7 December No.. 288 48e Jaargang. 1910. Woensdag BINNENLAND, Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58. ADVERTENT1ÉN van 14 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie, wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qroote letters en clichés naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en Feestdagen. TELEFOONNUMMER 10. Abonnements-Aduertentiën op zeer uoordeelige oooruiaarden De fortenbouw bij Vlissingen. Ernest Nys, hoogleeraar in het in ternationaal recht aan de universiteit te Brussel, heeft op een vraag van „Dernière Heure" betreffende den fortenbouw bij Vlissingen, verklaard dat Nederland niet het recht heeft om aan de vloot van een met België bevrienden en verbonden Staat te verhinderen de Schelde op te varen. De „XXe Siecle" bevat een artikel over bovenstaand onderwerp waaraan wij een en ander ontleenen. De schrijver van dat artikel betreur! hef, dat de Belgen meenen, dat Holland geen recht heeft Vlissingen te verdedigen, daar dat gevaar op levert voor België. „Ik betreur het, dat de Belgen aldus denken, want hiermede willen zij weer een erbarmelijke doctrine in zake internationaal recht doen her leven het recht der volken zich te mengen in de binnenlandsche zaaen van een Staat om hun eigen beweerde belangen te redden. Dit is een leer, die slechts vergissingen en onrecht vaardigheid heeft voortgebracht, een leer, die slechts in dienst van den sterke tegenover den zwakke werd gesteld om aan egoïstische belangen te voldoen en die wij, Belgen, wel de laatsten moesten zijn om te willen inroepen, daat wij er zeiven te veel van geleden hebben. Iedere staat heeft een onomstoot- baar recht zijn verdediging in te rich ten zooals hij wil in de volheid van zijn onafhankelijkheid. Zoo ooit dit recht moest miskend worden zou België er het eerst aan toe zijn onder zijn ruïnen ineen te storten. Daarom moeten we in deze zaak de autonomie van Holland eerbiedi gen, welke ook de gevolgen van het plan voor onze militaire situatie mo gen zijn". „Maar" zoo gaat de schrijver voort „deze gevolgen zijn zoo treurig niet; integendeel". „België zelfs vreest den een of anderen keer een vijandelijke vloot de Schelde te zien opvarendat ge vaar is zoo reëel en wij zijn zoo vast besloten den toegang te verhinderen, dat we onze forten zoo ver mogelijk naar voren geschoven hebben tot tegen de Hollandsche kust. Enthans deelt Holland onze vrees; het ver sterkt onze positie door wat uit ons oogpunt kan beschouwd worden als een vooruitgeschoven linie, die onze gevaren en den last der ver dediging van de rivier afwendt. En dan reclameeren wij nog. Dank en gelukwenschen zijn we aan Hol land verschuldigd, nu het eindelijk het gemeenschappelijk gevaar heeft leeren inzien. De Hollandsche Schelde o— 9.) De jonge man fronste het voor hoofd. „Zoo spoedig kan ik niet weg", zeide hij, „ik moet eerst den schurk straffen, die mij meer dan mijne eer, die mij het geluk mijns levens heeft ontroofd „Gij bedoelt Hagen, den mole naar Kasper knikte toestemmend. „Het is waar, hij heeft u uw meisje afgetroond, hij heeft haar ge dwongen hem te nemen". „Door erbarmelijke middelen 1" „Het doel moet dikwijls de mid delen heiligen, zoo is het ook daar bij gegaan. Maar gelooft gij, dat gij door wraak te nemen het gebeurde ongedaan kunt maken Doortje zal toch den molenaar huwenzij moet wel, of zij krijgt het geheeie dorp levert, daar zij open is, een gevaar voor België op. Met name laat zij toe, dat een vloot op haar linker oever troepen zou kunnen ontschepen om Vlaanderen te bedreigen. Het plan dient dus onze belangen. Staatsbegrooting voor 1911. Aan de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over hoofdstuk binnenland sche zaken der Staatsbegrooting voor 1911, is het volgende ontleend: Aan de pensioneering van gemeen te-ambtenaren en hunne weduwen en weezen zal de regeering zoo spoedig mogelijk haar volle aandacht wijden. De constructie als zouden gemeenteambtenaren in rechtstreek- schen dienst der regeering staan kan niet worden aanvaard. De vergoedingen te verkenen aan ambtenaren, wanneer zij hun ambt verwisselen voor het Kamerlidmaat schap zullen zijn te regelen in het w. o. tot uitvoering van art. 96 der Grondwet, hetwelk in voorbereiding is. De minister kan niet inzien dat juist voor de gemeenteraadsverkiezin gen zich het stelsel van evenredige verkiezingen in de eerste plaats leent. Bij de benoeming van een burge meester wordt zooveel mogelijk aan een ingezetene de voorkeur gegeven. Een onderzoek heeft aangetoond, dat de klachten omtrent het belem meren van vergaderingen oujuist zijn. Dat de verzorging van de ge meente-archieven in tal van gemeen ten te wenschen overlaat is ook den minister niet onbekend. Komen ge vallen ter zijner kennis, dan worden de gemeentebesturen hierop attent gemaakt. Tot het verleenen van steun aan eene vereeniging, die zich met het cataloceeren der gemeente-archie ven zou willen belasten, bestaat voor alsnog geen aanleiding. De minister zal gaarne in overleg treden met zijne amblgenooten, om vereenvoudiging te brengen in de gemeente-administratie. De minister moet zich onthouden van een oordeel over lijkverbranding. Hij is niet geneigd door wetsaanvul- ling of wetswijziging het geoorloofde van die wijze van lijkbezorging bui ten twijfel te stellen. Ter zake van de kwakzalverij bij de artsenij-bereidkunst zal wellicht later een wetsontwerp worden inge diend. Omtrent de klacht over de hand having van de besmettelijke ziekten- wet op badplaatsen zal de minister overleg plegen met den Centralen Gezondheidsraad. Een wettelijke regeling van de keuring van vleesch is in voorbe reiding. Ten aanzien van de keuring van andere levensmiddelen acht de tegen zich. En krenkt gij den mo lenaar, dan zijt gij verloren, want hij is een geacht man". „En ik ben een schelm". „In de oogen der boeren, ja. Misschien zullen de oogen nog een maal opengaan en zullen zij inzien, hoe zij gedwaald hebbenmaar vóór dit geschiedt, moet er nog menige droppel water door den mo lenbeek loopen". Kasper keek den ouden man ver wonderd aan. „Zij zullen erkennen" ging deze voort, en ook Doortje zal erkennen, dat hij hun misleid heeft. De schijn bedriegt dikwijls, en zoo dit ge zegde ook waarheid bevat, dan is het bij den molenaar". „Is hij niet zoo rijk als men denkt vroeg Kasper vol spanning. „Hij is rijk geweest", zei de her der bedaard en op stelligen toon, „zijn vader heeft hem een mooi fortuin nagelaten. Zoo Hagen zijne zaken goed had bestuurd, zou hij nu de rijkste man uit den geheelen omtrek geweest zijn. Dat wilde hij ook wezen, maar hij heeft het niet goed aangeLgu". minister voorhands de gemeenten zeiven het best in staat om hande lend op te treden. In antwoord op de vraag betreffende de tuberculose-betrijding geeft de minister een staatje van de verleende subsidiën aan plaatselijke vereeni- gingen, Groene- en Witte-Kruisver- eenigingen enz. Tot nu toe werd voor 1910 een som van f 111,015 als Rijkssubsidie gegeven waarvan slechts f 14.000 voor de propaganda. De jaarwedden bij het Middelbaar Onderwijs acht de minister niet zoo gering, al verdient het meerendeel der leeraren niet meer dan f 2500. Onder hen toch zijn vele jonge menschen, bovendien is voor velen het leeraar- schap bij een H. B. school geen hoofdzaak en is het aantal lesuren gering. Amsterdam is geen maatstaf voor kleine steden, waar Rijks H. B. scholen zijn. Het voldoen aan het verzoek van de Vereeniging van leer aren zou in strijd zijn geweest met de vaak aanbevolen zuinigheid. Pen sioen kan slechts gevorderd worden door leeraren met vaste aanstelling en die vaste aanstelling wordt slechts gegeven aan de ten vollen wettelijke bevoegden. Voor kosteloos onderwijs aan de Rijks H. B. scholen wordt niet anders gevergd dan onvermogen der ouders, voldoen aan de voor waarden tot toelating en gebleken ijver. Uitbreiding daaraan kan dus niet worden gegeven. Ten aanzien van de gemeente H. B. scholen moeten de betrokken gemeentebesturen be slissen. Verandering van H. B. scholen met 3 jarigen cursus in H. B. scholen met 5 jarigen cursus zou lijnrecht tegen het rapport van de ineenscha- kelingscommissie ingaan. De stichting van gemeentelijke H. B. scholen zal door een te wachten wetsontwerp aanzienlijk worden vergemakkelijkt, een reden te meer om nu niet tot stichting van Rijks H. B. scholen over te gaan. Ook voor de subsidi- eering van gemeentelijke H. B. scholen is een wettelijke regeling onvermijde lijk, nu onderhandelingen tusschen de gemeentebesturen daaromtrent schipbreuk hebben geleden. Het wets ontwerp heeft het departement al verlaten. Dat er voor de stichting van een Rijksschool voor middelbaar technisch onderwijs geen reden bestaat, is de minister eens met die leden welke het geopperde denkbeeld bestreden. Eventueele pogingen van schooi en gemeentebesturen om de salaris sen van leeraren aan zeevaartscholen te verhoogen, zullen door den minister worden gesteund. Ten aanzien van het Handelsonder wijs blijft de minister de voorkeur geven aan particuliere instellingen „Hij heeft gespeculeerd en is in handen van afzetters gevallen. Wan neer het einde komen zal, is niet te zeggenmaar komen zal het en het zal verschrikkelijk zijn. Kent gij betere wraak? Laat hem aan zijn lot over en bedenk, dat twee flinke armen en een vaste wil meer waard zijn dan een blinkende schijn". „Weet gij dat alles zoo zeker?" „Ik heb gezonde oogen en gebruik ze goed". „Dan hadt gij Doortje moeten waarschuwen". „Om mij de geheeie kliek op den hals te halen Wat men niet kan bewijzen moet men niet beweren, of het is een put waarin men zelf valt. Het spijt mij om het meisje, maar waarom is zij niet standvastig ge bleven Ik weet wel dat die oude wijven onophoudelijk bij haar ge zeurd hebben, totdat zij toegafdoch zij had het nier moeten doen. Zij houdt niet van den molenaar. Des te erger voor haarIn het ongeluk vastgeketend te zijn aan een man, dien men niet bemint, is eene hel op aarde. Laat de dingen hun gang gaan, Kasper, gij kunt er toch niets boven gemeentelijke. De instelling van deze laatste, waar niet het par ticulier initiatief onmachtig bleek, zal dus niet worden bevorderd. Lager onderwijs. In de ten vorige jare over het karakter van de open bare school gevoerde debatten heeft de minister gelegenheid gevonden zijn standpunt uiteen te zetten. Men kan bezwaarlijk verwachtendat de kort daarna door den heer Ossen- dorp uitgesproken rede hem daarvan zou hebben afgedrongen. Militaire muziekkorpsen. Naar aanleiding van de onlangs in de Tweede Kamer aangenomen motie bedoelende vervorming der muziek korpsen bij het wapen der infanterie in fanfarekorpsen, zijn door het legerbestuur van die korpsen spgaven gevraagd omtrent de namen der le den, het door hen bespeeld Jn- strument, den datum van hun in diensttreding, wanneer recht wordt verkregen op pensioen enz. Verwacht wordt, dat een geheeie vervorming nog wel een lOtal jaren op zich zal doen wachten, tenzij ertoe wordt overgegaan de overcomplete leden der muziekkorpsen op wachtgeld te stellen. Staatspensionneering. Door het hoofdbestüur van den bond voor staatspensionneering is onderstaande motie verzonden aan de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal. Met hoofdbestuur van den bond voor staatspensionneering, goedge keurd bij Kon. besluit van 27 Sep tember 1902, no. 15, tellende 161 afdeelingen met ruim 33.000 leden en 80 aangesloten bonden en ver- eenigingengezien het voornemen der regeering, om aan de wetgevende macht voor te stellen een bedrag van 40 millioen gulden te besteden aan doode weermiddelen (versterking der kustverdediging) overwegende, dat ons vaderland zelfs bij het kleinere Denemarken reeds 20 jaren ten achter is met de sociale wetgeving, speciaal wat betreft de wettelijke verzorging van ouden van dagen overwegende verder, dat door een militaire uitgaaf van 40 millioen, die met de rente wordt 467* millioen, de mogelijkheid van dringend nood zakelijke ouderdomspensionueering wordt geschaaddringt er bij uwe hooge vergadering met klem op aan, bedoeld voorstel der regeering te verwerpen. Bij resolutie van den minister van financiën is o. a. bepaald De waar schuwingen en aanmaningen van de directe belastingen, door den ontvan ger uit te vaardigen, worden den deur- aan veranderen. Als gij Doortje gaat waarschuwen, dan zal men zeggen, dat het laster van u iswilt gij wraak nemen op den molenaar, dan wordt gij gevangen gezet, en uw leven is verder slechts een heen en weergaan van den weg naar het tuchthuis. Vergeet uwe schoone droo- men en neem het leven, zooals het is. Ook zonder vrouw kan men ge lukkig wezen, wanneer men maar tevreden is en niet meer wenscht, dan men heeft. Ik ben altijd een zaam geweest, en nooit heb ik mij ongelukkig geveeld". „Gij hebt ook nooit bemind „Hoe weet gij dat? Ik heb be mind met al den gloed van mijn hartmaar ik heb kunnen ontberen, toen ik zag, dat ik niets te hopen had. Dat moet iedereen kunnen doen. Geloof mij, het hart van een mensch breekt niet zoo licht, als de menschen ons vertellen, die de mooie verzen maken. Kom, gaat gij mede „Waar gaal gij heen „Naar het dorp. Het wordt avond, en de nacht is de vriend niet van den mensch. In den nacht komen de waarder, ter uitreiking, ter hand ge steld of wel, voor de gemeenten daar toe in het bijzonder aan te wijzen, per post verzonden. Verzending per post heeft mede plaats ingeval de belas tingschuldige niet of niet meer woont in een der gemeenten tot het kantoor des ontvangers behoorende. De verzending per post van waar schuwingen en aanmaningen aan be lastingschuldigen, niet wonende in den bestelkring van het post- of hulp postkantoor waarin het kantoor des ontvangers gevestigd is, geschiedt met vrijdom van briefport. In alle andere gevallen geschiedt zij met verrekening van briefport. De waarschuwingen en aanmaningen, welke bij de bestelling per post niet aan het daarop vermelde adres kunnen worden uitgereikt, zul len, zoo spoedig mogelijk, bij den ontvanger worden terugbezorgd. De ontvanger stelt deze formulieren ter hand aan den deurwaarder, die het juiste adres opspoort. Niet alle, doch een 75 tal gemeenten, zijn aangewezen voo' de uitreiking van waarschuwingen en aanmaningen per post. Congres tegen het alcoholisme, Naar men mededeelt wordt thans met de voorbereiding van het XlIIe internationaal congres tegen het al coholisme, dat het volgend jaar in Den Haag zal worden gehouden, groote voortgang gemaakt. Er heb ben zich daar twee comités gevormd voor de regeling van plaatselijke aangelegenheden het congres betref fende, ten eerste een comité voor de ontvangst onder presidium van den heer dr. W. P. Ruysch, hoofdinspec teur van de Volksgezondheid, ten tweede een comité voor de tentoon stelling te oraganiseeren ter gelegen heid van het congres. Laatstgenoemd comité heeft tot voorzitter mr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, voor zitter van den Volksbond. Stationsassistenten. S. S. De Bond vanStationsassistenten der Staatsspoor hield Zondag te Utrecht een vergadering, waarin voorloopige besprekingen plaats hadden over toetreden tot een federatie van amb- tenaarsvereenigingen en bonden. Al gemeen was men vóór aansluiting bij een dusdanige federatie. Definitief zal woiden beslist op een einde Januari te Utrecht te houden verga dering. Omtrent de pensioen-quaestie vereenigde de vergadering zich ge heel met een op de door den Pensioen- bond op 17 November jl. te Utrecht gehouden vergadering aangenomen resoluiie. Verder werd besloten het Bondsorgaan om de drie maanden te doen uitkomen. zwarte gedachten, die uit de hel op rijzen om met den goeden engel in het menscheiijk gemoed te strij den". Kasper sloeg voor den ernstigen blik van den ouden man de oogen neder. Het was hem of die blik tot het binnenste zijner ziel doordrong. „Gij heb iets kwaads voor", zei de herder op waarschuwenden toon. „Pas op dat dat de goede engel niet overwonnen wordt". „Ik heb niets kwaads voor", ant woordde Kasper„maar niemand kan het mij ten kwade duiden, als ik mij wreken wil". „De wraak zal u ongelukkig ma ken, niet hem, dien zij treffen moet". „Laat mij maar daarvoor zorgen De oude man omvatte den arm van den jonkman en zag hem ver wijtend aan. „En al kondt gij hem vernietigen, dan zoudt gij toch tegelijk u zeiven vernietigen", sprak hij op dringen den toon. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1910 | | pagina 1