Dinsdag 49e Jaargrang. 24 Januari Feuilleton* No. 20 1911 BINNENLAND, (1810—1861.) VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post l.SO. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÈN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken rege! meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. De verdediging der Schelde. HU „Berl. Tagebl." bevat een hoofdartikel van den oud-majoor Gadke over „Die Befesligung von Vlissingen", waarin de schrijver be gint niet op te merken, dat men in Duitschland den opgewonden strijd gesloten aanziet. Men meent, dat Duitschland het minst met de quaestie heeft te maken, hoewel de geheele wereld Duitschlands booze bedoe lingen verkondigt. Hij stelt daarna in het licht, dat er niet alleen sprake is van de versterking van Vlissingen, maar veeleer van de versterking der geheele Nederiandsche kust, waarvoor een bedrag van 40 miliioen gulden moet worden toegestaan. Het artikel vervolgt: „GelijkBelgië in Antwerpen een machtig centraal punt voor de landsverdediging heeft gevormd en voortdurend uitbreidt, hebben de Nederlanden de belangrijkste verde digingslinie voornamelijk rondom Amsterdam, terwijl uitloopers zich uitstrekken tot Rotterdam. De beide grootste handelssteden van het land moeten daardoor verdedigd worden. De forten aan de landzijde, welke tegen het Oosten zijn gericht, zijn in hoofdzaak gereed en bij een vol doende aantal verdedigers zeer sterk. Wij in Duitschland zijn veel te ver standig om daarin eenige onvrien delijke handeling tegen ons te zien. Nederland heeft eenvoudig gedaan, wat de plicht voor zijn zelfstandig heid als staat gebiedt. Maar de zeezijde van het versterkte gebied is tot nu toe door onbetee- kenende werken beschermd. Dan roert Gadke de bezwaren van België, Frankrijk en Engeland aan en meent „Met andere woorden verlangen de Engelsche en Fransche bladen, dat ook een Engelsch leger, ten aller, tijde vrijen toegang van de zee naar Antwerpen moet hebben en daarin niet mag worden tegengehou ;en door Nederiandsche versterkingen." Spre kende over de campagne tegen Duitschland schrijft hij „Niets gemakkelijker voor een ge- wetenlooze politiek dan de dreigende schending van het Belgisch grondge bied door Duitschland reeds in het begin van ooriogsverwikkeiingen kunstmatig in het leven te roepen en daarop een Engelsch leger naar Antwerpen te zenden ond r voor wendsel van bescherming, maar met de wezenlijke bedoeiing van hieruit het Duitsche leger aan te vallen. Men zegt, dat Engeland dat niet noodig heeft, daar het overal op Fransch grondgebied kan landen. Dat is juist, maar niet te bewijzen. Hei is hoogst onwaarschijnlijk, het is tegen alle Engelsche tradilies, dat het ooit zijn kleine legermacht een voudig zou gebruiken voor hulp troepen van hel Fransche leger. Men zal zich eerder een zelfstandig ope ratie-terrein zoeken. 2.) Drie weken na den slag bij Sal- ferino kwamen te Villafranca de vredes-preliminairen tot stand (11 Juli '59), die door den vrede van Zurich werden bekrachtigd GO Nov. '59). V De meer vooruitstrevende ele menten waren met den uitslag on voldaan. Onder Mazzini en Garibaldi breidde zich de beweging verder uit. Modena, Parma en de Ro- magna sloten zich voorloopig aan een onder den naam van de repu Bovendien is met een voortrukken van Antwerpen veel meer te bereiken, dan door de rechtslreeksche onder steuning van de Fransche strijdmacht aan de Lotharingsche grens. Zeker, Engeland zou om te beginnen bijna niet meer dan vier divisies op het vaste land kunnen brengen, maar eenmaal in Antwerpen zou het de vier Belgische divisies, zoo noodig met zachten dwang, onder zijn com mando stellen en daarmede reeds op onaangename wijze ons leger be dreigen. Onnoodig natuurlijk erop te wijzen, dat dit alles slechts theoretische be schouwingen zijn, die gelukkig en naar te hopen is, nooit piaciische waarde zullen krijgen. InlLisschen zou het passeeren van den mond der Schelde door een En gelsch aanvallend ieger een schen ding der Nederiandsche neutraliteit beteekenen en licht tot verstrekkende gevolgen kunnen leiden. Hiertegenover steiien zich de Ne derlanders op hef correcte standpunt dat het betwijfeld moge worden of zij zich mogen verzetten tegen het gaan van een Engelsche vloot door den mond der Schelde, maar dat er geen twijfel bestaat aan hun recht, op hun eigen gebied versterkingen aan te leggen, waar en zooals zij het noodig achten. Beide quaesties staan geenszins in onmiddellijk verband tot elkaar. Ook de Noordzee-entente van 23 April 1908 heeft aan alle betrokken staten de uitoefening hun ner souvereine rechten op ieder punt der kust uitdrukkelijk verzekerd. Tot deze souvereiniteitsrechten behoort echter ook de bouw van verster kingen. Onder deze omstandigheden is het zeer gelukkig, dat de officieele Fran sche kringen de aangelegenheid, welke een zuiver Nederiandsche is, inet dezelfde rust beschouwen en behandelen als de Duitsche regeering". De Belgische correspondent van de „Daily Telegraph" heeft met ver scheidene leidende persoonlijkheden in België over de quaestie van het fort te Vlissingen gesproken, o. a. met staatsminister Beernaert, het Senaats lid Wiener en Baie. De correspondent bevond, dat de meesten zich geërgerd hadden aan Pichon's verklaring in de Fransche Kamer weike de Nederlanders terecht aanslootelijk achten. Aile drie erken den ten volle Nederlands r.cht op eigen grondgebied de verdedigings werken aan te leggen, weike het noodig achtte, maar spraken de hoop uit, dat vriendschappelijk overleg tusschen Nederland en België tot een bevredigende regeling zou leiden, niet alleen vari de Vlissingsche quaestie, maar ook omtrent het sa mengaan van de Nederiandsche en Belgische legers tegenover eiken aan val van buiten. Negende algemeene volkstelling. Blijkens de definitieve uitkomsten der negende algemeene tienjaarlijksche bliek Amie, en zochten nauwere aanraking met Toscane, dat zich meer beslist voor aansluiting bij Sardinië had verklaard. Ook Cavour begreep, dat de pre- liminairen van Villafranca de Itali- aansche patriotten onvoldaan «ouden laten, en trok zich daarom uif het ministerie terug, om de hand vrij te hebben voor zijn verdere plannen Voora! Engeland toonde zich inge nomen met het streven naar ds Italiaanscbe eenheid, voora! om daar door een hak ie zetten aan Frankrijk, dat voor de betoonde hulp Savoye en Nizza had weten te verkrijgen, en daardoor wantrouwen bij de Italiaansche patriotten had gewekt. Toen de zaken nu dien ioop namen nam Cavour weer zitting in het mi nisterie (jan 1860). In April 1860 brak er eene opstand uit in Napels, die weldra oversloeg naar Sicilis. Cavour wist Garibaldi TELEFOON* N UM M E R 10. volkstelling, gehouden op 31 Decem ber 1909, bestond de bevolking van het rijk uit 5.858.175 zielen, namelijk 2.899.125 mannelijke en 2.959.250 vrouwelijke, verdeeld ais voigtNoord- Brabant 311.133 mannelijke en 311.946 vrouwelijke, Gelderland 322.479 en 317.123, Zuid-Holland 676 079 en 714.665, Noord-Holland 536 885 en 570.808, Zeeland 115.457 en 117.058, Utrecht 141,306 en 147.208, Friesland 180 588 en 178.964, Overijsei 193.964 en 188.916, Groningen 162.275 en 165.770, Drente 90 061 en 83.257, Limburg 168.714 en 163.293. De bevolking was volgens de ver schillende volkstellingen 1 Jan. 1830 2.613.487, 1 Jan. 1840 2 860.559, 19 Nov. 1849 3.056.879, 31 Dec. 1859 3.309.128, 1 Dec. 1869 3.509.529, 31 Dec. 1879 4.012 693, 31 Dec. 1889 4.511.415, 31 Dec. 1899 5.104.137. De vermeerdering der bevolking per jaar, die sedert 1849 stecdsstijger.de is geweest, is ook in de laatste 10 jaren gemiddeld booger geweest dan in de voorafgaande 10 jarige periode. De totale vermeerdering in de laatste 10 jaren is geweest 754.038. Door meerdere geboorte dan sterfte zou, zooais uit de volgende cijfers blijkt, de bevolking in de iaats'e 10 jarige periode zijn toegenomen met 839.011 personen. Er werden geboren 1.697,174, er stierven 858.163 personen, vermeer dering 839.011 personen, zoodat het overschot van vertrek boven vestiging in die 10 jaren moet zijn geweest 84.973 personen, om te komen tot bovenbedoelde werkelijke bevolkings vermeerdering. De gemiddelde jaarlijksche toene ming der bevolking in de verschil lende provinciën was als voigtNoord- Brabant 1.18, Gelderland 1.22, Zuid Holland 1.97, Noord Holland 1.36, Zeeland 0.73, Utrecht 1.40, Friesland 0.55, Overijsei 1.40, Groningen 0.91 Drente 1.56, Limburg 1.65, het Rijk 1.39. Boven de gemiddelde toeneming van het rijk staan dus in afdalende rijZuid-Holland, Limburg, Drente, Utrecht en Overijsei, beneden het gemiddelde in opklimmende reeks: Friesland, Zeeland, Groningen, Noord- Brabant, Gelderland en Noord Holland. Abonnemenits-fWuertêntiën op zeer uoordeeiige uoorioaarden Kamerverkiezing Sneek. Naar wordt gemeld bestaat er in het district Sneek het voornemen, voor de a. s. verkiezing van een lid der Tweede Kamer, ter vervanging van den heer Coiijn, een vertegen woordiger van de beginselen van den bond voor Staatspensionneering can- didaat te stellen. Handel met België. Onze handel met België is in het vorige jaar weer zeer belangrijk ge weest. België zond ons het vorige jaar 2,342,591,765 kilogr. koopwaren, tegen 2,429,517,585 kg. in 1909. Deze koopwaren hadden een waarde van te bewegen van een aanval op Nizza en Savoye af te zien en de zaak van den opstand in het Koninkrijk dsr beide Sicilian te steunen. En ioen Garibaldi zijn zegevierenden intocht in Napels had gedaan, besloot Victor Emanue! zelf de leiding der revolu tionaire beweging op zich te nemen. Zonder aan Rome-zJf te raken er. het was de uitdrukkelijke wil van Napoleon III vielen zijn troepen bij Costelfidardo de Pause lijke troepen aanmet dat gevoig, dat de Marken en Umbrië zich bij bet Koninkrijk Sardinië aansloten. Toen was het hoofddoel der Italiaansche patriotte bereikt. Victor Emanuel riep in Maart 1861 het eerste Itali aansche parlement bijeen, dat hem tot koning van Italië uitriep, en be paalde, dat de hoofdstad van het nieuwe Koninkrijk de schoone stad Florence aan de Arno zou zijn. Drie maanden later stierf Cavour (ljuni ruim fr. 316,5 miliioen, tegen ruim fr. 310.7 miliioen in 1909. Wij verzonden 1,857,411,236 kg. koopwaren naar België (tegen 1,701,417,293 in 1909). Zij vertegen woordigden een waarde van ruim fr. 291.8 miliioen, tegen fr. 280.7 milii oen in 1909. Onze voornaamste in voerartikelen in Belgie waren levend vee (ruim 35 miliioen kg.) houtwerk (42 miliioen), steenkolen (265 milii oen), groenten (103 miliioen) granen (168 miliioen) ijzerwerk (46 miliioen), visch (51 miliioen) en koifie (8 milii oen kilogram). Wij ontvingen uit Beigië ruim 299 miliioen kilogr. steenkolen, 301 miliioen kg. steenen, 143 miliioen kg. granen, 56 rniüioen kg. meel, 24 miliioen kg. suiker, 160 miliioen kg. kaik, 129 miliioen kg. cement, 187 miliioen kg. erts en 244 miliioen kg. aardewerk. De geheele invoer in Beigië be droeg 26,527,717 ton koopwaren, tegen 23,767,361 ton in 1909, dus een vermeerdering van ruim 2.7 mil iioen ton of 11.6 percent. De waarde dezer koopwaren was ruim fr. 3958 miliioen tegen fr. 3588 miliioen in 1909, of een vermeerdering van 10.3 percent. De geheele uitvoer bedroeg 18,982,111 ton, tegen 17,846,750 ton in 1909 of een vermeerdering van ruim 1.1 miliioen ton, d. i. 6.4 pet. De waarde bedroeg fr. 2930 miliioen, tegen fr. 2703 miliioen in 1909 of een vermeerdering van 8.4 pet. Aan douanerechten werden ont vangen fr. 67 355,901, tegen fr. 60,990,545 in 1909; dus een ver meerdering van fr. 6,365,356 of ruim 10.4 pet. Winkelsluiting. De vereeniging van Amsterdamsche winkeliers, ten doel hebbend de be vordering van het vrije winkelbedrijf, heeft bij den raad dier gemeente schriftelijk haar leedwezen betuigd over het feit, dat opnieuw een ont- werp-ve:ordening op de winkelslui ting aanhangig is gemaakt, niettegen staande van de zijde der direct bij zoodanige regeling betrokken perso nen geen daartoe strekkende wensch is geuit. Aan het siot van het breedvoerig gemotiveerde adres wordt den raad, namens aile leden der vereeniging, verzocht, aan geenerlei ve;eeniging, waarbij het openings- en sluitingsuur voor winkels gebiedend wordt vast gesteld, goedkeuring te verl enen. Huldiging dr. Van Gorkom. In een der bovenzalen van hotel „Victoria" te 's Gravenhage waren Vrijdagavond een groot aantal dames en heeren bijeengekomen om tegen woordig te zijn bij de aanbieding van een huldeblijk aan den heer W. J. van Gorkom, arts te 's Gravenhage bij gelegenheid van zijn aftreden ais secretaris penningmeester der Neder landse ,e Centrale Vereeniging tot be strijding der tuberculose. 1861) naar beweerd werd, aan ver gif. Zijn levenswensen Alle Italianen onder éen zelfde bestuur, was nog niet bereikt, en is zeifs nu, na bijna een halve eeuw, nog niet bereikt. Maar de gebeurtenissen van 1866 en 1870 brachten het een schrede nader aan het doeiVenetië vrij en Rome de hoofdstad van het Koninkrijk. Doch het was Cavour om meer te doen geweest, dan uiterlijke eenheid en schittering. Hij wenschte de bronnen van welvaart voor het land te vermeerderen, e.n de oorzaken voor in wendigejverdeeldheid wegte nemen. Daarom was hij een groot voorstander van scheiding van kerk en staat, in dien zin, dat beide machten onaf hankelijk naast eikander hei welzijn van de bevolking zouden bevorderen, zonder dat de maatregelen van den eenen die van de anderen in den weg zouden staan. Zelf godsdienstig ges'em'T ijverde hij voor godsdlen-t- Nadat reeds te vo*en door hetda- geiijksch bestuur der Ned. Cer.ti. ver eeniging den heer Van Gorkum een boekwerk was overhandigd,werd door een commissie uit den raad van be stuur dier vereeniging de scheidende secretaris penningmeester gehuldigd onder aanbieding van een cadeau in tafelzilver in kist roet plaque, waarop het volgend opschrift„Den heer W. J. van Gorkom, arts te 's Gravenhage, aangeboden bij zijn aftreden als se cretaris-penningmeester der Ned. Centr. Vereeniging tot bestrijding der 'tuberculose, 20 Januari 1911." Dit gescheik ging vergezeld van een calligraphy ch album met een zestigtal namen van vereenigingen en van leden en van oud-leden van dien Raad, die tot dit huldeblijk hadden bijgedragen. Nadat aan mevrouw Van Go/kom een bouquet was aangeboden, werd namens de commissie bij monde van jhr. de Ranitz genoemd huldeblijk aangeboden, waarbij deze wees op het Belangrijk aandeei, hetwelk de heer Van Gorkom had gehad in de werkzaamheid van de Ned. Centr. vereeniging. Hierna sprak dr. Pijnappel, uit Zwolle, ais voorzitter van het dage- lijksch bestuur der Centrale Vereeni ging een hartelijk vaarwei en her dacht in gevoelvolle woorden den gezamenlijken arbeid met dr. Van Gorkom. „Wij kunnen u slechts noode missen", aldus dr. Pijnappel, „maar ook daarginds zult gij uw taak met lust en talent vervullen mogen geluk in uw gezin en succes op uw arbeid uw dee! zijn." Nadat nog eenige sprekers het woord hadden gevoerd, bedankte, dr. Van Gorkom voor de hem gebrachte hulde. Bij de landweer-infanterie, bestaande uit 48 bataljons is, benevens een incompleet van 4 commandanten (districten Dokkum, Delfzijl, Win schoten, en Ter Neuzen) gerekend voor eene organieke sterkte van 4 compagnieën per bataljon, een in compleet van 123 kapiteins, com pagnies-commandanten, terwijl er 37 luitenants-overcompleet zijn. Voorde oorlogsorganisatie wordt het over compleet aan luitenants, een incom pleet van 341. Onder de dist iets-commandanten komen er 5 voor die 65 jaar of ouder zijn. Blijkens bij het departement van marine ontvangen berichten zij i Hr. Ms. pantse.'schip „Heemskerk", onler bevel van den kapitein ter zee G. L. Goedhari, e> SI-. Ms. pantserschip „De Zeven Provinciën on Ier bevel van den kapi ein ler zee F. Bauduin, 20 dezer respec kv lijk ie Malaga en te Durban aangekomen. Naar wij vernemen, zullen in de a. s. nummers van „E'gtn Haard" eenige belangrijke artikelen worden geplaatst van de hand der heeren vrede met vermijding van geloofsver deeldheid. in zijn laatste korstondige ziekte smeekte hij zijn geneesheeren al te doen wat in hun vermogen was om hem te redden, omdat er nog zoo veel te doen was. En toen zij hem moesten verklaren, dat aile hoop op redding moest worden op gegeven, liet hij zijn biechtvader, pater Barthalemeo, bij zich komen. Nadat hij gebiecht, en de genade middelen der kerk ontvangen had, vraagde de priester hem, of hij ook nog iets te beschikken nad, en toen antwoordde hij met stervenden mond „Ja, Pater, de vrije kerk in den vrijen staat." Koedoes. DE PRIESTER. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1