Vrijdag
27 Januari
No. 23
49e Jaargang,
1911
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Gemeentebestuur.
BINNENLAND.
PeuillleioiL
KAMER VAU KOOPHANDEL.
VLISSINGSCHE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÈNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen
Gelet op artt. 12 en 37 derDrankwet;
doen te weten
dat bij hen zijn ingekomen
le. een verzoek van J. W. ZEYGER
om vergunning tot verkoop van
sterken drank in het klein, in perceel
Koudenhoek 19
2e. een verzoek van J. G. MEIJER
om verlof tot verkoop van alcohol
houdende dranken andere dan sterken
drank, in perceel Boulevard Bankert
110;
3e. een verzoek van idem om ver
lof tot verkoop van alcoholhoudende
dranken in het Hotel Zeeboulevard
perceel 12, aan den Boulevard de
Ruyter
dat vanaf heden gedurende veertien
dagen schriftelijke bezwaren tegen het
eventueel verleenen van de gevraagde
vergunning of het gevraagd verlof
kunnen worden ingebracht bij Burge
meester en Wethouders voornoemd.
Vlissingen, 25 Januari 1911.
Burg. en Weth. voornoemd,
C. A. KALBFLEISCH, L.B.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
BEKENDMAKING.
Aangifte
van Nieuwe Leerlingen voor de
Openbare Lagere scholen.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ter kennis van belang
hebbenden, dat op Donderdag 16
Februari a.s. als leerlingen tot de
scholen A (Coosje Buskenstraat), B
(Hendrikstraat) en F (Joost de Moor
straat) kunnen worden toegelaten
kinderen van on- en minvermogen
den, die op het tijdstip der toelating
zes jaren oud zijn.
De aangifte der nieuwe leerlingen
kan geschieden van Maandag 23
Januari tot en met Dinsdag 31 Janu
ari e. k., desvoorm. van 9—12 uren,
ter Gemeente-Secretarie (Griffie).
Bij de aangifte wordt men verzocht
een Trouwboekje mede te brengen.
Vlissingen, 20 Januari 1911.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
C0NSTANT1N0PEL wegens Azia
tische cholera is opgeheven.
Vlissingen, 26 Januari 1911.
De Burgemeester voornoemd,
C. A. KALBFLEISCH. L. B.
GENEESKUNDIG
STAATSTOEZICHT.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van belangheb
benden
dat blijkens bij hem ingekomen
ambtsbericht de besmetverklaring van
De fortificatie van Vlissingen.
„De Nieuwe Courant" beat zeer
belangwekkende beschouwingen van
prof. de Louter, over de Scheldc-
kwestie, waarin de hooggeleerde de
kwestie als rechtsvraag stelt.
Hij begint er op te wijzen, dat de
bewonderenswaardige ontwikkeling
van het volkenrecht in onze dagen
een donkere schaduwzijde heefi. Dat
men nl. gevaar loopt te miskennen
een der grondslagen de souvereini-
teit der staten.
Twee vragen, zegt prof. De Louter,
worden verward, vragen, die toch
zeer te onderscheiden zijn, nl.„Is
Nederland bevoegd, zijn grenzen en
kusten naar eigen oordeel in staat
van tegenweer te brengen en de
tweede: „Welk gebruik mag Neder
land var, zijn weermiddelen maken,
ten aanzien van de vaart in oorlogs
tijd op een rivier waarbij een naburige
en bevriende staat bijzonder belang
heeft
Dat de eerste vraag zonder eenige
aarzeling bevestigend moet worden
beantwoord, lijdt volgens prof. De
Louter, geen twijfel. Dat Nederland
derhalve een onbetwistbaar recht heeft
om te Vlissingen naar goedvinden
forten te bouwen ot versterkingen aan
te leggen, staat z.i. als een paal boven
water.
lntusschen én hier komt prof.
De Louter tot de beantwoording der
tweede vraag wordt thans in som
mige buitenlandsche bladen onder
scheid gemaakt tusschen een recht in
abstracto en het gebruik daarvan in
concreto.
Erkend wordt zegt prof. De Louter,
Nederland's recht, de toepassing daar
entegen aan politieke invloeden toe
geschreven. Aldus poogt men de
rechtsvraag in een politiek geschil op
te lossen en wordt het volkenrecht
de speelbal van tegenstrijdige poli
tieke belangen. Het is toch klaar als
het licht, dat een staat, wiens recht
niet wordt ontkend, zelf heeft te
beoordecien welk gebruik hij daarvan
zal maken. Verbeeldt u, dat Engeland
van zijn onbetwistbaar recht om zijn
vloot met eenige dreadnoughts uit te
breiden, gebruik makende, door pro
testen van Duitschland of Frankrijk
wordt lastig gevallen. Of dat Duitsch
land, zijn even onbetwistbaar recht
uitoefenend, om nieuwe regimenten
op te richten of wapenen aan te
schaffen, heeft te rekenen met bezwa
ren van Engelsche of Fransche zijde.
Het denkbeeld alleen wekt een glim
lach.
Prof. De Louter hoopt van harte,
dat geen Nederlandsche regeering
zich zal laten bewegen tot internatio
nale besprekingen over de uitvoering
van souvereine rechten.
Over de vrije vaart in tijd van
vrede beslissen de verdragen op den
grondslag der Weener tractaten en
rees sedert Belgisch onafhankelijkheid
geen geschil, dat niet vreedzaam
werd opgelost. Over tijd van oorlog
bestaan geen bijzondere verdragen
en gelden dus de algemeene begin
selen van volkenrecht. Het denkbeeld
n een afzonderlijke regeling is
thans niet aan de orde en kon op
geen ongelegener oogenblik worden
geopperd. Blijft Nederland zijn tot
dusver ingenomen en met recht ge
prezen standpunt eener algeheele
neutraliteit handhaven en geen
enkel verdrag dwingt het ooit daarvan
af te wijken dan zal het in eiken
oorlog zijn gebied onvoorwaardelijk
moeten ontzeggen aan iedere oor
logvoerende partij, op straffe van
zelf in den oorlog Ie worden ge
wikkeld. Deze stelling is zoo een
voudig en elementair, dat zij bewijs
niet behoeft. Zij blijft volkomen
dezelfde, indien Vlissingen enz. niet
dan wel is versterkt. Nederland kan
en mag geen doortocht verieenen
aan de vloot eener oorlogvoerende
partij of van een harer bondgenooten
of garanten. Het moet dit op vol
komen gelijken grond beletten als
den doortocht eener legermacht oost-
of westwaarts door Limburg. Men
moge dit betreuren, er is geen ont
komen aan. Een neutrale slaat, zelfs
een staat, die zich als België ver
heugt in een voortdurende neutrali
teit is verplicht met alle beschikbare
middelen den doortocht van de krijgs
macht der oorlogvoerenden op zijn
gebied te water en te land te beletten
en kan zich daartoe geen te groote
opofferingen getroosten.
Naar aanleiding van een bericht
in de buitenlandsche pers, dat de
Fransche gezanten bij de mogendhe
den, die het tractaat van 1839 be
treffende de neutraliteit van België
onderteekend hebben, opdracht zou
den hebben bij de Regeeringen de
aangelegenheid van de versterking
van Vlissingen ter sprake te brengen,
kan met stelligheid verzekerd wor
den, dat de Fransche gezant te 'sGra-
venhage, de heer Marcelin Pellet, die
in dat geval eveneens zulk een op
dracht zou moeten hebben ontvangen,
een dergelijke lastgeving niet gekregen
heeft.
Er is vermoedelijk een verwarring
in het spel. Een dag of zeven gele
den hebben de Fransche gezanten bij
de bedoelde Tractaat-mogendheden,
opdracht gekregen van minister Pi-
O—
3.)
„Kijk, kijk, daar heb je zoowaar
mijn rechtsverdraaier ookriep hij
een man met borstelige pruik en
hooge halsdas toe. „Je neus gloeit
als een kooltje vuur. En daar is
Kuiper, de horlogemaker ook."
Spoedig was Schreuder door vrien
den omringd de waardin bewon
derde Dina's kleeding en tooi, ver
telde haar allerlei geheimpjes en
Marie keek naar het dansen, maar
geen der dansers behaagde haar.
De eenige jonge man uit het dorp
met wien zij had willen dansen, was
er niet.
Een zachte stem deed haar uit
haar beschouwingen opschrikken
toen zij omkeek, lachte haar de ba-
tones toe. Deze beminnenswaardige
dame vermaande haar, dat zij zich
met dikwijls genoeg op het slot liet
zien en bracht haar, ondanks haar
tegenstribbelen, in een kring van
dames en heeren uit de stad, die
hare gasten waren.
Terwijl Marie hier zoo vriendelijk
mogelijk welkom geheeten werd in
dezen kring, stiet een der schutters
bij de schietbaan Schreuder aan en
zeide„Kijk je dochter eens, die
zal nog eens een rijken heer trou
wen. Zie eens, hoe de heeren haar
aankijkenals zij konden, zouden
ze haar met de oogen verslinden."
De vader keek naar de aangewe
zen groep, waar zijn dochter juist
een bevallige buiging maakte.
Een trotsch lachje gleed over zijn
gelaat, daarop echter wendde hij
zich met verachterlijk schouderop
halen naar de schietbaan en zeide
„Het is nog de vraag of er éen onder
dat gezelschap is, dien ik als schoon
zoon zou verkiezen."
De baron ging nu met Marie naar
de dansplaats, waar alle jongelieden
en meisjes haar toeknikten. Een
echter keek haar afgunstig na en dat
was Dina, die, leunend op den arm
van Joost, den molenaarszoon, zich
eveneens onder de dansende paren
bevond. Haar danser was een statige,
maar lichtzinnige jonge man die
door iedereen in het dorp voor ge
vaarlijk gehouden werd zoowel
door de vrouwen, als door de
mannen.
Dina volgde den vermetele slechts
schoorvoetend, tot zij bemerkte, dat
haar oom en voogd niet in de na
bijheid was, doch toen gaf zij zich
geheel aan het dansen over, lachte
over zijn scherts, dronk een glas
wijn met hem en wiegde zich in
zijn armen op de maat van de mu
ziek. De koppige wijn en de snelle
beweging deden haar bloed brui-
schen.
Op het oogenblik, waarin Joost
had willen juichen van vreugde
over de behaalde overwinning, legde
een zware hand zich op Dina's
schouder en een ruwe stem riep
„Nu is 't genoeg
Juist liet zich de muziek in al
haar omvang hooren, draaiden de
dansende paren lustig in 't rond, toen
Dina en haar galant in het donkere,
dreigende gelaat van Schreuder ke
ken. Het meisje uitte een luiden
kreet, de danser echter riep: „Hier
flbonnements-ftduertentiën op
chon, den Franschen minister van
buitenlandsche zaken, om zijne be
kende verklaring in de Fransche
Kamer afgelegd, bij de regeeringen
dier mogendheden nader toe te lichten
in hare juiste bedoelingen. En van
die opdracht heeft de Fransche gezant
te 's Hage zich toen dadelijk gekweten
en onzen minister van buitenlandsche
zaken de nadere ophelderingen ver
strekt en hem de verzekering gegeven
dat de meest vriendschappelijke be
doelingen bij den l.eer Pichon voor
zaten bij het afleggen zijner verklarin
gen.
Het nieuwe rijksopvoedingsgesticht
te Amersfoort is gisteren, in tegen
woordigheid van tal van autoriteiten,
door den minister van justitie, den
heer mr. Regout, geopend.
Zitting van Woensdag 25- Januari,
des avonds 8 uur.
Tegenwoordig 7 leden. Afwezig de
heeren Polak en Dudok van Heel, met
kennisgeving.
De heer Van Raalte opende, als
oudste lid in jaren, de vergadering.
In de eerste plaats was aan de
orde de installatie van de herkozen
leden, de heeren P. F. Auer, H. C.
Beijerman, C. Dommisse CMz., J. G.
de Jonge en A. J. J. Klijberg.
De herkozen ieden werden door den
heer Van Raalte geluk gewenscht met
het vertrouwen, dat de kiezers op
nieuw in hen gesteld hebben en sprak
hij de hoop uit, dat zij met denzelfden
lust en ijver ais lid van de Kamer
zullen werkzaam blijven.
Hierna werd overgegaan tot de ver
kiezing van een voorzitter en vice-
voorzifter.
Benoemd werden de heeren Van
Raalte en Van Niftrik, beiden met 6
stemmen.
Op een vraag van den heer Van
Raalte verklaarde de heer Van Niftrik
zich bereid de benoeming te aan
vaarden.
Ook de heer Van Raalte nam op
nieuw de benoeming aan en hield
als voorzitter in deze eerste zitting in
dit jaar de volgende toespraak
Het afgeloopen jaar leverde voor
handel en nijverheid weinig belang
rijke gebeurtenissen op en mitsdien
kreeg ook onze Kamer weinig ingrij
pende zaken te behandelen.
De algemeene toestand was blijk
baar gunstig, terwijl in de gemeente
groote levendigheid heerschte door
nieuwen aanbouw, verbouwing en
uitbreiding van bestaande handels
zaken en uitvoering van belangrijke
openbare werken.
Ais een feit van beteekenis moge
hier ook verme'd worden de opening
eener electrische tramverbinding met
hebt gij niets te bevelen, Schreuder.
Dina danst met mij, en gij zult dit
niet verhinderen
Hij wilde zijn tegenstander op zij
dringen, maar deze stond pal met
een van toorn gloeiend gelaat.
„Mijn nicht mag dansen onver
schillig met wien, maar niet met
jou
Deze woorden dreven ook Joost
het verhitte bloed naar het hoofd, en
hij riep: „Dat begrijp, ik, want jij
ouwe gek denkt zelf nog aan vrijen
Nauwelijks waren deze woorden
er uit, of de boer gaf den vermetele
een hevigen slag in het gezicht.
Dina ontvlood met een angstkreet
de dansplaats, en eer nog de helft
der dansenden goed begrepen wat
er gaande was, was de andere helft
in een strijd gewikkeld, waarin me
nige bloedneus en blauw oog ge
slagen werd.
Marie had juist met een heer uit
het gezelschap van de barones ge
danst. Plotseling werd ze van den
arm van haar danser weggerukt door
de dringende menschenmassa, en be
vond zij zich te midden der vech
tenden. Doodelijk verschrikt wilde
zeer uoordeeiige uoorwaarden
Middelburg en de levering van elec-
trischen stroom voor de industrie en
particuliere verlichting door de elec
trische centrale aan den Koningsweg.
De bouw van een nieuw post- en
telegraafkantoor op de gedempte
Pottekade nam een aanvang, waar
door een vroeger verzoek van de
Kamer werd ingewilligd.
Op aandringen van onze Kamer
werd niet overgegaan (ot opheffing
van de tweede postbestelling op
Zondag, waartoe het voornemen be
stond.
Aan den minister van financiën
werd verzocht, om de in- en uit-
klaring van goederen voor hier be
stemd of van hier verzonden, niet
langer te Roosendaal, doch hier ter
stede te doen plaats hebben.
Hierop werd echter een afwijzende
beschikking ontvangen en evenmin
gelukte het een hooger maximum dan
thans voor de goud- en zilverzen
dingen met de pakketpost naar
Engeland vastgesteld te krijgen, hoe
wei de directeur-generaal der pos
terijen en telegrafie dit verzoek der
Kamer bij de Britsclre postadmi
nistratie had gesteund.
Naar aanleiding van een schrijven
van den ontvanger der registratie G.
A. en de domeinen, betreffende het
weinige gebruik dat van het alhier
bij den boekhandelaar Gerretsen ge
vestigde zegeldepot werd gemaakt,
verleende onze Kamer haar medewer
king om aan het bestaan daarvan
meerdere publiciteit te geven door
toezending van een circulaire aan
belanghebbenden.
In de samenstelling der Kamer
kwam in het afgeloopen jaar geen
veranderingde aftredende leden
werden allen herkozen, terwijl de
aftredende secretaris opnieuw werd
benoemd.
Moge het nieuw begonnen jaar
gunstig zijn voor den handel en
de nijverheid hier ter stede en de
werkzaamheid der Kamer vruchtdra
gend zijn.
De Voorzitter sprak tevens de beste
wenschen uil voor de Ieden en hun
gezinnen.
De leden gaven blijk van instem
ming met deze toespraak
De notulen van het verhandelde
in de vorige vergadering werden
daarop gelezen en goedgekeud.
Ingekomen was een prospectus be
treffende een internationale tentoon
stelling te Roubaix.
Voorts een kennisgeving van de
wijziging der vennootschap van de
firma F. van de Velde Jr.
Overgelegd werden verschillende
stukken, w. o. de lijst van kiesge
rechtigden voor de Kamer en de
door den raad goedgekeurde begroo
ting voor 1911.
Voor kennisgeving werd aangeno-
zij vluchten, doch het was te laat.
De mannen drongen van beide zijden
met feilen strijdlust op elkander in,
zoodat het jonge meisje onmogelijk
ontkomen kon. Zij hoorde wilde
kreten, zag om zich heen niets dan
gebalde vuisten en verhitte gezich
ten plotseling vloog een flesch tegen
haar hoofd, die in scherven neerviel.
Een duizeling beving haar. Het
woeste tumult om haar heen duurde
voort, zij hoorde nog even een ver
ward gegons, toen werd het donker
voor haar oogen. Zij wilde haar
krachten verzamelen, zich ontwor
stelen aan het kluwen van ntenschen,
toen zij over zich het gelaat van een
jongen man zag die haar naam riep.
Hulpzoekend strekte zij de armen
uit, maar haar krachten ontvloden
haar, zij viel neder. Zij was be
wusteloos.
Toen zij weder bijkwam, keek ze
in Het gelaat van de barones, die
haar vroeg, of zij pijn gevoelde.
(Wordt vervolgd.)