Vrijdag 10 Februari 1911 binnenland. No. 35 49e Jaargang. VLISSIINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden L30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÉN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfdé advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Qroote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks^ uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Hbenneinents-Hduertesufiën op zeer uoordeeiige uooriuaarden Eerste Kamer. Bij de voortgezette behandeling der begrooting van binnenlandsche zaken betoogde de minister dat het voor hei oogenblik niet noodig is over te gaan tot ,ie wederinvoering der gemeentelijke accijnzen. Ook voor wijziging van de gemeentewet om meer betrekkingen met liet burgemeestersambt onveree- nigbaar te verklaren en maatregelen te nemen jegens raadsleden die zich misdragen, bestaat geen urgentie. Overwogen zal worden een hefhng op het verlofrecht voor het houden van verlofgelegenheid. Op het oogen blik is niet mogelijk de schatkist te belasten met de kosten van pension- neering van gemeente-ambtenaren. Een ontwerp-besluit tot wijziging der subsidieering van bijzondere kweekscholen is bij den Raad van State. De minister verdedigde voorts uit voerig zijn standpunt in de leeszalen- quaestie.Zijns inziens zijn de bezwaren der katholieken van zeer overdreven proportiën, doordien van die zijde de openbare leeszalen ie veel geïso leerd worden van het openbaar leven. Een belofte om de subsidie voor openbare leeszalen voortaan bij af zonderlijke wetsvoordracht aan te vragen wilde de minister niet afleggen, wel zou hij desgevraagd daar vroeger toe bereid zijn geweest; ook wilde de minister niet reeds bij voorbaat inwilliging toezeggen van nog niet ingekomen verzoeken om subsidie voor katholieke leeszalen. Wel wil hij geen enkele richting onrecht aan doen. Nog aan geen enkele openbare lees zaal is subsidie toegezegd, alles ha.jgt af van de noodzakelijkheid en van het voldoen aan voorwaarden, waar toe o.a. behoort dat er ook christe lijke lectuur ter lezing ligt. De Schslds-quasstie. Ook bij ons te lande zijn de bla den nog niet uitgepraat over de Sclielde-qaestie en over de kustver dediging in het algemeen. Het „Handelsblad" heeft een uit voerig artikel opgenomen van het algemeen standpunt, om zijn mee ning nader toe te lichten. Deze mee ning wijkt af van die der meeste militairen, die zich onlangs over de zaak uitlietenhet „Hbld." gelooft, dat vloot en leger bepaaldelijk van noode hebben, dat hun werkzaamheid op sommige punten door forten wordt gesteund. Deze laatste quaestie is urgent. Door den eisch te stellen alles of niets, komen wij geen stap verder en blijft de toestand nog jarenlang even onvoldoende en dus even ge De laatste dagen gingen voorbij, zonder dat iemand bericht bracht ean Frans. De verkooping had plaats met haar drukke tooneelen. Het eene dierbare stuk huisraad na het an dere verdween uit de stille vertrek ken. Ten laatste was er niets meer over als de bedden, de bloemen en de vogels. De laatsten zond Marie nan de barones als een aandenken. De lach van Schreuder verstomde, toen de trotsche paarden, de statige runderen en de schoone lammeren, die hij opgefokt had, van den hof werden gedreven, toen alles, wat hij bezeten had, in vreemde handen was overgegaan, toen alles, wat op den hof thuis behoorde, verstrooid werd, Koenraad verkeerde in de grootste opgewondenheidhij zwierf ruste loos rond en kwam af en toe naar vaarlijk als zij op het oogenblik is. Ons dunkt, dat met wachten en on derzoeken geen enkel wezenlijk ge vaar kan worden bezworen, want dit kan aileen door intijds maatregelen te nemen en zich naar elke zijde te beveiligen voor zooveel dit in ons vermogen ligt. Het gevaar komt altijd van de zijde, van waar men het het minst verwacht. Naarmate wij hiermede rekening houden, vermindert voor ons het ge vaar, om in een oorlog te worden meegesleept. Het weekblad „de Amsterdammer" stelt de vraag, wat onze regeering eigenlijk bedoelt en wat wij in het (gansch niet onwaarschijnlijke) geval van een grooten oorlog doen zullen. Het volk weet daar veel te weinig van het weekblad geeft den buiten- landschen bladen, die zeggen, dat wij ten minste den schijn aannemen, Duitschland in de kaart te spelen, geen ongelijk. En een inzender in hetzelfde nummer wijst er op, dat onze oostelijke grenzen laatstelijk weer meer ontbloot zijn van verde digers. De „Nieuwe Courant" geeft de vertaling van eenige interviews, in het veel gelezen Russische blad „Slowo" verschenen. De heeren Poor- tugal (gen. den Beer Poortugaei) Van karnebeek (jhr. v. Karnebeek) en v. Doeveland (mr. Piemp v. Duiveland) zijn aan het woord, maar aangezien de gesprekken met deze heeren klaar blijkelijk niet geheel juist weergegeven zijn en 't juist hier aankomt op het juiste woord, nemen wij deze ver slagjes niet over. De medewerker van de „Slowo" schijnt bij voorbaat overtuigd te zijn geweest van de Duitsche pressie en dit zal zijn ver slagen wel gekleurd hebben. Als een bewijs hoe in het buiten land de pers hier en daar tegen ons land optreedt, haalt de ,.N. Ct." uit een overigens gunstig bekend En- gclsch weekblad het volgende bij schrift bij photo's over onze West- Indische koloniën aan (in vertaling) „Om de Hollanders te herinneren aan koloniën, die zij bezitten en zouden kunnen verliezen in zekere pijnlijke omstandigheden. „Indien Holland zich bij het Drie voudig Verbond aansloot (zooals zich iaat voorzien) z )u het niet alleen in Europa gevaar loopen, maar ook daar buiten. De sterkere zeemacht van Engeland en Frankrijk (mogelijkerwijs door Amerika gesteund) zou spoedig Holland's mooie koloniën in bezit nemen." „Het is fraai", zeg! de „N. Cl." „doch men moet maar bedenken, dat er jingo's zijn in aile landen en dat een pakkend onderschrift bij een plaatje een reclame voor het num mer is Marie loopen om haar allerlei vragen te doen„Waar gaat de vos heen waarheen de zwarte bles, waar Karo Het meisje kon op al deze vragen geen ander antwoord geven, dan het zwaarmoedige „Weg." In hei voorjaar van 1860 verlieten de bewoners van den Dennenhof Duitschland. De zee werd door den ruwen wind hoog opgezweept, zoo dat de passagiers reeds in den eer sten nacht al de onaangenaamheden der zeeziekte volop leerden kennen. De meest hulpbehoevende van al de passagiers was DinaMarie, die met haar in dezelfde kooi sliep, hielp de zieke, eigen leed vergetend, zoo veel mogelijk. Ook den volgenden morgen was de zee nog zeer on stuimig; door haar geweld kraakten de scheepsdeelen, zuchtten de men- schen. Het was met Schreuder treu rig gesteld zijn eigenwaan, zijn trots kregen een gevoeligen knak; tegen over het geweld der zee voelde hij zich zwak, nietig en was geheel terneergeslagen. Eén slechts in de beide kooien, die de lieden van den Dennenhof innamen, sliep als een marmot, ontbeet met den grooisten De parlementaire socialistische groep uit het Belgische parlement zal op 5 Maart te 's-Qravenhage een bijeenkomst hebben met de Neder- Sandsche sociaal-democraten, om het vraagstuk van het fort bij Viissingen te onderzoeken. Het auxiliair eskader. Naar aanleiding van Indische be richten volgens welke bepaald zou zijn, dat de schepen van het auxiliair eskader voortaan 5 jaren in Ned.- Indië zouden moeten blijven, vernamen wij, dat kort geleden is aangenomen, dat bedoelde schepen, die tot dusver na een verblijf van 3 jaren in Indië werden afgelost, als regel voortaan daar 5 jaren zullen sta'.ioneeren, be houdens tussch mtijdschen terugkeer naar het moederland indien belang rijke hersteliingen noodig mochten zijn. Het voorschrift geldt alleen voor de schepen en niet voor de beman ning, die na het verstrijken van den thans geldenden termijn wordt af gelost. Bestrijding Nieuw-Malthusianisme. Te 's Hertogenbosch had Dins dag de aigemeene vergadering plaats van de Vereeniging tot bestrij ding van het Nieuw-Malthusianisme. Er waren zeer vele belanghebben den, waaronder verschillende leden der rechterlijke macht, het bestuur der 's Hertogenbossche Vereeniging tot bevordering der zedelijkheid, een vertegenwoordiger van het gemeen tebestuur, vele geestelijken van diverse kerkgenootschappen. Mr. P. Loeff heet als voorzitter van de 's Hertogenbossche vereeniging tot bevordering d: - zedelijkheid, de heeren aan de groene tatel en alle aanwezigen welkom en zet d: bij zondere reden uiteen, waarom zijne vereeniging zooveel beiang stelt in het doel van de hier vergaderde vereeniging. De voorzitter, dr. H. Pinkhof, van Amsterdam dankt voor het welkom van mr. Loeff en vindt het nieuw en verblijdend, dat ook het gemeentebe- bestuur hier vertegenwoordigd is, houdt verder een korte inleidingsrede waarmede hij deze 2e aigemeene vergadering opent. Het jaarverslag van het centraal- bureau van informatie en propaganda van den heer J. N. van Munster, van Arnhem, werd hierna met applaus goedgekeurd. Hierna volgde het meest aciueele punt der agenda: ean be spreking van de in ons land gehouden internationale conferentie ten voor- deele van het Nieuw Malthusianisme, door dr. D. Snouck Henkemans. Spreker begint te zeggen, dat men om zijn vijand te kunnen bestrij den hem eerst moet kennen. Wij hebben hem dan ook overal en altijd eetlust en stond dan opgewekt op om aan dek te gaan dat was Koenraad. Toen tegen den middag de krijt rotsen van Engeland aan den hori zon zichtbaar werden, spoedde Koenraad zich naar de hut der beide meisjes en riep „Marie Marie kom boven, het is daar zoo mooi..." Om de vergelijking te voltooien kon hij geen woorden vinden, maar zijn oogen glansden van vreugde over hetgeen hij aanschouwde. Marie stond met inspanning van al haar krachten op, waschte en kleedde zich en ging, leunend op den arm van haar broeder naar het dekzij ge voelde, dat zij behoefte had aan frissche lucht. Al wankelende gelukte het haar, steeds leunende op den arm van Koenraad, het dek te bereiken. Toe vallig kwam haar hier juist de ka pitein tegen. „Wel heeft de zee u parten ge speeld vroeg de kapitein schert send. „Leelijke parten ook," antwoordde Marie met een smartelijk lachje. De goedmoedige zeeman iei'dde gevolgd, ook op de internationale conferentie te 's Gravenhage. De Nieuw Malthusiaansche Bond, zegt hij verder, staat aan den gemakke- lijksten kant; die belooft maar. Als ik een wapenspreuk zou willen kie zen dan kwam het spreekwoord hier zeer van pas„veel beloven en wei nig geven, doet de gekken in vreugde leven". De internationale conferentie te 's Gravenhage is een revue geweest van het internationale Nieuw Mal thusiaansche leger en daar zijn in derdaad oude en nieuwe dingen te voorschijn gekomen. Doch in de gelederen der voorstanders van het Nieuw Malthusianisme is een zeer belangrijke kentering van de mee ningen waar te nemen. Spreker toont verder zeer duidelijk aan, dat op bedoelde conferentie beweerd is, wat hij en andere tegen standers vioeger gezegd hebben, in verband waarmede hij de woorden herhaalt, door dr. Rutgers 5 jaar geleden gesproken „Wij leeren altijd, wij leeren zelfs van onze tegenstan ders." Maar zegt spreker dan, ik geloof, dat de meerderheid van de voorstanders van het Nieuw-Malthu- siaiisme dan wel wat hardleersch is. De meerderheid der conferentie te Den Haag was het dan ook niet met dr. Rutgers eens en dat overkwam hem wel meer. Dr. Snouck Henkemans zet verder uiteen, dat de geheels geschiedenis van het Malthusianisme altijd heeft gestaan in het ieeken der getalsbe perking en dat het wel een teleurstel ling moet zijn geweest voor de aan wezigen ter conferentie in Den Haag, dat men daar niet heeft kunnen aantoonen het gunstige gevolg van het werk van 'tNieuw-Malthusianisme. Er is wel eenig gevolg bewezen, doch er zijn beweringen geuit, die den toets der crïtiek niet kunnen doorstaano. a. is ook op die con ferentie beweerd, dat ue aarde niet genoeg voedsel voor de menschen oplevert. Ik durf, zegt spr,, niet po sitief te zeggen, dat 't niet waar is, omdat ik de daarvoor gemaakte en toen geëxpliceerde berekening niet heb ingezien, maar ik durf het toch wel te betwijfelen. Aan het slot zijner belangrijke be spreking roept spreker de medewer king in van alle aanwezigen voor de wetenschappelijke en practische be strijding van het Nieuw-Malthusianis me. Na het krachtige applaus, dat aan bovengeschetste waardeerende be spreking ten deel viel, sprak de voorzitter, dr. II. Pinkhof, nog een kort aanvullingswoord betreffende de practische bestrijding van het Nieuw- Malthusianisme. Mr. P. t*oeff leekent hierna een het bleeke kind naar een mooi, zon nig ziiplaatsje, lief haar een broodje met sardines en een glas rooden wiin brengen en meende, dat haar maag hiermede we! weer op streek zou komen. Hij gaf haar den welge- meenden raad zoolang haar krachten liet toelieten, gedurende de geheele vaart zoolang mogelijk op 't dek te blijven en zooveei mogelijk frissche lucht in te ademen. De vriendelijkheid van den door sierlijke zwenkingen vergezelden, en weer en wind gebruinden man deed het hart van het meisje goed. Zij liet haar blikken gaan over de blauwe zee,waar over het zonlicht een gouden glans verspreidde, over de kusien over ed zeemeeuwen, die het schip in bij de beschouwing van al dat nieuwe en bekoorlijke, vergat zij onwille keurig al het leed, dat haar ziel be nauwde. Met levendige belangstelling keek ze naar de vreemde schepen, die aan den gezichtseinder opdoken, met gezwollen zeilen voorbijvlogen, om daarna in de eindelooze verte te verdwijnen. Eerst dan, wanneer de nachtwind hen deed huiveren, verlieten broer en ernstig woord van protest aan tegen de mededeeling van een voorval in België, voorkomende in een weten schappelijk rapport van dr. Rutgers. Ook de heer J. N. van Munster sprak een krachtig woord van protest. Hierna hield dr. D. Snouck Hen kemans een korte inleiding omtrent de door minister Regout aangebrachte wijziging van het wefsontwerp- Nelissen, betrekking hebbende op de aborteurs. Na eenig debat hieromtrent en een hartelijk slotwoord van mr. P. Loeff, ging de middagvergadering uiteen. De avondvergadering werd in de groote zaal van 't „Casino" ge houden en was eveneens druk be zocht. Dr. H. Pinkhof introduceerde dr. Aussems, uit Utrecht. Deze bestreed het Nieuw-Mal-' thusianisme uit eert medisch oogpunt. Waar de alcohol het individu ver nietigt, daar schaadt het Nieuw- Malthusianisme bovendien het nage slacht. Het is daarom een nationale ramp, die wij te bestrijden hebben. Hierna behandelt spreker de vele in het dageüjksch leven voorkomende geopperde bezwaren in groote en kleine gezinnen. Hierna nam ds. C. van der Voort van Zijp, iid van de Tweede Kamer der Staten-Generaai, het woord en bestreed het Nieuw-Malthusianisme uit een godsdienstig oogpunt. Beide sprekers werden geestdriftig toegejuicht. Mr. P. Loeff sloot met een harte lijk passend slotwoord deze belang wekkende vergadering. Pensionneering gemeente-ambtenaren. Het verslag, omtrent het onderzoek betreffende pensionneering van ge meente-ambtenaren en hun weduwen en weezen, uitgebracht aan den mi nister van binnenlandsche zaken door de heeren J. C Mulder, directeur van het rijkspensioenfonds voor we duwen en weezen van burgerlijke ambtenaren en H. W. A. Zoot, chef van het bureau wiskunde en statis tiek van dit fonds is in 3000 exem plaren verzonden, nl. aan de leden der beide Kamers der Staten-Generaai en aan de Commissarissen der Ko ningin ter verdeeling onder de ge meenten in hun provincie. Dit verslag bevat tevens een over zicht van de wetgeving in het bui tenland en een overzicht van de hier te lande bestaande gemeentelijke pen sioenregelingen. Verbouwing Tweede Kamer. Zoodra met M.i a. s. ten behoeve der uitbreiding van het gebouw öer Tweade Kamer door het rijk aange kochte perceel n op het Hofsingel te zuster het dek, om zich naar hun kooien te begeven. Verkwikt door den slaap ontwaak'e Marie, zich verwonderend over de stilte, diejhaar omgaf. Het steunen en stampen van de machine had opgehouden, even ais het schudden van de boor. Vlug kleedde zij zich om naar het dek te gaan. Een uitroep vau verrassing ontsnapte haar bij den heerlijken aanblik, die zich zoo plotseling voor haar opdeed. Een heerlijke, diep groene bocht, omzoomd door lacnen- de oevers, breidde zich voor haar uit. Uit zee jaagden de golven naar het strand, met wit schuimende kop pen. Verderop werd het water kalmer. Te midden van de lichtgroene bosschen, die zich uitstrekten aan beide zijden van de bocht, waren witte huizen en groote villa's zicht baar, en op eenigen afstand schit terden de daken van een stad, die nog omhuld werd door lichten mor gennevel. Honderden zeemeeuwen tuimelden in de heldere lucht of plonsden neer in de schuimende golven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1