lagerij.
ben.
:k
;t.
BL ill
B LOOKER'S
J
I
k.
Woensdag
21 December
No 300
48e Jaarg-ang.
1910.
Gtnpa/y.
iega firma
Gemeentebestuur.
IAAT.
op
tNEN.
)EG A Cie.
bij:
ter
iting.
warming
DAALDERS
CACAO;
BINNENLAND.
CD
CS
M,
•ïafc
ihe Wijnen,
- en
JMMER 137.
eïoon No. 71,
100
verschot
909 aan
;n bedrag
r den agent
100
VlISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58.
ADVERTENT1ÉNvan 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regei
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie, wordt de prijs slechts twee maal berekend. Groote
letters en clichés naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen.
TELEFOONNUMMER 10.
Nieuwe Abonné's, uitge
zonderd bij weltelijksche be
taling, ontvangen de dagelijks
verschijnende „VLISSING
SCHE COURANT"koste-
loos tot 1 Januari.
MEN MOGE U NAMAAK
OPDRINGEN,
HOUDT VAST AAN
CE WEET DAT DIE
UITSTEKEND IS.
BEKENDMAKING.
Kamers van Arbeid voor de Metaalbewerking en
voor de Bouwbedrijven te Vlissingen.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 11 van bet kiesreglement voor de
Kamers van Arbeid
berinneren de hoofden of de bestuurders van de
navolgende bedrijven, vertegenwoordigd in de
Kamer van Arbeid voor de Metaalbewer
king: bet bewerken van metalen met uitzonde
ring van het lood- en zinkwerkersbedrijfbet
sebeepsmakersbedrijf; bet laden en Iobbsu van
schepen en spoorwegwagons
en de hoofden of bestuurders van de navol
gende bedrijven, vertegenwoordigd in de Kamer
van Arbeid voor de B o u w b e d r ij v e n het
immerlieden-, metselaars-, stukadoors-, lood- ent
zinkwerkers-, schilders- en aardewerkersbedrijf
bet leggen van electrische geleidingen of van gas-
en waterleidingenbet ontwerpen van en het
hóuden' van toezicht bij het 'uitvoeren van
bouwplannen
aan hunne verplichtingen om vóór 15 Januari
e.k. eene lijst of zoo noodig lijsten op te maken
van de namen en de voornamen der mannelijke
en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen
het gebied der Kamers van Arbeid als patroons
of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn
geweest gedurende het iaatstverloopen kalender
jaar, waarvoor wat het bouwvak en aardwerkers-
bedrijf betreft, het laatste tijdperk van 7 maan
den en wat het laden en lossen van schepen
betreft, het laatste tijdvak van 6 maanden, dat
in die bedrijven gewerkt is, geldt
en om die lijst of lijsten voor 15 Januari e.k.,
te zenden aan Burgemeester en "Wethouders of in
te leveren ten Raadhuize (Griffie).
Op de lijsten mogen niet vermeld worden zij,
die gedurende den boven aangegeven tijd niet
binnen het gebied der Kamers van Arbeid bij
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder ziju
werkzaam geweest.
Op de lijsten behoeven niet vermeld te worden
zij, die geen ingezetene des Rijks of geen Neder
landers zijn of op den 15 Februari e.k. den leef
tijd van 25 jaren niet zullen bereikt hebben.
Zij, die gedurende het Iaatstverloopen kalen
derjaar of wat het bouwvak en aardwerkersbe-
drijf betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7
maanden en wat het laden en lossen |van schepen
betreft gedurende het laatste tijdvak van 6 maan
den, dat in die bedrijven gewerkt is niet in het
bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuur
der werkzaam zijn geweest en die aanspraak
kunnen maken om op eene kiezerslijst voor de
Kamers van Arbeid geplaatst te worden, worden
er voorts aan herinnerd, dat zij daarvan vóór 15
Januari e.k. aangifte kunnen doen bij Burgemees
ter en Wethouders voornoemd.
De formulieren der lijsten en der aangiften ziju
van af 3 Januari e. k. ter Gemeente-Secretarie
(Griffie) kosteloos verkrijgbaar.
Vlissingen, den 20 December 1910.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris.
WITTEVEEN.
Tweede Kamer.
In de gisteren gehouden zitting
werd de behandeling der begrooting
van binnenlandsche zaken voortgezet.
Bij de afdeeling onderwijs werd
betoogd dat wij vergeleken bij
de geheele beschaafde wereld op
onderwijsgebied verkeeren in een
hopeloozen toestand van verwar
ring. De organische samenhang van
het onderwijs eischt dringend
maatregelen te nemen om in zake
onderwijs eenheid van beslissen en
beheer te krijgen, door instelling van
een afzonderlijkdepartement,dooraan
stelling van een directeur-generaal,
fibonnemenfs-ftduerfentiën op zeer ooordeelige oooriuaarden
of het in 't leven roepen, als in Bel
gië, van een „conseil superieur."
In de avondzitting werd door den
heer Vorsterman van Oijen uitvoerig
bepleit de oprichting van een R. H.
B. school met 5 jarigen cursus te
Ter Neuzen of eenige naburige ge
meente.
Het aanhouden van schepen
te Vlissingen.
De Antwerpsche Kamer van Koop
handel heeft aan den Belgischen
minister van financiën een schrijven
gericht, waarin zij terugkomt op de
kwestie van de aanhouding van het
stoomschip „Minerva" te Vlissingen.
Genoemd schip, behoorende aan
de reederij „Neptunus", ie Bremen,
voer op 13 Sept. II. de Schelde af
na te Antwerpen lading ingenomen
te hebben voor Lissabon, en werd,
langs Vlissingen komende, aange
houden en aan den ketting gelegd
krachtens een bevel van de recht
bank te Middelburg, en als waarborg
voor schadevergoeding, welke de
Hollandsche regeering misschien op
te eischen zal hebben van dezelfde
reederij, ten gevolge eener aanvaring
tusschen een harer andere schepen,
en een vaartuig van den Holland-
schen loodsdient.
De Kamer van Koophandel ver
klaart vervolgens dat dit voorstel een
levendige ontstemming heeft veroor
zaakt in maritieme kringen, aange
zien men van oordeel is, dat deze
maatregel inbreuk maakt op de vrij
heid van scheepvaart op de Schelde,
en in strijd is mei de bepalingen
van het scheepsrecht. Zij beweert
voorts dat uit dezen maatregel,
wanneer hij opnieuw herhaald mocht
worden, ernstige gevolgen zouden
voortvloeien zoowel voor de inter
nationale als voor de Belgische
scheepvaart en handelreden waar
om zij het noodzakelijk acht, dat de
Belgische regeering in onderhande
ling trede met de Hollandsche be
treffende de onderhavige kwestie, en
haar verzoeke te verklaren, krach
tens welk recht zij zich gemachtigd
acht tot een dergelijk ingrijpen, dat
de Kamer van Koophandel in strijd
noemt met de scheepvaart usances,
te meer omdat de Schelde eene in
ternationale rivier is.
Vandaar dat zij, de K. v. K., bij
den minister aandringt, om de aan
dacht der Nederlandsche regeering
te wijzen op de gevolgen van deze
daad, en van haar te verkrijgen, dat
zij haar ambtenaren er op wijst, ge
handeld te hebben in strijd met de
internationale verdragen en met de
wetgeving op de scheepvaart.
Van den Berghs Limited te Rot
terdam heeft weder den bekenden
Vitello-kalender uitgegeven. Aan de
zen kalender, die aan de Vitello-
verbruikers wordt aangeDoden, is
dit jaar bijzonder veel zorg besteed.
De Eerste Nederlandsche Onderlinge
Maatschappij tot verzekering
tegen Huurwaarde.
Door de voorloopige commissie,
bestaande uit de heeren M. Laernoes,
J. Loois Az., W. L. Huson, C. N. J.
de Vey Mestdagh, F. van der Meer,
I. C. Vethacke, J. P. Vermaas en M.
J. Verhorst, waren tegen gisteren
avond huiseigenaren en grondbezit
ters uitgenoodigd tot bijwoning van
een vergadering, welke in het Con
certgebouw aan de Emmastraat werd
gehouden.
De vergadering was druk bezocht
en werd geopend door den heer M.
J. Verhorst, die er zijn genoegen over
uitsprak, dat zoovelen aan de n op
roep der commissie hadden gehoor
gegeven.
De heer Verhorst zeide, dat reeds
uit de advertentie gebleken was, met
welk doel de vergadering is bijeen
geroepen.
De zaak die hier wordt voorgesteld
is voor ons land nog onbekendhet
is een plantje van vreemden bodem
en het commissie-lid, den heer M.
Laernoes, komt de eer toe, dat hij
het plantje hier op dezen bodem wil
doen trachten te gedijen.
Waar de heer Laernoes zulk een
belangrijk aandeel in de voorbereiding
heeft gehad, achtte hij het best het
woord aan den heer Laernoes te geven.
De heer Laernoes verkreeg hieroa
het woord en wij achten het, met het
oog op het gewicht van de zaak, wel
gewenscht de rede van den heer
Laernoes in haar geheel op te nemen.
Ik heb hooren mompelen, zoo zeide
de heer Laernoes, dat de uitnoodiging
tot deze vergadering wel wat had
van een late St. Nicolaas-surprise.
Wij hebben evenwel gemeend op
deze wijze de nieuwsgierigheid eenigs-
zins op te wekken en velen daardoor
te trekken, het is dikwijls zoo moei
lijk belanghebbenden bijeen te krijgen.
Het verheugt mij dan ook, dat dit
blijkbaar succes heeft gehad, want de
opkomst is meer dan wij durfden
hopen.
De belangstelling, die ik reeds van
diverse kanten ontving, heeft mij mede
aangemoedigd het plan door te zetten,
van andere zijde werd mij wel te-
gengevoerd, dat het plan nu wel heel
mooi is, maar dat er toch geen leden
genoeg zullen komen, omdat Noorsche
natiën, waarbij wij ter school gingen,
op sociaal gebied veel verder zijn
dan wij, Nederlanders, en wij te
langzaam zijn om zulke nieuwigheden
zoo maar over te nemen, doch ik
hoop, dat wij er in slagen zullen te
bewijzen, dat er een ernstig streven
van ons uitgaat, die andere natiën
nu zoo mogelijk voorbij te streven.
„L'Union fait la force", zoo zeide
de heer Laernoes, zetien onze zuide
lijke buren in hun rijkswapen en
allerwege wordt dit tegenwoordig in
toepassing gebracht. Alleen in den
kring van huiseigenaren en bezitters
van vaste goederen schijnt weinig of
geen aandacht aan de zoo noodige
samenwerking te zijn besteed.
De enorme rijkdommen vormen
hunne trusls, voor de arbeidersklasse
werken wij ter verkrijging van allerlei
bescherming, tegen ziekte, invaliditeit,
ouderdom enz.,doch de categorie waar
toe het grootste contingent van be
zitters van vaste goederen behoort,
staat buiten alles en heeft niet het
geringste houvast, als zich de „rainy
days", de kwade dagen, voordoen.
Ieder die in de stabiliteit van vaste
eigendommen een belang ziet voor
de welvaart eener gemeente zal
sympaihiseeren met het U voorge
legde plan.
Toevallig is mij ter kennis geko
men, dat in het buitenland en wel
in Noorwegen, reeds eene maatschap
pij bestaat, die in de richting van
hei beoogde doel, met groot succes
werkzaam is. Nadat ik, aan de hand
van de gegevens, die ik omtrent die
maatschappij heb kunnen verzamelen,
de zaak in voorloopige studie had
genomen, heb ik de heeren, die u
aan de bestuurstafel ziet en die u
overigens uit de annonce bekend
zullen zijn, aangezocht eene voor
loopige commissie te vormen, ten
einde de oprichting van eene derge
lijke maatschappij voor te bereiden
en heb ik thans het genoegen, onder
dankzegging aan al de heeren voor
den verleenden steun, het resultaat
van het werk, door ons voor te
leggen.
Ter zake dus
Aan U zal worden voorgesteld
over te gaan tot de oprichting van
een onderlinge Maatschappij tot
verzekering van huurverlies, terwijl
U zult worden uitgenoodigd als lid
dezer onderlinge Maatschappij toe te
Ireden.
Het idee is niet nieuw.
In 1850 schijnt het voor het eerst
in Engeland te zijn opgedoken en
toegepast, en had twintig jaar noo
dig om naar het vasteland van
Europa over te varen. Het schijnt
wel dat voor de vervolmaking van
zoo'n idee een menschenleven noo
dig is van studie en ondervinding.
Een gunstig resultaat met deze
verzekering is eerst bereikt in Noor
wegen en het is daar, waar wij in
de leer moeten gaan om aan onze
onderneming succes te verzekeren.
Prof. dr. Alfred Manes, die de
geschiedenis van dezen tak van ver
zekering van af de geboorte be
schrijft, zegt dat de proeven in
diverse plaatsen genomen, mislukten,
omdat de opzetting niet deugde, tot
dat op 26 April 1905 te Christiania
eene Maatschappij op coöperatieven
grondslag is opgericht, die in No
vember 1905 hare werkzaamheden
begon, zich ten volle heeft gehand
haafd en steeds met groot succes
werkzaam is.
Terwijl in 1903 het aantal onver-
huurde woningen meer dan 5000 be
droeg, waaronder 3500 met 1 en 2
kamers, werd dat in 1904 nog slim
mer, daar de toename der bevolking
van 1889—1904 slechts 1000 zielen
bedroeg, terwijl voor 40,000 perso
nen nieuwe woningen werden aan
gebouwd.
In 1904 stond dan ook meer dan
10 pet. der woningen leeg, de huur
prijzen waren 20 'tot 30 pet. gedaald,
hypotheekhouders verloren aanzien
lijke sommen en vele eigenaren za
gen hunne bezittingen verloren gaan.
De heer Chr. Hansen richtte daar
op de bedoelde maatschappij op die
zooveel zegen in de stad zijner in
woning heeft verspreid. Hoewel op
richting doenlijk is met een betrek
kelijk klein aantal leden is natuurlijk
aigemeene deelname, zoo ruim mo
gelijk, gewenscht.
Onze vereeniging zal de eerste
zijn in Nederland, tenminste is ons
niet bekend dat op dit terrein reeds
iets is gedaan. Wel is er eenige jaren
geleden te Amsterdam eene poging
gedaan eene maatschappij, ongeveer
hetzelfde beoogende, in werking te
brengen, doch is deze verkeerd uit'
geloopen om redenen die ik hier
niet verder zal ontvouwen. Boven
dien was dit een geheel particuliere
onderneming, terwijl ons voorstel
berust op coöperatieven grondslag
en mislukking dus wel buitenge
sloten zal zijn.
Wij kunnen dus in dezen profitee-
ren van de vijfjarige ondervinding
van de te Christiania bestaande ver
eeniging, die onder de meest on
gunstige omstandigheden is opge
richt, doch in het tijdvak harer
werkzaamheid, nu bijna vijf jaren,
'een ideaal toestand heeft geschapen
en een dusdanigen, veelzijdigen in
vloed heeft uitgeoefend op huur en
verhuur, tredhoudenden aanbouw
van panden, beperking van over-
bouwing, vermindering van leeg
staande panden, bevordering van
aanbouw waar noodig, voorkoming
van faillissementen van kleine be
zitters, vergemakkelijken van hypo-
theekname enz, dat zij niet alleen
met trots op haar werk mag terug
zien, maar zich zelfs een groot deel
van de eer mag toeëigenen van de
bevordering der welvaart, die zich
in de stad Christiania in de laatste
paar jaar doet gevoelen.
De commissie, die U hier noo-
digde, heeft zich de noodige gege
vens weten te verschaffen om deze
zaak te kunnen bestudeeren en is na
die studie tot de overtuiging gekomen,
dat de oprichting van deze vereeni
ging niet alleen wenschelijk, doch
noodzakelijk is, wat wij vertrouwen
dat ook U duidelijk zal worden, als
U ons verder volgen wilt in de uit
eenzetting van de bedoeling.
Met betrekking tot het vorenge
zegde omtrent de resultaten van de
vereeniging te Christiania en de in
vloed door haar uitgeoefend in diverse
richtingen, lees ik dan in het verslag
dezer vereeniging over het laatste
boekjaar het volgende: (dit volgende
is woordelijk vertaald)
„Toen de vereeniging in 1905 hare
werkzaamheid begon, was de huis
huur en dientengevolge de waarde
der panden te Christiania gestadig
en gelijkmatig gedaald en wel ge
durende verscheidene jaren met eene
snelheid, die bij allen groote onrust
verwekte, in het bizonder bij hen,
die in een rustig en stabiel bezit
van onroerend goed eene eerste
voorwaarde voor de ontwikkelingen
den vooruitgang van eene gemeente
zien. Te dier tijde waren niet alleen
alle bouwspeculanten van het tooneel
verdwenen, doch ook een groot aantal
bezitters van panden moest zich
verloren geven. In eenige gedeelten
van de stad was nauwelijks een huis
te vinden dat niet in de handen van
de hypotheekhouders was overgegaan.
Dezen, die den strijd door de huis
eigenaren opgegeven, moesten voort
zetten, ging het gewoonlijk niet beter,
zoodat een massa huizen in de han
den der eerste hypotheekhouders
voor hunne rekening moesten geëx
ploiteerd worden. De ongelukkige
eigenaren van huurhuizen stonden
aan drie,vuren bloot. Zakkende huur
prijzen, onophoudelijk leegstaan en
ten opzichte van verbeteringen en
vernieuwingen op genade en onge
nade overgeleverd aan de meer en
meer aanspraken makende huurders.
Dit alles maakte het voor den huis
eigenaar onmogelijk staande te blij
ven zelfs oeconomisch geheel on
afhankelijke eigenaren konden den
druk niet langer weerstaan en in
1905 was de boel in Christiania der
mate gezonken, dat men niet meer
dan de heft van de rente maken kon,
die naar berekening van de toenma
lige bouwkosten gemaakt moest
worden. Dit minimum kan slechts
voor een klein deel geweten worden
aan de directe en natuurlijke reactie,
die op de voorspoed-periode van
het einde der 90 tiger jaren volgen
moest. De werkelijke oorzaak be
stond in eene paniekachtige vrees
voor het leegstaan, eene vrees die
zooveel gemakkelijker om zich heen
greep, wijl niemand personen
noch instellingen het geringste
overzicht had over den toestand der
zaken, waardoor gemakkelijk koud
water in het bloed gegoten werd. Die
vrees voor leegstaan was nog veel
meer dan het leeg staan zelfde
wortel van het kwaad. Pogingen hier
verbetering te brengen moesten
natuurlijk in de eerste plaats op on
derdrukking van deze vrees gericht
worden en dit meenden de oprich
ters der vereeniging door verzekering
tegen huurverlies te'kunnen bereiken.
Onder deze hopelooze verhoudin
gen, die een der donkerste perioden
in de geschiedenis van het grondbe
zit in Christiana vertegenwoordigen,
werd de oprichting der vereeniging
niet alleen door huiseigenaren en
hypotheeknemers, maar van alle
zijden met vreugde begroet, in het
bijzonder van die zijden, die een
open oog hebben voor de beteeke-
nis eener normale ontwikkeling van
de markt op het gebied van onroe
rend goed, in het belang van het
algemeen welzijn. Het was betrekke
lijk niet bezwaarlijk de eerste proe
ven tot verzekering van huurverliezen,
gebaseerd op het Noorsche systeem,
den noodigen steun te verzekeren.
Het is duidelijk dat het gebrek aan
ondervinding in deze nieuwe verze-
keringswijze en de moeielijke ver
houdingen, gevoegd bij het groot
aantal leegstaande woningen, strenge
verzekerings conditiën noodig maak
ten, zooals ook bovendien het feit
dat de vereeniging als onderlinge ver
eeniging over geen eigen kapitaal kan
beschikken, de grootste voorzichtig
heid in allen deele geboden had."
Tot zoover het verslag.
Ik behoef hieraan weinig toe te
voegen. Is het bewijs geleverd dat
eene vereeniging onder zulke ongun
stige omstandigheden opgericht niet
Heen levensvatbaar is, doch ook
groot succes heeft gehad, hoeveel te
meer zou eene vereeniging in ons
midden, waar de toestanden thans
zooveel gunstiger zijn, succes hebben.
„In times of peace prepare for
war". Niemand zal ontkennen dat
het percentage leegstaande woningen
bij ons zeer gering is, de premie zal