I voorraad. Donderdag 29 December j^ieuwjaarswenschen Feuilleton* No. 306 48e Jaargang. 1910» ent. EE. irpen. inaal gebroken co Thee, BOOM's letten, ASTILLES. /DER, enz. ifwieler, telefoonnummer 10. Nieuwjaarsgroeten. V«>n Week tot Week. BINNENLAND, .10, alsook igens - Jeneuer )on No, 71. sen. n af 2 uur in ie spreken. ri Zit» en twee HUUR op goe- elter L. P., Bu- 2 et. per ons. aterhoudend, elend, alstraat 19/21. OUT gbaar VLISSINGSCHE COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENTIÈN van 14 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts /weemaal berekend. Groote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. fibonnements-fldwertentiën op zeer uoordeelige voorwaarden O— nsregesa. Evenals vorige jaren zal in liet nummer onzer Cou rant, dat verschijnen zal en bij de Abonné's bezorgd wordt op OUDEJAARSAVOND, de ge legenheid worden opengesteld tot het plaatsen van Deze Advertentiën worden op genomen tegen verminderd tarief; en wel van 15 regels f 0,25 iedere regel meer 5 cent. Advertentiën kunnen nu reeds worden ingezonden en worden uiterlijk ingewacht tot Zaterdag 31 December, des middags 12 uur. Het is nu althans met zekerheid bekend, dat er geen verandering van eenige beteekenis in de samenstelling van het Engelsche Lagerhuis heeft plaats gehad. Met volkomen zeker heid weten we, dat de regeerings- meerderheid weer een flinke honderd bedraagt. Wat de Iersche volgelingen van Obrien betreft, men weet niet met zekerheid hoe ze zullen stemmen. Doen ze met de regeering mee, dan bedraagt de meerderheid van deze 126 stemmen of 3 meer dan vroeger. Nu zal dus meer dan ooit de strijd beginnen over de vraag, ot de re geering na dezen uitslag gerechtigd is, om hare bekende politiek voort te zetten. Lord Roseberry, de bekende bemiddelaar in het Hoogerhuis, die dat huis wilde hervormen, heeft eenigen tijd geleden gezegd dat, zoo de regeering ook maar drie zetels verloor, zij het pleit zelf zou verloren hebben. Het is nu echter juist an dersom en nu zeggen de unionistische bladen wel, dat de regeeringspartijen niet eene zoo afdoende overwinning hebben behaald, dat zij hare politiek ten koste van het Hoogerhuis zouden kunnen doorzetten, maar op die wijze komt men nooit aan een einde. In het Vereenigd koninkrijk, waar het Kerstfeest zeer streng gevierd wordt, heeft de politiek rust gehou den, doch we kunnen ons binnen kort op een krachtige hernieuwing van den strijd voorbereiden. Het nieuwe wereldwonder, het ka naal door de landengte van Panama, nadert zijne voltooiingmaar nu komt de groote vraag aan de orde, -O 26.) Hij was opgesprongen, zijne oogen fonkelden. „Hoort gij riep hij, naar de schuur wijzende. „Wat zijn zij vroolijk, wat juichen zij van pleizier! ik geloof, dat het de eerste en ook de laatste gelukkige dag is in deze woning en dat er veel treurige dagen zullen volgen." Hij wilde heengaan, de oude man trad hem in den weg. „Gij hebt iets tot den molenaar", sprak hij, „gij voert iets kwaads tegen hem in het schild." „Denkt gij soms dat ik een brand stichter ben spotte de knecht, „'t Is maar goed, dat ik toen niet hier was we hebben gezien hoe gemakkelijk iemand in verdenking kan komen. Maak u niet bezorgd, ik zal mij niet aan den molenaar vergrijpen, ik denk op welke wijze men den toegang tot dit waterwerk zal verdedigen. Tot dusverre was steeds het bouwen van zeer sterke forten aanbevolen; maar de mannen der piactijk, de Ameri- kaansche admiraals, denken er echter anders over. Zij hebben namelijk weinig vertrouwen in het kanaal als vaarweg, om, als de nood aan den man komt, een vloot er door heen van den eenen oceaan naar den an deren te zenden en daarom zal men in beide oceanen, aan weerskanten van het kanaal dus, een zeer krachtige vloot moeten hebben, b. v. met een minimum van 40 of 50 slagschepen. Er zijn er zelfs, die alle forten nut teloos achten, daar een vijandelijke vloot het kanaal zou kunnen blok- keeren zonder dat de forten aan die vloot eenige schade zouden kunnen toebrengen. Bij deze gelegenheid is duidelijk gebleken het gebrek van het groote rijk aan vechtklaarheid, bij een mo gelijken plotselingen oorlog. Alleen met een voldoende vloot in beide oceanen zou het voor een vijandelijke vloot onmogelijk zijn 'om de kust te blokkeeren, troepen aan land te brengen of verbindingslijnen af te snijden. Toen Amerika oorlog voerde tegen Spanje, om Cuba te bevrijden, moes ten 165,000 man in Cuba zich over geven aan een legertje van 15000 man, omdat de Amerikaansche vloot de verbindingslijnen had afgesneden. Die les mag niet verloren gaan, hoe jammer het ook zij dat elke nieuwe overwinning van den vooruitgang in de eerste plaats het monster van den oorlog ten goede komt en de wel vaart die zij bevordert ook weer door dat monster laat verslinden. In Frankrijk heeft het staatsgezag weer eens een bedenkelijken knak gekregen. Telkens na de groote anarchistische werkstakingen in Frank rijk toont de regeering neiging tot zwakheid, door toe te geven aan den aandrang om ontslagen ambtenaren en beambten weer in dienst te ne men. Het spreekt vanzelf dat de ont slagenen spoedig in nood verkeeren en dan is men in de Kamer van alle kanten bereid om hen tot voorspraak Ie zijn. Nu is weer alles in het werk gesteld om ie bevorderen dal; 11e ontslagen spoorwegbeambten, die zich niet hebben schuldig gemaakt aan daden van geweld, weer in dienst te nemen en bij de spoorwegmaat schappijen stappen te doen, opdat daar hetzelfde geschiede. Zoover is het nu wei niet gekomen, maar met groote meerderheid is toch een motie aangenomen, waarbij het vertrouwen werd uilgesproken dat op de staats spoorwegen zal worden overgegaan juist door hem een rijk man te worden. Snel ging hij den herder voorbij en verdween in den molen. De oude man keerde nadenkend terug naar de gas ten. De bedoelingen van Hendrik hiel den zijne gedachten bezig en vorm den zich tot een donker raadsel dat hij niet kon oplossen. Toen de nacht aanbrak, namen de laatste gasten afscheid, het jonge paar bleef met de Brigitta alleen achter. Dorothea legde den krans en het bruidskleed af om in de pronkkamer alles op te ruimen. Zij wilde niet, dat alles op de tafel bleef staan"; reeds dien eersten dag wilde zij eene zorgvuldige huisvrouw wezen. Hagen verzocht haar dat werk aan de meid over te laten het ergerde hem, dat zij dit weigerde. Wrevelig verliet hij de kamer en ging naar buiten om te zien, of de schuur en de stallen goed gesloten waren. Daar ontmoette hij den knecht, die uit de schuur kwam. „Wat doet gij hier nog?" vroeg de molenaar op barschen toon. „Wat hebt gij zoo laat in de schuur uit te voeren tot herziening van de gevallen van ontslag in ruimen geest van welwil lendheid en menschelijkheid, en dat de regeering in denzelfden zin stap pen zal doen bij de spoorwegmaat schappijen. Wanneer het zoo gaat, zal in het vervolg de bedreiging met ontslag wel verbazend weinig uitwerking hebben. Waarom zou men niet sta ken, wanneer zoogenaamd onherroe pelijk ontslagenen telkens weer in dienst worden genomen Waarlijk, de Fransche binnenland- sche politiek is op een hellend vlak gekomen Het oude jaar eindigt in Duitsch- iand met een zeer belangwekkende strafprocedure, die alweer zeer teeke nend is voor de internationale ver houdingen. Het is sinds lang een pu bliek geheim, dat alle groote mogend heden er inlichtingendiensten op na houden, met de bedoeling zich op de hoogte te stellen van militaire zaken bij den buurman en dan vindt men gemakkelijk spionnen, die onder het een of ander voorwendsel aan het speuren gaan. Zoo hebben zich nu weer, in Augus tus jl., twee Engeische officieren te werk gesteld om in verschillende dcelen van het Duitsche rijk teeke- ningen en plannen, waarvan geheim houding in 's lands belang noodzake lijk was, te stellen in handen van den Engelschen inlichtingendienst. Ze heb ben teekeningen gemaakt en fotogra fische opnemingen gedaan enz. Ten slotte zijn de heeren gesnapt en ver volgd en thans tot gevangenisstraf veroordeeld. Ze zijn echter zeer ge- nadigd behandeld, blijkbaar om En geland te ontzien, en waarom zou men het ook niet doen De eene mo gendheid is geen haar beter dan de andere en allemaal hebben ze zooveel boter op het hoofd, dat ze wijs doen om maar zooveel mogelijk uit de zon te blijven, 'tls anders merkwaardig, hoe kalm dergelijke zaken, waarover vroeger zoo ontzettend veel beweging werd gemaakt, thans worden opge nomen. Men zou waarlijk wijs han delen, door er geen geheimen meer op na te houden en alies eerlijk bij den buurman op te biechtendan konden diekostbare spionnendiensten, die ons aan den tijd der Filistijnen herinneren, wel gemist worden en misschien zou het aan den vrede nog wel eenigszins bevorderlijk zijn. De aanvallen op de christenen in Kerah (300 kilometers ten zuiden van Damascus iusschen den Hedsja-spoor- weg en de Doods Zee), houden nog steeds de aandacht bezig. Het is ge bleken dat alle Arabische gebieden landinwaarts van Damascus min of „Zijt gij bang dat ik de schuur in brand wil steken?" antwoordde de knecht norsch. „Ja als er duizend mud tarwe in lag, dan zou het eene goede zaak wezen, dunkt u niet?" Hagen kromp ineen van schrik, ontsteld keek hij den knecht aan. „Spot niet", zei hij met trillende stem, „een ongeluk kan licht terug komen 1" „Was het een ongeluk? Ik denk dat het voor u een geluk was." „Wat vermeet gij u riep Ha gen driftig. Hoe kunt gij het wagen, zulk een toon tegen mij aan te slaan Weet gij dan niet dat „Ik weet me:r dan u lief is", viel de knecht hem op gedempten toon in de rede maar ik zal zwijgen, zooals ik tot nu toe gezwegen heb, als gij tenminste toont dat mijn zwij gen u wat waard is. Denk daarover na, ik wil u niet haastenechter hoop ik, dat gij spoedig een be vredigend antwoord zult geven". Langzaam liep hij op den molen toe, en geheel verbluft keek de mo lenaar hem na. Toen hief deze den arm op en schudde dreigend de vuist, alsof hij zeggen wilde, dat hij meer in opstand zijn. Waarschijnlijk zal die opstand nu ook wel weer door geweld van wapenen bedwongen wor den, maar zonder duurzame verbete ring in den toestand te brengen, waar toe de Porte trouwens geen macht heeft. Het is eene der stellingen van het jonge Turkije, dat eerst wapen geweld volledige rust moet brengen en dan uitgebreide besfuurshervor- mingen moeten worden ingevoerd maar als men dien stelregel ook hier wil toepassen, dan zal men in Arabië lang kunnen wachten. Senaat en Kamer in Spanje hebben zich vereenigd met de wet, die den zonderlingen naam draagt van hang- slotwet. Tengevolge dezer wet wordt geene enkele nieuwe vereeniging, be- hoorende tot godsdienstige orden of corporation, die erkend zijn door de kanonnieke of kerkelijke wetten, ge vestigd voor hare positie in rechten afdoende geregeld is, dan met mach tiging van den minister van justitie, in gevolge een koninklijk besluit. Geen machtiging wordt echter verleend wan neer meer dan een derde deel der leden van de nieuwe vereeniging vreemdelingen zijn. De wet is een tijdelijke of noodwet. Wanneer een nieuwe wet op de ver- eenigingen binnen de twee jaren af gekondigd wordt, houdt de tijdelijke wet op van kracht te zijn. Eerste Kamer. De heer E. C. baron Sweerts de Landas Wyborgh, heeft in de gister avond gehouden vergadering van de Eerste Kamer der Staten Generaal de vereischte eeden afgelegd en is daarna door den voorzitter als lid geïnstalleerd. De Eerste Kamer zal morgen aanvangen met de openbare behandeling van de Indische begroo ting voor 1911. Mr. D. Veegens. f Na een korte ongesteldheid is gisteravond te 's Gravenhage in 65ja- rigen ouderdom overleden de heer mr. J. D. Veegens, oud minister van landbouw, handel en nijverheid. De heer Veegens, die te Leiden studeerde en daar tot doctor in de rechten promoveerde op proefschrift „De banken van leening in Noord- Nederland tot het einde der 18e eeuw", was na zijn promotie korten tijd advocaat en daarna journalist. Eenige jaren schreef hij het Kameroverzicnt van „Het Vaderland." In het jaar 1881 werd hij, als op volger van zijn vader, benoemd tot griffier der Tweede Kamer, in welke functie hij zich onderscheidde door zijn doorwrochte heldere verslagen. hem te gelegener tijd een antwoord zou geven, maar een ander dan verwacht werd. HOOFDSTUK VII. De bloesems der lente waren door de heete zonnestralen verdord, en reeds schudde het wilde spokenheir der herfststormen aan de boomen, om ze van hun laatsten tooi te be- rooven. Eentonig klapperden de raderen van den molen en de golfjes der molenbeek zongen hun eentonig lied daarbij, en even eentonig was het leven in den molen. De oude Brigitta bewoog zich knorrig door het huis Roode Hen drik verrichtte zwijgend en wrevelig zijne bezigheden, en de jonge vrouw deed ernstig en bedaard haar werk in de kamers. Men hoorde geen op gewekt gezang, geen vroolijk gelach, ja als de molenaar thuis was, ter nauwernood een luid woord. In die weinige maanden was Ha gen zeer verouderd, zijne trekken waren scherper geworden, op zijn voorhoofd vertoonden zich diepe rimpels, aan de slapen begon het Reeds in 1888 ruilde hij de grif fiersplaats voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, dat hij 18 jaar lang onafgebroken bekleedde. Bij de ver kiezingen in 1901 werd hij voor het district Hoogezand niet herkozen. Hij was lid der commissie voor de Arbeiösenquête van 1890 en van de Staatscommissie voor de droogmaking der Zuiderzee. Een zwaren arbeid verrichtte hij in 1903 en volgende jaren, door als voorzitter van de enquête-commissies in zake toestanden onder het perso neel van spoor- en tramwegbedrijf alle verhooren te leiden en het be langrijkste aandeel te nemen in de samenstelling van het rapport van de spoorweg-commissie. Een der resultaten van dat werk was zijn benoeming tot lid van den Raad van Toezicht op de Spoorweg diensten, hoedanig hij zich in het bijzonder bezig hield met de regeling der arbeids- en rusttijden van het personeel. In het jaar 1905 werd de heer Veegens, die onder de vrijzinnigen altijd aan den uitersten linkerflank gestaan had, opgenomen in het mi nist.rie De Meester voor het toen nieuw gevormde departement van landbouw, nijverheid en handel. Zijn groote werkkracht gaf hij ge heel aan zijn .ninisterswerkde be langrijke sociale ontwerpen van zijn departement afkomstig hebben er het bewijs van geleverd. Zij werden ingetrokken door mi nister Talma toen deze in Februari 1908 de leiding van het departement uit handen van mr. Veegens had evergenomen. Voor en na zijn ministersloopbaan wijdde mr.Veegens zich aan de rechts praktijk, terwijl hij zich groote be kendheid verwierf als publicist. Hij schreef artikelen over sociaal-poli tieke onderwerpen, vooral in „Vragen des Tijds" ên „De Gids", werken over Faiilietrecht en Auteursrecht en een „Schets van het Burgerlijk Recht". Verdediging der Schelde. Het „Berliner Tageblatt" wijdt aan dit onderwerp een artikel. Na aange geven te hebben, dat de kustverde diging ter handhaving der neutraliteit noodzakelijk is, memoreert het blad de bekende artikelen onlangs in de „Times" verschenen. Het blad ziet daarin niet zoozeer een campagne tegen Holland als wel tegen Duitschland. Holland heeft er belang bij, dat het zijn neutraliteit handhaaft. Duitschland wenscht, dat Holland daartoe in staat zal wezen. De „Times" heeft zoo zegt het „Bert. Tag." de anti-Duitsche stemming in België gaande willen houdenwat haar niet zal gelukken. haar reeds te grijzen en de onzekere blik was nog onaangenamer gewor den. Hij reed dikwijls naar de stad, soms bleef hij daar eenige dagen, en als hij na zulk een lange afwezig heid terugkeerde, mocht niemand hem naderen of een vraag tot hem richten. Den molen iiet hij aan den knecht over, dien het koren in ontvangst nam, het maalde en het meel afle verde. Hij gaf zich niet eens de moeite na te gaan, en evenmin eischte hij rekenschap van het ont vangen maalloon. Ja, hij vermeed Rooden Hendrik zooveel hij kon. Ontmoette hij hem toevallig, dan wisselde hij niet eens een groet met hem. Ook zijne vrouw behandelde hij koel en onverschillig en Dorothea maakte hem geen verwijt daarvan. Evenals hij haar haren weg liet gaan en naar hartelust werken, zoo liet zij ook hem begaan, zonder naar zijn doen en laten te vragen. In de eerste weken na de bruiloft scheen het alsof een hartelijke ver standhouding tusschen de echtgenoo- ten volstrekt niet onmogelijk was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1