Vrijriu
30 December
Nieuwjaars wenschen
No. 307
1910,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen, j TELEFOONNUMMER 10.
fibonnenients-Rduertsntieti op zeer itoordeelige voorwaarden
|4ieuwjaar$groefen.
48e Jaargang.
VLISSINGSCHE COURANT
O'
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers S cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
—0
Evenals vorige jaren zal
in het nummer onzer Cou
rant, dat verschijnen zal en bij
de Abonné's bezorgd wordt op
OUDEJAARSAVOND, de ge
legenheid worden opengesteld tot
het plaatsen van
Deze Advertentiön worden op
genomen tegen verminderd tarief;
en wel van 15 regels f 0,25
iedere regel meer 5 cent.
Advertentiën kunnen nu reeds
worden ingezonden en worden
uiterlijk ingewacht tot Zaterdag
31 December, des middags 12 uur.
ÜWnbnla'ND7
De crisis aan Oorlog.
De Haagsche correspondent van de
„Tel." meldt: Gelijk ik reeds de
vorige week meldde, wenscht het
eenig rechtsche Kamerlid, dat ge
noemd werd als opvolger van mi
nister Cool, n.l. de heer Colijn, daar
voor niet in aanmerking te komen.
Van militaire zijde vernam ik dat de
keus ditmaal dan ook bijzonder moei
lijk is, te meer daar verschillende
opper-officieren eveneens te kennen
hebben gegeven geen ministerszetel
te begeeren.
Als een der candidaten werd mij
verder nog genoemd de generaal-
majoor jhr. L. C. van den Brande-
ler, gouverneur der Koninklijke Mili
taire Academie.
Het Haagsche parlement.
In de laatste maanden hebben
zich weer drie leden der Tweede
Kamer in de residentie gevestigd.
Zoo naderen we meer en meer tot
hetgeen reeds vroeger ais een ernstige
fout is geschetsteen Haagsch par
lement, een volksvertegenwoordiging
waarvan het grootste deel d~r leden
in 's-Gravenhage woont, en slechts
in zeer oppervlakkig contact komt
en blijft met het overige deel van
het land. Op dit oogenblik wonen er
reeds 50 Tweede Kamer-leden in
Den Haag of daar onmiddellijk bij
(Scheveningen,Rijswijk). Voornamelijk
de trek van het Noorden naar het
Westen is zeer populair. Men zie
eens het volgend lijstje. Van de 100
leden der Tweede Kamer wonen er in
Het Westen (N.- en Z.-Holland)
69; aantal 37. Het Zuiden (drie pro-
o-
27.)
Hagen vervulde eiken wensch zij
ner vrouw, nog voor zij dien had uit
gesproken, en Dorothea toonde hem
een vroolijk en vriendelijk gelaat.
Maar het was slechts schijn. De
zelfzuchtige liefde van den molenaar
bezat de kracht niet, de stormen te
weerstaan, welke over haar heen
woedden, en Doortje werd voortdu
rend ernstiger en stiller, naarmate
zij meer en meer tot de zekerheid
kwam, dat zij haar levensgeluk voor
goed verloren had.
Er waren reeds harde woorden
gevallen tusschen - man en vrouw.
Dorothea had later maar gezwegen,
als hij zijne kwade luim aan haar
botvierde. Nu zweeg hij ook. Buiten
zijne zaken scheen hij voor alles
onverschillig te wezen. Hij zeide nu
niet meer, dat hij weldra den molen
vinciën) 17aantal zetels 22. Gel
derland en Utrecht 9 aantal zetels
17. Het Nuorr'en (vier provinciën) 5
aantal zetels 24. Niet minder dan 7/10
van het aantal Kamerleden woont
dus in het Westen van ons land,
terwij! er hier toch maar 37 distric
ten zijn. in het Zuiden blijven de
daar gekozen volksvertegenwoordi
gers vrij trouw wonen, maar het
Noorden is bijzonder slecht sf
24 Kamerleden kiest het en slechfs
5 daarvan wonen in zijn midden.
Waarlijk, we zijn op weg naar een
Haagsch parlement.
Het ontwerp kustverdediging.
De Russische „Nowoje Wremja"
houdt zich ook bezig met de fortifi
catie van Vlissingen en zegt, na er
op gewezen te hebben dat Rusland
geheel objectief tegenover de zaak
staat: „Nederland handelt onder
pressie van Duitschland en het is
heel natuurlijk als de mogendheden,
die België's neutraliteit moeten ga
randeeren, protest doen hooren tegen
een maatregel, welke hen verhindert
die taak te vervullen."
Het begrootingsdebat en de coalitie.
In „de Standaard" komt de vol
gende „driestar" voor
In meer dan één orgaan van rechts
is de vreeze geuit, of de wijze waarop
de heer De Savornin Lohman ook nu
weer fel en bitter dr. Kuyper persoon
lijk te lijf ging, geen gevaar oplevert
voor het voortbestaan, of althans voor
de hechtheid der coalitie.
Ons dunkt, waar het een man geldt
van zoo groote verdiensten en van zoo
vele uitnemende eigenschappen, moet
men de min gelukkige hebbelijkheden
er op den koop bij toenemen. Nu is
de heer Lohman van een aiieszins
vriendelijke natuur, mits zijn tempe
rament hem niet de baas wordt. Dan
toch stuift hij op, spreekt en handelt
in de drift van den hartstocht en voert
een polemiek, waarvan we zeker zijn,
dat hij er zelf naderhand leed over
draagt.
Dat dit verzaken van de broeder
lijke liefde soms in hooge mate kwet
send is voor wie er het slachtoffer
van wordt, behoeft geen betoog maar
gevaar voor de coalitie zou er toch
dan eersi in liggen, zoo de aange
vallene met gelijk temperament behept
was. Daar dit nu in casu niet zoo is,
eer het tegendeel, gelooven we niet,
dat er van kwaad bloed zetien sprake
zal zijn.
Van die zijde dreig! het gevaar voor
de coalitie uit dien hoofde niet. Toch
mag er van den anderen kant wei op
gelet, dat nog erger gevaar niet uit
een heel anderen hoek op kome zeiten.
Een coalitie toch is ondenkbaar en
onbestaanbaar zonder het plegen van
verlaten wilde, om in de stad te
gaan wonen. De trotsche droomen,
welke hij toenmaals gekoesterd had,
schenen zicii niet te willen verwe
zenlijken. Menigmaal zat hij tot diep
in den nacht voor zijne secretaire
en snuffelde in acten en brieven.
Vaak hoorde zijne vrouw hem zuch
ten en steunen, ook wel razen en
vloeken maar zij waagde het niet
hem te vragen wat iiem kwelde.
Het was een treurig huwelijk, een
troosteloos leven er bestond geen
hartelijkheid, geen trouw, geene
openhartigheid tusschen die twee
hunne wegen waren gescheiden en
gingen iederen dag verder uiteen.
Zoo waren de herfstdagen geko
men en bij de oude zorgen kwam
nu eene nieuwe. Dorothea's moeder
was ernstig ziek gewordenzij lag
in het kleine huisje bij den molen,
waarin na den brand Brigitta ge
woond had. Doortje verpleegde haar
met opofferende liefde. Was zij ook
dikwijls vertoornd geweest op hare
moeder, nu was alles vergeten. De
moienaar toonde geene belangstel
ling; hij vroeg nooit, hoe het met
de zieke ging, en zelfs het verma-
gemeenschappeiijk overleg, en al zulk
overleg wordt afgesneden, zoo de
stellige zekerheid gaat ontbreken, dat
het een zoo stipt vertrouwelijk karak
ter draagt, dat het geheim ervan nim
mer worde geschonden, noch half,
noch heel.
Een samenkomst tot het houden van
zulk overleg is een krijgsraad, en zoo
dus wie ook, omdat het hem tegen
liep, ten aanhoore» van den vijand
allerlei uit dien k.'ijgsraad publiek gaat
vei tellen, voelt een ieder met welk
woord men zulk een gedraging zou
moeten bestempelen,
Stuit dit, en de coalitie staat weer
op veilig.
Voor algemeen kiesrecht.
De door het hoofdbestuur der Li
berale Unie te voeren propaganda
voor het algemeen kiesrecht zal be
gonnen worden met een openbare
vergadering, te houden op Maandag
16 Januari a.s., des avonds 8 uur in
het „Feestlokaal", Wiilemstraat te 's
Gravenhage, waar als sprekers zullen
optreden de heeren prof. mr. G. A.
van Hatnel, mr. P. Rink, A. Rood-
huyzen en mr. H. Smeenge.
Rijkspostspaarbank.
Gedurende de maand October
werd in de rijkspostspaarbank inge
legd f 6,648,590.42»/!, w.o. f 5515,82
wegens aankoop van inschrijvingen
op naam in een Grootboek van de
Nationale Schuld, rentegevende obli-
gatiën ten laste van den Staat en
certificaten aan toonder van inschrij
ving in een Grootboek en f 394,959.17
aan afschrijvingen ten behoeve van
inschrijvingen op Staatsschuldboekjes,
zoodat meer werd ingelegd dan te
rugbetaald f 176,728.88.
Aan het eind der maand October
was ten name van de inleggers in
geschreven f 160,562,224 04, zoodat
het tegoed op de spaarbankboekjes
op ultimo November 1910 bedroeg
f 160.738,952.92.
Nominaal bedrag der voor inleg
gers aangekochte inschrijvingen op
naam in een Grootboek van 'de Na
tionale Schuld, rentegevende obliga-
tiën ten laste van den Staat en certi
ficaten aan toonder van inschrijving
in een Grootboek f 6300tot uit.
Oct. 1910 was aangekocht voor een
bedrag van f 3,848,400, te zamen
f 3,854,700 waarvoor in totaal van
de betrekkelijke boekjes is afgeschre
ven f 3,502,846.0l 72 ingeschreven
op Staatsschuldboekjes f441,900; af
geschreven op Staatsschuldboekjes
f 192,100; meer in- dan afgeschreven
f249,800; op ultimo Sept. 1910 was
ingeschreven voor een bedrag van
f 13,387,150, te zamen f 13,636,950.
Op uit. Nov. 1910 bezat de rijks
postspaarbank: aan inschrijving op
gerde gelaat en de beschreide oogen
zijner vrouw konden hem geen
woord van deelneming ontlokken.
Op zekeren morgen was hij naar
de stad gegaan en Dorothea zat aan
het sterfbed der oude vrouw. Zij
peinsde, hoe het haar gaan zou, als
hare moeder onder de aarde rustte.
A! had. zij bi] de oude vrouw nooit
troost gevonden, toch was het haar
al tij d een troostrijke gedachte ge
weest, dat zij in dagen van nood
en droefenis aan het moederlijk hart
kon viuchten.
In dagen van nood en droefenis
Zij zag ze komen, zij wist, dat ze
komen moesten, zooais het nu was,
kon het niet blijven. Zij las in het
gelaat van haar echtgenoot, dat hij
zich bedrogen zag in zijne verwach
tingen, en zij wist, dat hij alles op
het spel zeite, om zijne plannen te
verwezenlijken. En wat, als hij arm
was geworden Als de schuldeischers
hem uit zijn huis verdreven Mocht
men verwachten, dat hij zich moedig
in zijn lot zou schikken en een
nieuw ieven beginnen Doortje be
greep, dat zij die hoop niet mocht
koesteren, zij voorzag dat hij aan
het Grootboek der 3 pets. Nationale
Schuld, nominaal f42,327,050; aan
certificaten van dito inschrijving no
minaal f 263.000aan 3 pets. obli-
gatiën f50,000.
In den loop der maand zijn afge
geven 10601 nieuwe spaarbankboek
jes, alsmede 307 Staatsschuldboekjes
en afbetaald 7316 spaarbankboekjes,
alsmede 132 Staatsschuldboekjes;
aan het einde der maand waren in
omloop 1,508,584 spaarbank en 15,411
Staatsschuldboekjes.
Gen. maj. H. J.G. Benschop, f
De te Ginneken bij Breda over
leden gepensioneerde generaai-majoor
H. J. G. Benschop, in 1839 geboren,
werd in 1858 aangesteld tot 2e lui
tenant bij het 6e reg. inf. en in 18.60
bevorderd tot ie luitenant bij het
korps. In 1867 overgeplaatst zijnde
bij het reg. gr. en jagers werd hij in
1867 benoemd tot bataljons-adjudant.
In 1870 werd hij bevorderd tot kapi
tein bij het le reg. inf. en in 1875
overgeplaatst bij het koloniaal werf
depot. In 1877 benoemd zijnde tot
commandant van de 2de compagnie
cadetten bij de Kon. Militaire Acade
mie, werd hij in 1885 bevorderd tot
majoor bij het le reg, inf., tot luite
nant kolonel in 1888 en in 1890 over
geplaatst bij het reg. gr. en jagers,
in 1892 benoemd zijnde tot com
mandant van het 5e reg. inf. werd hij
in 1895 bevorderd tot generaai-ma
joor commandant der 3e divisie infan
terie, welke betrekking hij vervulde
tot 1898 in welk jaar hij werd ge
pensioneerd. De overledene was rid
der in de orde van den Nederland-
schen Leeuw.
De opening van het Vredespaleis.
Naar aanleiding van deze gewich
tige gebeurtenis schrijft het Vad." o.a.:
Hel is te voorzien, dat bij de ope
ning van het Vredespaleis een aantal
internationale congressen in ons land
zal worden gehouden vooral van juri-
dischen en staatkundigen aard. Er
bestaan hieromtrent reeds verschil
lende plannen. Wij zouden nu wen-
schen dat de lichamen die daarvoor
in aanmerking komen op het gebied
van internationaal recht en economie,
zooals de Internationaal Law Associ
ation, waarvan dezer dagen ook in
Nederland een afdeeling werd gesticht
het Institut de droit international, de
Association internationale des spécia-
listes du droit des gens, die professor
Nippoid wenscht op te richten, de
Internationale Vereinigung für Rechis-
une Wirtschaftsphilosophie samt den
Gesetzgebungfragen, de internationale
Vereinigung für Vergieichende Rechts-
wissenschaft ur.d Voikswirischafts-
Iehre e. a., wij zouden wenschen dat
al deze lichamen één groot juridisch-
haar zijn wrok zou koeien.
En zij was voor haar geheeie
leven aan hem vastgeketend, zij
mocht hem in den nood niet verla
ten, ook al verachtte zij hem
De oude vrouw had zich met veel
inspanning opgericht, zij zat nu in
het bed en haalde met moeite adem.
Haar blik rustte met innig medelij
den op het bleeke gelaat harer
dochter, die zacht met een doek
over het vochtige voorhoofd der
stervende streek.
„ik moet u verlaten", sprak de
moeder met matte stem, terwijl hare
bevende hand Doorlje's hand zocht.
„Ach hoe gaarne zou ik heengaan,
als ik wist, dat gij gelukkig waart
„Moeder, denk niet aan mij", ver
zocht Dorothea, „alles komt nog wei
in orde".
„O, als ik dat kon gelooven, dan
zou het sterven mij minder zwaar
vallen. Ik weet het, gij hebt uit
liefde voor mij den molenaar ge
nomen, uw hart hangt nog altijd aan
den ander
„Ik heb hem vergeten".
„Zeg dat niet, ik weet het beter.
Gij denkt alleen aan hem, en dat
economisch wereldcongres organiseer
den, waarnaar echter niet alleen de
putaties der genoemde internationale
vereenigingen werden afgezonden,
maar waartoe ook afgevaardigden
van belangrijke nationale vereenigin
gen en van de academische facul
teiten, benevens gedelegeerden der
regeeringen zouden moeten wor
den uifgenoodigd. Op dit congres, dat
een voorbeeld zou moeien zijn van
praciische organisatie zouden zoo
doende alie voormannen op het be
doelde gebied vereenigd zijn en zou,
volgens een zorgvuldig voorbereid
plan en in tegenstelling met de meeste
gewone praatcongressen, waar ieder
aan het woord kan komen, slechts ge
sproken moeten worden door de wer
kelijk competente mannen over de
werkelijk belangrijke vraagstukken.
Op dit congres, waarop als het
ware het geheel wereidrecht zou zijn
vertegenwoordigd, zou men dan ver
der ook op juridisch gebied het in
ternationale, centrale en permanente
bureau kunnen stichten dat alle ver
schillende organisaties verbindt en
hun onderlinge samenwerking waar
deze noodig is vergemakkelijkt.
Over de punten die op een berge
lijk wereldcongres zouden moeten
worden behandeld, zulien wij niet
uitweiden. Het is er hier slechts om
te doen in het licht te stellen, dat
ook dit pian mits alweer tijdig ge
noeg met de voorbereiding worde
begonnen, tot een inderdaad waar
dige grooische en duurzame vruchten
dragende feestviering kan bijdragen.
Ziehier de wijze waarop wij zouden
wenschen feest te vieren, ziehier de
daden die wij verlangen. Voor de
uitvoering van het aangegeven pro
gramma evenwel is actie noodig, en
actie vooral van Nederlandsche zijde.
Willen wij werkelijk den groei van
het internationalisme planmatig be
vorderen, zoo is het in de eerste
piaats noodzakelijk, dat er zich een
lichaam constitueert, dat al dergelijke
piannen als hierboven werden aan
geduid en die thans veelal nog slechts
in de hoofden van enkele of van
vele, maar verspreide mannen leven,
in ontvangst neemt, bestudeert en
eventueel de propaganda er voor of
de voorbereiding er van op zich
neemt, een lichaam ook dat bevoegd
is op te treden en waarmee de re
geering positief kan onderhandelen.
Wel worden telkens plannen geop
perd, die voor ons land van het
grootste gewicht zijn, maar het com
petente lichaam ontbreekt, dat hen
verder bewerken en uitvoeren kan,
zoodat de regeering niet goed weet,
waaraan zij zich heeft ie houden.
Een Nederlandsche vereeniging voor
de organisatie van de zaak in haar
geheelen omvang is noodig. Moge
het zich vormen, zoo spoedige moge-
is de schuld van Hagen. Als die u zoo
liefhad, ais hij toenmaals altijd zeide
dan zou het beter tusschen u zijn
geworden. Daarop vertrouwde ik,
toen ik hem mijn kind gaf. Maar hij
denkt slechts aan zich zelf, ,en dat
loopt niet goed af. Doortje, ik heb
niet tegenover u gehandeld, zooals
het eene goede moeder betaamt.
Vergeef het mij, zeg mij, dat gij niet
boos op mij zijt."
De dorre handen der oude vrouw
omklemden de hand van Doortje,
de reeds halfgebroken oogen zagen
haar smeekend aan.
„Moeder, ik ben nooit boos op u
geweest", zeide Dorothea met beven
de stem, „ik heb Hagen immers
vrijwillig het jawoord gegeven."
„Neen, neen, om mij hebt gij het
gedaan, ten einde mij te behoeden
voor armoede en gebrek. O, hij heeft
het listig aangelegd en het net fijn
gesponnen
Dorothea wendde het gelaat af,
om de tranen te verbergen, welke
zij niet langer kon bedwingen.
(Wordt vervolgd.)