I.437.411 88 .808.387.71 Woensdag 28 December Gemeentebestuur, No. 305 48e Jaargang. 1910» dei A.V. ij freule, ITOEZIGHT burg. GEMEENTERAAD VAK VLISSINGEN BINNENLAND* NTELS. kolken. 'Tm 1.387.411.00 .003.518.17 1000.ver- Irpremie ver- 3 van vermindering kndeerd. ödt na: 30 n jaren rlijden. li 38.09 18 38.56 5 39.71 3 41.68 L5 44.59 f3 VLISSIINGSCHE Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. COURANT ADVERTENT1ËN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. ftbonnemenfs-flduertenfiën op zeer oocrdeeïige voorwaarden Nieuwe Abonné's, uitge= zonderd bij weKelijKsche be taling, ontvangen de dagelfjKs verschijnende „VLISSING- SCHIL COURANT" Koste loos tot 1 Januari. OPENBARE VERGADERING van den op Vrijdag 30 December 1910, des namiddags ten 2 ure. A. Mededeelingen. B. Over te leggen stukken. C. Te verleenen ontslagaan H. S. Mozes als assistent-keurmeester van het vieeschaan H. C. Beijer- man als lid der commissie tot wering van schoolverzuimaan F. G. Lem mers als onderwijzer aan school B aan mej. W. G. Op den Zieke als onderwijzeres aan school A aan mej. wed. Sitsen-Harte als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan school A. D. Benoemingenvan een regent en eene regentes van het burger weeshuisvan een regent en eene regentes van het gasthuis; van een lid van het algemeen armbestuurvan een lid der commissie tot wering van schoolverzuim van een onderwijzer aan school Cvan een lid der com missie voorde Zeemans- en Visschers- beurs E. Te behandelen punten: 1 Con cept-besluit tot verkoop van gemeen tegrond aan J. Colijn. 2. Voorstel van Burg. enWeth.tot verbetering van bestrating en aanleg trottoir aan de Kleine Markt. 3. Idem tot wijziging der overeen komt met de Kon. Mij. „de Schelde" van 1903 en tot aanleg van straten enz. voor rekening dier maatschappij. -- o 25.) „Misschien komt eenmaal het oogen- blik, waarop ik behoefte heb aan uwe vriendschap. Laat mij nu liever alleen". De herder verliet den tuin en ging om den molen heen naar den vijver. Hij was niet in eene stem ming, om dadelijk terug te keeren naar het vroolijk gezelschap. De herinnering aan zijn laatste gesprek met den man, die nu in den kerker zuchtte, vervulde zijne ziel geheel. Ach, had Kasper toen maar naar hem geluisterdWat zou er dan nu veel anders zijn geweest! Bij den vijver zat onder de wil gen de molenaarsknecht, zich ver makende met de ganzen en eenden te voederen. Het was een opgescho ten roodharige knaap, een onver draaglijk mensch, die overal, waar 4. Idem tot verkoop van boomen. 5. Idem tot het onderhands aanbe steden van onderhoudswerken, met beschikking op een adres van Ha- riot c. s. 6. Idem tot wijziging van het con tract met het Rijk betreffende de bediening der Spuisluis. 7. Idem tot het uitbrengen van ad vies aan Ged. Staten betreffende een bezwaarschrift van de tram Walcheren tegen wijziging van het eindpunt der lijn. 8. Idem tot wijziging der voor waarden voor gebruik gymnastiek lokaal van school D. 9. Idem tot het onderhands in gebruik geven eener loods op de Ballastkade aan de firma gebroeders Polak. 10. Idem tot het adviseeren aan Ged. Staten omtrent verbetering der watervoorziening op Walcheren. 11. Idem tot wijziging der motor en rijwielverordening. 12. idem tot het verleenen van vergunning aan J. Coster tot gebruik van gemeentegrond. 13. Idem tot onderhandsche ver huring van huizen aan J. G. Meyer en A. Corré en verpachting weiland aan L. Vader. 14. idem tot wijziging der ge- meentebegrooting dienst 1910. Hofbericht. Onder gewoonte hebben H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins gis termiddag tusschen 4 en 5 uur in de balzaal van het Paleis op den Kneuter dijk, persoonlijk Kerstgeschenken uit gereikt aan de kinderen, jongens en meisjes tot zekeren leeftijd, van het dienstpersoneel der Koninklijke hof houding. De hoofden der verschillende hofdepartementen waren daarbij te genwoordig en een koor van dames zong drie Kerstliederen u t den nieu wen muziekbundel, bewerkt door H. de Vries. Een der voornaamste ge zangen was het bekende „Stille Nacht, Heilige Nacht." De ouders der met Kerstgeschenken verblijde kleinen woonden het feest bij. De Begrootingsdebatten- De „N. Rott. Ct." wijdt eene na betrachting aan de begrootingsde batten in de Tweede Kamer. Over het algemeen begrootings- debat was maar een roep en het algemeen oordeel over de behandeling van de begrootingshoofdstukken zai niet veel gunstiger zijn. De oorzaken zijn moeilijk aan te wijzen. Zij zijn wellicht velerlei. Vergissen wij ons niet, dan draagt echter de Kamer zelve het grootste gedeelte der schuld. Zij weet van jaar op jaar minder hare er slechts gelegenheid toe was, twist en tweedracht stookte en daarom door iedereen genieden werd. Voor den herder was dat geene reden, ora hem eveneens te ver mijden. De oude man was vriende lijk jegens iedereen, en Roode Hendrik had hem ook nog geen verkeerd woord toegevoegd. „Waarom zijt gij ook niet op den dorschvloer aan het dansen „Omdat ik niet wil en omdat zij mij niet willen", antwoordde de knecht op stuggen loon. „Hoe komt dat?" zeide de herder bedaard. „De schuld ligt geheel bij u zelf. Als gij geene ruzie maakt, zal niemand u slecht bejegenen". „En wie is er dan begonnen riep Hendrik. „Wie hebben mij zoo verbitterd gemaakt Ik kan toch niet helpen, dat ik rood haar hebmaar zij hebben er mij altijd om uitge scholden, totdat ik eindelijk zelf ging gelooven, dat ik wegens die roode haren een slecht mensch moet zijn". 't Was maar gekheid, Hendrik!" „Maar met die gekheid hebben zij zelfstandigheid te handhaven en hare waardigheid te behoeden tegen de aanvallen, die in eigen kring daarop worden gedaan. De Kamer klaagt, dat ministers zich te zeer afhankelijk toonen van de politieke partijen, bij wie zij in de Kamer bij voorkeur hun steun zoeken. Doch geldt deze fout niet evenzeer van vele Kamerleden ten aanzien van de kiezers, van het district, dat hun hun plaats in de Kamer bezorgde Men verwijt een minister, zich om weinig meer te bekreunen, dan om het behoud van zijn zetel zijn alle Kamerleden zoo zeker, dat de lust, den zetel te be houden, ook hun niet somwijlen leehjke parten kan spelen Wij gelooven het niet. Een over groot gedeelte van de begrootings debatten is ontaard in eene voorbe reiding van de volgende verkiezing. De toon van de kiezersvergadering, met al den aankleve van dien, dringt al meer in 's lands vergaderzaal door het succes van de kiezersvergadering wordt allengs ook op het Binnenhof nagestreefd. Geen jaar wellicht kwam dit zoo sterk uit, als in deze herfstmaanden. Het peil der discussiën was menig maal beneden critiek. Niet slechts naar den inhoud, maar ook, en vooral, naar den vorm. Let slechts op het nooit bedriegend symptoomhet voortdurend misbruik, dat dit jaar van „het recht van interrumpeeren" gemaakt is. Hierin kwam de stemming van het geheel maar al te duidelijk aan den dag. De handelingen nemen daarvan slechts spaarzaam wat op alsof de Kamer zelve bang is, der. diapason van baar debat buiten hare muren te doen kennen. Maar wie de dagbladen doorleest, verbaast zich over de zouteloosheid, de smakeloosheid, ja, de grofheid, waarmede Kamer en regeering want, waarlijk, enkele leden der re geering gaan ook allesbehalve vrij uit elkaar hebben bestookt. Inter rupties kunnen nuttig zijn, en zijn ook zeer zeker toelaatbaar, om ter uitsparing van eene rede klaar blijkelijke onjuistheden of duidelijk misverstand even, in het voorbijgaan, te verhelpen. Hoeveel keer heeft in de afgeloopen campagne een inter ruptie daartoe gediend De Olympische rust, die de Kamer in den rechter zoo zeer op prijs stelt, was bij haar zelve volmaakt zoek het natuurlijk gevolg van een sa menzijn van zoovele weken, wanneer de stof tot discussie blijkbaar ont breekt. „De discussie moet op ieder een allertreurigsten indruk maken en den eerbied voor de Tweede Kamer sterk doen dalen" zoo schreef ons, reeds na het algemeen begrootings- debat, iemand van uitnemend gezag mij gesard, zooals men een stier sart met een rooden doek. Nader hand zijn zij mij uit den weg ge gaan, en dat was maar goed ook „Zij zeggen, dat gij altijd ruzie maakt". De knecht haalde de schouders op en wierp de rest van het brood in den vijver. Toen sloeg hij de armen over elkander, terwijl er een bittere trek om zijn mond speelde. „Dat zeggen zij", hernam hij, „en omdat zij het zeggen, gelooft ieder een het. Als ik wil klagen, dan heet het, dat het mijne eigene schuld is. Bah, wat kan het mij schelenIk kan het missen misschien komt er nog weieens een tijd, waarin zij mij zoeken. Zij zouden raar opkijken, wanneer ik eens vertelde, wat ik wist". „Hebt gij geheimen „Och, wat geeft gij daarom zei de knecht op spottenden toon. „Gij denkt heel verstandig te wezen, soms zou men haast denken, dat gij het gras kunt hooren groeienmaar uw verstand heeft niet veel te be- tee<cenen. De molenaar is een slimme vent, die steekt u allen in zou het oordeel thans anders zijn De Kamer zelve moet, dunkt ons, beter weten. Zoo gaat de Kamer uiteen, zonder dat iemand naar hare spoedige te rugkomst verlangt. Het ware eene groote winst, indien de vaeantie ten nutte gemaakt werd, om de leden tot inkeer te brengen. Edelmogende heeren, zoo besluit de „N. R. Ct." gij geeft jaarlijks hoog op van de hervormingen en verbe teringen, die gij in het belang van het land wilt tot stand brengen. Wij hooren het, maar zien het niet. Gij kunt zonder moeite, zonder dis- cusse, zonder wets- of reglements wijziging, zonder Staatscommissie of wat ook, een hervorming tot stand brengen, die u het zinkend vertrou wen der natie, waaruit gij uw le venskracht put, zal doen herwinnen. Begint met u zeiven te herzien. Dan volgt de rest" van zelf en uw vertrek tegen Kerstmis zal ons voortaan leed doen. Ziekteverzekering. De vereeniging van Nederland- sche werkgevers heeft zich tot de Tweede Kamer gericht, met een zeer uitvoerig adres in zake de ontworpen regeling van Ziekteverzekering. Haar bezwaren tegen het ontwerp werden ais voigt samengevat: Volledige beoordeeling van de voorgenomen regeling der geheele materie is bij onbekendheid met de te wachten wijziging der Ongevallen wet onmogelijkniet elk stelsel van decentralisatie en bepaaldelijk niet dat van den minister is in staat tot verbetering van de Ongevallenverze kering te leiden tegen het stelsel van dwangverzekering (bij ziekte) bestaan gewichtige principieele en practische bezwarenhet gekozen stelsel van dwang leidt tot een om slachtige, slechts in schijn volledige regeling van in hoofdzaak ambtelijke ziekteverzekering en voert tot nieuwe uitbreiding van het functionarisme hoe de wettelijke regeling van ziek teverzekering ook ontworpen worde moet als beginsel voorop staan dat deugdelijk ingerichte bestaande fond sen worden gehandhaafdover de op de arbeiders, werkgevers en den Staat te leggen lasten wordt door den minister niet gesprokende op dracht der ziekengeld-uitkeering aan de raden van arbeid waarborgt niet de gewenschte uitoefening van die voorziening; door de rrgeling van de voorwaarden voor erkenning en van de positie der erkende fondsen zal geen gezonde ontwikkeling van ons ziekenfondswezen worden ver kregen. De geheele regeling, gelijk zij is ontworpen, grondt zich meent adr., zoozeer op het denkbeeld van dwang- den zak". „En u ook". „Mij Dat zai hij wel laten". De oude man keek den knecht aan. Het antwoord was op zulk een trotschen, zelf bewusten toon gege ven, dat de herder zijne verwonde ring niet verbergen kon. „Gij houdt u zelf dus voor slimmer dan uw baas vroeg hij min of meer spotachtig. „Ik denk, dat dit mij vrijstaat". „O ja, maar dan moet gij er reden voor hebben. Mag ik die reden weten „Waartoe? Neen, dat is juist mijn geheim. En ik zeg u, dat het iemand goed doet, te weten, dat men met een enkel woord een man in het ongeluk kan storten, die zich ver- hoovaardigt op zijn geld, zijn aan zien. Daar wordt nu met veel drukte de bruiloft gevierd en, oppervlakkig beschouwd, is er geen gelukkiger man op de wereld, dan de mole naar. Ik weet intusschen wel beter, maar ik zeg niets". „Is de molenaar dan niet geluk kig „O, zekerHij heeft eene sehoone verzekering, de opdracht van zieken geld-uitkeering aan raden van arbeid is zoo nauw met de geheele regeling sarnengeweven, dat tegemoetkoming aan de uit dien hoofde rijzende be zwaren door wijziging van het ont werp uitgesloten schijnt en adr. dus op grond van die bezwaren de Ka mer verzoekt, haar goedkeuring aan de ontworpen regeling te onthouden. Daarentegen verzoekt zij een uit spraak der Kamer ten gunste van het ook in het adres uiteengezette stelsel van vrijwillige verzekering. Bij Koninklijk besluit is aan den officier van administratie der 1ste klasse J. M. Langlois van den Bergh, wegens ongeschiktheid voor de ver. dere waarneming van den militairen dienst, tengevolge van lichaamsge breken, eervol ontslag uit den zee dienst verleend, onder toekenning van een pensioen van f 2470 's jaars is bevorderd tot officier van admini stratie der 1ste klasse de officier van administratie der 2e klasse H. P. Winkelman. Warenkennis voor den middenstand. In overleg met de afdeeling han del is door de heeren j. S. Meuw- sen, voorzitter van den Middenstands bond en dr. L. Voerman, directeur van het rijksbureau tot onderzoek van handelswaren, besloten te be ginnen met Januari 1911, te zamen een reeks voordrachten te houden, speciaal voor vereenigingen van winkeliers en kleinnijveren, over wa renkennis en vervalsching van han delswaren. Bij deze voordrachten zuiieu interessante voorbeelden van gepleegde vervalschingen van aller lei waren gedemonstreerd worden. De bedoeling is, deze lezingen in het bijzonder te houden voor de be oefenaren van vakken, waarin ver valschingen plegen voor te komen, opdat zij daaromtrent de noodige voorlichting krijgen. Dit wordt te meer noodig geacht, waar de kunst van het vervalschen tegenwoordig op zulk een hoogen trap van ontwikke ling staat en nog steeds vooruitgaat. De minister van oorlog heeft be paald dat alle luitenant-kwartier- meesiers zich op de hoogte zuilen stellen van de eischen, waaraan ge zond vee en vieesch moet voldoen, door meermalen gemeentelijke abat toirs of militaire slachterijen te be zoeken en aldaar, voorgelicht door keurmeesters of militaire paarden artsen, door aanschouwing van de gebreken van geslacht vee, kennis te krijgen van voor de consumptie niet geschikt vieesch. Voorts is door den minister be paald dat dezen winter het kader der vrouw, die niets van hem houdt, en geld, datMaar waarom heeft Doortje hem genomen, als zij niet van hem houdt 't Is ook al een ijdele trolsche vrouw, haar hart hangt aan het geld „Dat weet ik beterviel de herder hem in de rede. „Gij kent de omstandigheden niet, waardoor zij gedwongen werd hem te nemen". „Gedwongen „Nu, als gij toch alles weet, moet gij dat ook weten". De knecht keek nadenkend voor zich, de mededeeiing scheen hem te verrassen. „Gedwongen herhaalde hij. „O, het is een sluwe kerel, hij weet, hoe hij het moet aanleggen om zijn zin te krijgen. Maar nu is zij zijne vrouw, zij moet zoowel leed als vreugde met hem deelen, en ik heb medelijden met haar 1 Zeidet gij iets riep hij, den oude man woest aanziende. „Gij zoudt gaarne willen weten, wat hier in mijne borst ver borgen is, maar ik zeg het niet voor dat het tijd is". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1