BLOOKER'S CACAO Zaterdag Januari Feuilleton. DAALDERS binnenland. No. 18 49e Ja&rsr&eg. 1911. r™*r van BEI HM BP OEI III. VLISSIINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men-abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE JR., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÊNvan 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote 'etters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- ©n Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. fibonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige uoortuaarden De Schelde-quaestie. De „Petit Parisien" geeft in zake de commentaren op de verklaringen van minister Plchon, betreffende de vestingwerken te Vlissingen, een be schouwing, die een officieus karakter draagt en waarin gezegd wordt, dat Holland zeer zeker het recht heeft zijn kusten te verdedigen, maar Bel- gië's neutralileit verplicht Nederland tot zekere bedachtzaamheid. Het zou geheel normaal zijn dal Frankrijk zich in verbinding stelde met de mogendheden-onderteekenaren van de overeenkomst van 1839, om de waarborgen van die neutraliteit onaangetast te laten en dat op vriend schappelijke» grondslag een gedach- tenwisseling met de Hollandsche re geering geopend wordt. Het gaat er alleen om, overeen stemming te verkrijgen ten einde en kele wat duistere punten van die internationale overeenkomst op te hel deren daarin ligt niets dat voor de Hollanders aanleiding zou kunnen geven tot onaangename beschou wingen. De „Temps" bevat een hoofdarti kel, waarin het blad eerst opsomt zijn bekende stellingenhet plan om een fort te bouwen bij Vlissingen wordt door geen enkele politieke reden gewettigd, tenzij door een oorlog met Engeland, waarvan Ne derland toch niets te vreezen heeft de Schelde is geen Nederlandsche rivier, enz. Vervolgens staaft het blad met be wijzen de onmogelijkheid om een vorm te vinden voor een eventueele diplomatieke actie. Bij de discussie in de Kamer vroeg Delaforse„Hebt gij met de Nederlandsche regeering de zaak besproken ?"Pichon antwoordde „Ik ben bereid met de onderteekenaars van het tractaat van 1839 een be spreking te houden." Maar het een noch het ander zegt de „Temps" is mogelijk. Het tractaat eischt een bespreking tusschen alle onderteekenaars, en het bericht van de „Kölnische" bewijst, dat Duitsch- land niet tusschenbeiden wil komen. Deze stand van zaken moge niet bevredigen maar hij is nu een maal zoo. Nederland is vrij om het voor en het tegen te overwegen, maar als het zijn verdedigingsplan uitvoert, profi- teerende van de uiteenloopende in zichten der groote mogendheden, dan zal het daardoor ten duidelijkste zijn sympathie voor het Drievoudig ver bond te kennen geven. Het „Journal des Débats" is van meening, dat de versterking van Vlis singen een vriendschappelijke samen- spreking tusschen de mogendheden, die de neutraliteit van België hebben gegarandeerd, wettigt. Niemand in Frankrijk denkt er aan Nederland! te beperken in zijn bevoegdheid om zijn grensverdediging in te richten op de wijze, die het 't best oordeelt, het gaat er alleen em te weten of zijn verde digingsmiddelen eventueel voor een ander doel zullen gebruikt worden. De „Débats" deelt de meening van 45.) o— Als twee blijde gelukkige kinderen zaten zij bij elkander, hand in hand en oog in oog. Zij hadden elkander zooveel te vertellen, dat zij maar niet klaar konden komen. De kastelein had den jonkman reeds eene plaats in zijn huis aan geboden. Hij meende, dat alles nu wel terecht zou komen en dat Kasper zich maar niet storen moest aan de KOFFIE is duurder geworden,doch kost nog steeds f 1,50 per bus van 1 Kilo (2 pond), j Kleinere bussen naar verhouding. generaal Snijders en overste Pop, dat de 40 millioen voor de versterking van Vlissingen beter gebruikt konden worden voor reorganisatie en verster king van het leger. Een bezuinigings-circulaire van minister Golijn. Door den minister van oorlog is dd. 15 Januari het volgende schrij ven ter kennis gebracht van alle commandeerende officieren Deeventueele invoering der ontwerp- militiewet, zoomede vele andere maatregelen, die ondergeteekende zou wenschen te nemen tot verhooging van de waarde van het leger, meer bepaald tot het verkrijgen van betere encadreering en betere geoefendheid, zullen groote uitgaven eischen. Dergelijke offers mogen echter alleen dan van de schatkist worden ge vraagd, wanneer daartegenover staat een ernstig streven om alle uitgaven te vermijden, die niet rechtstreeks verband houden met de strijdwaarde van het leger. Het is mijn uitdrukkelijk verlangen dat door iedereen in den kring van zijn dienstbevoegdheid met de groot ste nauwgezetheid worde gestreefd naar een zuinig beheer. Voorts wensch ik, dat met zorg worde nagegaan op welke wijze be paalde bezuinigingen van eenigszins omvangrijken aard zouden kunnen worden aangebracht. Daartoe moeten de commandeeren - de officieren van korpsen en chefs van inrichtingen deze vraag met hun onderhoorige officieren in den breede bespreken. Ieder officier, die zulks wenscht, moet niet slechts in de ge legenheid worden gesteld om zijn meening onomwonden uit te spreken, doch heeft ook de bevoegdheid, zijn denkbeelden in een behoorlijk gemotiveerd rapport schriftelijk ter kennis te brenger, van den minister van oorlog. Wanner iemand neiging gevoelt zich daarbij niet te beperken tot zijn meer engen kring, doch tot de leger- organisatie in het algemeen, behoort dit veeleer te worden aangemoedigd dan tegengegaan. De rapporten van de commandeerende officieren en chefs van inrichtingen moeten op 1 April 1911 worden ingezonden aan den naast hoogeren chef. Daarbij worden overgelegd de af vijandige houding der boeren. En die vijandige stemming bleek al den eersten dag en hield lang aan. Daar zij zich evenwel alleen in de blikken en gebaren openbaarde, bleef Kasper bedaard en deed, alsof hij het niet opmerkte. Rustig en nauwgezet ver vulde hij het werk dat de kastelein hem opdroeg, en bejegende ieder, ook hen die hem niet goed gezind waren, vriendelijk. Hij had in de ge vangenis geleerd, den trotschen nek te buigen. En wanneer somtijds zijn trots in opstand kwam tegen het onrecht, dat hem geschiedde, dan bezwoeren Dorothea's zachte woorden en de ernstige vertoogen van den kastelein en den herder spoedig weder den zonderlijke rapporten van officieren, die zich tot het indienen daarvan geroepen voelen, c.-q. voorzien van de opmerkingen, beschouwingen enz. van hun chefs. De hoogere chefs zullen hun eigen rapporten met die van inrichtingen en c.q. lagere offi cieren uiterlijk op 15 April d.a.v. aan het departement behooren in te zenden. Viermaanders. Naar de „Asser Ct". verneemt, zal in de nieuwe Militiewet het instituut der viermaanders in zijn tegenwoor- digen vorm komen te vervallen. Alle miliciens worden ingelijfd voor 8'/a maand als eerste oefeningstijd. De minister van oorlog is echter be voegd om de miliciens, welke iri het bezit van het getuigschrift voor lichamelijke geoefendheid en mili taire bekwaamheid zijn, direct na hun indeeling voor den tijd van vier maanden met z. g. uitstel van eerste oefening naar huis te zenden, terwijl hun, die slechts in 't bezit zijn van éen dier getuigschriften, een uitstel van 2 maanden zal kunnen worden verleend. Door deze bepaling wordt voor komen, dat miliciens later op grond van hun getrokken nummer, slechts 4 maanden als eerste oefentijd onder de wapenen kunnen worden gehouden, terwijl de lust tot deelname aan het voorbereidend militair onder richt aanmerkelijk zal worden vergroot, daar thans het met vrucht volgen dier oefeningen zal worden beloond door een verkorting van werkelijk verblijf onder de wapenen voor eerste oefening van twee o' „vier maanden, naar gelang de adsuv at een of twee getuigschriften heeft kunnen ver- Officieren van het Ned. leger. Uit de naamlijst der officieren van het Nederlandsche leger voor het jaar 1911 blijkt dat op 1 Januari jl. aan wezig waren Van ae infanterie1 luitenant- generaal, 6 generaal-majoors, 13 kolo nels, 33 luitenant-kolonels, 32 ma joors, 301 kapiteins, 432 le en 181 2e luitenants. Van de cavalerie1 generaal-majoor, 4 kolonels, 5 luite nant-kolonels, 6 majoors, 27 ritmees ters, 55 le en 17 2e luitenants. Van de artillerie 2 generaal-majoors, 10 kolonels, 14 luitenant-kolonels, 14 majoors, 135 kapiteins, 187 le en 77 2e luitenants, bovendien 4 majoors, 7 kapiteins, 6 le en 2 2e luitenant magazijnmeesters. Van de genie1 generaal-majoor, 2 kolonels, 7 luite nant-kolonels, 6 majoors, 36 kapiteins, 29 le en 16 2 luitenants. Van de marechanssee 2e luitenant-kolonels, 3 majoors, 11 kapiteins, 3 le luite nants. Generale staf: 1 generaal- majoor, 1 kolonel, 5 luitenant-kolo nels, 8 majoors, 15 kapiteins. Pro vinciale staf3 luitenant-kolonels, 10 majoors. Plaatselijke staf: 2 kolo nels, 1 luitenant-kolonel, 5 kapiteins, 9 le en 4 2e luitenants. Militaire ad ministratie (intendance) 2 kolonels, 4 luitenant-kolonels, 5 majoors, 10 kapiteins, (kwartiermeesters), 4 luite nant-kolonels, 4 majoors, 35 kapi teins, 60 le en 28 2e luitenants. storm. De kring zijner vrienden werd allengs grooter. De boeren moesten zijn vlijt, zijne plichtsbetrachting en zijne nederigheid wel opmerken, en de pastoor was onvermoeid in zijne pogingen om den afkeer, dien de dorpelingen wegens zijn eerste ver grijp tegen Kasper voedden, te doen ophouden. Zoo ging de winter voorbij, de lente tooide velden en bosschen met een nieuw, prachtig kleed. Bestraald door helderen zonneglans, trok een kleine stoet naar de dorpskerk. Kas per en Dorothea vierden hun huwe lijksfeest na zooveel zware stormen hadden zij toch de haven des geluks bereikt. Van de vroegere vijanden des Vlagvertoon. In de marine vereeniging te Den Helder heeft de kapitein ter zee, W. D. H. baron van Asbeck, voorzitter der Vereeniging, eene lezing gehou den over het onderwerp „Vlagver toon." De spreker ontwikkelde tegen ver schillende vormen van vlagvertoon eenige bezwaren, doch verzocht aan het slot zijner rede hem niet te be schouwen als tegenstander van bui- tenlandsche reizen. Hij was evenwel van meening, dat maar in een enkel geval vlagvertoon plicht is, en dus tegenover andere plichten mag gesteld worden, nl. als het ertoe kan bijdragen om onze stelling in de wereld te be houden. Dit te bepalen is het werk van den staatsman die geleerd heeft de macht van het kleine te wegen. Pensionneering van wethouders. In de gisteravond gehouden ver gadering van den gemeenteraad van Utrecht werd, na levendige bespre king, een motie van mr. Werker, be treffende de salarieering en eventueele pensionneering van wethouders, ver worpen met 13 tegen 11 stemmen. De „Mepp. Ct." verhaalt het vol gende aardige geval. Een zuinig huismoederije had gespaard, buiten weten van haar man4 mooie muntbiljetten, elk van f 10, had ze verstopt op een heel veilig plaatsje. Nu kwam de nood aan den man en ze wilde manlief verblijden. Wat keek hij op, wat was hij blij met haarDoch o droeve schrik 1 De biljetten kon zij niet gewisseld krijgen, want sinds de blauwe tientjes zijn gekomen, hebben de gele afgedaan. Daar zaten ze, de stakkerdsZij kreeg een ingeving. Ze ging naar den burgemeester, den burgervader, en vertelde hem het geval. Wist hij misschien raad Hij dacht na en toen toen sprak hij het vrouwje moed in. Hij schreef aan den minis ter van financiën met het onderdanig verzoek de biljetten alsnog te mogen inwisselen. De minister begreep den toestand en 't zuinige huismoe dertje heeft nu vier mooie blauwe biljetten ontvangen. Nu zijn ze ge lukkig en blij. Een photograaf te Berlijn nam een andere manier te baat om aan geld ook zijn eigen verdiend geld te komen. Een dame had bij hem haar portret laten maken, doch dit niet betaaid. Haar adres was onvindbaar. Moeilijk geval Maar ook deze photograaf wist raad. Hij plaatste hel portret der dame voor zijn raam, met het vragende bijschrift: „Wie is deze leelijke, oude dame En daaronder„Zij is mij twee en twintig mark schuldig", 't Middel bleek probaat. Reeds na twee dagen kwam de niet te vinden dame opdagen en betaalde haar schuld. Erg vriendelijk keek ze niet, maar enfin, dat deerde den man niet. Maar wat hem wei zal deren, dat is, dat hij thans zich wegens beleediging voor de rechtbank moet verantwoor den. Dat muisje heeft dus nog een staartje. bruidegoms hadden velen zich bij den stoet aangesloten. De anderen schudden vol ergernis het weerbar stig hoofd en troostten zich met de gedachte, dat het eene korte vreugde zou wezeneen raensch, die een maal den weg des kwaads was op gegaan, kon dien niet meer veriaten. Kasper was nu eigenaar van de herberg. De kinderlooze kastelein had die aan hem overgedaan, ten einde zelfs zijne overige levensdagen in rust te kunnen doorbrengen. Maar ofschoon Kasper zijnen vijanden be wees, dat hun oordeel o'-mr hem onbillijk was, toch bleven zij eraan vasthouden. Zijn gelukkig huwelijk, zijne vlijt, zijne uitmuntende levens wijze en zijne nauwgezetheid in alle Die mevrouw was blijkbaar aan den vasthoudenden kant. Zoo zijn er meer. Van „eer" gesproken, wat een eer is laatst een dame bewezen, die als de eenige kajuitpassagier met het ss. „Nederland" der Red Star-lijn de reis van New-York naar Antwerpen maakte. Zij had gedurende de reis 150 hofmeesters en kamermeisjes tot haar beschikking, het orchest speelde voor haar alleen en ook moest alleen voor haar het diner in de eetzaal worden opgediend. Meer dan vorste lijk! Deze gelukkige, benijdenswaar dige dame was de vrouw van een Amerikaanschen sportsman. Minder aangenaam, maar toch niet onvermakelijk, was wat te Meppel Zondagmiddag op de ijsvlakte ge beurde. Jong en oud vermaakte zich daar. Ter zijde van de baan stond een tentje met „warme melk en koude koek". Beide vonden nogal aftrek. Een schipper versterkte zich daar ook, maar hij „gooide een glaasje achterom". Dat zag een marechaussee in burgerkleeding, die ook tot de schaatsenrijders behoorde. Hij ging op den schipper af„Zeg vrind, wat dronk jij daar in die tent „Een borrel," luidde het bescheid. „Hoe is je naam?" „Dat zeg ik je niet. Die man daar in de tent is een vriend van me en die gaf me een borrel cadeau, het kostte me geen centHet publiek, in vrij grooten getale spoedig aanwezig, verkneukelde zich. 't Was een lolletje. Maar opeens krak 1 daar zinkt hun het ijs onder de voeten weg en allen eenige tientallen spartelden in het nat. Tableau! Maar ze kwamen ook allen weer op het droge en toen ging het heele natte troepje, met nog vele niet-drenkelingen, vroolijk zingend, stadwaarts. Dat liep goed af, zonder verlies van menschenlevens. Te Gro ningen heeft zich iets voorgedaan, dat bedenkelijk lijkt. Verbeeld u daar zijn 1614 inwoners zoekSchrik echter niet te zeer't Was slechts bij de gehouden telling. Blijkens het gemeenteverslag over 1909 bedroeg het aantal inwoners op 31 December 1909 totaal 76227, volgens de volks telling op 1 Januari 1910:74613, dat is dus 1614 minder. Vanwaar dit verschil? 'tls nog niet opgehelderd. Gelukkig is het nog al niet tragisch. Wel is dat, wat te Partinico, Sicilië, voorviel. Een 2-tal meisjes, Anna en Anionia Polizzi, wilden een grapje uithalen met heur buurmanzij ver momden zich als roovers en slopen op buunnans terrein, die daar juist met een jachtgeweer rondliep. „Wat doen jelui hier, wat willen jullie?" vroeg de man, r.i i.ir de meisjes ant woordden niets tn liepen door. De buurman legde toen aan en vuurde tweemaal, met het noodlottig gevolg, dat Antonia, een meisje van 16 jaar, een schot in het hart kreeg en on middellijk dood was en ook het andere, Anna, doodeiijk werd ge troffen. Een andere grap was onschuldiger, ofschoon, indien er naar gehandeld werd, de gevolgen evenzeer nood lottig zouden kunnen worden. In een Belgisch dorp staat op een waar schuwingsbord te lezen Automobi- dingen, konden hem niet overtuigen, dat zijne eer reeds lang gezuiverd was van de vlek, welke op haar rustle. Wat bekommerden de gelukkigen zich daarover. De kring hunner vrienden was zoo groot, dat de hals- starigen het niet waagden hun voor oordeel tegen Kasper te uiten, en dit vooroordeel zelf kon den gouden zonneschijn niet verdonkeren, waar mede de liefde hun levenspad be- stiaalde EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1911 | | pagina 1