heb onlangs nog verteld, dat de politie ook na het vonnis van de rechtbank de posten voor de speel huizen gehandhaafd heeft, doch met een andere opdracht dan tevoren, een opdracht waardoor die heele posterij feitelijk een schijnvertooning werdniemand werd verhinderd de speelhuizen te bezoeken en de sluwe exploitanten maakten op den koop toe in 'f buitenland nog reclame met hun speciale politiebewaking ton kon inhalen, indien ik per spoor naar Calais reisde en daar het Ka naal over stak. Vanmorgen kwam ik hier met den trein van Dover aan, en nauwelijks had ik het station ver laten, of ik zag, dat je mij voorbij reed. Onmiddellijk liep ik het rijtuig na, nam plaats in het eerste voer tuig, dat ik op het stationsplein machtig- kon worden en zoo gelukte het mij, je te ontmoeten. Nu ik je heb, laat ik je ook niet weder los." Marie zuchtte diep. „We gaan naar Amerika," zeide ze op smartelijken toon. „Ik ook," antwoordde Frans vast. „O mijn schat, ik ben niet meer de arme muzikantenzoon, ik heb dezen winter, door mede te werken op muziekuitvoeringen en muziekfeesten, een aardig sommetje bespaard en ben vast overtuigd dat ik in Amerika brood genoeg voor o.rs beiden za! verdienen. Je vader kan onder de veranderde omstandigheden niets te gen ons huwelijk hebben." „Dat geve GodMaar als hij dat nu toch heeft?" (Wordt .vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1